Guerrilla-oorlogen in Birma

Civis Mundi Digitaal #80

door Jan de Boer

De staat Birma heeft nooit een duurzame vrede gekend met een groot deel van de woelige bevolkingsgroepen die een derde van zijn bevolking uitmaken. Het gaat nu van kwaad tot erger. De recente aanvallen van een gewapende groep die zegt te strijden uit naam van de boeddhisten van de deelstaat Arakan, openen een nieuw front in deze duistere zone. Arakan – ook wel recentelijk genoemd Rakhine – heeft zich de laatste jaren triest genoeg onderscheiden door de behandeling van zijn mohammedaanse minderheid: de Rohingya’s. Na aanvallen in 2016 en 2017 op de grensbewakers en op politieposten door het heilsleger van de Rohingya’s van Arakan (ARSA) moesten meer dan 750.000 mohammedanen vluchten naar Bangladesh voor de zeer gewelddadige repressie van het Birmaanse leger.

Maar de verschijning van een nieuw ‘leger’ in Arakan die de naam draagt van deze deelstaat: Arakan Army of AA) brengt deze regio die een sleutelpositie in west Birma inneemt, in grote en nieuwe gevaren. De AA, opgericht in 2009 als guerrillagroep, beschikt nu over een leger van tenminste 5000 mannen. Zij wil de centrale regering dwingen Arakan dat tot het einde van de achttiende eeuw een onafhankelijk koninkrijk was, een autonome status binnen het huidige Birma toe te kennen. Zelfs als zij in naam van het boeddhisme in het algemeen vijandig staan tegenover moslims, zegt de AA in haar propaganda dat voor alles de vijand met name de ‘kolonisator’ Bamar is: de belangrijkste bevolkingsgroep die haar naam aan Birma heeft gegeven en die het land in feite regeert.

Al wekenlang zijn er toenemende schermutselingen tussen de soldaten van (het reguliere leger) en de guerrilla’s van Arakan, niet alleen overal in deze deelstaat, maar ook in de naburige deelstaat Chin. Naar mijn mening is het niet ondenkbaar dat dit conflict een blijvend karakter krijgt in deze deelstaat aan de grens met Bangladesh. Zelfs als de AA weinig kans heeft op een overwinning op de Tatmadaw die hier twee divisies elite- troepen heeft gestald, hebben de strijders van de AA getoond dat zij goed getraind en vastberaden zijn en over tenminste een gelijke vuurkracht beschikken. De regering en het leger van Birma hebben dus alle redenen om ongerust te zijn. Arakan is niet alleen een strategisch gebied maar ook zeer begeerd. China heeft er een oliepijpleiding aangelegd die de olie uit de Perzische golf via de Golf van Bengalen tot in de Chinese provincie Yunnan brengt. India is bezig een haven te bouwen bij de hoofdstad van Arakan: Sitwwe. China en India beschouwen de deelstaat Arakan kennelijk als een soort algemeen toegankelijk geopolitiek gebied, in ieder geval dromen ze daarvan.

De oorlog in Arakan moet bovendien geplaatst worden in de context van nimmer ophoudende gevechten in Birma tussen het reguliere leger en andere naar autonomie strevende bewegingen, vaak gebruikt en bewapend door China met name in de deelstaat Shan in het oosten van Birma grenzend aan China en Thailand. In het nieuwe spel om de invloed en de macht ten Zuidoosten van de Himalaya is het China die duidelijk aan de touwtjes trekt.