Honderd jaar geleden: de moord op Rosa Luxemburg

Civis Mundi Digitaal #81

door Jan de Boer

Op 13 juni 1919 vergezelde een flinke menigte in de straten van Berlijn het stoffelijk overschot van een op 31 mei uit het water opgeviste vrouw en geïdentificeerd als dat van Rosa Luxemburg. De ingetogenheid van de mensen veranderde in een massale manifestatie. Het was de tweede begrafenis van deze socialistische activiste en marxistische ideologe, nadat een lege doodskist met haar naam met de lichamen van 32 andere slachtoffers van de onderdrukte opstand van de Spartakus-beweging, net als zij op 15 januari vermoord, ter aarde was besteld.

Rosa Luxemburg was het slachtoffer van korpsen die in opdracht van de SPD- minister van defensie (lid van de Socialistische Democratische Partij) Gustav Noske de opstand moest onderdrukken die door het tot het communisme bekeerde socialistische parlementslid Karl Liebknecht (1871 -1919) was ontketend. Rosa is een ‘martelares’ van het opkomende communisme, toch wat tegen haar wil omdat zij de opstand te vroeg oordeelde: zij steunde de opstand uit loyaliteit jegens haar vriend die zijn artikel in het spartakus-dagblad « Die Rote Fahne « van 14 januari de bittere titel had gegeven ‘De gevestigde orde regeert Berlijn’. Martelares maar geen geblokkeerde martelares. Als overtuigd pacifiste wantrouwde ze de leninistische autoritaire manier van handelen en veroordeelde ze de bolsjewistische terreur. Toen in 1921 een stad in Georgië haar naam kreeg, veroordeelde Stalin haar kritiek op de Oktoberrevolutie en verbande haar uit de galerie van de door het internationale communisme erkende communistische grootheden.

Rosa Luxemburg werd na de dood van de ‘rode tsaar’ in ere hersteld – in 1955 werd zij afgebeeld op een postzegel in de Democratische Republiek Duitsland (RDA) –maar haar politiek gedachtengoed werd als te storend bevonden en sommigen weigerden zelfs brieven te openen met haar beeld op de postzegel. De duistere legende van de Rode of de Bloederige Rosa, handig verbreid vanaf 1919 door de conservatieven, de nazi’s en de orthodoxe stalinisten, veegde haar levensloop en haar gedachtengoed onder het tapijt.

Honderd jaar na de moord op deze vrouw, moet zij wat mij betreft, weer ontdekt worden voor haar bijzonder krachtig engagement. Paradoxaal genoeg in deze tijd van eigenzinnige bijeenkomsten en manifestaties is er niets of bijna niets dat aan deze dagen van de korte opstand die Berlijn van 5 tot 15 januari op zijn grondvesten deed schudden, herinnert, zelfs niet in Frankrijk. Geen woord over haar of over de stichters van de Spartacusbeweging, behalve dan een prachtige documentaire van Inga Wolfram: ‘Rosa Luxemburg, rebelle et visionnaire’ uitgezonden door de Frans-Duitse zender ARTE op de dag waarop zij vermoord werd. In die documentaire werd het portret van een energieke vrouw geschetst met onverzettelijke overtuigingen. Ook de getuigenis va de Duitse cineaste Margareha von Trotta die na de dood van Rainer Werner Fassbinder (1945 – 1982) zijn project verfilmde, getiteld: ‘Die Geduld der Rosa Luxemburg’: een biografisch portret met voor de actrice Barbara Sukowa de eerste prijs voor de vrouwelijke interpretatie op het Festival van Cannes in 1986. Dit prachtige portret zou naar mijn idee dit jaar weer uitgezonden moeten worden!

De absolute vrijheid van deze jonge vrouw, geboren in een door autocratisch Rusland onderworpen Polen in een joodse familie waar men weigerde Jiddisch te spreken, boeit meteen. In het gips om een onwaarschijnlijke bot-tuberculose te bezweren, werd ze kreupel, maar leerde haar lichaam deze handicap te verbergen. Blootgesteld aan het antisemitisme, verplichtte zij zich tot uitnemende studieprestaties en om haar doctorsgraad te behalen, veranderde Rozalia Luksemburg haar voornaam in een kosmopolitisch Rosa, vertrok naar de Zwitserse stad Zurich, de enige stad waar zij haar droom kon verwerkelijken .In een voorstad waar talrijke politieke vluchtelingen een toevlucht vonden, koos zij voor het doel dat haar leven zou bepalen: opkomen voor de verschoppelingen, de paria’s, het bestrijden van discriminatie, het verkondigen van het besef dat zonder geweld een nieuwe mensheid uitgevonden moest worden.

Haar credo ? « De vrijheid is altijd de vrijheid van de andersdenkende ». Waarom zo’n nobele boodschap na haar afslachting nu honderd jaar geleden niet herdenken?