Hoedt u voor het WTE-complex van wetenschap, techniek en economie: twee artikelen van Paul Feyerabend

Civis Mundi Digitaal #82

door Piet Ransijn

 

 

Uit Piet Ransijn en Nico Schulte, Bewustzijn als bewapening.

 

Twee artikelen van Paul Feyerabend: 

1. Deskundigen in een vrije samenleving;

2. Hoe verdedigen wij onze samenleving tegen de wetenschap? 

 

De wetenschap heeft verschillende kanten. Zij kan worden gebruikt om problemen op te lossen, maar kan ook problemen geven. Dat geldt nog duidelijker voor de techniek en de industrie, gezien de milieuproblemen die daarmee gepaard gaan, zie nr 31. Deze problematiek kwam al aan de orde in mijn artikelen over Habermas, die uitlegt hoe de instrumentele rationaliteit onze leefsfeer domineert en koloniseert, zie nr 74.  Volgens Feyerabend worden mensen ertoe aangezet af te gaan op deskundigen die het beter weten. Dit kan leiden tot afhankelijkheid en “kan ons oordeelsvermogen verlammen,” schrijft hij in zijn autobiografie (p 115).

Door de belangenverstrengeling en de financiering van de wetenschap door de industrie wordt de gebundelde invloed van beide groter. De vraag hoe wij ons en onze leefsfeer daartegen kunnen weren, ligt dan voor de hand. Feyerabend beantwoordde deze vraag eind jaren ’70 in enkele artikelen en in zijn boek Science in a Free Society (1978), zie nr 73. In twee artikelen in de bundel Wetenschap en ideologiekritiek, red. Harry Kunneman vat Feyerabend zijn visie samen: Deskundigen in een vrije samenleving en Hoe verdedigen wij onze samenleving tegen de wetenschap?  Ter adstructie van zijn biografie gaan we in op deze artikelen. Ze waren ooit mijn eerste kennismaking met Feyerabend.

Gezien de onvoorspelbare mogelijkheden van bijv. genetische manipulatie, waar o.m. Yuval Harari op wijst in zijn bestsellers Sapiens en Homo Deus, lijkt dit een relevante en actuele vraag. Overigens is er onlangs een moratorium voorgesteld wat betreft Crispr-Cas modificatie bij baby’s na de Chinese genetisch gemanipuleerde baby’s, omdat mogelijk bij-effecten nog niet voldoende bekend zijn om deze ethische grens te overschrijden. (NRC, www.nrc.nl/nieuws/2019/03/13/even-geen-crispr-babys-meer-a3953183)

Uit Piet Ransijn en Nico Schulte, Bewustzijn als bewapening.

 

1.Deskundigen in een vrije samenleving

In het eerstgenoemde artikel begint Feyerabend met van leer te trekken tegen het jargon van de wetenschap, waarin “Het subject van het toneel is verdwenen” en daarmee het gevoel. “Dit is de taal van het laboratorium, dit is de taal van mensen die gewoonlijk ratten, muizen, honden en konijnen mishandelen en zorgvuldig de gevolgen van hun mishandeling nagaan, maar deze taal wordt nu toegepast op mensen” (Kunneman, p 158, 160). Gevoelloos taalgebruik gaat samen met een gevoelloze en verwrongen visie. Hij noemt hier terloops één van de keerzijden van wetenschap in dienst van de industrie: nl. experimenten met dieren. Evenals bij Peter Singer gaat Feyerabend niet alleen het lot van mensen maar ook van dieren ter harte. Hij heeft het vooral gemunt op specialisten “die de computer in efficiëntie willen benaderen” in plaats van de dingen in groter verband te zien, zoals bijv. bij Aristoteles (p 164).

De rede heeft zijn grenzen en moet worden aangevuld met de feitelijke ervaring. Naast waarnemingen blijken ook (intuïtieve) invallen van belang. “Wetenschap op zijn best vereist alle talenten van de mens” (p 168). Er is niet één methode die werkt maar “de wetenschap werd op zeer uiteenlopende manieren vooruitgebracht…  Wetenschappers doen vaak alsof ze “een specifieke welomschreven methode gebruikt hebben” p 170, 171). In de praktijk zijn ze vaak opportunisten en hanteren ze verschillende methoden, blijkt uit het onderzoek van grote voorbeelden als Galileï en Newton.

Behalve de veronderstelde methode vindt Feyerabend ook de autoriteit die de wetenschap heeft gekregen discutabel. In plaats van de publieke opinie en het oordeel van de bevolking te onderwerpen aan het oordeel van wetenschappers pleit hij voor het omgekeerde en voor samenwerking en overleg van deskundigen en betrokken burgers. Deskundigen “moeten in de gaten gehouden worden vanwege hun beperkte blikveld, hun verwaandheid en hun honger naar macht, macht over menselijke geest en macht over budgetten,” zo eindigt hij het artikel.

Dat geldt ook voor artsen en psychiaters, die mensen “beschouwen als een hydraulisch systeem van angsten, emnoties en andere vreemde vloeistoffen. Het is meer dan waarschijnlijk dat zij de kennis missen die verzameld is door niet-professionele mensen of door professies die nu een slechte naam hebben. Paracelsus leerde van heksen… acupunctuur wordt nu heel serieus genomen en niemand kan zeggen dat dit leerproces teneinde gekomen is en dat buiten een professie geen nieuwe ontdekkingen te doen zijn. Bovendien zal de noodzaak tot leken te spreken… en hen uitleg te geven over de gronden van hun overtuigingen… de deskundigen ook dwingen eenvoudiger te spreken,.. hun taal menselijker maken, het zal ze een verantwoordelijkheidsgevoel geven dat omvattender is” (p 178-79).

 

www.ninefornews.nl/klimaatwetenschap-snapt-helemaal-niks

 

Pluriformiteit van theorieën als kenmerk van wetenschap met als voorbeeld de ‘klimaatwetenschap’

Kenmerkend voor wetenschap is volgens Feyerabend de pluriformiteit van theorieën en researchprogramma’s, zoals de rivaliserende paradigma’s bij Thomas Kuhn. Daar zijn de wetenschapsfilosofen het over eens. Er is niet één theorie en één paradigma. Concurrende theorieën en researchprogramma’s behoren tot de essentie van de wetenschap. Het ‘verketteren’ van andere theorieën in plaats van ze te toetsen en falsificeren, toont weinig begrip voor het pluriforme en onvoltooide karakter van de wetenschap, zoals we bijv. zien bij het klimaatdebat.

De invloed van onze samenleving op het klimaat en het ecosysteem is een complex gegeven, een ‘web uit gissingen geweven’, om met Xenophanes te spreken (B. Magee, Popper, p 34). Gissingen die meer of minder waarschijnlijk kunnen zijn afhankelijk van de gehanteerde modellen en scenario’s. Klimaatverandering is een aspect van het milieu dat moeilijk precies te meten is. Maar de geleerden zijn het erover eens dat de menselijke samenleving een significante zoniet desastreuze invloed heeft op het milieu, die we niet mogen veronachtzamen, ook al past dat niet altijd in ons politieke of economische paradigma.

Het bijstellen, toetsen en/of verwerpen van paradigma’s behoort ook tot de essentie van de wetenschap en de wetenschappelijke wereldbeschouwing, die vaak botst met de dogmatiek die mensen vanouds gewend zijn. Volgens Feyerabend en Popper heeft ook de wetenschap dogmatische tendensen, zoals de meeste ideologieën, met name bij dominantie van één ervan, zoals we in het volgende artikel zien (Popper, ‘Normal Science and Its Dangers’ in Lakatos and Musgrave, Criticism and the Growth of Knowledge, p 55).

www.goforfit.nl/bent-ook-zo-enthousiast-westerse-wetenschap

 

2. Hoe verdedigen wij onze samenleving tegen de wetenschap?

In dit artikel begint Feyerabend met de provocerende uitspraak dat wetenschap een religie is. Zo wil hij aandacht trekken, waardoor zijn boek(en) beter verkopen. Bij een congres ter verdediging van de cultuur, een thema dat ook nu actueel is, ging bij in op de bescherming tegen de wetenschap, die niet alleen onze cultuur bedreigt. We dienen ons te beschermen tegen iedere dominante ideologie, met name bij het ontbreken van een tegenwicht. Dat is bijv. het geval bij het neoliberalisme, volgens de artikelenserie van Hans Komen, en bij het totalitaire communisme. Pluriformiteit van ideologieën vindt hij evenzeer van belang als pluriformiteit van theorieën.

“Door de wetenschap is de mens bevrijd uit traditionele en starre denkvormen… Elke waarheid die niet in toom wordt gehouden is een tiran en dient omver geworpen te worden… De wetenschap in de 17e en 18e eeuw was een instrument van bevrijding en emancipatie. Men mag echter niet de conclusie trekken, dat de wetenschap de vrijheid blijft bevorderen. Net zomin als in een andere ideologie is er niets in de wetenschap dat haar per definitie tot een bevrijdende kracht maakt. Een ideologie kan degenereren en verworden tot een stompzinnige religie, zoals bijvoorbeeld het marxisme” (p 183).

“De hedendaagse wetenschap verschilt sterk van die van de 17e eeuw… Men krijgt ‘wetenschappelijke’ feiten op dezelfde manier voorgeschoteld als religieuze ‘feiten’ nog geen honderd jaar geleden. Op de universiteiten… vindt de indoctrinatie nog veel systematischer plaats… De maatschappij en haar insituties worden aan kritiek blootgesteld. De wetenschap wordt echter niet in deze kritiek betrokken… De wetenschap is net zo onderdrukkend als de ideologieën die zij eens moest bevechten [ook al] wordt er niemand meer gedood omdat hij een wetenschappelijke ketterij belijdt… De wetenschap is rigide geworden… Mijn bezwaar tegen de hedendaagse wetenschap is dat zij een belemmering vormt voor de vrijheid van denken [mede vanwege…] de buitengewone status, die de wetenschap in onze samenleving geniet” (p 185).

De wetenschap zou zijn bijzondere status danken aan haar correcte en succesvolle methode, die er volgens Feyerabend in feite niet is, omdat er uiteenlopende methoden zijn, die elkaar beconcurreren, net als theorieën. “De alternatieven maatstaven, theorieën en feiten… worden niet geëlimineerd. Zij behouden een correctieve functie… Kennis vormt in deze opvatting een zee van alternatieven… Wij worden erdoor in staat gesteld te kiezen, onze fantasie te gebruiken en kritiek te leveren” (p 187-88). Welke theorieën het beste werken, blijkt uit de resultaten van researchprogramma’s als deze progressief zijn en voorspellingen uitkomen volgens de theorie van Lakatos, waar Feyerabend naar verwijst als “de beste en meest complexe methodologie” (p 190).

‘Wetenschappelijk onderzoek is de sleutel tot succes’

https://financialfocus.abnamro.nl/7-vragen-aan/michel-rudolphie-algemeen-directeur-kwf-kankerbestrijding

 

Successen

Wat betreft de successen van de wetenschap zegt Feyerabend, dat er evenzeer successen zijn bij andere ideologieën, die ook vaak systematisch tewerk gaan. “Is het niet zo dat de Kerk de ziel van mensen redde, terwijl de wetenschap veelal het opgekeerde doet? Uiteraard gelooft niemand nog de ontologie die aan dit oordeel ten grondslag ligt. Waarom niet? Vanwege dezelfde ideologische druk die ons tegenwoordig de wetenschap doet aanhoren met uitsluiting van al het andere. Het valt niet te ontkennen dat het best mogelijk is, dat verschijnselen als telekinese en acupunctuur uiteindelijk door de wetenschap geabsorbeerd kunnen worden. Let echter wel, dat dit pas gebeurt na een lange periode van verzet… We zouden ze kunnen benutten om op een geheel nieuwe manier onderzoek te doen.”

Toen “ziekenhuizen en universiteiten zich weer gingen toeleggen op traditionele geneeskunst… boekte de Chinese wetenschap vooruitgang en de westerse wetenschap kon ervan leren… De wetenschap is slechts een van de vele ideologieën die de motor vormen van de samenleving en dient als zodanig behandeld te worden… Zolang ideologieën in combinatie optreden met andere ideologieën gaat alles goed” (p 191-93). Ze worden vervelend als ze leerstellig worden. Hetzelfde geldt voor politieke en religieuze ideologieën.

www.dejongeakademie.nl/nl/actueel/agenda/workshop-citizen-science-in-nederland

 

Pluriformiteit

Feyerabend wil ook “de ontzaglijke verbeeldingskracht, die kinderen hebben, beschermen… In het algemeen zijn kinderen veel intelligenter dan hun opvoeders” (p 194). Daarvoor acht hij het nodig dat de wetenschap geen bijzondere plaats wordt toegewezen en dat haar verhalen en argumenten worden aangevuld met andere verhalen, argumenten en tegenargementen, “uiteengezet door de experts uit de verschillende gebieden, zodat de jeugd met alle mogelijke preken en met al Gods kostgangers bekend wordt” (p 195).

“Velen zullen kiezen voor de wetenschap… aangezien een wetenschap die beoefend wordt door vrije mensen, er heel wat aantrekkelijker uitziet dan onze huidige wetenschap, die wordt beoefend door slaven, slaven van de insituties van de ‘rede’… De meeste wetenschappers van tegenwoordig… ploeteren voort… zodat ze hun steentje kunnen bijdragen aan de vloedgolf van geesteloze artikelen, die tegenwoordig voor ‘wetenschappelijke vooruitgang’ doorgaan… Wetenschappers zullen natuurlijk geen overheersende rol spelen in de samenleving zoals ik die zie. Zij zullen tegenvuur krijgen van magieërs, priesters en astrologen. Vele mensen van jong tot oud en van links tot rechts kunnen zo’n situatie niet verdragen.”

 

https://overeconomie.nl/2015/09/pluriforme-economie-i.html

 

Vrijheid en geluk

“Er wordt vanuit gegaan dat de juiste weg tot de vrijheid van anderen al is gevonden is en dat wij haar slechts hoeven te volgen [en] dat wij onze taak kunnen uitvoeren met een geest die afgesloten is voor alternatieven. Het spijt me, maar ik kan een dergelijke leerstellige zelfzekerheid niet aanvaarden… We moeten ernaar streven… dat ons handelen bijgestuurd kan worden door de ideeën, die we tijdens het vergroten van onze vrijheid ontwikkelen… Wij willen de mensen niet bevrijden om ze vervolgens onder een nieuw slavenjuk te brengen, maar om ze bewust te maken van hun eigen verlangens… Waarom zou iemand een ander mens willen bevrijden?... Omdat vrijheid de beste weg vormt voor een vrije ontwikkeling en daarom het geluk bevordert,” zo besluit Feyerabend zijn pleidooi voor vrijheid van denken en vrije, pluriforme wetenschap en andere ideologieën, waarbij hij zich een kritische en ironische vrijdenker toont, die de scherts niet schuwt (p 196-98).

Deze artikelen zijn te beschouwen als een min of meer representatieve steekproef van zijn werk en zijn prikkelende schrijfstijl, die mensen vrijer wil laten denken. Volgens zijn vrouw Grazia had Feyerabend een “ongelooflijke belezenheid op veel gebieden” (Autobiografie, p 218). Vanaf zijn vroege jeugd las hij veel. Toen ik als kind veel las, maakte ik geen onderscheid tussen wetenschap en andere kennisgebieden, zoals filosofie, (para)psychologie en mythologie. Het lijkt mij mogelijk andere kennisgebieden te integreren met wetenschap en het principe van toetsbaarheid uit te breiden. Ook andere volken hebben kennis die op min of meer gesystematiseerde ervaring en waarneming berust. Waarom zou deze kennis niet geïntegreerd kunnen worden met de wetenschap?

Uniciteit van de westerse wetenschap

De westerse wetenschap, met name in combinatie met de techniek en industrie, lijkt een vrij uniek verschijnsel, dat samenging met de ontwikkeling van de moderniteit. Weliswaar kwam wetenschap al eerder voor in China, India, Babylonië en bij de Grieken, maar nog niet in de mate en op de geïnstitutionaliseerde experimentele manier zoals in het Westen. Het lijkt mij dat er criteria zijn, die de wetenschap kunnen onderscheiden van andere ideologieën, met toetsbaarheid als belangrijkste criterium, hoewel dit criterium niet exclusief op de wetenschap van toepassing is.

Wetenschap kenmerkt zich door een meer methodische en specifieke uitwerking, die bij de ervaringskennis van de magie en de astrologie anders lijkt. Het lijkt moeilijk verschillende vormen van ervaringskennis waterdicht te onderscheiden zonder overlapping. Popper noemt bijv. astrologie geen wetenschap omdat er geen predicties en falsificatie zou zijn (Unended Quest, p 43). Die zijn er echter wel degelijk, compleet met berekeningen. Astrologie was en is verweven met astronomie en psychologie en kent een uitvoerige persoonlijkheidstypologie. De demarcatie van wetenschap ten opzichte van andere kennis blijkt niet zo eenvoudig te zijn, zoals Feyerabend laat zien. Het ziet ernaar uit dat het onderscheid veeleer gradueel dan exclusief en categorisch is.

Is geloven zoiets als het zien van een dimensie meer in de werkelijkheid dan met de bril van de wetenschap te zien is? Deze vraag lijkt het boek Omhoog kijken in Platland afgaande op de titel op te roepen. www.geloofenwetenschap.nl/index.php/boeken/item/87-dekker-omhoog-kijken-in-platland-2007

 

Een ruimere wetenschapsvisie en onderzoeksgebied

Feyerabend pleit voor een ruimere wetenschapsvisie met meer ruimte voor andere kennisvormen, ook uit andere culturen. Dat spreekt mij wel aan. Voor andere culturen interesseerde ik mij al jong. Daarom ben ik culturele antropologie gaan studeren. De malaise bij andere culturen viel mij tegen. De westerse cultuur is wereldwijd bepalend en dominant. Daarom verlegde ik mijn focus naar westerse sociologie, zonder andere beschavingen uit het oog te verliezen, die een complement voor de westerse cultuur kunnen bieden. Met name op het gebied van zingeving en geestelijke ontwikkeling.

De wetenschap heeft haar beperkingen en kan geen zin aan het leven geven en evenmin aan de dood. Dat zagen we bij Max Weber in Wissenschaft als Beruf (zie nr 67 en 71). Nietzsche was daarover ook duidelijk: “De wetenschap kan ons handelen geen doelen geven en heeft bewezen dat zij deze kan wegnemen en vernietigen”. Ook met de vraag wat er na dit leven komt en of we misschien een ziel hebben die op één of andere manier een doorstart maakt, weet de wetenschap niet goed raad, afgezien van vermetele pogingen als die van Frederic Myers, wiens grensverleggende boek daarover eerder is besproken. Michel Hegener, Leven op herhaling: Bewijzen voor reïncarnatie meent daarvoor bewijzen te hebben gevonden. Dat lijkt mij de moeite van nadere beschouwing waard, evenals het boek van Herman Wolf, Onsterfelijkheid is wijsgerig probleem. Dit zijn onderwerpen die het wezen en de zin van het leven en de dood raken op het grensvlak van wetenschap, filosofie en religie, voorbij de grens van leven en dood. Zoals Herman Wolf zei volgens de eerder besproken biografie van Paul Scheffer is alles te onderzoeken. En Feyerabend moedigt ons aan daarvoor alle beschikbare methoden en theorieën aan te wenden uit diverse culturen, zoals bij Wolf en Hegener.