Ethisch eten voor een beter leven. Wat zeggen Peter Singer en Jim Mason in The Ethics of What We Eat: Why Our Food Choices Matter?

Civis Mundi Digitaal #83

door Piet Ransijn

Bespreking van: Peter Singer en Jim Mason, The Ethics of What We Eat: Why Our Food Choices Matter. Rodale Books, 2006.

Peter Singer werd onder meer bekend door zijn boek Animal Liberation. In het boekThe Ethics of What We Eat: Why Our Food Choices Matter komt de dierenindustrie en de daarmee gepaard gaande dierenmishandeling aan de orde. Wat we eten heeft grote invloed op dierenwelzijn en het milieu, niet alleen op onze gezondheid. Dat geldt met name het eten van vlees. Voor talloze dieren is wat wij eten een zaak van leven en dood. In dit boek gaan Peter Singer en Jim Mason onder meer in op de dierenindustrie. We lijken de band met de dieren die ons tot voedsel dienen te hebben verloren en van de natuur vervreemd te zijn geraakt (p vi). Maar de laatste tijd letten meer mensen op hun eten. Of het onbespoten is door pesticiden en herbiciden en of het ‘eerlijke handel’ betreft: fair trade. We worden ons er meer van bewust dat we misstanden in stand kunnen houden of kunnen veranderen door wat we eten. Het dringt meer door tot de consument dat vlees eten samengaat met dierenleed. We willen ons geld besteden aan wat goed en eerlijk is. “Niet om de mensen rijker maken die verkeerde dingen doen,” zoals een bewuste huisvrouw het zei (p 5, 194).

 

 

 

De grootschalige dierenindustrie

Amerikaanse bedrijven laten zelden zien hoe het vlees wordt geproduceerd op fabrieksboerderijen en hoe de dieren worden behandeld. De reden is dat dit niet om aan te zien is en mensen daardoor niet worden aangemoedigd om vlees te eten, maar veeleer het tegendeel. Om dezelfde reden geven veel mensen de voorkeur aan scharreleieren of vrije uitloopeieren. “Hoe minder de consument weet over wat er gebeurt voordat het vlees op het bord komt, des te beter… De meeste mensen hebben geen idee hoe dieren opgroeien en worden verwerkt,” adus hoogleraar dierwetenschap Peter Cheeke in zijn boek Contemporary Issues in Animal Agriculture (Singer en Mason, p 11). Daarom is het belangrijk dit in de publieke aandacht te brengen, zodat de mensen weten wat ze eten en hoe het is geproduceerd. Daar hebben we recht op.

In het langste proces uit de Engelse geschiedenis werd Mc Donalds schuldig bevonden aan wreedheid jegens dieren en dierenmishandeling door het kopen van vlees van bedrijven die zich daaraan schuldig maken. Sindsdien let Mc Donalds meer op de wijze waarop het vlees is geproduceerd en is het assortiment uitgebreid met vegetarische burgers. Vooral ook omdat klanten dat willen. Toch is wreedheid nog steeds legaal, als we kijken naar de dierenindustrie, bijv. de intensieve varkenshouderij. Uit onderzoek blijkt dat dieren gevoel hebben en lijden onder de erbarmelijke omstandigheden waarin ze worden vetgemest.

Er staan onsmakelijke verhalen in het boek over de grootschalige mishandeling, die miljarden dieren betreft. De milieubelasting komt ook aan de orde. Vleesproductie heeft veel meer land nodig dan akkerbouw en mest is zeer vervuilend met ammoniak, CO2, fosfaten, enz. Dan zijn er ook nog de gekkekoeienziekte, de vogelgriep, de Q-koorts bij geiten, Salmonella bij kippen en andere ziekten die een gevaar vormen voor mensen. Dieren in ongezonde omstandigheden zijn meer vatbaar voor ziekten. Voor de voedselvoorziening is het verbouwen  van gewassen veel beter en productiever dan vleesproductie. Akkerbouw en plantenteelt brengen niet alleen meer voedsel per hectare op, maar zijn bovendien milieuvriendelijker dan veeteelt. De vleesconsumptie bewijst de wereldvoedselvoorziening en landbouwproductiviteit een grotere dienst dan bijvoorbeeld genetische manipulatie.

 

  

www.varkensinnood.nl/120-misstanden; www.trouw.nl/opinie/een-verkleining-van-de-veestapel-is-de-weg-naar-een-duurzamere-landbouw~ab87610b

 

Fair Trade en kopen bij de plaatselijke bioboer

Het kopen van voedsel bij lokale boeren bespaart transportkosten en de vervuiling die daarmee gepaard gaat, vooal met luchtvervoer. Vliegverkeer is een grote vervuiler. Door kopen bij boeren gaat er ook meer winst naar de boeren, die het zwaarder hebben dan supermarkten. Hoewel er voor het kopen bij arme boeren uit ontwikkelingslanden ook iets te zeggen is, mits er Fair Trade geldt. Wat betreft productieomstandigheden worden de volgende punten genoemd om in aanmerking te nemen (p 160): Kinderarbeid, gedwongen arbeid, gezondheid en veiligheid, discriminatie, arbeidstijden, werkdruk en dwang, sancties: bijv. geen lijfstraffen, rechten van de arbeiders zoals vrijheid van vergadering en collectiven arbeidsovereenkomsten, loon naar werk dat in basisbehoeften kan voorzien. Lang niet alle productie is ethisch verantwoord volgens deze criteria.

Organisch of biologisch voedsel is over het algemeen mens- en milieuvriendelijker dan niet-biologisch voedsel. Het bewaart kwaliteit  van de bodem, bevordert de biodiversiteit, geeft minder vervuiling en vergiftiging door pesticiden en herbiciden, bebruikt over het algemeen minder energie en geeft minder CO2-uitstoot. (p 202-06). Als de productiviteit minder is gelden deze punten echter in mindere mate.

 

https://barendswereld.blogspot.com/2009/09/genetische-manipulatie.html

 

Genetisch gemanipuleerd voedsel

Veel mensen willen weten wat ze eten en willen liever geen genetisch gemanipuleerd GM-voedsel. GM is een omstreden zaak. Voorstanders menen dat het de productiviteit en resistentie bevordert en noodzakelijk is voor de wereldvoedselvoorziening. In voedselexporterende landen zoals de VS, Brazilië, Argentinië en Canada wordt het meeste GM-voedsel geproduceerd. De motieven voor GM-productie lijken vooral commercieel. Het benadrukken van het belang van GM voor de voedselvoorziening komt beter over dan dat er meer aan te verdienen valt. Bij de agro-industrie lijkt dat duidelijk. Wat betreft de boeren “zijn de voordelen van GM-gewassen onbewezen. GM-gewassen zijn niet bedacht met de behoeften van boeren voor ogen... Er zijn vele reeds bewezen manieren om de landbouw te verbeteren… Ondanks de claims dat GM-oogsten nodig zijn voor de groeiende wereldbevolking, wordt slechts 2% van het bouwland in ontwikkelingslanden met GM-gewassen ingezaaid” (p 215, 208). Er zijn vele andere factoren waardoor de productiviteit kan toenemen, zoals irrigatie en efficiëncy.

In Europa is het verplicht te vermelden dat voedsel ‘genetisch is gemodificeerd’, in de VS niet. In de gentech industrie is bekend dat veel mensen een voorkeur hebben voor niet gemanipuleerd eten. Zij heeft er belang bij dat dit niet wordt vermeld op de producten. 92% van de bevolking in de VS zou voorstander van GM-vermelding zijn volgens ABC News (p 208). Lang niet iedereen heeft trek in GM-voedsel. De consument is niet overtuigd van de voordelen en ziet ook de nadelen, onduidelijkheden en onzekerheden, met name wat betreft effecten op lange termijn en de veiligheid van gentech voedsel en mogelijke onomkeerbare schade aan het milieu (p 210). Ook minder rationele motieven spelen een rol. “Wat de boer niet kent, dat eet hij niet,” luidt een boerenwijsheid.

Er zijn ook ethische en religieuze redenen om zorgvuldig om te gaan met de natuur en haar wetten niet ‘tegennatuurlijk’ te manipuleren. Anderzijds is er een pleidooi om optimaal gebruik te maken van (onze kennis van) natuurwetten en deze naar onze hand te zetten. Als dit echter gigantische en onverantwoorde consequenties heeft zoals bij kernwapens en kernenergie, is een pas op de plaats geboden. Religieus gezien zou de natuur als de schepping van God een heilig gegeven zijn, waar eerbiedig mee omgegaan dient te worden. Vanuit een dergelijke visie kan het ingrijpen in soorten en het maken van nieuwe soorten worden gezien als onverantwoord en onaanvaardbaar, omdat ‘de natuurlijke orde’ onherstelbaar zou worden aangetast. Omdat mensen sinds mensenheugenis al hebben ingegrepen in ‘de natuurlijke orde’, gaat het hier vooral om de aard en de omvang van dit ingrijpen. Als de invloed en inbreuk op de natuur een onomkeerbaar gegeven is, dat ernstige schade aan onze leefomgeving kan toebrengen en de consequenties op lange termijn niet te overzien zijn, kan dat ons en onze kinderen, onze medeschepselen en toekomstige generaties ontoelaatbaar duperen.

 

 

 

Eerbied voor het leven en ons leefmilieu

Een samenhangend punt is de integriteit  van levende wezens vanuit het ethische beginsel van eerbied voor het leven van Albert Schweitzer, dat toepasbaar is op alle levende wezens. Is dit dan ook geen argument tegen fokken en plantenveredeling? Daarbij wordt gebruik gemaakt van toepassing van erfelijkheidswetten en natuurlijke selectie. Bij GM wordt gebruikt gemaakt van kunstmatige mutaties, die niet op natuurlijke wijze plaatsvinden. Dat gaat verder dan een gradueel verschil en lijkt dan lijkt meer een principieel verschil. Maar ook doorfokken kan leiden tot ‘tegennatuurlijke’ verzwakking van diersoorten.

“Waarom zou één wijze van veranderen van soorten, of ‘voor God spelen’ tegengesteld aan de natuur zijn en de andere niet?... We kunnen niet op logische wijze handhaven dat het interfereren met de aard van soorten intrinsiek verkeerd is” (p 211). Het is geen uitgemaakte zaak wat natuurlijk en tegennatuurlijk is. Daarover kan men van mening verschillen. En ook over wat ethisch verantwoord is, hetgeen iets anders is dan natuurlijk. Uiteindelijk hangt het af van onze levensbeschouwing en de belangen en waarden die we belangrijk vinden. Daarbij is het van belang is enige mate van consensus te vinden hoe om te gaan met de technische mogelijkheden op een wijze die de nadelen beperkt en tot ‘het algemeen belang’ dient. Ook hierover is verschil van mening mogelijk, waarvoor democratische procedures zijn om dit te reguleren.

Als we het principe ‘eerbied voor het leven’ van Schweitzer volgen, dat Singer niet noemt, gaat het om de manier waarop we met de natuur omgaan en gebruik van haar maken, of we levende wezens en ‘moeder natuur’ met respect behandelen, zoals bij (sommige) natuurvolken. Singer spreekt van de ‘intrinsieke waarde van de natuur’. “Dan wordt de natuur zelf heilig, veeleer dan God… zonder een beroep te doen op religieus geloof” (p 210). Introductie van gemodificeerde soorten kan “onaanvaardbare risico’s van onomkeerbare schade aan het milieu teweeg brengen”. Zo wordt het natuurlijk evenwicht nog meer verstoord dan reeds het geval is, zoals bijv. de konijnenplaag in Australië, of geiten die eilanden hebben kaal gevreten of rattenplagen, enz. De verspreiding van uitgezette soorten kan vaak niet meer worden gestopt en de effecten niet alleen onomkeerbaar maar ook onvoorspelbaar.

 

“We kunnen het hart van een mens beoordelen op grond van hoe hij dieren behandelt.” – Immanuel Kant

www.peta.nl/blog/vegan-leven-en-medeleven: Vooral jonge dieren wekken een zekere vertedering

 

Gezondheid en veiligheid

Naast vertedering en liefde voor dieren, ethische en ecologische argumenten zijn er gezondheidsargumenten. Bij ‘Bt mais’ bijvoorbeeld is een gen van een bacterie ingeplant dat een ingebouwd pesticide heeft, dat wordt beschouwd als een “nieuw, mogelijk toxisch eiwit” (p 208). Bij het eten van deze mais consumeren we dit mogelijk toxische eiwit, dat insecten verdelgt. Hetzelfde geldt overigens als deze bacterie als pesticide gebruikt wordt om conventionele gewassen te bespuiten. Als consumptie wordt toegestaan, geeft dat geen garantie dat het onschadelijk zou zijn omdat “de FDA (Food and Drug Administration) dingen goed blijven keuren die later moeilijkheden geven. En dan komen we erachter dat een meerderheid van de mensen die deze zaken regelen financiële banden hebben met de bedrijven die die de zaken leveren die worden goedgekeurd. Het proces is niet te vertrouwen,” meent een kritische consument, die wordt geciteerd door Singer (p 213).

Kortom GM is geen uitgemaakte zaak. Er zijn nog veel ongedekte risico’s en onduidelijkheden. “Daarom is er iets te zeggen voor het vermijden van GM-voedsel… als er maar een kleine kans is dat dit een ecologische ramp kan veroorzaken. Deze visie wil niet zeggen dat het in principe verkeerd is enigerlei organisme te  modificeren of dat we op een dag geen veilige genetisch gemodificeerde organismen hebben, die voldoende voordelen bieden om commercieel gebruik te rechtvaardigen… Daar de ontwikkelde landen reeds een overvloed aan voedsel kunnen produceren zonder GM-technieken te gebruiken, is het niet nodig grote risico’s te nemen om nog meer voedsel te produceren” (p 214).

 

Commerciële overwegingen

Er wordt niet expliciet gezegd dat er commerciële redenen zijn voor de productie en consumptie van gentech voedsel. Dat wil zeggen dat er geld aan valt te verdienen als achterliggend motief. GM-gewassen kunnen resistent gemaakt worden tegen herbiciden. Daardoor valt er dubbel aan te verdienen. Eerst door GM-zaad te verkopen, vervolgens door meer herbiciden te verkopen, die ruimer verspreid kunnen worden, omdat GM-gewassen er tegen kunnen, maar andere planten en dieren niet, die niet zijn gemodificeerd.

Redenen om GM-gewassen te verspreiden in ontwikkelingslanden lijken eveneens commercieel te zijn en niet omdat dit de armen zou helpen. “GM-gewassen zijn niet bedacht met de behoeften voor ogen van boeren in de ontwikkelingslanden… De voordelen van GM-gewassen zijn onbewezen, er zijn vele reeds bevestigde manieren om de landbouw(technieken) te verbeteren… Ziekten kunnen resistentie ontwikkelen tegen de toxinen die door GM-gewassen worden geproduceerd en een verschuiving naar biologische landbouw kan een meer zekere manier zijn om de voordelen te bereiken die door GM-gewassen bereikt zouden worden. GM is een betrekkelijk nieuwe techniek en het is onmogelijk vooraf te weten wat ermee bereikt en niet bereikt kan worden. Tot we meer weten, zou het onjuist zijn de deur er geheel voor te sluiten” (p 215).

Commerciële oogmerken spelen ook een grotere rol als grote voedingsbedrijven zich gaan toeleggen op organisch en biologisch voedsel, die oorspronkelijk vanuit ecologische en ethische motieven en voor de gezondheid op de markt kwamen als alternatief voor de commerciële voedingsindustrie. Het ging om een meer milieu-, dier- en mensvriendelijke wijze van produceren. De nadelen zijn dat het duurder is en het rendement wat minder is dan bij conventionele productie, hoewel dat variëert per gewas. Het verschil is echter vaak betrekkelijk gering of even hoog, met name op lange termijn. De kosten en ongeprijsde lasten van milieuvervuiling en bestrijdingsmiddelen dienen we op termijn niet te onderschatten (p 221).

 

 

Goya: Saturnus eet één  van zijn kinderen op

 

Minder vlees, minder vervuiling en meer voedsel per hectare

Steeds meer dringt het inzicht door dat het eten van minder vlees de gezondheid en levensverwachting ten goede komt op grond van diverse studies. Dat geldt vooral voor rood vlees en niet voor vis. Minder vleesproductie en consumptie vermindert milieubelasting en dierenleed, zo valt te lezen in de vele artikelen erover, die met name in de week zonder vlees verschenen. Er zijn echter ook studies die zouden aantonen dat het eten van vlees gezondheidsvoordelen zou hebben en dat vlees noodzakelijk zou zijn. Anderen beweren en tonen aan dat vlees vervangen kan worden. Ook bijv. een onmisbare stof als vitamine B12, dat in vlees zit, kan vervangen worden door zuivel en door voedingssupplementen.

In mijn artikel over Singer in nr 80 staat dat zijn ethiek ook dieren en andere levende wezens in aanmerking neemt, omdat zij (pijn en plezier) kunnen voelen, ook al behoren ze tot andere soorten. Hij wijst het eten van vlees niet principieel af, mits we de dieren die worden geslacht tijdens hun leven geen onnodig leed aandoen. Het gaat hem om de wijze waarop het vlees is geproduceerd en de mate van dierenleed die daarmee is gemoeid. Dit lijkt op een gematigd standpunt. Vanuit het gezichtspunt van een vegetariër of veganist kan het in consequent overkomen. Dierenleed kan weliswaar worden beperkt tijdens hun leven, maar slachten en doden van dieren gaat echter gepaard met dierenleed, tenzij ze uit hun lijden worden verlost. Als we het principe ‘Gij zult niet doden’ uitbreiden naar dieren, is het nodeloos doden van dieren onethisch. Zover gaan christenen zelden. Hoewel de RK visie in encycliek over milieubescherming grensverleggend is, gaat het niet specifiek over dierenleed, wel over zorg voor het milieu, waarvan de dieren een prominent onderdeel zijn. Zie bijlage.

Zoals we nu kannibalisme en slavernij als barbaars beschouwen en ook het eten van huisdieren zoals honden en katten, is het ook mogelijk het eten van andere dieren als onacceptabel beschouwen. De satiricus Jonathan Swift, de schrijver van Gullivers reizen, deed het voorstel om arme Ierse vrouwen van hun overschot aan kinderen te bevrijden: “Een jong kind van een jaar is… zeer smakelijk, voedzaam en volledig voedsel, hetzij gestoomd, geroosterd, gebakken of gekookt,” waarmee hij de Britse politiek ten opzichte van de Ieren aan de kaak stelde (p 246).

 

 

Wij zijn ook verantwoordelijk voor het milieu van onze kinderen en toekomstige generaties

www.tkleinevolkje.nl/pedagogische-werkwijze/respect-eerbied-en-dankbaarheid

 

5 ethische criteria

Terug naar Singer c.s. Aan het eind van het boek staan 5 criteria als leidraad voor ethisch eten, die aansluiten bij de pauselijke visie maar meer concrete ethische richtlijnen geven voor ons eten, die we kunnen uitbreiden naar ander gedrag.

  1. transparantie: weten hoe het eten is geproduceerd
  2. eerlijkheid, (fairness): het eten mag niet ten kosten van anderen gaan, ook niet ten koste van het milieu en toekomstige generaties
  3. humaniteit (en diervriendelijkheid): dieren geen onnodig leed toebrengen
  4. sociale verantwoordelijkheid: arbeiders dienen passend loon en werkomstandigheden te hebben, geen kinderarbeid en dwang, geen seksuele onderdrukking en discriminatie naar ras en volk en andere irrelevante eigenschappen
  5. het behoeden van het leven en de gezondheid is meer gerechtvaardigd dan andere wensen

Dierenfabrieken stroken niet met deze criteria. Het gaat om welzijn van mensen en dieren volgens het utilitaristische principe van het grootste geluk voor de meeste wezens, niet alleen voor mensen, hoewel het geluk van mensen voorrang geniet, omdat zij zich meer bewust zijn van hun leven en voelen. Deze principes worden uitgewerkt in meer concrete voedingsadviezen voor milieu- en diervriendelijke producten. Verspilling en teveel eten is ook onethisch. Hoe, hoeveel en wat we eten heeft grote invloed op onze omgeving en op onze hele planeet. Met wat we eten kunnen we een verschil maken en bijdragen tot een betere wereld.

 

 

www.peta.nl/blog/vegan-leven-en-medeleven

 

Dieren hebben meer gevoel en zijn vaak intelligenter dan we denken

Recent onderzoek van onder meer Frans de Waal stelt bij dieren steeds meer geestelijke vermogens toe dan eerder werd aangenomen. Naast intelligentie ook compassie, moraliteit, dankbaarheid, inlevings- en aanvoelingsvermogen. Zie o.m. De Waal, Van nature goed: Over de oorsprong van goed en kwaad in mensen en andere dieren en Zijn we slim genoeg om te begrijpen hoe slim dieren zijn?

Het onderscheid tussen mensen en dieren is minder drastisch dan doorgaans werd aangenomen in het Westen. Dieren worden gebruikt en misbruikt in fabrieksboerderijen en experimenten, alsof hun ‘inferieure gevoel’ er niet toe doet. Bij andere volken is dat vaak anders, hoewel daar ook wreedheid kan voorkomen. Veel mensen en volken vinden net als kinderen dat dieren op ons lijken en ook bezielde wezens zijn, zoals blijkt uit vele mythen en verhalen. Een kind kan bijvoorbeeld vol verwondering gefascineerd naar een vliegje kijken, dat uit zichzelf beweegt en vliegt.

Het onderzoek van Frans de Waal en anderen biedt extra argumenten om het leed van dieren te beperken, en ze niet te misbruiken, nodeloos te doden en op te eten. Het is zekr geen aanbeveling voor fabrieksboerderijen. Singer en anderen maken zich sterk om dit te beperken vanuit het utilitarische ethische principe van het vergroten van geluk en het beperken van leed. Dit principe wordt uitgebreid naar dieren, om zo bij te dragen tot een betere wereld met minder leed en meer geluk. Zoals bij keizer Ashoka de humane behandeling van dieren gold als een ethisch principe. ‘Normale’ mensen zien dieren niet graag lijden en zijn net als kinderen vooral vertederd door jonge dieren. Om die redenen laten fabrieksboerderijen in de VS geen bezoekers toe. Zij zouden dan geen trek meer hebben in de jonge haantjes, de kalfjes en de biggetjes, die met miljarden worden afgeslacht en op onmenselijke wijze worden opgefokt.

 

 

 

Overeenstemming en verschil tussen mensen en dieren

Singer, De Waal en anderen zien natuurlijk wel verschil tussen mensen en dieren en tussen verschillende diersoorten. De mensapen lijken bijv. meer op mensen dan andere dieren. Daarom hebben zij gepleit voor een humane behandeling van (mens)apen en dierproeven op mensapen te stoppen die hen beschadigen. Singer schrijft in een repliek op De Waal dat mensen door hun rationele vermogens een onpartijdig standpunt kunnen innemen dat hun eigen groep kan overstijgen en zelfs vanuit een kosmisch perspectief kunnen kijken: The Point of View of the Universe (zie nr 82 en nr 79 over de onpartijdige toeschouwer van Adam Smith in mijn artikel over winstmaximalisatie).

“In Expanding the Circle stelde ik dat ons hoogontwikkelde redeneervermogen ons in staat stelt onpartijdige standpunten in te nemen. Omdat we met rede begiftigd zijn, kunnen we abstraheren van onze eigen situatie en inzien, dat anderen, die niet tot onze groep horen, dezelfde belangen hebben als wij.” Dit kunnen wij ook laten gelden voor dieren die niet tot onze soort behoren, ook al “kan geen enkel niet-menselijk dier, ook andere mensapen niet, wat redeneervermogen betreft aan ons tippen”.

“De evolutionaire voordelen die de rede oplevert zijn niet per se sociaal”. Ze kunnen ook instrumenteel worden gebruikt om andere mensen en dieren te expoiteren. Naast de rede en de redelijke, rationele en berekende kant van de moraal en ons gedrag hebben we ook ‘sociale instincten’, waardoor wij bijv. een ander (dier) niet graag zien lijden en willen helpen. Singer verwijst naar “Darwins opmerking in The Descent of Man dat de sociale instincten, ‘met behulp van actieve intellectuele vermogens en het resultaat van gewoonten van nature leiden tot de gulden regel: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, die dat ook een ander niet’; en die ligt aan de basis van moralteit’” (Singer, in Frans de Waal, De aap en de filosoof: Hoe de moraal is ontstaan, p 165, 171).

Volgens Darwin, De Waal, Singer e.a. ligt de menselijke moraliteit in het verlengde van onze ‘dierlijke’ biologische natuur. “Elk dier dat met duidelijke waarneembare sociale instincten is begiftigd, waartoe hier ook de gevoelens van ouders voor hun kinderen en kinderen voor hun ouders worden gerekend, zou onvermijdelijk een moreel besef of geweten ontwikkelen zodra zijn intellectuele vermogens even goed zouden zijn ontwikkeld, of bijna even goed, als die van de mens… Veel dieren voelen duidelijk sympathie” (Darwin, ibid. p 34).

“Wat zijn ideeën over sympathie betreft, werd Darwin beïnvloed door de Schotse moraalfilsoof Adam Smith en vader van de economie… Vooral bekend omdat hij benadrukte dat eigenbelang het leidende principe van de economie is, schreef hij ook over de universele eigenschap van de sympathie: ‘Hoe zelfzuchtig men zich de mens ook kan denken, er zijn duidelijke enkele principes in zijn aard, waardoor hij zich interesseert voor de voorspoed van anderen en waardoor hun geluk van belang voor hem is, al wint hij er niets bij, behalve het genoegen dat geluk te aanschouwen’” (Smith, A Theory of Moral Sentiments, in De Waal, p 35).

Als we dit zouden uitbreiden naar het geluk van dieren, zou de wereld voor hen en voor ons wellicht een betere plaats worden om te leven, waar we meer dan genoeg te eten kunnen hebben als we ethisch eten.

 

 

Dierendag is de feestdag van dierenliefhebber St Franciscus, het voorbeeld van paus Franciscus. Fresco van Giottto

 

Bijlage: De christelijk ecologische visie van de RK Kerk

De voormalige paus Benedictus XIV zei dat het ‘heersen over dieren’ naar het bijbelboek Genesis geen rechtvaardiging geeft aan dierenfabrieken en het degraderen van dieren tot consumptieartikelen, dat ingaat tegen de relatie van wederkerigheid, die we in de Bijbel aantreffen (p 243). De visie van de huidige paus Franciscus in de geruchtmakende encycliek Laudato Si van 2015 sluit op veel punten aansluit bij het werk van Singer c.s. De paus gaat uitvoerig en diepgaand in op (de bescherming van) het milieu en ‘de integriteit van de aarde’, die hij ons ‘gemeenschappelijk huis’, onze zuster noemt, de moeder die ons voedt en een gave van God.

“De verschillende  soorten zijn niet slechts een ‘hulpmiddel’ dat uitgebuit kan worden: ze hebben een waarde in en van zichzelf, die niet ten dienste staat van menselijke wezens. “Alle schepselen zijn verbonden… want allen zijn wij afhankelijk van elkaar.” De paus pleit voor een “integrale ecologie,.. die altijd een sociale benadering insluit (49),.. de intieme verbondenheid tussen alle schepselen beschrijft […die] een soort universele familie vormen, een schitterende gemeenschap die ons aanzet tot een heilig, teder en nederig respect (89). Er kan “geen gevoelsmatige intieme band met de andere wezens in de natuur bestaan als ons hart niet tegelijk teder, meelevend bezorgd is voor de mensen” (91)… Het natuurlijke milieu is een collectief goed, het erfgoed van de hele mensheid en de verantwoordelijkheid van iedereen” (95) https://laudato-si.nl/pdf/Samenvatting.

De paus stelt ook de technologie, macht en ongelijkheid aan de orde en in het bijzonder de globalisering van het technocratische model. De overheersende technocratische mentaliteit gaat met de werkelijkheid om als iets dat onbeperkt gemanipuleerd kan worden. Technologie heeft ons veel gebracht. Maar we moeten ook beseffen dat technologie “aan wie de kennis, en vooral de economische macht hebben om er gebruik van te maken, een ongelooflijke dominantie geeft over de hele mensheid en de hele wereld” (104). Technologische producten “scheppen een kader dat uiteindelijk ook de levensstijl gaat bepalen en de sociale mogelijkheden gaat sturen volgens de belangen van bepaalde machtsgroepen” (107). De mensheid heeft een “gezonde ethiek nodig, een cultuur en spiritualiteit die in staat is grenzen te stellen en een ondubbelzinnige zelfbeperking te leren” (105).

De paus roept op tot brede transparante dialoog, debat en besluitvorming, “opdat het algemene welzijn niet geschaad wordt door privébelangen of ideologieën en niet eenvoudigweg de belangen van een paar landen te verdedigen” (164,188). Hij relativeert politieke en economische vergaderingen en besluitvorming en technologische ‘oplossingen’. “Het milieu is een van die goederen die niet door de marktmechanismen adequaat beschermd of bevorderd worden” (190). Het is ook een oproep tot “ecologische bekering en opvoeding tot een bondgenootschap tussen mens[heid] en milieu”, en tot een nieuwe, bewuste en minder consumptieve levenstijl en spiritualiteit.

Aan het eind staat dat “de Heer… in alles aanwezig is” (245). De paus refereert ook naar andere religies. Andere culturen lijken over het algemeen diervriendelijker dan de westerse. Dat geldt in het bijzonder voor het hindoeïsme en het boeddhisme, die een vegetarisch eetpatroon aanmoedigen en het doden van dieren als onethisch beschouwen. De bekende econoom en ecoloog E.F. Schumacher, schrijver van het bekende boek Small is Beautiful, sloot overigens aan bij de RK visie van o.m. Thomas van Aquino, vooral in zijn Guide to the Perplexed, Gids voor de Verdoolden.