Europa heeft steeds meer daklozen

Civis Mundi Digitaal #83

door Jan de Boer

De Franse Stichting Abbé Pierre en de Europese Federatie van nationale verenigingen die werken met daklozen (Feantsa) hebben de vierde editie van hun rapport over onvoldoende huisvesting in Europa op 3 april jongstleden in Parijs gepresenteerd. Alle Europese landen met uitzondering van Finland worden geconfronteerd met een stijging van het aantal daklozen. « In de Europese Unie zijn er tenminste 700.000 daklozen, dat is 70 procent meer dan tien jaar geleden » laat Freek Spinnewijn, directeur van de Feantsa, weten. » Al pratend over oplossingen blijft het aantal daklozen groeien en bereikt nu 0,13 procent van de bevolking. Deze schatting is overigens discutabel door het ontbreken van veel gegevens. De laatste nationale telling in Frankrijk door het ‘Institut National de la Statistique et des Etudes‘ (Insee) was in 2011 en leverde het getal op van 141.000 personen zonder eigen woonruimte, dat wil zeggen ondergebracht in voorzieningen of levend en slapend op straat. Het huidige cijfer zou de 200.000 daklozen passeren, terwijl er 145.000 plaatsen in overbezette voorzieningen zijn. In Duitsland werd in 2016 het aantal daklozen op 420.000 geschat zonder daarbij rekening te houden met de 430.000 vluchtelingen of asielaanvragers opgevangen in daartoe beschikbare voorzieningen.

De profielen van daklozen zijn veelzijdiger geworden: meer vreemdelingen, jongeren en vrouwen. In Parijs vertegenwoordigen vrouwen 12 procent van de daklozen, in Duitsland is dat 27 procent en in Italië 30 procent. Er zijn ook meer families met kinderen. Volgens de Engelse vereniging Shelter is het aantal dakloze kinderen tussen 2013 en 2018 gestegen met 59 procent.

Om maatregelen te nemen tegen deze toename openen Staten inderhaast opvangcentra, soms tijdelijk en niet altijd even comfortabel tijdens de wintermaanden… Gezien hun overbezetting maken de overheden een schifting tussen daklozen « die lijken deel te nemen aan een competitie wie het smerigst is en kwetsbare personen » schrijven de auteurs in hun rapport. In Brussel gebruikt men soms een loting om plaatsen toe te wijzen. In Zweden worden daklozen die leven in een kraakpand, in een smerig en uitgewoond verblijf of geherbergd zijn bij vrienden niet als voorrangskandidaten beschouwd. In Engeland moet men een echte blijvende dakloze zijn en aantonen dat men niet opzettelijk dakloos is. Griekenland eist een officiële verklaring dat men geen strafbaar feit heeft gepleegd en een duidelijke lokale band heeft met het gebied, hetgeen ook het geval is in Italië en in Portugal. Een aantal beheerders van voorzieningen laten hun klanten betalen voor een overnachting: van 3,50 tot 9 euro in Nederland, van 2 tot 5 euro in Engeland, van 1,50 tot 2 euro in Tsjechië, en 3,97 euro in Hongarije…

Deze enorme toename is zeker te wijten aan de komst van migranten uit Europese landen of elders vandaan, maar ook aan de algemene prijsverhoging van woonruimte die het moeilijk maakt om van een daklozenopvang naar een eigen woonruimte te verkassen met als resultaat dat de dagen in opvangcentra zich aaneenrijgen. Hun gemiddelde duur tussen 2010 en 2016 is In Luxemburg gestegen van 40 naar 100 dagen en van 45 naar 99 nachten in Frankrijk. In Italië heeft de gemiddelde duur zelfs 2,5 jaar bereikt.

De kosten van deze noodopvang zijn voor de Europese Staten explosief gestegen. Zij zijn in Frankrijk sinds 2012 met 54 procent gestegen om in 2018 rond de 2 miljard euro te bereiken en in Engeland sinds 2010 met 39 procent. Ierland gaf in 2017 voor noodopvang 46 miljoen euro uit tegen 19 miljoen euro in 2013. « Het is een dure politiek », laat Sarah Coupechoux weten die voor de Stichting Abbé Pierre aan deze studie meewerkte. « Een plaats in een opvangcentrum kost in Frankrijk 20.000 euro per jaar tegen minder dan 9000 euro voor een gesubsidieerde woonruimte in de privésector. En het is vooral ook inefficiënt want het biedt geen normaal leven aan families en kinderen met problemen betreffende gezondheid, school en sociale integratie aan de lopende band «.

Het Europese agentschap Eurofound becijferde de jaarlijkse kosten van onvoldoende huisvesting in heel Europa op 194 miljard euro. De Staten echter schroeven hun investeringen op lange termijn terug of geven prioriteit aan fiscale vrijstellingen waarvan de meest rijke burgers profiteren. De Feantsa en de Stichting Abbé Pierre roepen de Europese Unie op om van nu af aan « sociale infrastructuren » te financieren, dat wil zeggen duurzame woonruimte voor de meest arme mensen.