Civis Mundi Digitaal #83
Nu ik dit artikeltje schrijf, 18 april, lijkt het erop dat de verkiezingen in Indonesië gewonnen worden door de huidige president Joko Widodo, maar zijn tegenstander Prabowo Subianto legt zich daar niet bij neer. Het centrale onderwerp bij deze verkiezing is de Islam. Over wat er speelt in Indonesië wil dit artikeltje wat helderheid verschaffen.
De vraag is of de tolerante Islam in Indonesië werkelijk bedreigd wordt door de toename van het fundamentalisme die het grootste mohammedaanse land op onze planeet op zijn grondvesten doet schudden. Dit mogelijke perspectief doet de gematigde moslims huiveren nu 193 miljoen kiezers hun stem hebben uitgebracht.
Eén ding is zeker: de stem van de voorstanders van een fundamentalistische islam klinkt steeds luider net als het sonore geluid van de luidsprekers van de moskeeën. De plaats en de rol van de islam in de maatschappij met de ontwikkeling en de strijd tegen de armoede zijn de voornaamste items van een steeds belangrijker wordend land: Indonesië kan binnen 25 jaar de vierde mondiale economische macht worden. Bij deze verkiezingen ging het niet alleen om wie president wordt, maar ook om de keuze van ongeveer 20.000 gedeputeerden, senatoren, gouverneurs en burgemeesters in deze gigantische archipel van 17.000 eilanden.
In 2014 streden Joko Widodo alias Jokowi’ en Prabowo Subianto ook om de presidentiële macht, een strijd die Jokowi met 53 procent van de stemmen aan de macht bracht. Jokowi, een liefhebber van ‘heavy metal’ en met de reputatie van een ‘man van het volk’ die hij kreeg toen hij burgemeester van de hoofdstad Djakarta was, wordt gesteund door de liberalen en de etnische en religieuze minderheden. Prabowo, oud -officier met een heftig verleden inzake mensenrechten, is de heraut van fundamentalisten en conservatieven. Zijn betogen staan bol van populistisch nationalisme: » De buitenlanders stelen onze rijkdommen ». Jokowi predikt gematigdheid en solidariteit: » Indonesië is een enorm land met een grote natie met inwoners die verschillen van ras, religie en cultuur. Samen moeten we onze diversiteit in stand zien te houden «
De verkiezingscampagne heeft deze keer duidelijk de contouren van een in tweeën gedeeld Indonesië geschetst, zoals Gus Yahya Staquf, algemeen secretaris van de grote, gematigd islamitische organisatie ‘Nahdlatul Ulama’, die ongeveer 90 miljoen leden heeft van de 226 miljoen Indonesiërs waarvan 87 procent mohammedaan is, aangeeft: « Wij zien een groeiende polarisatie tussen beide kampen ». De wetenschapper Akmahd Salal laat mij weten dat hij deze ongerustheid deelt. Ook hij net als Staquf verdedigt de waarden van een islam aangepast aan de cultuur en de geschiedenis van Indonesië dat zich verzet tegen de invloed van het uit Saoedi-Arabië afkomstige wahhabisme en salafisme.
Deze polarisatie heeft bij de verkiezingen geleid tot een paradoxale situatie. Om de vrome mohammedanen te overtuigen dat hij ook een vrome moslim is, heeft Jokowi als vice-president een mohammedaanse conservatieve theoloog gekozen, terwijl Prabowo als vice-president een moderne zakenman heeft gekozen.
Nu het erop lijkt dat Jokowi opnieuw als president is gekozen, kiest Indonesië met hem als symbool van een multi-etnisch en een religieus veelzijdig land (10 procent christenen, 2 procent hindoes, 1 procent boeddhisten, 1 procent aanhangers van Confucius…) in zijn algemeenheid weer voor een gematigde en tolerante islam. Maar hij zal in de komende jaren geconfronteerd blijven met een groeiend fundamentalisme.
In de loop van de twintig jaren na de val van de dictator Suharto (1967-1998) en na de eerste jaren van een democratische hervorming, is er een voortdurend proces van re-islamisering van de lagere sociale klassen die in omvang toenemen. In een samenleving, historisch gemarkeerd door syncretisme (de fusie van verschillende dogma’s binnen een religie), zijn groepen islamisten erin geslaagd zich meester te maken van de muzikale en culturele punkbeweging: zo heeft er zich de mode van de ‘hijrah‘ ontwikkeld die ‘de innerlijke reis‘ symboliseert: voor de verdwaalde gelovige de mogelijkheid terug te keren op het rechte pad. Op deze manier is de muzikale groep Punk Muslim ontstaan. « De punk in het Britse koninkrijk was een beweging van solidariteit en opstand » legt de stichter van deze groep, Ahmad Zaki uit. « Wij gebruiken deze geest om de jongeren weer op de goede weg te brengen en hun ’hijrah‘ te vergemakkelijken. Maar ons uiteindelijke doel is hun te overtuigen dat zij de punkverschijnselen zoals tatoeages moeten afzweren en ook moeten ophouden muziek te maken: muziek strookt niet met de islam… «
In een video op YouTube kun je de gitaristen zich hees zien schreeuwen voor een publiek van adolescenten met kaalgeschoren koppen en een hanenkam. Op het einde van het stuk brullen: ze » Allahou akbar! » Ik werd er niet erg vrolijk van.