Europa en de bijen

Civis Mundi Digitaal #85

door Jan de Boer

Maandag 6 mei jongstleden publiceerde het Intergouvernementele wetenschappelijke en politieke platform voor de biodiversiteit en de diensten van ecosystemen (IPBES) een alarmerend rapport over de snelheid waarmee de overvloed en de diversiteit van het leven op alle continenten wordt aangetast. Een heel scala van verklaringen, roerende woorden, oproepen voor collectieve verantwoordelijkheid, het luiden van de alarmklok, tromgeroffel en trompetgeschal voor de redding van alles wat leeft en groeit. Twee dagen later en in alle stilte mandateerde de Europese Commissie haar experts om de ambities van de Unie inzake de bescherming van bijen en andere bestuivers noodzakelijkerwijs naar beneden bij te stellen. En dat wegens de afwezigheid van een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten die niet in staat waren akkoord te gaan met een reglementair project waarover al sinds zes jaar (!) een verbitterde strijd is gevoerd.

Waar gaat het over? Over de gaten dichten die het evaluatie-systeem van risico’s van pesticiden voor bijen, andere bestuivers en in realiteit het geheel van de insectenwereld ondergraven. Deze barsten staan wijd-open en zijn bekend sinds het begin van de jaren 2000. In 2012 heeft Brussel voor de herhaalde protesten van de bijenhouders de Europese Autoriteit voor de voedselveiligheid (EFSA) gemandateerd die een zeer leesbaar en te begrijpen rapport van 250 pagina’s produceerde waarin de diepte en de ernst van de barsten werden beschreven. Er is bijvoorbeeld geen enkele test inzake chronische giftigheid voor bijen en broednesten vereist voor het op de markt brengen van een pesticide op Europees niveau. Wat betreft de berekening van blootstelling van de insecten, deze houdt geen rekening met al de risico’s waaraan de vliesvleugelen blootgesteld kunnen worden: waterdruppels van behandelde planten, stof van besmette zaden… De testen in open veld? De bijenkolonies zijn bij behandelde velden geplaatst die niet meer dan enkele duizendsten van de behandelde oppervlakten zijn waaraan ze in werkelijkheid blootgesteld zijn. En dan betreft het nog alleen de tamme bijen. En de voorgeschreven testen die de hommels, vlinders, libellen… die ook deel uitmaken van de voedselketen van de aardse ecosystemen kunnen niet bekritiseerd worden om de doodeenvoudige reden dat ze niet bestaan. De wilde bestuivers zijn volgens onderzoek ook nog eens veel gevoeliger voor de laatste generatie insectenbestrijdingsmiddelen dan de tamme bijen.

In 2013 heeft op verzoek van de Europese commissie de EFSA een ‘gids-document‘ bestemd voor het vastleggen van alle onderzoeken die gevolgd zouden moeten worden voor het verkrijgen van een officiële erkenning van veiligheid van nieuwe pesticides voor bestuivers. Maar voordat dit document in werking kan treden, moet het eerst door een commissie van experts van de lidstaten geaccepteerd worden. Sinds 2013 is dit gids-document daar 27 keer aan de orde gesteld zonder ook maar enig succes. Er is nooit een gekwalificeerde meerderheid voor gevonden.

Afgelopen woensdag 8 mei heeft Brussel ten einde raad de EFSA gevraagd de gevoelige delen van het gids-document opnieuw te bezien. Brussel mag dan dit gids-document verdedigd hebben, het moet nu zodanig aangepast worden dat bestrijdingsmiddelen waarvan de veiligheid voor de bestuivers niet gegarandeerd kan worden, toch een officiële goedkeuring kunnen krijgen. Een praktijk die veel vaker gebruikt wordt. De EFSA moet deze nieuwe versie in 2021 ter goedkeuring aanbieden… 8 jaar na de eerste versie van het gids-document! Het zijn niet de Europese experts of de Brusselse technocratie die hier dwarsliggen, maar de lidstaten die niet in staat zijn zich met elkaar te verstaan en dus handelend op te treden. Des te verbazingwekkend omdat het hier niet gaat om het voorkomen van een catastrofe, maar om te vermijden dat een zich al ontwikkelende ramp nog grotere dimensies aanneemt.

Het is zeer verontrustend dat de leiders van een meerderheid van de lidstaten kennelijk niet de ernst van de situatie beseffen. Helaas staat het reglement van de Europese commissies niet toe van de gedetailleerde discussies en de identiteit van de blokkerende staten kennis te nemen: een duidelijk gebrek aan transparantie, aan openheid, dat de blokkerende lidstaten in staat stelt ook hier vrij uit te gaan… Men heeft de mond vol van ecologische woorden, maar in werkelijkheid denkt men alleen aan eigen nationale belangen die zeker op termijn ook nog eens niet deugen door valse voorspiegelingen van chemische concerns.