Zijn de antwoorden van minister werkelijk adequaat?

Civis Mundi Digitaal #85

door Toon Peters

 

Recentelijk was het de eer aan de vierde VVD-er op het superministerie van Justitie en Veiligheid (voorheen Veiligheid en Justitie) om het veld te moeten ruimen. Hij erkent dat hij de Kamer ook verkeerd heeft geïnformeerd toen er, na de publicatie van De Telegraaf dat ernstige misdaden weggestopt waren door het ministerie, vragen over de rapportage werden gesteld.

Tegenover de verzamelde pers zei Harbers na zijn aftreden: „Ik ben Kamerlid geweest en weet hoe belangrijk het is dat de Tweede Kamer de goede informatie krijgt.” Maar dat is volgens hem dus niet gebeurd.

Minister Dekker gaf recentelijk antwoord op schriftelijke vragen van de Tweede Kamer naar aanleiding van een artikel in de Volkskrant  waarin de betrouwbaarheid van het World Justice Project Rule of Law Index onderzoek ter discussie werd gesteld.

Dit onderzoek werd de afgelopen jaren door een aantal rechters en ministers heel gretig gebruikt om terechte maar onwelgevallige kritiek op de rechtspraak te pareren.

 

Op eerdere vragen van Michiel van Nispen van de SP gaf minister Grapperhaus een aantal antwoorden die niet helemaal met de werkelijkheid strookten.

In alle landen zouden de burger respondenten opdelfde manier bevraagd zijn. Dit is helemaal niet het geval en ook blijkt nu uit de antwoorden van minister Dekker dat de ranking van Nederland op het gebied van de rechtspraak voornamelijk gebaseerd is op de vragenlijsten die “deskundigen” elk jaar zouden hebben ingevuld. De vragenlijsten die de burgers onder ogen kregen hebben nauwelijks iets met de rechtspraak van doen en nu opeens blijkt dat die er dus bijna niet toe doen bij het onderzoek naar de kwaliteit van de rechtspraak in Nederland, hetgeen eerder wel gesuggereerd werd.

Over het aantal deskundigen dat jaarlijks bevraagd zou zijn in Nederland laat de minister zich niet uit, maar dat zijn er slechts enkele tientallen, waarvan de meesten een vermelding kregen in het rapport van WJP.

Elke insider weet dat kritiek op de rechtspraak door een advocaat in het openbaar hem mogelijk duur te staan kan komen en de vraag lijkt dan ook gerechtvaardigd welke waarde je kunt hechten aan de mening van een twintigtal deskundigen die ook nog eens met naam vermeld wensen te worden in de rapporten van WJP. De deskundigen, waaronder het merendeel advocaten, snappen heel goed aan welke kant hun boterham besmeerd wordt

Dat WJP enkele jaren geleden voor een congres in Den Haag ook al subsidie (€ 10.000) heeft ontvangen van de gemeente Den Haag zegt minister Dekker niet en op wiens aandringen dat gebeurt blijft natuurlijk een vraag.

Ook beweert de minister stellig dat het onderzoeksbureau Speedlight de respondenten in Nederland benaderd heeft, terwijl de directeur van Speedlight Nederland zelf van niets weet…

Uit de antwoorden van de minister blijkt dat hij zich voornamelijk beroept op de info die hij van het WJP krijgt en nauwelijks andere bronnen raadpleegt.

Overigens staat er dit jaar nog een WODC onderzoek gepland naar klassenjustitie, een fenomeen dat ver te zoeken is in de bevindingen van het WJP. Maar ook het recente vertrek van de heer Harbers illustreerde voor de zoveelste keer dat het ”toga” ministerie zijn hand er niet voor omdraait om de werkelijkheid te verhullen en of geweld aan te doen.

Dat is ook mijn ervaring met het WJP onderzoek want wat een helder, feitelijk en verifieerbaar antwoord op mijn vragen had moeten opleveren verzandde in moeizaam, ontwijkende en terughoudend verstrekte en onjuist gebleken informatie, zowel vanuit de VS, Europa en Nederland. 

Omdat de VVD toch niet de partij is die uitblinkt in het geven van openheid van zaken betwijfel ik of de minister de vragen van de Tweede Kamer adequaat beantwoord heeft zoals hij zelfs beweert en hij ziet dan ook geen aanleiding om niet meer te verwijzen naar het WJP omdat het één van de indicatoren zou zijn waaraan ontleend wordt dat Nederland in vergelijking met andere landen over een goed functionerend rechtsstelsel beschikt

De vele klachten die op zijn ministerie over justitie binnen komen zijn blijkbaar geen indicator en worden klaarblijkelijk onder het bekende tapijt geveegd.