De Japanse paradox

Civis Mundi Digitaal #87

door Jan de Boer

Met de troonsafstand van keizer Akahito is in Japan het tijdperk ‘Heisei’ afgesloten. Met zijn opvolger, zijn zoon Naruhito, begint het tijdperk ‘Reiwa’: in het Japans aangeduid met twee karakters ‘orde’ en ‘vrede’.

Het tijdperk ’Heisei’ was voor Japan een crisisperiode. Niet alleen door het uiteenspatten van de onroerend goed- en financiële zeepbel in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw, maar ook het einde van de koude oorlog was een nieuwe uitdaging voor de Japanse diplomatie. Na eindeloze debatten in het parlement werden de ‘zelfverdedigingstroepen’ (FAD) in het kader van de Verenigde Naties ingezet in Cambodja (1992) gevolgd door een tiental andere vredesmissies van de Verenigde Naties, onder andere in Irak. Dat dit een grote verandering inhield ten opzichte van de periode na de tweede wereldoorlog is een in Europa niet goed onderkend fenomeen. Toen overheerste het pacifisme (nooit meer een atoombom) dat zich ook vertaalde in een niet-gebondenheid van Japan in internationale conflicten. In dezelfde tijd stelde Japan nieuwe richtlijnen op voor de Amerikaans-Japanse samenwerking op defensiegebied. Een gezamenlijke verklaring (1996) prees een ’engagement voor gezamenlijke diepgevoelde waarden als het handhaven van de vrijheid, de voortzetting van de democratie en de verdediging van de mensenrechten’. Het is een historisch keerpunt voor dit land waarvan de rol in de wereld zich beperkte tot die van ‘een economisch dier’ mogelijk gemaakt door de Amerikaanse militaire aanwezigheid in de regio, Okinawa inbegrepen.

Dit zelfbewustzijn en de zorg voor liberale waarden werd de leidraad voor de Japanse diplomatie in het midden van de jaren 2000 om ’de as van de vrijheid en voorspoed’ van Europa via centraal Azië en het Midden-Oosten tot Noord-Azië te verwerkelijken. Hierbij speelt natuurlijk ook de rivaliteit met China een belangrijke rol, die zich in deze periode manifesteerde als een economische en militaire macht. Dit werd vervolgd met een samenwerking met de Europese Unie. Los van het vrijhandelsakkoord met Europa, bevestigde een strategisch samenwerkingsakkoord het delen en het verdedigen van democratische en liberale waarden. Japan probeerde zo voorzichtig zich een nieuwe identiteit aan te meten die het mogelijk maakte zich van het autoritaire China te onderscheiden.

Maar deze beweging naar liberale waarden die de verandering in het tijdperk Heisei symboliseert, stopte halverwege. In Japan zelf zijn deze waarden zelfs op hun retour en de verdedigers ervan vormen een duidelijke minderheid. Nationalistische uitspraken tegen China en Korea, ook door leden van de regering en het parlement, zijn alledaags geworden. In 1999 is bij wet de Japanse vlag en het volkslied verplicht op scholen ingevoerd. Ook de onderwijswet van 2006 die een nationalistische geest moet doen ontwaken, is een symbool van deze tendens. De huidige premier Shinzo Abe heeft dit nog eens duidelijk bevestigd met zijn bezoek in 2013 aan het heiligdom Yasukuni, waar veroordeelde oorlogsmisdadigers te midden van andere slachtoffers openlijk worden aanbeden: een tempel die zelfs de Japanse keizer sinds het einde van de tweede wereldoorlog nooit heeft bezocht.

De Japanse paradox: hoe meer het land internationaal de liberale waarden uitdraagt, hoe meer het zich in zichzelf terugtrekt. Daarvan getuigen de plaats van vrouwen in de Japanse samenleving, het statuut van buitenlandse werknemers, de weigering homoseksuele relaties te erkennen, het handhaven van de doodstraf, etc. Het is een terugkerend historisch gegeven. Het begon met het openbreken van Japan door een Amerikaanse vloot in 1853 en de daaropvolgende modernisering en verwestering van Japan tijdens het regime van keizer Mutsuhito (1852 – 1912). Die maakte van het feodale land een supermacht. De hervormingen na de tweede wereldoorlog laten hetzelfde patroon zien: Japan hervormt zich door gebeurtenissen van buitenaf en sluit zich daarna weer op in een fervent conservatief nationalisme. Het tijdperk Reiwa zal aantonen voor welke kant Japan kiest om een einde te maken aan deze vorm van schizofrenie.

Ik hoop dat Mari Miura, professor politieke wetenschappen verbonden aan de universiteit Sophia in Tokyo gelijk krijgt: vrouwen zijn de sleutel van de toekomst, zij zijn de enige hoop voor gelijkheid en daarmee de vooruitgang van de Japanse samenleving. Zij liet mij weten, dat de Wet voor gelijkheid van vrouwen en mannen vooral op lokaal niveau tegengewerkt wordt: het resultaat van een sinds 1997 breed gedragen oppositiebeweging als een nationalistische reactie op het debat van het lot van de zogeheten’ troostmeisjes’. (Koreaanse, Chinese, Filipijnse vrouwen – ook in het voormalig Nederlands-Indië door Japanse soldaten gevangengenomen Nederlandse vrouwen) die gedwongen werden zich te prostitueren voor het keizerlijke Japanse leger tijdens de tweede wereldoorlog) Deze oppositiebeweging is zeer aanwezig in de hele Japanse archipel, zij wil de geschiedenis van Japan in nationalistische zin herzien, is zeer conservatief op het gebied van familiewaarden en blokkeert alle verandering. Maar Mari Miura zegt dat de vrouwvijandige mannen die nu de beslissingen nemen allemaal ouder zijn dan 50 jaar… en dat de toekomst daarna openligt voor progressieve jongeren en vrouwen. Ik hoop dit met haar voor de toekomst van Japan.