Civis Mundi Digitaal #88
In juni verscheen een bijzonder interessant interview met Wim Couwenberg in het SGP blad Zicht van. Hij kwam erg op dreef en lichtte tal van belangrijke thema’s in zijn leven toe. Het sluit prachtig aan bij mijn stukje over hem in nr 87. Dit artikel vat eerst de belangrijkste punten van het interview samen met enkele relativerende opmerkingen. Het interview inspireerde mij tot een aanvullend commentaar in twee delen over twee belangrijke thema’s die Couwenberg aansnijdt. Het eerste thema is het vooruitgangsideaal, dat maar gedeeltelijk en voorlopig wordt bereikt en tot in het oneindige voor ons uitwijkt. Het tweede thema is het moderne gezinsleven, met name de vraag waarom het zo onder druk staat. Dat sluit aan bij het onderwerp seksualiteit dat Couwenberg aan snijdt. Bij het thema gezinsleven wordt seksualiteit in een ander kader van sociale relaties geplaatst en minder geïsoleerd als doel en gevoel op zich beschouwd, waar de moderne westerse samenleving sterk op lijkt gericht in films, literatuur en alledaagse praat.
Couwenberg wordt getypeerd als een hyperactieve emeritus hoogleraar staatsrecht. Hij houdt zich bezig met allerlei gebieden van onze cultuur en samenleving en de politieke en levensbeschouwelijke reflectie daarover. Het interview geeft een steekproef van zijn interessegebieden. Hij begon zijn loopbaan bij de conservatief-katholieke krant De Maasbode in overeenstemming met zijn achtergrond. Daarnavoltrok zich bij hem de wending van premodern naar modern. De fascinatie voor de moderniteit heeft hem sinsdien niet meer losgelaten. De religie heeft hij niet geheel achter zich gelaten, maar hij is veel ruimer en vrijzinniger geworden.
https://www.spotpen.nl/wandelen-cartoon.html
Een dissident die neigt naar een gematigde middenpositie
Couwenberg beroept zich vaak op zijn afwijkende visie en dissidente positie maar ook op zijn middenpositie, die vaak juist een soort compromis vorm. Dat lijkt eerder conventioneel of conservatief dan dissident, maar soms ook progressief en vooruitlopend op de tijdgeest. Dat blijkt ook uit voorbeelden die hij geeft, wat betreft bewapening en inburgering. Die middenpositie hangt samen met zijn dialectische denken, een oude filosofische traditie die al begint bij Heracleitos van Efese en Plato en centraal staat in het werk van Hegel en Marx, een conservatieve en een revolutionaire filosoof. Zijn middenpositie behelst ‘het combineren van het goede van links en rechts’, van progressiviteit en conservatisme, een integrerende, inclusieve benadering.
Deel 1 van het het vierdelige hoofdwerk van Couwenberg.
Deel 4 gaat over De dialectiek van macht en emancipatie.
Dialectiek van macht en emancipatie
Een ander hoofthema in zijn (hoofd)werk is de dialectiek en integratie van macht of beheersing en emancipatie, een conservatief en een progressief thema. De emancipatiegedachte hangt samen met het seculiere vooruitgangsgeloof en de voortdurende verbetering van de menselijke en maatschappelijke situatie. Deze verbetering lijkt vooral materieel gericht, maar betreft ook menselijke waarden als vrijheid en gelijkheid. Couwenberg ziet echter geen voortdurende progressie maar ook terugslagen, tegenslagen en beperkingen in een dialectisch proces van ‘cyclische progressie’. Het komt neer op een paar stappen vooruit, dan weer een stukje achteruit, om daarna weer verder vooruit te gaan.
Als voorbeeld van progressie noemt hij de bevrijding van onderdrukkende en beknellende structuren, in bijvoorbeeld de RK Kerk, zoals hij zelf beleefd heeft. De ontwikkeling van ‘zelfstandige, zichzelf bepalende burgers’ en de wijze waarop zij invulling geven geven aan hun autonomie, laat echter te wensen over. Er komen nog steeds autoritaire, beperkende structuren op. Ook de vooruitgang laat te wensen over en wijkt terug naar het onbereikbare, zoals we in deel 2 zullen zien.
Het laatste boek van Couwenberg over de moderniteit
Keerzijden van de moderniteit en de moderne ‘alles moet kunnen’ mentaliteit
De mentaliteit van ‘alles moet kunnen’ heeft ook zijn beperkingen en schaduwzijden. Couwenberg noemt de vervuiling, teloorgang van omgangsvormen, verval van sociale cohesie, misbruik van sociale voorzieningen en dergelijke. Hij noemt als voorbeeld de seksuele revolutie, die leidde tot veel nadruk op consumptieve seks, die samengaat met ‘een sterke groei van de seksindustrie en de brede verspreidng van pornografisch materiaal’. Daarnaast noemt hij de sterkere nadruk op de variabele seksuele identiteit, waarbij het klassieke, heteroseksuele gezin niet langer vanzelfsprekend de hoeksteen is van de samenleving en het familierecht.
Historici als Christopher Lasch1 en diverse nog nader te noemen sociologen wijzen op de sterk toegenomen concentratie van functies in het moderne kerngezin. Daardoor zou het kerngezin onder sterke emotionele, relationele en economische druk komt te staan. Dit is mogelijk een van de factoren die samenhangen met het toenemende aantal echtscheidingen, naast onder meer het vrijer en losser worden van seksuele relaties, waar Couwenberg op wijst. Op het moderne gezin komen we terug in deel 3 van deze reactie.
Noten
1. Christoper Lasch, Haven in a Heartless World: The Family Besieged.