Civis Mundi Digitaal #88
Al meer dan twintig jaar slaan de bijenhouders in Europa alarm over het verdwijnen van de bijen. Zij hebben de samenleving en de politiek voortdurend gewaarschuwd voor de steeds slechtere staat waarin het milieu verkeert met nu ook een abnormale sterfte van de bijen, die de wereld van de bijenhouders in een ware crisis dompelt. Niet alleen de bijenhouders waarschuwen ons, ook biologen die zich met de biodiversiteit bezig houden, trekken al sinds enige jaren aan de bel. Zij hebben met name sinds de jaren 1990 de plotselinge neergang van de overvloed aan en de diversiteit van insecten en ongewervelde dieren op het platteland van West- Europa aangetoond.
Deze neergang bedreigt op termijn het voortbestaan van bepaalde landbouwactiviteiten en verzwakt de totale voedselketen van aardse ecosystemen, waarvan wij afhankelijk zijn. In maart 2018 werd Frankrijk opgeschrikt door de mededeling van het ‘Centre National de la Recherche Scientifique’ (CNRS) en het nationale museum van natuurhistorie dat in nauwelijks 15 jaar 30 procent van de weidevogels was verdwenen. Ook in andere West-Europese landen zoals Nederland is er sprake van een enorme neergang van weidevogels: een duidelijk teken van een zich verder ontwikkelende ecologische ramp. Ondanks discussies op internationaal niveau zijn er op Europees niveau geen doeltreffende maatregelen getroffen om deze erosie van al wat leeft de baas te worden. Toch zijn de te nemen maatregelen bekend.
In 2003 werd geconstateerd dat de reglementaire testen onvoldoende zijn om de milieu-risico’s voor bijen en de hele insectenwereld van op de markt gebrachte en te brengen nieuwe generaties pesticiden zoals de zogeheten neonicotinoïdes te evalueren. Het bestaande systeem is nog nooit herzien. In 2012 was het de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) die moeilijk verdacht kan worden van een anti-industriële houding, die aan de bel trok: fytosanitaire producten worden op de markt gebracht zonder dat ze op een goede manier geëvalueerd zijn.
In 2015 gelastte de ’European Academies Science Advisory Council’ (EASAC), het uitvoerend orgaan van Europa om het evaluatiesysteem betreffende milieu-risico’s van bestrijdingsmiddelen te herzien en te vernieuwen. Geen enkele actie werd ondernomen. Tussen 2013 en 2019 werden de aanbevelingen van de EFSA inzake een grondige herziening van de procedures voor autorisatie van pesticiden bijna dertig keer aan de orde gesteld bij de technische commissie ad hoc van de Europeses Unie. De lidstaten zijn er nooit in geslaagd een gezamenlijk akkoord de bereiken om deze aanbevelingen -zelfs niet gedeeltelijk- te aanvaarden en in praktijk te brengen. Op 17 juli van dit jaar heeft in alle stilte de Europese Commissie bakzeil gehaald: het invoeren van de nieuwe normen voor de evaluatie van risico’s van pesticiden, uiteindelijk geaccepteerd in de technische commissie, verdraagt zich in geen enkel opzicht met het bestaande systeem. Brussel heeft dus de EFSA opgedragen om de voorstellen te herzien en te herformuleren. In het gunstigste geval zal het resultaat daarvan in juni 2021 bekend zijn en kunnen de discussies opnieuw beginnen met wederom een onbekende uitslag en gedurende een onbepaalde tijd. De lidstaten verbergen zich achter de rug van de Europese Commissie om zo een onverdedigbaar reglementair systeem in stand te houden. De machtige industriële lobby is hier niet vreemd aan. Het milieu en ons welzijn interesseert deze industrie voor geen meter: zoals de oude Romeinen reeds zeiden: pecunia non olet, geld stinkt niet!
Behalve aan een verdere afbraak van het milieu werken de lidstaten zo ook mee aan het verder in diskrediet raken van de politiek en van de Europese Instituties.