Spinoza: een filosoof waarop Nederland trots is

Civis Mundi Digitaal #88

door Jan de Boer

Nederland is trots op zijn filosoof Baruch Spinoza (1632 – 1677), ook één van mijn meest geliefde filosofen, die in het  kader van het hedendaagse intellectuele denken beschouwd wordt als een zinnebeeld van de vrijheid. Dat hangt wellicht minder af van zijn niet makkelijk te lezen  geschriften, dan wel van zijn  spectaculaire excommunicatie uit de joodse  sefardische gemeenschap in Amsterdam waar hij werd geboren. Een reputatie van vervloekt- zijn, van een «asjeweine hond»,  van een «ongelovige» en van een «ketter» was het gevolg. Allereerst uiterst negatief, later positief beoordeeld naarmate het verlies van religieus gezag, waaraan Spinoza heeft meegewerkt. Zijn oppositie tegen de leer van de rabbijnen en zijn verbanning uit de synagoge hebben hem in de ogen van heel wat filosofen gemaakt tot  een vroegtijdige kampioen  van geestelijke onafhankelijkheid.

Klopt deze mooie mythe met de realiteit van een leven waarvan we toch niet al te veel weten?  Zeker, Spinoza is wel degelijk uit zijn gemeenschap gestoten: een joods-Spaanse en -Portugese minderheid die de Inquisitie op het Iberische schiereiland ontvluchtte en een schuilplaats vond in Nederland, maar daar valt nog wel het een en ander aan op te merken.

Allereerst het volgende: de excommunicatie is een christelijk concept en zeker niet het strikte equivalent van de «herem» uitgesproken op  27 juli 1656 tegen de toekomstige auteur van de Ethica. Er kan eerder gesproken worden van een boycot of van een scherpe veroordeling: na de «herem» blijft de overtreder een Jood zoals ook Spinoza Jood is gebleven. Want hij is niet van godsdienst veranderd. De angstaanjagende vervloekingszinnen die bij de ceremonie uitgesproken worden (de goddeloze zal zijn borst met zijn eigen zwaard doorboord zien, etc, etc.) zijn stereotype zinnen, gecopiëerd uit een Hebreeuws ritueel uit de dertiende eeuw  (Kol Bo). Zij zijn  vooral bedoeld om de beschuldigde angst aan te jagen om hem zo tot inkeer te brengen. In het geval van Spinoza werden zij overigens in een verkorte versie in het Portugees uitgesproken. Het gebruik van de «herem» was zeer veelvuldig. Men werd er bij alle soorten gelegenheden aan blootgesteld, zoals bijvoorbeeld het herhaald bezoeken van een winkel die niet conform de zeden en gewoonten  van zijn gemeenschap was.

Wat hebben de verantwoordelijke Joden Spinoza verweten? Zeker, er is sprake van «verschrikkelijke ketterij» en ook van «monstrueuze daden». Maar heel wat ideeën van Spinoza zijn goed verenigbaar met bepaalde stromingen in het joodse geloof. Dat is bij voorbeeld het geval met zijn  «panthéisme» (God en de natuur zijn één en dezelfde) of tenminste met zijn «panenthéisme» ( de natuur is ononderbroken in God zelfs als God boven haar uitstijgt), die in andere vormen terug te vinden zijn bij de Kabbalisten. Het is ook mijn overtuiging dat Spinoza ge-excommuniceerd is niet vanwege zijn overtuigingen maar voor zijn daden.

 Het belangrijkste  motief is in dat kader waarschijnlijk het intiatief van de toen nog heel jonge Spinoza zijn om zich te richten tot het gemeentebestuur van Amsterdam met als doel niet aangemerkt te worden als erfgenaam van de schulden van zijn vader, volgens de filosoof Yitzhak  Melamedvan de, John Hopkins Universiteit in Baltimore.,. Hij bedreigde daarmee ook de autonomie van zijn gemeenschap, die als eerste daarover een beslissing had moeten nemen. Dit prozaïsche motief compliceert volgens Yitzhak Melamed de moderne mythe van een Spinoza als een Klokkenluider ‘avant la lettre’.

Hoe dan ook, voor mij verandert dat niets aan de kracht van zijn geschriften, op voorwaarde dat men ze ook leest. Nederland kan trots blijven op zijn filosoof Baruch Spinoza!