Ministers VWS langs de meetlat

Civis Mundi Digitaal #88

door Maarten Rutgers

De ontwikkelingen in de gezondheidszorg gaan in hoog tempo. De huidige ministers van VWS, Bruno Bruins en Hugo de Jonge, hebben er hun handen vol aan. Zo vol dat de Tweede Kamer zich zorgen maakt. Niet over de ministers, maar over de hoeveelheid programma’s die er loopt en de inhoud er van. In 2017 komt nog maar een tot stand, met als thema pleegzorg. In 2018 alleen al werden er zeventien aangeboden aan de Kamer. En in 2019 houdt het niet op, de teller staat op twee. Het zullen er vast meer worden. Het wekt de indruk dat beide ministers daadkrachtig zijn en veel willen bereiken. Daarnaast speelt nog een veelheid aan andere onderwerpen die niet in actieplannen is vervat. Ook hier geldt dat het de aandacht van de ministers opeist. Komen ze wel aan alles toe, maar vooral kunnen ze alles voldoende aandacht geven?

 

Onder de noemer ‘verbeteren verantwoording in de zorg’ is een recente brief van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Tweede Kamer, vergaderjaar 2018–2019, 31 865, nr. 143) te vinden. Zij heeft besloten om een voor deze commissie geschreven notitie, nadat deze in de commissie besproken was, openbaar te maken. De notitie gaat in op alle actieplannen en actieprogramma’s van het ministerie en daarmee de ministers. Het is interessant te lezen wat er tevoorschijn gekomen is. Enkele saillante punten op hoofdlijnen:

  • De rol en verantwoordelijkheid van de bewindslieden bij deze actieplannen en -programma’s is niet altijd duidelijk
  • De plannen en programma’s hebben ambitie en algemene doelen, die niet altijd heel concreet zijn, ondanks geformuleerde criteria. De laatsten zijn zeer algemeen gehouden, beter, minder, groter, e.d.
  • Indicatoren ontbreken, maar zijn op veel punten aangekondigd
  • Einddata ontbreken veelal, evenals daarmee samenhangende evaluaties
  • Financiële aspecten ontbreken vrijwel geheel
  • Er wordt voor veel aspecten naar derden verwezen. Daarmee wordt het niet duidelijker of de plannen daadwerkelijk geheel of gedeeltelijk ten uitvoer komen
  • Een einddatum wordt zelden expliciet gemeld. Uitgegaan kan worden van de regeerperiode, dus tot in 2021.

 

Bij de beoordeling door de staf van de commissie is gebruik gemaakt van bestaande wetgeving aangaande nieuwe beleidsplannen en het WGO (Wetgevingsoverleg) 2017. Bij het laatste hebben de ministers aangegeven vooral getoetst te willen worden aan de hand van merkbaarheid en meetbaarheid in de praktijk. Hiermee worden ze ‘volgbaar’. Het is niet de bedoeling dat er sprake is van ‘goedebedoelingenbeleid’. Ministers moeten werkelijk ‘afgerekend’ kunnen worden.

 

De teneur van de notitie is kritisch, als het ware met opgetrokken wenkbrauwen. Positieve en negatieve opmerkingen worden gemaakt. De meetlat is immers scherp aangegeven.

In de notitie is een waslijst aan kanttekeningen opgesomd, waaruit een verwarrend beeld naar voren komt. Het ontbreekt bij de plannen en programma’s aan eenduidigheid in opzet en uitwerking.

Geconcludeerd wordt dat de plannen en programma’s in ieder geval helder maken aan betrokkenen wat er verwacht wordt. Daarmee wordt een duidelijke informatie- en communicatiefunctie uitgeoefend, aldus de notitie. Nadien wordt de toonzetting scherper. De sturings- en verantwoordingsfunctie wordt te beperkt benut. Dit moet echt beter. De notitie gaat verder: “Een relatie tussen input (budget), output (de opgesomde actiepunten) en outcome (te bereiken effecten) wordt niet gemaakt”. Vervolgens wordt aangegeven dat de meetbaarheid van vele plannen (nog) onvoldoende is, maar dat zou werkende weg kunnen verbeteren. Er zijn immers nog indicatoren toegezegd. Hoe ze er uit komen te zien moet worden afgewacht.

Het is en blijft de vraag wat er van terecht gaat komen. Veel is nog open en moet ingevuld worden. Duidelijk is dat de Kamercommissie niet echt tevreden kan zijn. De door haar aangestelde rapporteurs hebben toegezegd op een aantal punten nader in te zullen gaan.

 

Alles overziend kunnen de ministers hier niet blij van worden, ondanks hun uitgestraalde daadkracht. Er is meer dan voldoende werk aan de winkel voor de heren, als ze willen dat de volgende beoordeling, voorjaar 2020, er beter uit zal zien.