Civis Mundi Digitaal #88
Macron, die door de verbrokkelde politieke situatie met slechts 24% van de stemmen bij de eerste ronde van de presidentsverkiezingen in 2017 als eerste kandidaat uit de bus kwam, was toen al vrijwel zeker van zijn overwinning in de beslissende tweede ronde, waarin hij het moest opnemen tegen Marine Le Pen van het toen nog rechts-extremistisch geheten Front National. Niet alleen ging Marine le Pen in het debat met Emmanuel Macron af als een gieter, maar – nog belangrijker – hij kreeg de steun van andere politieke partijen van rechts en links die hoe dan ook Marine le Pen niet en nooit als president van Frankrijk willen zien.
De vraag halverwege het mandaat van Macron is: wie zijn de kiezers van Macron en heeft het ‘macronism’ toekomst? Je kunt het electoraat van Macron beschrijven als vroegtijdig bijeengeraapt met een onzekere toekomst. In het algemeen wordt Macron in het politieke centrum geplaatst: de kiezers geven hem het cijfer 5,2 op een schaal van 0 tot 10 van extreem-links naar extreem-rechts. Bij de macronisten die van politiek rechts kwamen wordt hij door 63 procent als een man van rechts beoordeeld, bij de kiezers die van links kwamen beschouwt slechts 8 procent hem als een man van links. Conclusie: een zeker aantal linkse kiezers heeft op Macron gestemd, niet omdat hij hun ideeën deelde, maar vooral om conjuncturele redenen, zoals door Benoît Hamon beoordeeld als te links of niet in staat zich te kwalificeren.
Het electoraat van Macron kwam in 2017 voor 58 procent van kiezers die in 2012 op François Hollande (Parti Socialiste) hadden gestemd, voor 7 procent van kiezers die op François Bayrou (centrumpartij Le Modem) hadden gestemd en voor 24 procent van kiezers die op Sarkozy (UMP, in 2015 omgedoopt tot Les Républicains) hadden gestemd. De vervreemding bij het socialistische electoraat was het duidelijkst, want maar liefst 45 procent van het electoraat van Hollande stemde in 2017 voor Macron en slechts 14 procent voor Benoît Hamon. Bij de parlementsverkiezingen heeft 21 procent van het electoraat van destijds François Fillon (les Républicains) zich bij de macronisten aangemeld.
De laatste Europese parlementsverkiezingen hebben aangetoond dat het zwaartepunt van het electoraat van Macron naar rechts is verschoven. Zeker, de van rechts gekomen versterking heeft de desertie gecompenseerd van een deel van het electoraat van links dat in 2017 voor de presidentskandidaat Macron had gestemd, maar dat getuigt ook van de vluchtigheid van zijn electoraat, met als gevolg daarvan de moeilijkheid een groot centraal midden te stabiliseren en uit te breiden. Het geluk voor Macron is dat hij vandaag de dag bestaat in een als het ware verglaasd politiek landschap, oog in oog met een totaal in de war politiek rechts en een uiterst verdeeld links met daarbinnen een arrogant ‘groen’.
De kwetsbaarheid van Macrons overwinning in 2017 mag nooit vergeten worden. Hij was bij de eerste ronde van de presidentsverkiezingen de kandidaat die het meest kiezers voor zich won door gebrek aan een alternatief en het minst vanwege instemming met zijn programma of zijn voorstellen. Ook de ruime parlementaire meerderheid van ‘En marche!’, verkregen dankzij de lage opkomst en een minder sociaal gevoel bij het kiezersvolk bij de parlementaire verkiezingen, kan moeilijk de smalle basis van ‘La Republique en marche’ en haar bondgenoot ‘Le Modem’ verbergen. Hun kandidaten kregen slechts de stemmen van 15 procent van alle geregistreerde stemgerechtigden: het laagste percentage sinds 1981.
Een mooie toekomst van het macronisme staat dus allerminst vast. Het tegendeel is eerder het geval. In mijn optiek is deze toekomst gekoppeld aan de mate van veerkracht van de Parti Socialiste en Les Républicains of, anders gezegd, van links zonder ‘La France insoumise’ van Jean-Luc Mélanchon, en rechts zonder ‘Le Rassemblement National’ van Marine Le Pen.