Civis Mundi Digitaal #89
Augustinus, Hegel en Nietzsche, de filosofen waar Sloterdijk het meest naar verwijst
Sloterdijk vat het hoofdhema van zijn boek samen in “de civilisatiedynamische hoofdstelling… dat er meer hoeveelheden energie vrijkomen dan onder … vormen van civilisering kunnen worden gebonden” (p 64). Wat bedoelt hij daarmee? Zijn toelichting vraagt een ‘vertaling’ van zijn vaak nogal barokke hedendaagse filosofenduits met veel samengestelde zinnen met neologismen en andere moeilijke woorden. Hij geeft echter ook vaak treffende kenschetsen in minder woorden, waarvan we dankbaar gebruik maken.
Kan hij het niet eenvoudiger zeggen? Het vermogen iets eenvoudig en duidelijk te zeggen geeft meer inzicht en beheersing van het thema weer dan omhaal van woorden. ‘De dingen zouden zo eenvoudig als mogelijk moeten zijn. Maar niet nog eenvoudiger,’ zei Einstein. Kort samengevat zegt Sloterdijk dat de dynamiek van de nieuwe tijd breekt met het verleden en uit de hand is gelopen en dan verschrikkelijke kinderen voortbrengt, die geen maat houden en zich vergalloperen aan onmatige aspiraties en activiteiten op velerlei gebied met alle mogelijke verschrikkelijke gevolgen van dien. Zie de 20 stellingen, alle paragrafen en de bijlagen.
Het komt erop neer dat er “een overschot aan activiteiten” vrijkomt of wordt gemobiliseerd, die nauwelijks meer door tradities worden gereguleerd. “Dit teveel… is verantwoordelijk voor de globale culturele entropie.” Dat wil zeggen voor de wanorde in de wereld, “die elke tijdgenoot… bij elke werelddiagnose constateert.”
De laatste decennia gaat het overschot aan energie gepaard met een overschot aan informatie en informatie-vervuiling, zoals nep-nieuws, spam, overtollige en triviale berichtgeving in de digitale en sociale media, die met veel tijdsverspilling en nieuwe verslavingen gepaard gaan. De moeilijk beheersbare energie kan zich ook uiten op destructieve wijze in oorlog, geweld, onderdrukking en exploitatie, waarmee de vooruitgang gepaard lijkt te gaan. Dit hoeft niet met geweld gepaard te gaan, wel met onevenwichtigheden.
“Het hoofdsymptoom van het begin van de eenentwintigste eeuw, namelijk het ‘betalen’ van actuele schulden met nieuwe schulden, is slechts een van de vele symptomen, die het voordurende voortglijden en vooruitvallen… aantonen. In de al heel alledaagse, pervers genormaliseerde praktijk van het rondpompen van schulden herkennen we systematische aandrift tot groeiende onevenwichtigheden” (p 64).
Het overschot aan activiteit komt vaak neer op ‘being busy about nothing’. Druk bezig met ‘vooruitgaan’, zonder vervulling te vinden. Dit gaat gepaard met “toenemende besef van de fragilisering van de beschavingscontinuïteit” (p 65). Dat wil zeggen dat de toekomst fragiel en onzeker wordt en op losse schroeven staat. Namelijk op een schuldenlast, op vergiftigde grond in een verhit klimaat en andere weldaden van de vooruitgang.
Discrepantie tussen wensen en werkelijkheid als kenmerk van de nieuwe tijd
Sloterdijk licht zijn hoofdthema toe met 25 stellingen. Hier worden er een aantal verkort weergegeven. Ze verduidelijken het thema van de discrepantie, asymmetrie en onevenwichtigheid tussen aspiratie en realisatie. Er is een overschot aan aspiraties en ambities. De realisatie daarvan kan slechts beperkt zijn. De onverzadigbaarheid van het verlangen naar meer wordt door deze stellingen treffend toegelicht. Zie ook mijn vorige artikel over het streven naar vooruitgang in nr 88.
Het tijdperk van bijwerkingen
“Bij elkaar opgeteld leveren deze waarnemingen plausibele motieven op om de voortgeschreden moderne omstandigheden te karakteriseren als het ‘tijdperk van de bijwerkingen’. Met de uitdrukking ‘bijwerking’ wordt het overschot omschreven aan niet bedoelde consequenties die uitstijgen boven de bewust tot stand gebrachte effecten van maatregelen, ondernemingen en innovaties. Al geruime tijd heeft deze uitdrukking zich losgemaakt uit het farmacologische veld, om zich te doen gelden in alle ecosystemische contexten… Kenmerkend voor het actuele cultuurklimaat is de toenemende verdenking dat de som van de bijwerkingen vele malen groter is dan die van de bedoelde hoofdwerkingen.” (p 69)
De symptomatische bijwerkingen van farmaceutische medicijnen staan model voor onze industrie en techniek, die vervuilende en ontwrichtende bijwerkingen heeft. De asymmetrie of disbalans tussen problemen en oplossingen acht Sloterdijk kenmerkend voor de nieuwe tijd. Deze asymmetrische ontwikkeling, die eerder vooruitgang werd genoemd, lijkt onbeheersbaar.
“Grotere politiek lijkt alleen nog mogelijk als hulpdienst bij gevallen van pech… Het vormgevingsvermogen van de politiek wordt door de democaratische publieke instanties van tegenwoordig gezien als en defensief achteraf regeren na incidenten en crisissituaties… in een tendens die zich beweegt van labiele naar nog labielere toestanden. Het oude verlichtingsgeloof in een door de wetten van het Zijn gewaarborgde symmetrie tussen problemen en oplossingen wordt elke dag verder uitgehold” (p 70). Sloterdijk heeft het over “het managen van onmacht”.
Na ons de zondvloed. Cycloon Usagi 2013. https://www.nationalgeographic.nl/milieu/tyfoon-orkaan-cycloon-wat-maakt-het-uit
Onbeheersbaarheid: de verschrikkelijke dynamiek van de permanente revolutie in de moderne tijd
Behalve met 25 stellingen illustreert Sloterdijk de onbeheersbaarheid van de moderne dynamiek, eigenlijk de onverzadigbaarheid van de moderne aspiraties, met zeven episodes uit de geschiedenis. Ten eerste tijdens de Franse revolutie, die een overschot aan onomkeerbaar misdadig revolutionair geweld laat zien, dat men juridisch poogt te legitimeren. Een vergelijkbare tendens zien we daarna bij Napoleon, de Communistische Revolutie en het totalitaire bewind van Lenin en Stalin, in de beide wereldoorlogen en tot slot in de ongebreidelde expansie van de moderne industrie en de neoliberale economie. Deze episodes lijken niet erg representatief, maar zijn wel illustratief.
In deze extreme episodes toont zich onmiskenbaar de onbeheersbare tendens van de moderne ontwikkelingen. Eigenlijk zien we hier een extreme variant van de gevaren van de moderne industrie en bureaucratie, waar Max Weber al voor waarschuwde. Sloterdijk illustreert hiermee de verschrikkelijke dynamiek van de moderne tijd, die zich laat karakteriseren als een permanente revolutie en een voortdurende ‘val naar voren’, die bijv. gepaard kan gaan met een permanente terreur en de meest desastreuze oorlogen die de geschiedenis laat zien.
De uit de hand lopende dynamiek kan uiteindelijk toch in een soort van dialectiek en ommekeer overgaan. De socioloog Sorokin noemt dit ‘het principe van beperkingen’, ‘the principle of limits’: een soort slingerbeweging die aan het eind van zijn dynamiek omkeert en die eigen is aan een dialectisch proces (zie zijn Social and Cultural Dynamics). Een proces kan zichzelf kennelijk opheffen, uitputten en omkeren en lijkt inherent beperkingen te hebben. Sloterdijk gaat daar niet of nauwelijks op in. Hij lijkt vooral de onbeheersbare tendens en het dwingende karakter van de dynamiek te willen illustreren.
De revolutionaire episodes die eindigen in toenemende terreur worden in de bijlage weergegeven, omdat zij afleiden van de hoofdlijn van het betoog en vooral omdat dit artikel anders te lang wordt. Ook de episodes uit de wereldoorlogen staan ook in de bijlage. De draad van het verhaal, voor zover aanwezig, wordt weer opgepakt bij Sloterdijks beschouwing van de moderne economie, die niet alleen voor het recente verleden maar vooral ook voor het heden geldt.