Civis Mundi Digitaal #90
Het gaat om hun toekomst
Boerenprotest en landbouwinnovatie: een greep uit recente krantenberichten
Piet Ransijn
Wegens tijdgebrek, ziekte en gebrek aan specialistische kennis beperk ik mij tot de volgende krantenberichten uit de Volkskrant en de NRC, die tesamen een meer representatief beeld geven dan ik zou kunnen geven. In mijn inleiding wil ik vooral uiting geven aan mijn betrokkenheid. Die werd versterkt toen ik op weg naar een afspraak in het ziekenhuis tussen de tractoren terecht kwam en op op de terugweg weer in de file stond en langs de trekkers reed. Ze zijn nu wat imposanter dan de tractoren waar ik vroeger mee heb gereden en heb meegereden.
1. Inleiding: mijn boerenachtergrond en betrokkenheid bij natuur en milieu
Vanwege mijn boerenafkomst voel ik mij betrokken bij de boeren, maar nog meer bij de natuur en het milieu, die ook de landbouw dragen. Dat geeft een gedeelde, soms verdeelde sympathie voor de boeren en het milieu. Mijn vader en mijn broer waren boer, evenals de meeste ooms. Toen ik studeerde bleef ik thuis op de boerderij wonen en werkte geregeld ik bij diverse boeren. Ik was één van hen. Maar was ook een student tussen protesterende studenten aan het eind van de jaren ’60. Nu protesteren de boeren. Toen hadden ze weinig begrip voor protesterende studenten. Maar dat is geen reden om nu geen begrip voor hen te hebben.
Behalve de boeren gaan natuur en milieu mij ter harte. Vooral nu zij meer dan ooit worden bedreigd door onder meer de industriële landbouw. Deze betrokkenheid bij natuur en milieu komt voort uit mijn boerenroots en de huidige milieuproblemen. Ik ben opgegroeid tussen de koeien. Mijn vader en broer hadden veel hart voor dieren. Veel boeren en vooral veehandelaren (bijv. op de markt in Purmerend) zagen dieren vooral als handelswaar en productiefactoren en gingen er niet zachtzinnig mee om. Mijn broer was als dierenliefhebber vooral betrokken bij de vogelbescherming. Zijn boerderij zat vol met zwaluwen die elk jaar weer terugkwamen en is na zijn plotselinge overlijden overgenomen door een biologische geitenboer.
In overeenstemming met de draagkracht van de natuur
Vroeger waren landbouw en veeteelt meer in harmonie met de draagkracht van de natuur. Dat betekent niet dat boeren het toen beter hadden. Een kleine eeuw geleden ging mijn ene opa failliet in de crisistijd in de jaren ‘20. Mijn andere opa liet het leven. Zijn broer trouwde met mijn oma en nam de boerderij onder zijn hoede en de vijf kinderen, onder wie mijn moeder. Na de oorlog zijn mijn ouders van de grond af opnieuw begonnen met een boerderij met een zware hypotheek. Als een boer failliet gaat of eraan gaat, kan dat ernstige consequenties hebben voor zijn nageslacht. Daarom zijn de zorgen van de boeren te begrijpen.
Na de oorlog, dus vanaf mijn jeugd, lijkt de industriële landbouw en vooral de veeteelt uit de hand gelopen, nadat zij er na de hongerwinter niet alleen in geslaagd is een snel groeiende bevolking te voeden, maar ook na de VS de grootste exporteur van landbouwproducten te worden. Ons landbouw-paradepaard is veel te intensief geworden voor dit kleine landje en heeft geen ruimte meer in een verontreinigde atmosfeer met slechte lucht- en waterkwaliteit. Uit ervaring weet ik dat natuurvriendelijk en diervriendelijk boeren mogelijk is en veel vervullender is dan door omstandigheden en ontwikkelingen gedwongen werken voor winst en rendement ten koste van het milieu. Milieubewust boeren lijkt nu harder nodig dan ooit.
Boeren laten zich niet dwingen
Voorzover ik boeren (nog) ken, denk ik dat boeren de natuur en het milieu geen schade willen berokkenen en niet meer willen belasten dan nodig is en dat de meesten bereid zijn mee te werken met de noodzakelijke veranderingen, voorzover dat voor hen op te brengen is. Ook in hun eigen belang op langere termijn en de toekomst van hun kinderen. Zij moeten echter op de eerste plaats zien te overleven met hun bedrijf en niet failliet gaan. Dat zal bij de meeste boeren zo’n vaart niet lopen. Maar de toekomst van de industriële landbouw is niet rooskleurig.
Het punt waar het wringt bij de protesten heeft te maken met het gegeven dat boeren zich niet gemakkelijk laten dwingen (door overheden). Bij mijn vader werkte dat niet. Bij kinderen en veel andere mensen vaak ook niet. Het stereotype van de koppige boer bevat misschien soms een kern van waarheid. Maar boeren hebben ook hun trots en veel eigenschappen om trots op te zijn: zoals werkkracht, ondernemingsgeest en verantwoordelijkheidsgevoel. Ze kunnen ook lomp en grof worden als je ze tegen je in het harnas jaagt. Dat hebben gezagsdragers in de loop van de geschiedenis aan den lijve ervaren bij boerenopstanden. Vooral als ze hebben gedronken schuwen ze het gevecht niet.
Karakter
Doorgaans zijn boeren naar mijn ervaring vriendelijk, gastvrij en edelmoedig. Het zijn vaak uitgesproken karakters. Ze winden er geen doekjes om. Zo hebben ze zich betrekkelijk zelfstandig kunnen ontwikkelen op hun eigen boerderijen. Dit zijn stereotype generalisaties op grond van gedateerde subjectieve ervaringen. Ze zijn misschien enigszins herkenbaar bij oudere boeren, die ik heb leren kennen en mogelijk niet meer opgaan voor aanstormende jonge boeren. Behalve individualistisch zijn boeren ook mensen van gemeenschapsverband en vanouds goed georganiseerd. Anders kunnen ze de polders niet droog houden of de hei niet ontginnen. Ze kennen elkaar tot in de wijde omtrek en werken samen als het nodig is. Zo trokken de West-Friese boeren bijv. gezamenlijk op tegen het water en tegen feodale overheersing.
De strijd van boeren met heersers heeft oude historische wortels en lijkt weer op te vlammen als politici hen naar hun gevoel te zwaar gaan belasten met eisen en regels, zonder duidelijk aan te geven hoe dit gecompenseerd kan worden. Boeren zijn al lang geen horigen meer, of nooit geweest, maar een trotse, zelfbewuste en verantwoordelijke beroepsgroep. Het merendeel van de bevolking lijkt dat te beseffen. In het algemeen hebben mensen (terecht) sympathie voor de boeren en rekenen ze hen de milieuproblematiek niet aan, die meer uit nood geboren lijkt, omdat boeren meestal weinig keuze hebben en genoopt waren om mee te gaan in de trend van schaalvergroting en industrialisatie van de landbouw.
Het poldermodel: samenwerking
We kunnen de boeren beter niet tegen maar mee krijgen bij het nemen van de noodzakelijke maatregelen. In zijn hart wil een boer met de roeping om boer te zijn liever boeren zonder de natuur nodeloos te belasten, lijkt me. De toekomst van de landbouw ligt in duurzaamheid. We stuiten op de grenzen van de draagkracht van natuur en milieu en van de boeren. Enig begrip voor de lastige situatie van boeren bij het nemen van maatregelen is belangrijk om deze door de boeren te kunnen (laten) uitvoeren, en om hun bedrijven rendabel te kunnen houden bij de aanpassingen aan de milieueisen of anders uit te kopen.
Dat vraagt overleg. Polderen is bij uitstek een boerenwerkwijze die ons land tot dusver vaak effectief heeft gewerkt en uniek voor ons land is. Polders houden we droog door samenwerking. Dan dient iedere boer wel zijn eigen sloten schoon te houden en niet dicht te laten groeien. Daar heb ik vroeger zelf aan meegewerkt. Anders kreeg mijn vader een boete. Zo waren de plaatselijke boeren dat zelf overeengekomen.
Boeren zijn tegenwoordig een veelzijdig ontwikkelde , ondernemende, daadkrachtige en verantwoordelijke bevolkingsgroep die goed is georganiseerd en hun eigen belangen behartigt. Zij kunnen maar beter zo nauw mogelijk betrokken worden bij de tot standkoming van de noodzakelijke maatregelen. Sommige politici zijn onhandig met hen omgegaan met uitlatingen en maatregelen die gevoelig liggen, maar voor politici vrijblijvend zijn als ze geen boerenachterban hebben. Onder druk zetten blijkt niet effectief te werken, hoewel de boeren daar nu zelf ook toe over zijn gegaan. Samenwerking werkt meestal beter. Roepen dat de veestapel moet halveren zonder aan te geven hoe en bij wie, en zonder adequate compensatie leidt tot wrevel en verzet dat hoge maatschappelijke kosten en ontwrichting geeft. Ook voor de boeren zelf, die meer dan genoeg hebben te doen en niet voor hun plezier een trekkerritje naar Den Haag maken.
Het failliet van de intensieve industriële landbouw
Er is echer meer nodig dan een andere politiek met andere regels. In het boerenprotest uit zich het failliet van de intensieve industriële landbouw en met name de veehouderij als representant van een wereldwijd industriesysteem, dat al veel langer de wereld vervuilt en uitbuit. Hoe lang kan dat nog doorgaan? De vraag is welke alternatieven er zijn.
Toon van Eijk, Marius de Geus in Filosofie van de eenvoud (nr 32) en vele anderen bepleiten een duurzaam leven met minder verspilling en (over)consumptie en daardoor minder vervuiling. Een dergelijke gevoel voor maat en matiging gaat samen met geestelijke ontplooiing, bewustzijnsontwikkeling en een zekere zelfdiscipline. Onderwijs en wetenschap en de hele samenleving en cultuur zouden daarop meer kunnen inzetten in plaats van vooral dapper mee te doen met de ‘rat race’ en de jongere generatie daarvoor klaar te stomen. Er wordt weinig reflectie en inzicht bijgebracht in eigen functioneren en de sociale context. Ook de meeste boeren lijken in dit opzicht ook niet hoog te scoren gezien wat ze te berde brengen bij hun protesten.
De manco’s van het industriesysteen worden al meer dan een eeuw breed uitgemeten door veelzijdige wetenschappers als Max Weber, Emile Durkheim, Pitirim Sorokin, Charles Wright Mills, Erich Fromm, Jürgen Habermas, Peter Turchin, John Kenneth Galbraith en de Club van Rome met het geruchtmakende rapport Grenzen aan de groei (1972), waar veel over is gepraat en te weinig mee gedaan is. Dit zijn maar enkele van de vele deskundigen die erover hebben geschreven en in Civis Mundi zijn besproken in diverse artikelen. Diverse artikelen wijzen naar dieper liggende oorzaken en wijzen op een noodzakelijk transformatie van de landbouw en van onze consumptie- en productiewijzen, die een andere leefwijze en eetpatroon vereisen. Ook daarover is eerder geschreven in bijna ieder nummer en zal nog meer worden geschreven.
Liever naar het Malieveld dan aan de hanebalk
“…Boeren zijn binnenvetters
die vragen niet makkelijk om hulp
verlies je je boerderij dan verlies je
niet alleen je eigen baan
je verliest de baan van je kind
grond waarmee je een band hebt
het is niet het failliet van een man
maar van een familie
je laat verloren gaan wat je ouders
en hun ouders hebben opgebouwd
daar zou ik ook voor met een trekker
naar den haag gaan…”
Tsead Bruinja, Dichter des Vaderlands NRC 19&20 okt.
Landbouw versus hoogbouw: Boeren versus overheid, banken en industrie, verscholen in de hoogbouw
2. Een greep uit recente krantenberichten over het boerenprotest
‘Analyse stikstofbeleid’
NRC 17 okt. Door Rik Ruffen.
“De onvrede van de boeren is breder. Ze zijn niet naar het Malieveld gekomen om tegen één salderingsmaatregel te strijden. Maar ook tegen de banken en de veevoederbedrijven, die hen nieuwe stallen en grotere veestapels hebben aangepraat. tegen de supermarktconcerns die hun melk en veelswaren tegen dumpprijzen in de schappen willen zetten. Een kluwen van belangen, een schier onoplosbaar probleem.”
“De pijn van de grootste vervuilers’ NRC 19&20 okt. door Jorg Leijten
“’Met dit stikstofbeleid taken we alles kwijt’, stond op een van de spandoeken… De boeren voelen zich overvallen door nieuwe regels die provincies vorige week presenteerden. Die willen bij stikstof uitstoters… een niet gebruikt deel van hun vermogen wegnemen. Hoe dat werkt is complex…
Door de maatregel klopt straks de rekensom van de boer niet meer, zegt Jos verstegen (onderzoeker WageningenUR). “Een boer kan daardoor niet aan zijn aflossingsverplichtingen voldoen… Een bedrijf komt uiteindelijk volledig op slot te zitten… De afgelopen jaren bleek dat er in Nederland teveel fosfaat wordt uitgestoten. De helft van de melkveehouders moest toen al met 8 procent krimpen en flink bijbetalen… Dat ging om tien- tot honderduizenden euro’s. Om nu te horen dat ze weer moeten inleveren, dat is heel wrang”
“Inmiddels hebben vier provincies onder druk de nieuwe regels ingetrokken. Ze willen meer ruimte voor overleg… Acht andere provincies houden voet bij stuk, waardoor er een ongelijke situatie is ontstaan… Juristen zeggen dat de provincieregels geen stand houden. Tegenover het afnemen van rechten zou een financiële vergoeding moeten staan en die ligt niet op tafel.”
“Hebben de boeren daarmee een punt met hun onvrede? Natuurlijk, zegt Verstegen. ‘Iedereen zal moeten bijdragen aan het oplossen van het stikstofprobleem. De boeren beseffen dat ook. Maar beslis dan mèt de boeren en niet voor hen’.”
‘Boer van de maand’
Volkskrant, 9 okt. over boer Wim Reijnders te Arnhem. Door Toine Heijmans.
“We zijn al veel verder met veranderen dan iedereen denkt… De koeien hebben hier echt megaveel ruimte en lopen na het melken gewoon naar buiten de wei in… Ik voel me totaal geen fabriek.”
“Net als veel andere boeren verdubbelde het bedrijf een paar jaar geleden de veestapel – het einde van het melkquotum kwam in zicht, de marges waren minimaal, ‘je moest wel’. Ook de boer is een schakeltje geworden in een economie van banken en miljardenbedrijven die, beschreef het AD, flink meebetaalden aan het boerenprotest van vorige week. Vion Food Group, omzet 4,6 miljard. De Heus Voeders, omzet 3 miljard. For Farmers, ‘the total feed business’, omzet 2,3 miljard.”
“’Wel moet er wat in Nederland gebeuren, dat weten de boeren heel goed’… Het punt is alleen”als iemand in Den Haag opeens heel hard gaat roepen hoe wij het moeten doen, dan helpt dat niet’… Wim produceert 2 miljoen liter weidemelk per jaar, doet aan natuurbeheer en weidegang, en wil zelfvoorzienend zijn. Hij wil bewijzen dat groot boeren ook verantwoord kan.”
“’We moeten als Nederlandse boeren niet de wereld willen voeden. Het gaat om goed ondernemerschap, en innoveren’… Nu niet verder radicaliseren, ‘er is genoeg te doen’.”
‘Stikstof is het punt niet’
‘Stikstofreductie is symptoombestrijding. Wat we nodig hebben, is systeemverandering’
Volkskrant, 22 okt. Alex Schreiner en Leonardo van de Berg, Federatie van agro-ecologische boeren
‘Omslag naar een nieuwe landbouw? Breek de macht van banken, supermarkten en industrie’.
“Het klopt dat stikstof schadelijk is… en dat de landbouw voor eeen groot deel verant woordelijk is voor de uitstoot. Dit komt vooral door het gebruik van kunstmest en krachtvoer, dat afkomstig is uit de (drijf)mest van de intensieve veehouderij. Maar reductie van de landbouwproblematiek naar een kwestie van ‘meer of minder’ stikstof is de kort door de bocht.
“Landbouw hoort een samenspel te zijn tussen boer, natuur en maatschappij… Het zijn nu de banken, supermarkten en de voederindustrie die het spel bepalen. Zij maken de winst, bepalen de prijs, scheppen de voorwaarden. Dit verstoort het samenspel. Het is bijna onmogelijk mee te blijven doen zonder een aanslag te plegen op de bodem, de dieren, het klimaat en de boer zelf. Een situatie die is gecreëerd door actief overheidsbeleid. Van de landbouw is een commerciële en technologische aangelegenheid gemaakt. Daardoor staan boeren onder druk om steeds goedkoper te produceren.”
“Veel van onze collega’s reageren hierop door meer kunstmest te gebruiken, nieuwe machines te kopen en te investeren in grotere stallen. Als het een boer lukt goedkoper te produceren, gaat de prijs omlaag en moeten de anderen hetzelfde doen om te blijven bestaan. Als boer stap je hier niet zomaar uit: investering maakt schuld, de supermarkt wil geen garantie geven op de prijs en voederfabrikanten zijn gebaat bij meer afname. Zo wordt er steeds meer stikstof geproduceerd. Maar wanneer we als maatschappij met de negatieve gevolgen worden geconfronteerd, straffen we de boeren met strengere regels zonder het spel te veranderen.”
Bodembeheer
“Als agro-ecologische boeren… investeren we niet in kunstmest en bestrijdingsmiddelen, wel in bodembeheer, bomen, biodiversiteit en een nauwe samenwerking met consumenten. Investeringen die zich op lange termijn terugbetalen. Helaas wordt dit belemmerd door de pachtsituatie... Land is een speculatieobject geworden. De prijs wordt opgedreven door commerciële belangen... Die hoge grondprijs maakt het voor nieuwe boeren vrijwel onmogelijk land te kopen... Voor bestaande boeren verhoogt dit onnodig de kosten om duurzaam voedsel te produceren en maakt het voor kinderen vaak onmogelijk het bedrijf over te nemen.”
“De overheid moet een echte omslag in gang zetten. De intensieve veehouderij kan worden ingekrompen… door minder vee per boer [... en] door in te zetten op regionale afzet... Kunstmest kan worden vervangen door plantaardige bemesting en stikstoffixerende gewassen als groenbemesting. We moeten luisteren naar de zorgen van zowel conventionele- als agro-ecologische boeren, voortbouwen op hun kennis en ervaringen met de succesvolle boer-burgerinitiatieven die al bestaan. Stikstofreductie is symptoombestrijding. Wat we nodig hebben, is systeemverandering.”
Oprispingen, Column Volkskrant 21 okt., Marjan Slob
“Als ik probeer te begrijpen waarom onze boeren zo witheet zijn, moet ik denken aan die kiene vader en zoon die ik vorig jaar sprak… Ze snappen dat die beperkingen een reden hebben. Maar lastig is het wel. En duur. En omslachtig. Zo stonden ze op het punt een stoppend melkveebedrijf te kopen, puur vanwege de fosfaatrechten… De bedrijfsgeboueen namen ze als het ware op de koop toe.
“Stel je voor dat je zo’n financieel risico na veel wikken en wegen aangaat, en dan plompverloren te horen krijgt dat de systematiek rond die rechten toch weer anders wordt. Dan spring je natuurlijk uit je vel… Al die ingewikkelde regeltjes, die onmogelijke adminsistraties, dat wiebelige beleid zijn het gevolg van de totaal visieloze knutselpolitiek die het CDA en de VVD samen met de boerenlobby jarenlang als overwinning hebben gevierd… Steeds weer nieuwe omleidingtjes aanleggen rond een in de kern onhoudbaar landbouwsysteem. Het is namelijk gewoon raar om in Nederland - waar grond en arbeid duur zijn - voedsel te willen verbouwen dat op kostprijs kan concurreren op de wereldmarkt. Dat lukt alleen maar (een tijdje) door te landbouwen op een manier die de natuurlijke mineralenbalans van de grond ernstig verstoort.
“Genoeg boeren zagen dat allang in en hebben hun bedrijfsvoering aangepast, bijv. door toe te werken naar een gemengd bedrijf dat de mineralenkringloop sluit en produceert voor de eigen omgeving. Toch is het standaardmodel van schaalvergroting en bulkproductie jarenlang gestimuleerd – door banken, door landbouwscholen, door het beleid. Terwijl iedereen de problemen van mijlenver had kunnen zien aankomen…
“Onze beleidsmakers vatten deze structurele overschrijdingen niet op als een symptoom van een levensgroot bodemprobleem in héél landelijk Nederland. Nee, ze gingen slimmer trucjes verzinnen voor bedrijven aan de rand van natuurgebieden… Want alleen dáár is overschrijding expliciet verboden.
“Dat is de Nederlandse landbouwpolitiek… En dan boos worden (boeren) of panikeren (bestuurders) als de truc niet meer lukt… Nu zitten we met de gebakken peren. En hoewel heel wat boeren boter op hun hoofd hebben doodat hun blik niet verder eikte dan hun eigen erf en spreadsheets, kan ik ook wel begrip opbrengen voor hun frustratie. Ze zijn inderdaad de kop van Jut voor een probleem wat ons allen aangaat.: onze verslaafdheid aan voedsel dat de natuur verpest en dat ook nogeens absurd laag geprijsd is.
“Wat te doen? Dokken. Allemaal. Wat vooral niet te doen? Een valse tegenstelling tussen stad en platteland cultiveren… Gun je woede niet aan opportunisten… Dring aan op doortastend voedselbeleid. Voedsel verbindt ons.”
‘Hoe een kans op duurzame landbouw verdween in een procedureel trucje’.
NRC 5&6 okt. door Tom-Jan Meeus
“Eind 2016 lag er een rapport met aanbevelingen om financiële steun voor veehouders voortaan te beperken tot ‘een voorhoede’ van duurzame veehouders – zo’n 30% van het totaal. Ook riep Nijpels op tot krachtige overheidsregie om de schaduwkanten van de sector aan te pakken – klimaatschade, gezondheidsrisico’s, dierenwelzijn, etc. De kern: de overheid zegt al jaren dat verduurzaming van de landbouw wil, de sector klinkt braaf, en daarna laten beiden begaan…
Dus bekritiseren partijen als D66 en PvdD de boeren maar al te graag… Onder hun kiezers zitten toch amper boze veehouders. Hetzelfde maar dan omgekeerd zie je bij CDA en VVD… Scherpe debatposities die in feite risicoloos zijn. Strijd voor het eigen profiel… Juist omdat politici daarbij vasthielden aan hun eigen rol, zelfs toen de landbouw wel meebewoog, bleef alles gewoon bijhet oude. En al die jaren van gemakkelijke politiek veroorzaakten niet alleen dat verduurzaming van de landbouw amper van de grond kwam. Ze creëren ook dat de politieke oplossing steeds moeilijker wordt”.
‘Er komen nog meer protesten van boeren’, interview D66 kamerlid Tjeerd de Groot.
De Volkskrant 5 okt.
“Het zal wel heel ingrijpend worden, nog ingewikkelder dan de energietransitie. We hebben in dit land 70 jaar Sicco Mansholt in de genen. Hij heeft het naoorlogse succesmodel gebouwd dat is geënt op intensivering. Dat landbouwsysteem is failliet. Iedereen moet omdenken.”
‘Onzekerheid, maar niet over de uitkomst. Drie vragen over rekenmodellen’ NRC 16 okt. Door Cosette Molijn.
“Ook als je andere modellen gebruikt blijft de voornaamste conclusie – dat de Nederlandse landbouw hoofdverantwoordelijke is voor de stikstofdepositie – overeind… Want zelfs als de bijdrage van de landbouw… 30% lager zou zijn,.. dan nog blijft het grote verschil met het verkeer en de industrie.”
‘Harde feiten versus emoties van betrokkenen’ NRC 15 okt. door Bart Funnekotter
“Boeren betwisten data van het RIVM… Een beter model is er niet… maar de critici lijken niet overtuigd… ‘De onvrede van de betrokken partijen richt zich niet zozeer op de data en modellen, als wel op de praktische consequenties…’” zegt directeur Melanie Peters van het Ratheneau Instituut waar onderzoek wordt gedaan in het vertrouwen in de wetenschap.”
“Dat nu de data van het RIVM worden beteist, is volgens Peters niet waar de oplossing zit. “Eerst stond het model ter discussie. Toen dat niet terecht bleek, week men uit naar de meetgegevens… Dat gebeurt vaker als mensen het niet eens zijn met de uitkomst van onderzoek: dan worden ze boos op de techniek. Maar die boosheid gaat eigenlijk over de impact op hun leven’”
“’Want het vertrouwen in de wetenschap is groot… Van alle instituties scoort de wetenschap het hoogst, hoger dan bijv. de rechtsspraak, vakbonden en de politiek. Je hoort tegenwoordig wel eens dat veel mensen de wetenschap ook maar een mening zouden vinden, maar dat blijkt niet uit de cijfers’.”
“Dat wil niet zeggen dat de wetenschap naar feiten zomaar de maatschappeij in kan slingeren… Jet Bussemakers… zat jarenlang in de politiek… onder meer als minister van onderwijs… nu hoogleraar beleid, wetenschap en maatschappij bij de Universiteit van Leiden. ‘Ik denk dat de wetenschap soms onderschat hoeveel moeite het mensen kost om te begrijpen waar wetenschappers mee bezig zijn. Combineer dat met de kracht van de sociale media, waar een paar tweets de hele discussie kunnen ontregelen, en je begrijpt dat er werk aan de winkel is’… Ratio is niet allesbepalend in dit soort kwesties, ontdekte Bussemakers. ‘Het gaat om emoties... de spanning tussen harde feiten van de wetenschap en emoties van de mensen… Maar laat ook die emoties de waarheid geen geweld aandoen… En uiteindelijk is het aan de politici om een brug te slaan tussen de wetenschap en de belangen van alle betrokkenen.’”
‘De boeren eisen hun plek op in de wereld.’ NRC 6 okt. door Karel Smouter.
“Zelfs als de boeren enigszins worden ontzien bij de aanpak van de stikstofcrisis, is een nieuw front in deze strijd vermoedelijk niet ver weg. De hamvraag is nu hoe de transitie naar de ‘kringlooplandbouw’ moet verlopen. Het verbinden van verduurzaming met elementen als trots en identiteit (’de Nederlandse boer als kampioen van verduurzaming’) lijkt hiervoor een effectievere strategie dan het blijven hameren op het halveren van de veestapel.”
‘Kabinet koopt boeren uit om stikstof te verminderen’. ‘De boeren prijzen, de natuur herstellen’. NRC 5&6 okt. door Rik Rutten en Christiaan Paauwe.
“Duidelijk is: een oplossing in het stikstofdossier gaat er niet vanzelf komen… Gezocht: een goede uitleg en veel geld.”
‘Hoe arm en zielig is de boer?’
De Volkskrant, 5 okt. door Pieter Hotse Smit en Joost de Vries
“De steun voor het boerenprotest lijkt logisch, want je bijt niet in de hand die je voedt. Maar wie verder inzoomt, ziet dat ‘de landbouw’ veel complexer is dan het lijkt… Halveer de veestapel, stelde D66-Kamerlid Tjeerd de Groot. Saneren is onvermijdelijk, zei ook Johan Remkes, die vorige week het kabinet adviseerde... Voor de boeren… de zoveelste klap in het gezicht. Ze zijn het gewend het mikpunt te zijn van telkens veranderende regelgeving, om publiekelijk te worden verguisd. Dat laatste bleek een misvatting, in opiniepeilingen schaarde bijna het hele land zich achter de boeren.
De rijke boer?
Peter Hein van Mulligen, hoofdeconoom van het Centraal Bureau voor de Statistiek, ontwaarde op sociale media een sentiment dat volgens hem niet klopte: de boer zou ook vanwege zijn beroerde financiële situatie compassie verdienen… Hij pakte de statistieken erbij... ‘18 procent van de boeren is miljonair… Van alle werkenden is 1,5 procent miljonair… Het gemiddelde besteedbaar inkomen van een boer komt op 42 duizend euro, terwijl de gemiddelde werkende het moet doen met 34 duizend euro…
“’Er zijn goede argumenten aan te dragen waarom boeren worden gezien als slachtoffer van overheidsbeleid… Maar een correctie op het beeld dat boeren financieel een werkende onderklasse zijn, vond ik op zijn plaats’. Honderden mensen reageerden met eigen cijfers: het geld van de boeren zou in hun grond zitten, boeren zouden langere dagen maken, veel boeren zouden onder bijstandsniveau leven… Zo werden er twee volstrekt tegengestelde beelden van de gemiddelde boer opgeroepen…
“Met de veehouders is iets aan de hand, al jaren neemt het aantal bedrijven af en het aantal dieren per boer toe. Geert van der Peet, onderzoeker aan de Universiteit Wageningen, onderscheidt twee manieren waarop boeren hun bedrijf overeind houden: ‘Enerzijds met schaalvergroting en lagere kosten per dier, als oplossing om te overleven in een concurrerende markt met open grenzen. Tegelijkertijd zie ik ook boeren die met een duurzame keten geld verdienen, zonder enorme groei van hun bedrijf.’
De tijd dat de boer grotendeels leefde van subsidie is voorbij… Hij kan zich het sentiment van de boeren voorstellen. ‘Over het algemeen verdienen ze niet zo’n heel dikbelegde boterham met alle tijd die ze erin stoppen.’... Het inkomen kan per jaar enorm verschillen: door nieuw beleid, een tegenvallende oogst of een dierziekte… Er zijn wel degelijk ook boeren die amper iets overhouden of zelfs interen op hun spaargeld…
De stikstofboer?
“Ook op het beeld van ‘de boer’ als stikstofuitstoter valt het een en ander af te dingen. Landbouwhoogleraar Rudy Rabbinge waarschuwde dinsdag in de Volkskrant al voor generaliseren… ‘Landbouw’ wordt te vaak verward met de intensieve veeteelt, vindt Rabbinge… Toch stonden ook veel akkerbouwers, die van Rabbinge een pluim krijgen op het gebied van efficiëntie en duurzaamheid, dinsdag zij aan zij met de veehouders op het Malieveld…
“De minister, zelf boerendochter, zit in een spagaat… Om de boer te behouden, moet de boer veranderen. Schouten wil de landbouw hervormen naar een ‘kringlooplandbouw’: een systeem waarin zo min mogelijk grondstoffen verloren gaan. Maar wie is de boer die moet verduurzamen?... De veehouderij is binnen Nederland nog altijd veruit de grootste veroorzaker is van ammoniakemissie.
De boer die de Nederlander voedt?
“Wij voeden Nederland, zeggen de boeren, in die hand bijt je niet. Opnieuw een generalisatie die slechts ten dele klopt: driekwart van de Nederlandse varkens gaat naar het buitenland, een groot deel van de vleeskoeien en de zuivel wordt eveneens verscheept... Evengoed importeert Nederland vlees en zuivel. Het is de vraag in hoeverre de export van miljoenen dieren past in… een circulaire landbouw.
“Zijn de boeren nu wel of niet zielig? Terug naar Remkes… Hij zegt niet, zoals D66’er De Groot dat deed, dat alle boeren een deel van hun dieren moeten inleveren. Een ‘generieke volumebeperking’ treft boeren die het goed doen en ontziet boeren die nog amper iets aan hun stikstofuitstoot hebben gedaan. Bovendien is er voor de boer die ver van een Natura 2000-gebied boert niet per se een reden om te krimpen.
“Remkes zegt tegen Schouten: richt je op boeren met een hoge ammoniakuitstoot en verouderde stalsystemen in de buurt van natuurgebieden… Boeren die willen stoppen gaan we helpen met een slimme, warme sanering. Zeker niet alle boeren zijn tegen zo’n gerichte warme sanering, weet onderzoeker Geert van der Peet. ‘Veel oudere bedrijven hebben oude stallen en hebben geen opvolgers. Die bedrijven zullen vaak willen stoppen en zien dit als hun kans.’
“De boer die wil blijven boeren maar kiest voor duurzaam, is welkom om inspiratie op te doen, zegt bioboer Jan van Arragon. Hij oordeelt niet over zijn collega’s die het maximale uit hun grond, stallen en dieren halen. Het systeem dwingt ze ertoe, zegt hij… ‘Ik ga niemand bekeren’, zegt hij. ‘Nee, nee, nee. Het moet uit de mensen zelf komen. En als ze er klaar voor zijn, dan mogen ze hier alles komen afkijken.’”
‘Boeren overdrijven hun problemen’ De Volkskrant 1 okt. door Yvonne Hofs.
“De politiek zou boeren verantwoordelijk stellen voor alle problemen en te weinig oog hebben voor landbouw belangen. Die perceptie klopt niet helemaal [met…] peilingen over het imago van de boerenstand. Daaruit blijkt telkens… een ruime meerderheid van ’het publiek’ heeft juist een positief beeld van de agrariërs. Het verwijt dat de politiek niet naar de boeren luistert snijdt geen hout. De boerenlobby is van oudsher juist erg goed vertegenwoordigt in de Tweede Kamer…
“Van de andere kant zijn de frustraties van de boeren wel te begrijpen. De moderne boer moet aan veel meer regels voldoen… De milieuwetgeving is veel strenger geworden… Boereen moeten tegenwoordig goed met spreadsheets en computers kunnen omgaan. Ze moeten een mest-, fosfaat- en en kaverregistratie bijhouden, de inrichting van hun stallen moet aan allerlei … milieuvoorwaarden voldoen, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is streng gereguleerd, enzovoort. De Europese en de Nederlanse politiek verzint voortdurend nieuwe regels om het milieu te sparen of het dierenwelzijn te verbeteren. Dat dwingt boeren hoge inversteringen te doen in het verduurzamen van hun bedrijf. Deels krijgen ze daarvoor subsidie, maar een deel van de boeren kan de kosten van die hoge regeldruk maar moeilijk opbrengen.
“Europese boeren zijn tegenwoordig ook minder beschermd tegen de grillen van de wereldmarkt. Vroeger golden er minimumprijzen voor Europese landbouwproducten, maar die leidden tot overproductie: boterbergen, melkplassen. Sinds de boeren zijn blootgesteld aan de wereldmarkt fluctueert hun jaarinkomen sterker. Dat brengt stress en onzekerheid met zich mee.
“De druk van de wereldmarkt en krimpende marges dwingen de boeren tot schaalvergroting, maar in een krap bemeten land als Nederland is daar steeds minder ruimte voor… Het vergt forse investering. En die lening moet ook weer worden afbetaald en terugverdiend… Veel Nederlanders willen aan de ene kant dat varkens, koeien en kippen een goed leven hebben, maar ze willen anderzijds goedkoop vlees blijven eten. Als de politiek Nederlandse landbouwers dwingt ‘circulair’ te boeren, dan hangt daar een prijskaartje aan. Het heeft weing zin alle boeren producten te laten maken die consumenten te duur vinden en niet willen kopen.”
‘Saneren moet, of de boer nu wil of niet. Analyse Vermindering veestapel’
De Volkskrant 1 okt. door Pieter Hotse Smit.
“De landbouw bestaat uit twintig sectoren, van glastuinbouw en zaaizaad tot de melkveehouderij. De twee à drie sectoren die problemen geven worden te vaak als maatgevend gebruikt. Terwijl het gros van het mondiaal gezien verschrikkelijk goed doet op het gebied van efficiëntie en duurzaamheid. Ook qua economische waarde… [aldus landbouwhoogleraar Rudy Rabbinge]… Probleemsectoren zijn de intensieve veehouderij (varkens en pluimvee) en in mindere mate de melkeveehouderij. Voor Rabbinge staat buiten kijf dat de een heroriëntatie van intensieve veehouderij rond stikstofgevoelige delen van Nederland nu onontkoombaar is... Niet dat hij de wrevel en anti-houding van boeren niet begrijpt.
“Dat dit besef – na jaren doorgedronghen tot Den Haag – voor individuele boeren zwaar valt, begrijpt landbouwexpert Natasja Oerlemans van het Wereldnatuurfonds. ‘Deskundigen waarschuwden hier al tijden voor. Het is wrang dat boerenorganisaties maar ook het ministerie, ze hier onvoldoende op hebben voorbereid’
“In hèt land van agrarisch vernuft ziet Rabbinge ook voor de minder duurzame landbouwsectoren een kans om op te schonen. ‘Ik spreek voor de intensieve veehouderij dan ook liever niet van saneren, maar van heroriëntereen en vernieuwen’.”
‘Wat intensieve landbouw ons echt kost’
NRC 17 okt door Carla Koen, hoogleraar Univ. Tilburg
“De landbouw in Nederland moet veranderen. Want er zijn nog veel meer nadelen dan de stikstofcrisis doet vermoeden… Niet alleen natuurgebieden, biodiversiteit en klimaat, maar ook waterwinning voor nu en in de toekomst en de volksgezondheid. De verborgen kosten… voor het behoud van onze exportpositie zijn gigantisch. Bestuurders… moeten hun verantwoordelijkheid nemen en de belangen van Nederlandse burgers en hun natuurlijk kapitaal behartigen.
Het is nodig dat boeren en hun belangenorganisaties hun moreel kompas hervinden en het rentmeesterschap (weer) omarmen… Landbouw moet gehouden worden aan de principes van ‘people, planet, profit’ en veranderen om toekomst te hebben…
“Data van GGD’s en artsen bevestigen dat de luchtkwaliteit veel schade aan de gezondheid veroorzaakt. Meer dan in andere provincies… in de zgn. ‘veeprovincies’ (Noord-Brabant, Limburg, Gelderland en Overijssel) hogere percentages worden waargenomen van gezondheidsproblemen die hiermee samenhangen. Dit geld voor acute tekortkomingen in de longfunctie, asthmatische kinderen, longontsteking, COPD, het aantal invasieve longtumoren en sterfte door ziekten van de luchtwegen…
“De wettelijk normen voor fijnstof en stikstofdioxide in Nederland beschermen niet tegen gezondheidsscade en zijn fors hoger dan de advieswaarden van de WHO… Fijnstof wordt ook in verband gebracht met andere risisco’s, zoals hoge bloeddruk en beroertes. West-Brabant, Gelderland en Limburg scoren ook in deze statistieken hoog. De vee-provincies hebben ook een bovengemiddeld aantal nierdialyse-patiënten…
“De Q-koort epidemie… was in Nederland die grootste die ooit ter wereld is beschreven… veroorzaakt door wonen in de nabijheid van een geitenhouderij. De patiënten kwamen vooral uit het Zuidoosten van het land. Tussen 2007 en 2009 raakten 50.000 tot 100.000 Nederlanders besmet. Naar schatting zijn 95 van de ze patiënten overleden en ervaren chronische Q-koortspatiënten verminderde kwaliteit van leven… Schatting van de totale kosten gedragen door de Nederlandse bevolking… 500 miljoen Euro. Langetermijn kosten onbekend…
“Antomicrobiële resistentie door gebruik van antibiotica in vee is een steeds groter wordende zorg… Bij vleeskaleveren is het gebruik van antibiotica nog steeds te hoog. van melkgeiten en schapen wordt het antibioticumgebruik nog niet geregeistreerd. In Noord-Brabant en Limburg moet structureel actie worden ondernomen om het binnenkomen van MRSA – resistente bacteriën door antibioticagebruik in varkens – terug te dringen… Meer ‘uitbraken’ worden gemeld… van bacteriën die zelfs resistent zijn tegen de antibiotica die als laatste redmiddel worden gebruikt.
“We kunnen niet anders concluderen dat opeengepakt vee houden ongezond is voor het vee en de mens… die dicht op het vee leeft… Nederland moet naar veel minder vee…
“Intensieve veeteelt zorgt ook voor vervuiling van het oppervlakte- en dieptewater door overbemesting… Teveel nitraat in drinkwater kan leiden tot de bloedaandoening methemoglobinemie maar ook tot darmkanker. Het te hoge nitraatgehalte… geeft problemen met de drinkwaterwinning… Waterbedrijven sloegen in 2017 alarm over de bedreiging [ervan] door mest. Zuivering wordt steeds duurder. Op 200 punten wordt grondwater gewonnen voor drinkwater. Op 89 punten zijn tussen 200 en 2015 hogere doses meststoffen gemeten dan wetttelijk toegestaan.., Drinkwaterbedrijven verwachten nog decennialang ‘mestgerealteerde problemen’ te ondervinden.
ook de toepassing van chemische gewasbescherming heeft negatieve gevolgen voor de waterkwaliteit en de biodiversiteit… Vaak worden te hoge hoeveelheden gifstoffen in het grond- en oppervlaktewater aangetroffen… Nederlandse akker- en tuinbouwers gebruiken twee tot drie keer meer gewasbeschermingsmiddelen gebruiken dan collega’s in andere landen…
“De hoop is dat bestuurlijk verantwoordelijken, boeren en hun belangenorganisaties tot het inzicht komen dat Nederland en zijn bevolking een andere landbouw verdienen… die in evenwicht is met het land, het natuurlijk kapitaal en de volksgezondheid… die niet voorbijgaat aan de noden van toekomstige Nederlanders.”
‘Het huidige Nederlandse landbouwmodel is failliet’
NRC, 27 sept.. (dr Jerry van Dijk, Univ. Utrecht; prof dr Esther van Turnhout, Wageningen WUR, prof dr Martha Bakker, WUR; prof dr ing Jan Willen Erisman, VU; prof dr ir Jan Rotmans, WUR).
“Inkrimping van de veestapel is geen doel op zich, schrijven vijf wetenschappers, maar een uitkomst van nieuwe vormen van landbouw… Krimp in het huidige landbouwmodel – dat juist is gebaseerd op productiemaximalisatie en kostprijsreductie om de concurrentie op de wereldmarkt aan te kunnen – zal het failliessement betekenen van een groot aantal boeren. Deze kwetsbaarheid laat echter vooral het failliessement zien van dat landbouwmodel zelf, dat niet alleen slecht is voor natuur en leefomgeving, maar ook voor boeren en hun toekomst.
“De huidige stikstofproblemen zijn het gevolg van jarenlang beleid dat voornamelijk gericht was op groei en ontwikkeling van de economie op korte termijn, zonder veel oog te hebben voor de vraag of onze natuur en leeomgeving dat nog aan zou kunnen… Wij pleiten er echter voor om, in plaats van het verzinnen van nieuwe listen zodat we vast kunnen houden aan een onhoudbaar model, te kiezen voor een structurele aanpak van het stikstofprobleem. Dat kan door over te stappen op een fundamenteel ander landbouwmodel, waardoor direct ook een aantal ander hoofdpijndossiers uit het landelijk gebied worden aangepakt.
“De basis van het nieuwe model is een drastische reductie van de import van veevoer en het gebruik van kunstmest. Daardoor wordt de draagkracht van de omgeving leidend voor de landbouwproductie en wordt er niet steeds meer stikstof naar Nederland toegehaald… De grootte van de veestapel wordt afhankelijk van de hoeveelheid veevoer die we zelf kunnen telen, aangevuld met reststromen uit de voedingsindustrie en de akkerbouw. Dierlijke mest verandert van het afvalproduct dat het nu is in een waardevolle grondstof, mits die van hoge kwaliteit is… Het sluiten van kringlopen van plataardige en dierlijke producten kan door een gemengd bedrijf maar ook door het beter verbinden en ruimtelijk hergroeperen van akkerbouw en veeteelt… In het nieuw model wordt overgestapt op nieuwe vormen van landbouw. In die vorm is ruimte voor biodiversiteit en andere maatschappelijke diensten zoals koolstofvastlegging, waterberging en recreatie, waar boeren passend voor worden beloond…
“De voordelen zijn legio. Luchtkwaliteit verbetert… biodiversiteit zal toenemen… Doordat de emissie van broeikasgassen fors minder wordt, kunnen klimaatdoelen worden gehaald. De verminderde import van veevoer verkleint de ecologische voetafdruk in het buitenland… De diversiviëring van landbouwpraktijken biedt kansen voor nieuwe verdienmodellen en kan daardoor een impuls geven aan… de positie van de boer
“De huidige trend waarbij bedrijven klem zitten tussen internationale concurrentie en Europese en binnenlandse regelgeving, plaats veel boeren in een uitzichtloze situatie. De uitweg ligt in structurel hervorming… De politieke druk en de maatschappelike vraag passen naadloos in de visie op de toekomst van landbouwminister Schouten. De landbouwsector moet dus niet bang zijn voor deze verandering, maar hem juist omarmen. Het is een zeldzame kans om boeren in Nederland een duurzaam toekomstperspectief te bieden en de kwaliteit van onze leefomgeving structureel te verbeteren.” [Een vraag is hoe dat wordt betaald. Zie het volgende artikel]
‘Kringlooplandbouw alleen is niet genoeg’
De Volkskrant 16 sept., door Henk Volmer en Jeltsje van der Meer-Kooistra, hoogleraren WUR
“Kringlooplandbouw als opstap naar duurzame landbouw… Economische effieciëntie gekoppeld aan ecologische efficiëntie… Een belangrijk kenmerk is dat de akkerbouw, veehouderij en tuinbouw elkaars grondstoffen gebruiken en reststromen uit de voedselketen benutten of verwerken tot nieuwe producten. Dit heeft als voordeel dat de invoer van grondstoffen over grote afstanden, zoals soajabonen en tapioca uit Zuid-Amerika, wordt beperkt en dat verspilling wordt tegengegaan.
In het rijtje van de minister ontbreekt het probleem van de verschraling vann het landschap door intensivering… [met] negatieve effecten voor het woonklimaat en voor toerisme en recreatie, die steeds belangrijker worden voor de plattelandseconomie…
“Kringlooplandbouw is een belangrijke bouwsteen in de ontwikkeling an een duurzame landbouw, maar moet voia een scala van elkaar versterkende maatsregelen nader worden geconcretiseerd en gerealiseerd… Voor de de beperking van de uitstoot van broeikasgassen is naast de reductie van de invoer van grondstoffen uit tropische regenwouden over grote afstanden, inkrimping van de veestapel en verhoging vban de grondwaterstanden nodig. Dit komt ook het dierenwelzijn ten goede… ook de biodiversiteit op het boerenland, maar tevens die in natuurterreinen, heeft baat bij de reductie van de veestapel… Tevens is herstel van de bodemkwaliteit noodzakelijk, vooral door beperking van gierinjectie en het gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest...
“Kringlooplandbouw zal het landschap nauwelijks verbeteren… Specifieke maatregelen moeten de kenmerkende schakering in het boerenland terugbrengen, zoals herstel van sloten, greppels, hekken en boomwallen…
“Kringlooplandbouw is een drastische breuk met het bestaande verdienmodel met vergaande economische consequenties… Kapitaalinvesteringen worden mogelijk niet terugverdiend… terwijl investeringen ten behoeve van het kringloopmodel noodzakelijk zijn…Om boeren tot de invoering te bewegen, moeten zij worden gecompenseerd voor het verlies van opbrengsten en de kosten van nieuwe investesteringen. Wanneer dit niet gebeurt en de invoering gepaard gaat met dwang, zouden zij zelfs kunnen doorgaan met intensiveren. Compensatie kan mogelijk door aanpassing van het huidige EU-systeem, waarbij de omvabngrijke landbouwsubsidies grotendeels terecht komen bij grootschalige, intensieve landbouwbedrijven, die deze volgens de Algemene Rekenkamer niet nodig hebben. Ook de [financiële] middelen voor de energietransitie en voor de berperking van klimaatverandering komen in aanmerking. Verder moeten de levensmiddelenindustrie, de tussenhandel en de consument bijdragen via hogere prijzen, al dreigt hier een weglek-effect via de invoer van goedkopere alternatieven uit andere EU-landen en daarbuiten…
“Kringlooplandbouw is een veelbelovend concept, maar vergeet nog tal van aanvullingen en concrete beleidsmaatregelen, waaronder financiële compensatie en een tijdschema, voordat er sprake kan zijn van een duurzame landbouw.”