Civis Mundi Digitaal #91
Chili, Libanon, Algerije, Hongkong, Egypte, Haïti, Ecuador… overal ter wereld zijn mensen in opstand gekomen tegen hun regeringen. Zonder een helder alternatief voor te stellen, demonstreren ze tegen hun leiders met de slogan: rot op! Natuurlijk zijn in de betreffende landen met autoritaire regimes maar ook in neoliberale democratieën de contexten sterk verschillend. Maar de gemeenschappelijke punten van deze volksopstanden vallen op: niet alleen de slogans en de methodes – vreedzame massabijeenkomsten op straat, gebruik van sociale media – maar vooral ook de woede tegen het monopoliseren van de macht en de rijkdommen door een klasse, een kaste of de maffia. Deze volksopstanden zijn vaak begonnen als gevolg van een economische beslissing van de betreffende regering die op zich weinig belangrijk is, maar fungeert als de befaamde druppel die de emmer doet overlopen.
Zonder leiders, niet ingekaderd door een ideologie, stellen al deze opstanden eisen voorop inzake waardigheid en gelijkheid en eisen zij een « verandering van het systeem ». Je kunt deze sociale opstanden zien als « het tweede hoofdstuk van de mondialisering » en het ter discussie stellen van het neoliberalisme. De dominantie van de economische dogma’s heeft tot « minder Staat » verplicht en de overwinning van de markt heeft geleid tot gigantische ongelijkheden, tot een ernstige verzwakking van sociale vangnetten en tot samenspanning van de politieke en economische elites. Dit samenspanningskapitalisme heeft geprivatiseerd, de belastingen voor de allerrijksten verminderd en de lasten van de armen verzwaard. De financiële crisis en de economische vertraging, maar ook de zichtbaarheid die internet biedt, hebben deze situatie, die de malaise van de representatieve democratieën heeft versneld en de autoritaire regimes heeft gedestabiliseerd, ondraaglijk gemaakt.
Dertig jaar na de val van de Berlijnse Muur, die nu gezien kan worden als de overwinning van een door de markt gestructureerde wereld, lijken de opstanden een terugslag aan te kondigen. Men moet blij zijn met dit historisch moment en deze bewegingen helpen om de valstrikken van het nationalisme te vermijden, om te komen tot een nieuw politiek, sociaal en ecologisch evenwicht, en tot fiscale hervormingen die de inkomensongelijkheden compenseren. De weg is smal en de ambitie enorm, want het gaat om niet minder dan het heruitvinden van de democratie. En dat is wat met kracht door de oproeren wordt getoond. Daarbij is het goed ook voor Europeanen om de democratie in eigen land eens onder het vergrootglas te leggen, want ook daar heeft het « eerste hoofdstuk van de mondialisering « en het heersende neoliberalisme voor fikse ongelijkheden van allerlei soort gezorgd.