Civis Mundi Digitaal #92
Nu ik dit artikeltje schrijf, is Frankrijk in de ban van de hervorming van het pensioenstelsel. En dat geeft mij de gelegenheid u ter overdenking een andere, ecologische kijk op pensioenen te bieden. Een andere blik, waarbij ook de legitieme vraag om de hoek komt kijken of steeds langer werken uit het oogpunt van gezondheid wel wenselijk is. Ik baseer mij daarbij op officiële Franse gegevens, bij een gebrek aan vergelijkbare gegevens uit andere landen.
Eenmaal 65 jaar kunnen Fransen vandaag de dag hopen op een nog langer leven dan voorheen. In 2017 was dat voor vrouwen gemiddeld 23,2 jaar, voor mannen gemiddeld 19,4 jaar. Langer leven is een aangenaam perspectief, maar dan wel in goede gezondheid. Het begrip « goede gezondheid » is echter moeilijk te duiden. Een levensduur zonder « ongeschiktheid » betreffende de dagelijkse handelingen kan daarbij als indicatie dienen. De hoop op leven in goede gezondheid ligt in Frankrijk lager dan gemiddeld in Europa. Zij ligt voor vrouwen gemiddeld op 64,5 jaar en voor mannen op 63,4 jaar, en is al gedurende 15 jaar redelijk stabiel. Dat toont ook belangrijke ongelijkheden tussen arbeiders en kaders aan, want volgens officiële cijfers leeft het kader, veelal leidinggevenden, gemiddeld zes jaar langer dan arbeiders, en zij die de hoogste salarissen hebben gemiddeld dertien jaar langer dan zij die het minst verdienen. Een andere indicatie is volgens gegevens van de Franse nationale ziekteverzekering het feit dat het ziekteverlof op de arbeidsmarkt voor mensen ouder dan 60 jaar met 13,4 procent is gestegen in de jaren 2013-2016. Dat is een directe consequentie van het feit dat een belangrijk deel van oudere mensen moet blijven werken onder vaak moeilijke arbeidsomstandigheden, terwijl zij een handicap hebben die samenhangt met hun leeftijd.
Een steeds hogere pensioenleeftijd betekent een aftakelend lichaam. Maar het betekent ook een verdere aantasting van de levensmogelijkheden op onze planeet. Als je goed nadenkt, is het toch hoogst onverantwoord om een bevolking langer te laten werken om meer te produceren, om nog wat meer de natuurlijke hulpbronnen van onze aarde uit te putten, om meer energie te verbruiken, meer afval en meer broeikasgassen te produceren… En dat terwijl dringend drastische politieke beslissingen genomen moeten worden om de klimatologische opwarming van de aarde en de afbraak van de biodiversiteit zoveel mogelijk tegen te gaan.
Een studie van de onafhankelijke vereniging « Autonomy » beschrijft de impact van arbeidstijd op de klimaatontregeling. Zij toont aan dat het absoluut noodzakelijk is snel en massaal de wekelijkse arbeidstijd terug te brengen om verdere klimaatopwarming tegen te gaan om zo de opwarming met 2 graden niet te overschrijden: de doelstelling van het klimaatverdrag van Parijs (2015). In dat kader zou in Zweden de wekelijkse arbeidsduur niet meer dan twaalf uur moeten bedragen!
Mijn algemene conclusie: het is noodzakelijk de arbeidstijd drastisch te verminderen, de pensioengerechtigde leeftijd de 60 jaar niet laten overschrijden – met een veel meer solidair pensioenstelsel dan nu – en de arbeidsomstandigheden sterk te verbeteren. Dat geeft mensen de gelegenheid in zo goed mogelijke gezondheid oud te worden, en zich bijvoorbeeld met broodnodig vrijwilligerswerk op allerlei terreinen in de samenleving te ontplooien. Dit alles is van levensbelang om de levensvoorwaarden op onze onherbergzame planeet zo goed mogelijk te behouden.
Leuk hoor, maar niet reëel, hoor ik u zeggen… Mijn antwoord: moeten we dan – horende doof en ziende blind – echt als schizofrene struisvogels ons hoofd blijvend in het zand steken?