Civis Mundi Digitaal #92
De laatste studie van het Internationale Programma voor het volgen van studieresultaten van leerlingen (Gobal Competence) van de OECD laat zien dat China in de wedloop voor de beste schoolresultaten met de grote naties kan wedijveren. In het op 3 december gepubliceerde klassement neemt een Chinese groep, bestaande uit de steden Peking en Sjanghai en de provincies Jiangsu en Zhejiang, de eerste plaats in. Deze « hitparade » geeft het niveau aan van vijftienjarige leerlingen op het gebied van wiskunde, natuurwetenschappen en begrijpend lezen. Macao staat na Singapore op de derde plaats en Hongkong neemt de vierde plaats in. Zelfs als wij deze dominantie met de nodige voorzichtigheid benaderen, moet zij toch de geesten wakker schudden. Dit gezien de snelle opkomst van China en haar inspanningen op het gebied van onderwijs als opmaat voor haar mondiale invloed.
Natuurlijk moet men er rekening mee houden dat deze meest begunstigde regio’s een scheef beeld geven van het werkelijke algemene beeld van de adolescenten in China. De grote naties worden geëvalueerd in al hun demografische verscheidenheid. China past ervoor om hier de statistieken van leerlingen in de meer afgelegen westelijke gebieden, die minder dynamisch zijn dan de kustregio’s, niet in te brengen. Het klassement van het land geeft dus niet het schreeuwende gebrek aan leerkrachten op het platteland weer en ook niet de enorme verschillen in competenties ten voordele van de steden. Desalniettemin zijn de resultaten van de leerlingen in de genoemde zones meer dan indrukwekkend. Niet alleen hebben zij in het algemeen veel betere resultaten, maar ook het aantal adolescenten met de hoogste scores is drie tot vier keer zo groot als gemiddeld in de landen van de OECD. Wat wiskunde betreft krijgt 44 procent van hun het predicaat excellent, tegen 11 procent in de andere landen.
Dit resultaat wordt allereerst behaald door een veel hoger aantal uren dan in andere landen besteed aan deze vakken. Daarbij speelt dat er ook een maximale pressie is van de kant van de families die zich geen enkele opoffering ontzeggen. Privélessen vanaf driejarige leeftijd, organisatie van « wiskunde-olympiades «… dat is het dagelijkse bestaan van deze jonge Chinezen. Het doel is het slagen voor het toegangsexamen tot de universiteit, dat een obsessie is geworden voor heel veel families. Immers, de universiteit is bepalend voor heel het leven in China.
De sombere kant van dit succes komt aan de orde bij een evaluatie van het welbevinden op school. Hier bungelt China helemaal onder aan de lijst. De toename van het aantal suïcides en het afhaken van leerlingen heeft de Chinese autoriteiten wakker geschud. Sinds een jaar is er een dertigtal maatregelen genomen om te bewerkstellingen dat de werkbelasting van de leerlingen vermindert. Maar die stuiten op verzet van de ouders, die steeds meer van hun kinderen vragen.
China is dus geen goed voorbeeld voor ons. Toch tonen de genoemde resultaten aan dat het land een nieuwe stap heeft gezet om een vervaarlijke machine van grijze cellen te worden. Het is een uitdaging waarvan we ons volledig van bewust moeten zijn als wij competitief willen blijven in een wereld, waarin opvoeding en scholing meer dan ooit de motoren zijn voor de macht en de invloed van een land.