Pedro Sanchez en de Spaanse tragiek

Civis Mundi Digitaal #93

door Jan de Boer

De socialist Pedro Sanchez is onlangs als premier van de eerste Spaanse coalitie-regering gekozen met in het parlement 167 tegen 165 stemmen en 18 onthoudingen. Om deze meerderheid te krijgen, tekende Pedro Sanchez overeenkomsten met de Catalaanse en Baskische nationalisten aan wie hij beloofde de politieke structuur van Spanje ter discussie te stellen. Hij deed deze beloften zonder eerst daarover met de oppositie te hebben onderhandeld, hetgeen naar mijn overtuiging een grote politieke misslag is.

Pedro Sanchez erkent het bilaterale karakter van de Spaanse en autonome Catalaanse regering, keurt de aktie van de Spaanse justitie tegen de eenzijdige onafhankelijkheidspoging van de Catalaanse onafhankelijkheidspartijen af waarbij hij de invloed van de rechtse politiek op de rechterlijke macht aan de kaak stelt. Wat dat laatste betreft kan ik hem overigens geen ongelijk geven.                                                In het akkoord met de Catalaanse en Baskische onafhankelijkheidspartijen  wordt het woord « grondwet » vermeden, er wordt gesproken van een « juridisch-democratische ordening ». Pedro Sanchez heeft de  Nationale Baskische Partij toegezegd de Staat « adequaat » te maken met de « erkenning van territoriale identiteiten »  en te onderhandelen over een nieuw autonomie-statuut van de autonome Baskische gemeenschap. Het doel van deze nationalistische partij is het verkrijgen van de absolute macht over de justitie, de politiek inzake het gevangenisweze , de arbeidswetgeving en de sociale zekerheid om zo de vorming van een Baskische Staat met inbegrip van het Spaanse Navarre en Frans Baskenland te vervolgen.

Het is mijns inziens zeer verontrustend om te zien dat heel politiek links in  Spanje (de socialistische PSOE van Pedro Sanchez, de links radicale Unidas Podemos en hun bondgenoten) deze terugkeer naar de bevestiging van territoriale identiteiten vandaag de dag als « progressief » beoordeelt. Daarmee wordt ingestemd met het nationalistische ideaal van rijke regio’s om zich te bevrijden van elke solidariteit met de minder rijke regio’s en zich ook te « bevrijden » van de Spaanse taal. Politiek links ziet kennelijk geen enkel probleem om in haar strijd samen te werken met nationalistische parlementariers die er alles aan doen om de grenzen in de geesten van hun aanhangers te verleggen, die racistische woorden niet schuwen en de moordenaars van de ETA eer bewijzen.

De linkse partijen willen dat Spanje gedefinieerd wordt als een plurinationale Staat, maar accepteren in feite het tegengestelde in Catalonië en Baskenland  waar gestreefd wordt naar een puur eenzijdig en extreem nationalisme. En dat terwijl daar in ieder geval rond de helft van de kiezers zich ook of alleen als Spanjaarden ziet.

De Spaanse grondwet van 1978 die decentralisatie en de autonomie van zeventien gemeenschappen waarborgt, was het resultaat van talrijke compromissen van de volkvertegenwoordigers die de burgeroorlog en de massale moordpartijen van beide kampen hadden gekend met daarna het loodzware over alles heen liggende fascisme van Franco, ballingschap, de dood, martelingen of de gevangenis voor de overwonnenen. De grondwet van 1978 wilde de bladzijde van de roerige Spaanse geschiedenis tussen 1812 en 1931 definitief omslaan, een periode waarin tien grondwetten of projecten van grondwetten elkaar opvolgden met  verbanning of aftreden van vier koningen en koninginnen en verschillende staatsgrepen. Het compromis van 1978 was het begin van een buitengewone periode van economische groei en stabiliteit  met een nationalistische meerderheid  in bepaalde regio’s die wel geïntegreerd waren in het geheel van een nationaal Spanje. Sinds de jaren 1980 hebben de linkse PSOE en de rechtse Parti Populaire ( PP) op grote schaal belastingen en andere competenties met name op het gebied van het onderwijs gedelegeerd aan de Baskische en Catalaanse nationalistische regeringen. Dat in ruil voor hun steun om een meerderheid in het Spaanse parlement te krijgen.

De oppositie en wellicht ook een deel van de socialistische kiezers zijn ongerust door het nu door de PSOE getekende akkoord met de Catalaanse onafhankelijkheidspartij « Esquerra Republicana de Catalunya », want  gedurende zijn campagne heeft Pedro Sanchez het tegendeel beloofd van wat hij nu onderneemt. Het verbond met de onafhankelijkheidspartijen is een even grote riskante gok als de illegale onafhankelijkheidsverklaring van de Catalaanse parlementariërs in 2017. Deze onafhankelijkheidsverklaring deed met de opkomst van de extreem-rechtse partij Vox een overeenkomstig Spaans nationalisme ontwaken dat het ideaal van één volk met één taal in één land verdedigt,  als het nationalisme in deze regio’s. Wie nationalisme zaait, oogst nationalisme met alle ook gewelddadige gevolgen van dien. Spanje is zo meer verdeeld dan ooit en dreigt door deze identitaire explosie onbestuurbaar te worden.

 Laat dit ook een waarschuwing zijn voor alle Europese democratiën waar in soortgelijke processen het begrip zelfbeschikking niet gebruikt wordt voor mensen, maar misbruikt wordt voor gebieden. Daarbij kan ondermeer gedacht worden aan België en Nederland waar in Friesland de FNP de Catalaanse en Baskische onafhankelijkheidstrijders met hun extreem nationalistische idealen als helden vereert.