De jihad in de Sahel

Civis Mundi Digitaal #94

door Jan de Boer

Zeven jaar geleden nam de Franse president François Hollande de beslissing om soldaten te sturen naar het noorden van Mali om te verhinderen dat groepen moslimstrijders zich meester zouden maken van de controle over het land. Het wordt nu echt tijd om de doelen van de operatie « Barkhane », die tegen die moslimgroepen in het leven is geroepen, opnieuw te definiëren en helder te krijgen, want de situatie in de Sahel verslechtert met de dag. Op 13 januari jongstleden vond in de Franse stad Pau een bijeenkomst plaats van de G5 Sahel (Mauretanië, Mali, Nigeria, Burkina Faso en Tjsaad), partners van Parijs. Daar is de in omvang zeer toegenomen dreiging en de bittere noodzaak om hun interventie te vergroten voor eenieder duidelijk geworden. En dat in een steeds complexere en gevaarlijke context voor Frankrijk.

Deze topconferentie, die eigenlijk al op 16 december 2019 gehouden zou worden, had een slechte start. Op de dag na de dood van 13 Franse soldaten tijdens gevechten op 25 november hadden de chefs van de Afrikaanse Staten de – overigens verkeerde – indruk dat ze in Pau op het matje geroepen werden door Macron met het garnizoen waar zeven van de slachtoffers gelegerd waren. Het kwam goed van pas dat de topconferentie toen verschoven werd als gevolg van een aanval van jihadisten op een Nigeriaanse kazerne.

Uiteindelijk werd de topconferentie in Pau gehouden met relatief opgeklaarde verhoudingen: de bevestiging door de vijf Afrikaanse leiders van hun interventieverzoek aan Frankrijk aan de ene kant; een herdefinitie van de doelen van « Barkhane » en de wens voor nieuwe partners in de strijd tegen de moslimgroepen aan de andere kant. Europa zou zich hier uit puur eigenbelang moeten melden. Het zij gezegd dat Nederland en nu Denemarken in deze strijd een bescheiden bijdrage hebben geleverd / leveren.

Maar wat betreft de kalmering van de spanningen, opgevoerd door de toename van anti-Franse vertogen, is er weinig reden voor illusies. Het gaat er in feite niet meer om de buitenlandse jihadisten te verhinderen een heiligdom te vernielen in het noorden van Mali, maar te strijden tegen lokale gevechtsgroepen die zich bedienen van islamitische retoriek om de bevolking in hun greep te krijgen en de macht in ten minste drie landen over te nemen. Die bedreiging is meer dan verontrustend. Goed geworteld en autochtoon floreert zij bovendien door gebruik te maken van vaak voorouderlijke conflicten tussen de verschillende gemeenschappen, waardoor het Franse leger in een uiterst moeilijke positie gebracht wordt.

De salafisten in de Sahel maken ook met succes gebruik van conflicten over grond tussen landbouwers en herders, zelfs als hun religieuze opvattingen met de lokale tradities in botsing komen. Ze beschuldigen de traditionele leiders van misbruik van de controle over het komen en gaan, inclusief de wapenhandel, migranten en drugs. Zij buiten het terechte gevoel van onrechtvaardigheid uit bij de minder begunstigde delen van de bevolking, die als slaven beschouwd worden. Deze jihad stelt daar de corruptie en de onmacht van de Afrikaanse bestuurders aan de kaak inzake het verzekeren van het minimum van de prerogatieven van een Staat: veiligheid, rechtvaardigheid, gezondheidszorg en onderwijs.

Hoe zouden de Franse soldaten in dit soort geschillen als scheidsrechter op kunnen treden zonder als medeplichtigen van impopulaire en corrupte regimes beschouwd te worden? In mijn ogen een onmogelijke zaak. Parijs hoopt hier evenwel uit te ontsnappen door het noorden van Mali te verlaten, waar de Fransen worden beschuldigd van medeplichtigheid aan de irredentistische eisen van de Toearegs: de erkenning van een Groot-Toeareg-Staat. Parijs wil zijn troepen – dezer dagen versterkt met 600 soldaten – inzetten in de regio Liptako, grenzend aan Mali, Nigeria en Burkina Faso, waar de bedreiging van de jihadisten zich inmiddels concentreert.

Maar toch… de val sluit zich: de strijd voortzetten betekent een groeiend risico op het verstrikt raken in compromitterend gedrag met de lokale rooflegers. Maar terugtrekken is nog erger en levert de landen van de Sahel en hun bevolking over aan chaos en de greep van een religieuze dictatuur, met alle consequenties van dien voor immigratie en terrorisme, ook voor Europa. Er is meer dan één topconferentie van de G5 nodig om de verschillen van mening over de chaos in de Sahel op te lossen. De enige goede oplossing is steun voor de ontwikkeling van deugdelijke Afrikaanse democratieën, waarbinnen eindelijk respect is voor alle gemeenschappen en groepen van de bevolking.