Covid-19 bedreigt de Afrikaanse elite en de stabiliteit in Afrika

Civis Mundi Digitaal #96

door Jan de Boer

De zeventigjarige Abba Kyari had de gewoonte zich voor zijn kwetsbare  gezondheid te laten verzorgen  door bekende artsen in een ziekenhuis in Londen. Abba Kyari is de kabinetschef  van zijn vriend Muhammadu Buhari, de 77 jarige president van Nigeria die ook gedurende de laatste jaren verscheidene maanden in dat Londense ziekenhuis verbleef om zich voor zijn gezondheidsproblemen te laten behandelen. Eén van zijn negen dochters, net terug uit Londen, werd positief gediagnosticeerd inzake het Covid-19 en in quarantaine geplaatst. Abba Kyari werd waarschijnlijk tijdens een recent bezoek aan Duitsland door het coronavirus besmet en is nu gedwongen zich in zijn land, de belangrijkste economische macht in Afrika die nog geen 4 procent van zijn begroting aan de gezondheidszorg besteed, te laten verzorgen.

Het Covid-19 spaart de leidende, gemondialiseerde en reislustige klasse van Afrikaanse leiders niet, die door corruptie en ingepikte ontwikkelingshulp miljonairs geworden zijn. Zij geven enorme sommen uit voor medische behandelingen in de bekendste ziekenhuizen van Europa, Azië, Zwitserland, Saoedi-Arabië en Israël. In feite zijn zij de eerst getroffenen door het Covid-19. Nu worden ze, geblokkeerd in hun landen door de opschorting van vliegvluchten, gevolgd door het sluiten van de grenzen en sociale isoleringsmaatregelen, plotseling geconfronteerd met de concrete consequenties van hun politiek op een continent, dat zich tevreden stelt met slechts 1 procent van de mondiale uitgaven voor gezondheidszorg. De publieke ziekenhuizen in Afrika beschikken slechts gemiddeld over 1,7 bedden voor 1000 personen. De elite is nu voor het eerst in hun eigen val getrapt. Van Mali tot Zimbabwe, van de Democratische Republiek Congo (RDC) tot de Ivoorkust hebben de presidenten, hun raadgevers en ministers, net als hun familie en vrienden moeite om hun ongerustheid te verbergen.

Regeringen en parlementen zijn thuis sociaal geïsoleerd. Staten zijn politiek verlamd of in ieder geval vertraagd. In Burkina Faso zijn bijvoorbeeld tenminste 6 ministers en de chefstaf van het leger besmet door het virus. Het Covid-19 heeft de vorm van een allereerst politiek en stedelijk virus aangenomen en laat de gebreken van de macht zien. John Nkengasong, directeur van het Afrikaanse Centrum van Contrôle en Preventie van Ziekten verbonden aan de Afrikaanse Unie: «De politici zijn de eerst verantwoordelijken voor de gebreken van volksgezondheidssystemen en infrastructuren en moeten nu de eersten zijn om met de grootste spoed oplossingen te vinden». Deze Kameroense viroloog vreest het ergste door een totaal gebrek aan beschikbare hulpmiddelen, verwacht terecht miljoenen doden. «Waar het Covid-19 in bepaalde Afrikaanse landen allereerst de élite heeft getroffen, breidt het virus zich nu uit  naar de volkswijken waar de toegang tot de gezondheidszorg zo  slecht is dat het risico van een algemene verbreiding van het virus meer dan levensgroot is».

Hoe te rechtvaardigen naar de bevolking dat er slechts één beademingsapparaat is in de publieke ziekenhuizen van Conakry, de hoofdstad van Guinee? De president Alpha Condé, wiens macht steeds meer betwist wordt, had bovendien voorgewend dat hij de medische capaciteiten versterkt had na de epidemie van ebola in het westen van Afrika (2014-2016) die 11.300 doden tot gevolg had. In Congo zijn er niet meer dan een vijftigtal beademingsapparaten voor 80 miljoen inwoners op een gebied net zo groot als West-Europa. En bepaalde landen hebben er zelfs niet één. Wat de ongerustheid in de steden versterkt, is de sociale isolering die beschouwd wordt als nog extra vorm van onderdrukking en een verstikking van de vitale informele economie. Want miljoenen Afrikanen hebben slechts de keus tussen dood gaan van de honger of het virus. Zij kiezen noodgedwongen voor het virus om in de informele sector voor een schamel bedrag te werken om ‘s avonds iets te eten te hebben. Daar kan ook nog het gevaar van een tekort aan voedsel aan toegevoegd worden. Mijn contact, de Senegalese historicus Adama Aly Pam, ziet daarin de verenigde voorwaarden voor het ontstaan van stedelijke protestbewegingen van hun die niets te verliezen hebben om de regimes die tot dusverre onverschillig staan tegenover hun gezondheid en hun leven, te bestrijden. «De Afrikaanse stedelijke centra zijn ongelofelijke plaatsen van segregatie of het nu macht, geld, huisvesting of toegang tot gezondheidszorg betreft. Deze pandemie verscherpt de sociale ongelijkheden en versterkt de gevoelens van onrechtvaardigheid wat betreft de gezondheidszorg. Zij kondigen noodzakelijkerwijs politieke protestbewegingen aan in heel Afrika».

Met het risico dat deze eventuele sociale agitatie de regimes van de bejaarde staatshoofden met hun fragiele gezondheid en die moeite hebben de illusie van een sterke macht te onderhouden, verzwakt? De autoritaire regimes ten zuiden van de Sahara in Afrika «niet in staat om een minimum van greep op de sanitaire en economische schokken aan te tonen, zouden krachtig bestreden kunnen worden » , schrijven diplomaten  van het Centrum van Analyse, Verwachtingen  en Strategie ( CAPS) van het  Franse ministerie van buitenlandse zaken in een in de pers publiek gemaakte nota. In een andere aan Afrika gewijde studie onthuld door het economische blad La Tribune sluit de CAPS niet uit dat «deze  crisis de  laatste etappe van volksbewegingen tegen de Staat zou kunnen zijn». De massale uitbreiding van het virus en het presidentiële «0- doden» kunnen en naar mijn oordeel zullen volksopstanden ontketenen waarvan alleen de gedachte  daaraan bij de machthebbers en de hun omringende elite nu paniek zaait en die met hun onzekere uitkomsten de stabiliteit in deze Afrikaanse Staten zullen aantasten met alle nu extra noodlottige consequenties van dien.

 

Geschreven op 15 april