Covid-19, honger en armoede

Civis Mundi Digitaal #97

door Jan de Boer

Ik wil u hier graag een doodeenvoudige vraag stellen: waarom schijnen de levens die we nu proberen te redden in de strijd tegen Covid-19 belangrijker te zijn dan de levens die we gewoonlijk niet redden? Er zijn duidelijke antwoorden te horen: Covid-19 doodt niet alleen arme mensen, of: Covid-19 is een nieuw verschijnsel, dat miljoenen mensen kan doden. Maar voor mij zijn deze antwoorden niet afdoende. Er zijn immers bepaalde ziekten, waarvoor nauwelijks geld wordt uitgetrokken om ze te bestrijden, die ook miljoenen mensen doden. Honger en armoede doden volgens de « Food and Agriculture Organization » (FAO) iedere dag 25.000 mensen op onze onherbergzame planeet. Om die uit te bannen moet er in de hele wereld 1 miljard euro per dag worden gevonden, terwijl in de strijd tegen het Coronavirus alleen Frankrijk al niet aarzelt om het dubbele uit te trekken.

Uit moreel oogpunt wordt het antwoord er ook niet eenvoudiger op. Is het laten sterven van oudere mensen, of het kiezen tussen zieke mensen omdat men ze niet allemaal tegelijkertijd kan verzorgen, werkelijk moreel ondraaglijker dan te weten dat men, in alle landen ter wereld, doodt dankzij wapens die vol trots gefabriceerd en verkocht worden? Oorlogen en hun directe gevolgen doden alleen al meer dan 100.000 baby’s per jaar. Uit filosofisch en antropologisch oogpunt zijn de aangedragen antwoorden hierop voor mij ook niet voldoende. Dat de « oorlog » tegen Covid-19 de uitbreiding van een uitzonderingsstaat noodzaakt, is ongetwijfeld juist, maar moet deze strijd werkelijk zoveel kosten?

Covid-19 is een directe oorlog die in korte tijd verloren of teruggebracht kan worden. Waarschijnlijk is Covid-19 op lange termijn een verschijnsel vergelijkbaar met zoveel andere ziekten, iets waarmee we moeten leren leven – net als overigens de nog komende infectieziekten, veroorzaakt door de verwoesting van ecosystemen en biodiversiteit, versterkt door een gigantische bevolkingsaanwas en klimaatopwarming. Covid-19 zal in de toekomst meer of minder personen doden dan onze gebruikelijke soorten griep, maar zonder twijfel altijd veel minder mensen dan honger, ondervoeding, klimaatopwarming, oorlogen of een combinatie van dit alles.

Waarom heeft men Covid-19 op zo’n onlogische manier bestreden in verhouding tot de logica van het systeem zelf? Waarom en hoe heeft men kunnen denken dat een in het verleden begane vergissing – het niet beschikken over voldoende middelen om een dergelijke epidemie te bestrijden – op een zo radicale manier ons heden en misschien ook onze toekomst zou moeten veranderen?

Als men heeft besloten om alles in gevaar te brengen, is het alleen omdat men niet kan accepteren dat we gedurende enige eeuwen (laten we zeggen ten minste twee eeuwen, sinds de industriële revolutie) hebben geleefd zonder ons op een dergelijke situatie voor te bereiden. Het is slechts een materieel probleem – het gebrek aan middelen, IC-bedden, maskers, testen… – dat deze onvoorbereidheid heeft veroorzaakt, en ertoe heeft geleid dat plotseling al het andere niet meer van belang meer is; althans, in de ogen van hen die nog altijd moeten rechtvaardigen dat we miljoenen mensen laten sterven.

Covid-19 is zonder twijfel niet die kleine gebeurtenis (waaraan heel wat woorden gewijd worden) die de machine, waarvan we de noodrem niet meer kunnen vinden, zal doen stoppen. Maar hoe zal deze historische gebeurtenis « onvergelijkbaar met alles wat men voorheen heeft moeten doorstaan » over enige tijd beschouwd worden? Een uiteindelijk onverwachte situatie die onze beschaving niet zal markeren. Een radicale maar vluchtige verandering van onze manier van leven die slechts te wijten is geweest aan materiële oorzaken, die ongelukkigerwijs alleen die mensen duurzaam treffen die altijd al het slachtoffer zijn van de schokken en stuiptrekkingen van het kapitalisme.

 

Geschreven op 29 april 2020