Civis Mundi Digitaal #97
In Azië vragen de media zich af of er sprake is van een Vietnamees wonder, wat betreft de Covid-19 pandemie. Het aantal infecties is inderdaad uiterst gering. Op 17 april rapporteerde het Vietnamese ministerie dat er slechts 268 besmettingsgevallen waren, waaronder 171 personen die al genezen het ziekenhuis hadden verlaten. Officieel is er nog geen enkele dode te betreuren.
Dit buurland van China heeft, wijs geworden door eerdere epidemieën als SARS, zeer vroegtijdig op de funeste consequenties van een mogelijke epidemie van het nieuwe coronavirus geanticipeerd door al op 1 februari zijn grenzen met China te sluiten en de scholen na het Vietnamese Nieuwjaar (het Tết) halverwege januari gesloten te houden. Bovendien heeft de regering in maart het hele land een strenge lockdown opgelegd, met daarbij in februari massale quarantaines in een aantal door het coronavirus getroffen gemeentes. « De eerste evaluatie van het risico vond al begin januari plaats, direct na de Chinese aankondiging van de eerste besmettingsgevallen, » liet Kidong Park, de vertegenwoordiger van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO in Hanoï weten. De vice-premier, Vu Duc Dam, kondigde vorige week aan dat het virus onder controle was.
Als er al sprake is van een « Vietnamees wonder » heeft dat geen geheimen: het grootste wonder is namelijk dat er geen wonderen bestaan. Het « Vietnamese wonder » is het resultaat van een zeer doeltreffende politiek inzake identificering en het volgen van geïnfecteerde groepen en personen, en van hun die infectierisico lopen. Deze strategie steunt op een systeem van strenge controle van de bevolking, een kenmerk is van het autoritaire bewind dat in het land aan de macht is sinds de « bevrijding » van Saigon door de communistische troepen in 1975. Een Frans-Vietnamese kennis, schrijver/dichter, die absoluut anoniem wil blijven, liet mij bij zijn terugkomst vanuit Parijs in Ho Chi Minhstad (het vroegere Saigon) weten: « Toen een test uitwees dat ik drager was van het coronavirus, heeft men mij onmiddellijk een formulier laten invullen waarop ik de namen van alle personen die ik recentelijk had ontmoet of gesproken, moest invullen. Alle passagiers en leden van de bemanning van het vliegtuig waarmee ik gekomen was, werden getest en in quarantaine geplaatst. Deze auteur, die zijn leven verdeelt tussen Parijs en zijn geboorteland, zegt: « In Vietnam aarzelt de politie niet om je desnoods midden in de nacht te waarschuwen dat een van je kennissen is geïnfecteerd. Het is een systeem dat erg in de privésfeer indringt, maar het overgrote deel van de bevolking aanvaardt het. »
De overtreders van de regels van dit systeem worden zeer streng bestraft. In maart werd een burger die geen masker wilde dragen veroordeeld tot negen maanden gevangenisstraf. Het samengaan van de Confuciaanse filosofie en het politieke autoritarisme blijkt hier dus zijn vruchten af te werpen. Vietnam is met Laos en Cambodja een van de drie Zuidoost-Aziatische landen die officieel geen enkel dodelijk slachtoffer van Civid-19 hoeven te betreuren. Wat de betrouwbaarheid van de cijfers van beide andere landen betreft, heb ik – zacht gezegd – mijn twijfels, maar die van Vietnam lijken mij betrouwbaar, gezien de uitspraken van de WHO en zeker die van mijn internet-vriend die een paar dagen geleden het ziekenhuis heeft verlaten: « Het ziekenhuis was beslist niet overladen, het was er zelfs relatief rustig. En in Vietnam volgt iedereen de sociale media: een grote epidemie kan je moeilijk verbergen. » Meegesleept door het succes, dat vergeleken wordt met de overwinning op het « algemene lente-offensief » van de Amerikanen en hun Zuid-Vietnamese bondgenoten in 1968, durft Hanoi nu zelfs Peking, waarmee het slechte relaties heeft, uit te lachen. Waar Peking in het kader van de « corona-diplomatie » medisch materiaal naar het buitenland exporteert, heeft Vietnam gratis een half miljoen maskers aan Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje, het Britse koninkrijk… ter beschikking gesteld. Op 6 april hebben de media deze strategie gefilmd: een handvol Europese ambassadeurs in Vietnam kreeg dozen met maskers op het Vietnamese ministerie van buitenlandse zaken. Hanoi is zijn buren Cambodja en Laos, waar zijn invloed de laatste jaren duidelijk was afgenomen ten gunste van China, ook niet vergeten: zo’n 800.000 maskers werden aan deze kleine landen geschonken.
De stevige relatie met de Verenigde Staten die zich op geopolitiek gebied ontwikkelt, wordt nog versterkt door de bestelling van 450.000 stuks integrale beschermingskleding, gefabriceerd in Vietnam. In Vietnam krijgt het « lente-offensief » met andere middelen een vervolg dan in 1968…
Wat mij verbaast en ergert, is dat zo’n verplicht identificatie- en volgsysteem – toch de voorwaarde om met succes het virus te bestrijden, of het nu naar Vietnamees model is of naar dat van democratische landen als Zuid-Korea en Taiwan – in de westerse, geïndividualiseerde en duidelijk minder gedisciplineerde landen niet ingevoerd kan worden. Zelfs als het tijdelijk en door de volksvertegenwoordiging gecontroleerd zou zijn, met een vrije pers als waakhond, lijken individuele vrijheden (tenzij men bang is voor de ontdekking van een minnaar/minnares?) zwaarder te wegen dan tienduizenden dodelijke slachtoffers en overvoerde ziekenhuizen met oververmoeid personeel.
Geschreven op 28 april 2020