Civis Mundi Digitaal #97
Covid-19 heeft ook de nodige consequenties voor het ruimtevaartprogramma van de NASA. Zij tracht nu strategische keuzes te maken om de missie naar Mars dit jaar hoe dan ook door te laten gaan. Aan die reis wordt hard gewerkt door teams die, ook voor hun eigen bestwil, onderworpen zijn aan draconische sanitaire eisen. Het mag niet gebeuren dat een machine als de robotwagen Perseverance, die straks op zoek gaat naar sporen van leven op de rode planeet, deze vervuilt met meegenomen organische materie. Deze missie, die 2 miljard dollar kost, moet in juli vanaf de basis Cape Canaveral in Florida gelanceerd worden. Lukt dat niet, dan moet er gewacht worden tot 2022. Want om redenen van onderlinge planetaire posities kan zo’n lancering maar één keer in de 26 maanden plaatsvinden. En dat uitstel wil de NASA kost wat kost voorkomen.
Op donderdag 19 maart jl. maakte Jim Bridenstine, de manager van NASA, in het kader van deze strategische keuzes bekend dat de activiteiten in het ruimtecentrum John C. Stennis, waar de raketmotoren getest worden, en op de assemblage-werkplaats in Michoud (Louisiana) gestopt worden. De werkzaamheden inzake de ontwikkeling en constructie van het Space Launch System en de voor bewoning bestemde capsule Orion zijn eveneens beëindigd. Deze zaken zijn het hart van het Amerikaanse project voor terugkeer naar de maan; dit project is nu dan ook tot een nader te bepalen datum uitgesteld.
Vrijdag 20 maart werd er weer in het ruimtevaartprogramma gesneden, en werd bekend gemaakt dat het werk aan de James Webb Space Telescope (JWST), de opvolger van de befaamde maar ouder wordende Hubble, opgeschort wordt. Aan dit uitermate ingewikkelde project, een telescoop van tien miljard dollar, wordt nu onder andere in Californië de laatste hand gelegd: een staat die sterk door Covid-19 is getroffen. Dit project is veel duurder geworden dan gepland en kost ook steeds meer tijd: men ging er oorspronkelijk vanuit dat de JWST in 2007 (!) gelanceerd zou worden. Nu is de planning dat deze telescoop in 2021 werkzaam zal zijn.
Alles wordt in het werk gesteld om de lancering van de missie naar Mars in juli plaats te doen vinden. Het is een reis van zeven maanden, en als alles goed verloopt, arriveert de Perseverance op 18 februari 2021 op de geplande plek op de rode planeet. De assemblage van raket, robotwagen, etc. staat gepland voor de maanden april, mei en juni. De NASA werkt onder hoogspanning, gezien de concurrentie. De samenwerkende Europeanen en de Russen hebben op 12 maart wegens verschillende technische problemen de handdoek in de ring gegooid en hun missie ExoMars uitgesteld tot 2022. Maar dat is niet het geval bij de Chinezen, die een zeer ambitieus Mars-project hebben en erop rekenen hun Huoxing-1 op 23 juli te lanceren. De Chinese ruimteactiviteit is ondanks de pandemie altijd doorgegaan. De Chinezen willen tonen dat zij snel en zelfstandig deze verlammende pandemie hebben overwonnen. Meer dan ooit hebben ze de Amerikanen onder druk gezet. De ruimte-activiteiten van de supermachten zijn dan ook (vooral?) bestemd om elkaar vanuit de ruimte dwars te zitten, desnoods met oorlogen: Star Wars.
Ik vraag mij twee zaken af. Zoals ik destijds in mijn artikel over het ontstaan van de mensheid schreef, is het kenmerk van de homo sapiens wellicht het steeds verder ontdekken van wat onbekend is, ten goede en vooral ook ten kwade. Mijn vraag is: wat heeft dit dure Mars-avontuur voor meerwaarde boven de inspanningen om op deze aarde goede levensvoorwaarden in stand proberen te houden, iets waarvoor onvoldoende middelen uit worden getrokken? Een tweede vraag die veel wetenschappers op dit moment verontrust: wat kan er gebeuren met door de robotwagen verzamelde grondmonsters wanneer daar – en dat is niet onwaarschijnlijk – totaal onbekende bacteriën en virussen in zitten, die op onze planeet een ongekende en levensbedreigende pandemie kunnen ontketenen? Een 0-risico bestaat niet!
Geschreven op 12 april 2020