Civis Mundi Digitaal #98
Donald Trump is de eerste westerse leider die zich sinds de jaren 1970 frontaal tegen Peking heeft opgesteld. Geen enkele Amerikaanse president heeft een dergelijke vijandigheid tegen het post-maoïstische China getoond. Met Xi Jinping als grote roerganger heeft China ook een ander profiel gekregen: de tweede economie van onze wereld daagt Amerika uit. Waar gaat deze strijd op uit lopen ?
De pandemie van het Covid-19 met zijn economische gevolgen heeft een grief te meer aan de beschuldigingen van de Verenigde Staten aan het adres van de Chinese leiders toegevoegd: een systematisch gebrek aan respect voor de internationale regels inzake concurrentie, industriële en technologische digitale piraterij, militair geweld in de Zuid -Chinese Zee, spanningen rond Taiwan, enz. Trump heeft de Amerikaans-Chinese relatie in vuur en vlam gezet. Voorheen was Amerika ervan overtuigd dat de voordurende ontwikkeling van uitwisselingen met China daar onvermijdelijk een vorm van politieke liberalisatie zou brengen. Het ontstaan van een brede gegoede middenklasse zou het Chinese regime doen evolueren: een win-win situatie. Maar het China van Xi-Jinping heeft deze illusies naar de prullenbak verwezen. Zij heeft de centrale rol van de Communistische Partij in de hele Chinese maatschappij inclusief de economie bevestigd. Zij heeft het land onderworpen aan de persoonsverheerlijking van Xi-Jinping en een marxistisch-leninistische kuur met een Mao-saus. Geholpen door een digitale surveillering wordt elke andere gedachte de kop ingedrukt. Zij liberaliseert noch de economie, noch haar politiek systeem, zij wordt steeds meer autoritair. Een oude Chinese traditie: zij laat geen enkele buitenlandse kritiek toe die zij – en lang niet altijd ten onrechte – over één kam scheert met de weigering van het Westen de terugkeer van China als wereldmacht te erkennen.
Xi-Jinping denkt op lange termijn. De onmiddellijke rentabiliteit van het kapitaal is zijn zorg niet. Hij gelooft in de superioriteit van een «Chinees model» met nu al exceptionele prestaties. Hij laat duidelijk zijn doelstelling weten: China maken tot een dominerende macht op het gebied van bepaalde technologieën die het economische landschap in de toekomst gaan bepalen. Zoals de Verenigde Staten het na 1945 deden, gebruikt nu China zijn economisch gewicht om de wereld zo veel mogelijk naar haar belangen in te richten. Allereerst door het beschermen van haar manier van regeren – één partij, etc. De verdiensten daarvan op te hemelen en het regime dat sinds de Koude Oorlog doorgaat als de best mogelijke regering: de liberale democratie, af te kraken. Vandaar de diplomatie van Xi Jinping die de democratie verwerpt en de doeltreffendheid van de autocratie, het despotisme, de hemel in prijst. Is het een strijdvaardige retoriek voor alleen binnenlandse doelstellingen of een antwoord van een expansionistische Communistische Partij op de Amerikaanse bekeringsijver van na 1945 (en meer nog van na 1989)? Of politiek utilitarisme, gerichtheid op het onmiddellijk nut, of ideologische overtuiging ? Waarschijnlijk allebei tegelijk.
De ideologische strijd tegen het Westen, met name tegen de Verenigde Staten, geeft aan aanvulling aan de voorang voor economische, technologische, ruimtelijke en maritieme macht. Het meest actuele front is: de strijd om het vaccin tegen het Covid-19. De eerste die dat uitvindt, slaat ook een belangrijke geopolitieke slag. Dus wordt er niet samengewerkt, maar wel wederzijds bespionneerd.
Barack Obama was de eerste president die het nodig achtte China het hoofd te bieden. Hij vroeg daarbij de gecoördineerde steun van zijn Europese bondgenoten en die van de Grote Oceaan. In naam van «America first» voert Trump een «strategie van de accountant van om de hoek» en hij misprijst zijn bondgenoten. Wat hem eigenlijk alleen interesseert, is het evenwicht van zijn handelsbalans. Hij strijdt temeer alleen tegen Peking omdat hij beloofd heeft dezelfde tarievenstrijd als nu tegen China tegen Europa te gaan voeren, mocht hij in november als president herkozen worden.
Tot hoever kan Trump gaan in zijn wil de Amerikaanse economie van die van China te ontkoppelen ? Het verbieden van Wall Street aan Chinese ondernemingen? Het drastisch inperken van de relaties van de Silicon Valley met de Chinese «high-tech» en deze te onderwerpen aan zijn goedkeuring? Het verbieden van alle wetenschappelijke samenwerking tussen beide landen ? Het begrenzen van investeringen in China door een publiek federaal pensioenfonds? Laten we ons niet vergissen: mocht Joe Biden in november als president gekozen worden, dan zal hij graag een aantal van deze maatregelen overnemen en ook van harte steunen. Om zijn échec in de strijd tegen het Covid-19 te maskeren, heeft Trump besloten om ook voor zijn herverkiezing op 3 november een hysterische anti-Chinese campagne te voeren.
Trump en Xi-Jinping, twee nationalististische egotrippers in het kwadraat, de twee grootste machten recht tegenover elkaar: in de geschiedenis heeft zo’n configuratie zelden een gunstig en vreedzaam vervolg gehad. En wat doet het verdeelde Europa in dit kader? Het doet mij denken aan het kinderversje: «’k zag twee beren broodjes smeren,... en ik keek er naar». Naar een geopolitieke botsing van de eerste orde.
Geschreven op 24 mei 2020