Civis Mundi Digitaal #98
In een Europa met door Covid-19 hernieuwde grenzen kunnen we weer wat internationale vergelijkingen maken. Frankrijk komt er dan slecht uit. Met een daling van 5,8 procent van zijn Bruto Binnenlands Product (BBP) in de eerste drie maanden van 2020 in vergelijking met de laatste drie maanden van 2019, noteert zij de slechtste prestatie van de grote landen in de Eurozone: gemiddeld -3,8 procent. Terwijl het op 15 mei verwachte cijfer van Duitsland naar verwachting rond -2 procent zal liggen, is de Franse economie meer gekrompen dan die van Spanje (-5,2 procent) en Italië (-4,7 procent). En dat terwijl het eerste kwartaal van 2020 slechts het begin van de lockdown-periode in Frankrijk was die de economie verlamd heeft. « Het zwaarste in economisch opzicht moet nog komen, » zei de Franse minister van economie, Bruno Le Maire, onlangs.
De bijzonder brute teruggang van de activiteit in Frankrijk, de grootste terugval sinds 1949, stelt de nodige vragen niet alleen over de structurele moeilijkheden van het land, maar ook over bepaalde aspecten van het crisisbeleid door president Macron en zijn regering onder premier Philippe. Aan de buitengewone centralisatie, die aanpassing aan de heel verschillend getroffen regio’s verhindert, en de veel strengere lockdown dan bij de buurlanden, kan een autoritair beleid toegevoegd worden. En dat in het land dat al in conflict was met de « gilets jaunes » en over de hervorming van het pensioenstelsel. Met de ambivalente communicatie van de regering – « wij zijn in oorlog », maar « blijf thuis » en « laten we de werkers huldigen » – het veel te lang durende gebrek aan maskers en tests en nu een bureaucratisch ingewikkeld nationaal protocol voor werkhervatting, weegt dit alles zwaar op de Franse economie.
De regeringen van de buurlanden kennen vergelijkbare moeilijkheden, maar die vinden daar plaats in een veel minder gespannen en argwanende sfeer. Terwijl 62 procent van de Fransen verklaart ontevreden te zijn over de maatregelen van de regering, is volgens een recente Europese peiling door Ipsos-Cevipof slechts 26 procent van de bevolking in Duitsland dat. Als gevolg van hun negatieve beoordeling van het regeringsbeleid in de pandemie, maar ook door de verslechterde economische situatie verwacht 64 procent van de Franse bevolking zeer ernstige gevolgen, tegenover 39 procent van de Duitsers.
De Franse schizofrenie bestaat eruit alles te verwachten van de centrale staat en tegelijkertijd het verwerpen van diens autoriteit, die alle lokale verantwoordelijkheden uitbant. Dit is een Franse ziekte, net als de verinnerlijking van een ondergangsgevoel dat niets onoverkomelijks heeft. Maar deze keer, nu alle economieën getroffen zijn door hetzelfde kwaad, stelt deze Franse terugval de Eurozone en de Europese Unie voor een harde test. Met een huidige, wat grotere verwijdering tussen Berlijn en Parijs, die Frankrijk op zijn minst symbolisch in het kamp van de Zuid-Europese landen brengt – met alle bijbehorende negatieve clichés – brengt de zeer matige Franse economie het gevaar mee de kloof te versterken. Aan de ene kant zijn er de noordelijke landen van het continent, die minder door het coronavirus zijn getroffen en zich sneller herstellen, en aan de andere kant de in forse schulden gestoken zuidelijke landen, die daardoor gehandicapt zijn in hun economisch herstel.
Heel wat erger dan de financiële crisis van 2008, draagt de door het coronavirus veroorzaakte schok het gevaar in zich van een ineenstorting van de Europese Unie, hetgeen in alle opzichten, ook geopolitiek, een ramp zou zijn. Dit versterkt dus de absolute noodzaak van deugdelijke mechanismen van wederzijdse hulp en bijstand, waarbij de noordelijke landen, inclusief Duitsland, moeten beseffen dat hun welvaart voor een belangrijk deel te danken is aan hun export naar de zuidelijke landen. Maar hoelang blijft Macron, die zich als kampioen van deze Europese solidariteit opwerpt, nog geloofwaardig in deze rol, als Frankrijk met een gigantische staatsschuld steeds weer zijn financiën uit de hand laat lopen?
Geschreven op 11 mei 2020