Rusland: Poetin, nationalisme en de tweede wereldoorlog

Civis Mundi Digitaal #100

door Jan de Boer

De kleptocraat Poetin mag dan met een grondwetswijziging en een daartoe gehouden referendum met ongetwijfeld vervalste uitslagen theoretisch tot 2036 aan de macht blijven, zijn populariteit is fors afgenomen. Dat komt met name door behandeling van de pandemie van het Covid en de kwalitatief en kwantitatief onvoldoende medische zorg in het achterland. Vooral speelt dat in tegenstelling tot zijn beloften voor meer voorspoed voor de hele bevolking er een steeds dalende koopkracht is. Hij wil nu zijn populariteit opvijzelen via een fervent nationalisme – de Russische bevolking is daar altijd gevoelig voor geweest mede dank zij een zeker « messianisme » in het Russische denken – met als gevolg in dat kader geschiedvervalsing.

Op 18 januari verklaarde de chef van het Kremlin: « Wij gaan al die smerige bekken sluiten van hen die in het buitenland de geschiedenis proberen te herschrijven ». Tijdens een ontmoeting met patriottistische organisaties in St. Petersburg beloofde hij voor « exacte en fundamentele informatie » te zorgen. Zes maanden later publiceerde de president een lang artikel waarin hij het Westen beschuldigde van een anti-Russisch « revisionisme » inzake de tweede wereldoorlog. « Een gevaarlijk iets » volgens hem, want dat kan « de principes van een vreedzame ontwikkeling » op de wereld destabiliseren.

In deze tekst, niet gepubliceerd in de Russisch media, maar in het Amerikaanse conservatieve blad « The National Interest » schrijft Poetin over de Russische invasie en de integratie van de Baltische Staten in de USSR na de oorlog. Hij verzekert, steunend op niet genoemde– en volgens mij niet bestaande – historische teksten, dat « deze annexatie gebeurd is op contractuele basis met instemming van de gekozen autoriteiten en in overeenstemming met het internationale en staatsrecht in die tijd ». Uitspraken die de spanningen met de drie Baltische Staten nog wat meer vergroten. In een gemeenschappelijke verklaring op 7 mei beschuldigden de leiders van de Staten Litouwen, Letland en Estland Moskou ervan de geschiedenis te vervalsen en eisten « waarheid en rechtvaardigheid » inzake de verantwoordelijkheid van de USSR voor de ontketening van de oorlog.

Om de rol van Moskou te verdedigen, schrijft Poetin over de onderhandelde akkoorden met nazi-Duitsland voor de oorlog. Hij verdenkt de Europeanen ervan met Hitler in de marge van de akkoorden van München, getekend op 30 september 1938 door Frankrijk en het Britse koninkrijk, « geheime protocollen » overeen gekomen te zijn in de hoop een oorlog te vermijden door de onafhankelijkheid van Tsjechië te bezegelen. Hij verklaart dat Parijs en Londen weigeren de archieven  te openen om zo de waarheid te tonen. De chef van het Kremlin verzekert overigens dat de USSR « het laatste land te midden van alle Europese landen was » om een pact met Hitler te sluiten en zegt dat de Sovjet-Unie in het begin niet van plan was om zijn buurlanden binnen te vallen. Poetin verdedigt zelfs het niet-aanvalsverdrag met nazi-Duitsland, het pact Molotov- Ribbentrop van 23 augustus 1939, waarin Moskou en Berlijn Oost-Europa met name Polen onderling verdeelden. Voor Poetin die zegt te steunen op archiefdocumenten – welke is niet bekend… -, is Warschau niet langer een slachtoffer, maar heel duidelijk de grote schuldige. « De fout van deze tragedie ligt volledig bij de Poolse autoriteiten », schrijft hij, waarbij hij Warschau beschuldigt van medeplichtigheid met Hitler in de maanden voorafgaande aan de invasie.

In de loop der jaren en na politieke spanningen met Warschau heeft Poetin zijn historische lezing veranderd. In 2009 beschreef hij in de Poolse krant « Gazeta Wyborcza » het niet-aanvalsverdrag met de nazi’s in minder afkeurende termen: « Zonder enige twijfel hebben wij goede redenen om het pact Molotov-Ribbentrop te veroordelen. Maar een jaar eerder hadden Frankrijk en het Britse koninkrijk een triest genoeg beroemd verdrag met Hitler in München gesloten », legde hij uit. Om daaraan toe te voegen: « Nu begrijpen wij dat alle vormen van geheime samenwerking met het nazi-regime moreel onaanvaardbaar waren». Dit soort van mild veroordelende woorden gebruikt hij niet meer in zijn tekst voor « The National Interest ».

De relaties met Warschau worden steeds slechter, de geschiedenis is veranderd in een politiek onderwerp. Moskou beschuldigt Polen bovendien van te hebben bijgedragen aan de ontketening van het conflict. Dit tot grote verontwaardiging van Warschau en zijn Westerse bondgenoten. Op 17 januari, de datum van de 75 ste verjaardag van de inname van Warschau door het rode leger, zette het Russische ministerie van defensie de vrijgegeven archieven op internet om zo te bevestigen dat de Poolse verzetstrijders joden en Oekraïners hadden « vernietigd ». Een paar dagen daarvoor, op 24 december 2019, had Poetin in eigen persoon voor een gehoor van hoge militairen de « geheugen-oorlog » opnieuw aangewakkerd. Hij verzekerde zijn publiek dat hij kennis genomen had van na 1945 in Europa door het rode leger in beslag genomen archieven die bewijzen dat verschillende landen waaronder Polen samenspanden met Hitler. Volgens hem had Polen tot een « entente met de nazi’s » besloten en op een « antisemitische manier » gehandeld.

De door Westerse historici afgekraakte beschuldigingen van Moskou vermenigvuldigden zich sinds het Europese parlement in september 2019 een resolutie aannam over de invasie en verdeling van Polen waarin verklaard werd dat de oorlog « het directe resultaat was van het niet-aanvalsverdrag tussen Nazi-Duitsland en de Sovjet Unie ». Sindsdien bevestigt Poetin onophoudelijk dat de Westerse mogendheden naar mogelijkheden zoeken om de rol van de USSR te « verdraaien » om zo haar aandeel in de overwinning ten koste van 23 miljoen Russen te minimaliseren. Het is het onderwerp dat centraal staat in de toespraken van het Kremlin over zijn macht en zijn prestige.

Op 9 mei, de dag van de Duitse capitulatie vis-à-vis Moskou, vierde de president een « onoverwinnelijk Rusland ». Waar de autoriteiten nauwelijks een collectieve bezinning op het verleden aanmoedigen, zijn de « grote patriottische oorlog » en de overwinning op Nazi-Duitsland het referentiekader geworden van het Kremlin voor het gronden van een nationale identiteit en het versterken van het patriottistische sentiment… En zoiets belooft nooit veel goeds.

 

Geschreven op 6 juli 2020