Civis Mundi Digitaal #102
Tegenwoordig zie je regelmatig de term ‘disruptie’ opduiken, vooral in de hoek van het management. Het woordenboek zegt dat disruptie ‘ontwrichting’ betekent. Ontwrichting is een vorm van verandering: een ernstige verstoring van een normale gang van zaken. De verstoring kan op verschillende terreinen plaatsvinden en diverse oorzaken hebben. Een recente verstoring met grote maatschappelijke gevolgen is midden vorige eeuw ingezet door de digitalisering van informatie technieken. Eerdere disruptieve processen vonden plaats na de uitvinding van het vuur maken, de boekdrukkunst, de stoommachine…
Corona
Een recent voorbeeld van een disruptieve oorzaak is het coronavirus. Het ontwricht de normale omgang-met-elkaar en heeft een dramatisch effect op sommige levens en op de economie. Alleen, het is een virus en geen menselijke techniek en blijft dus buiten beschouwing in dit artikel. Bovendien: de aard van de disruptie zal mogelijk anders zijn. De technologische processen zoals ik hier bedoel hebben een blijvende maatschappelijke verandering teweeggebracht. Het blijvende karakter van de coronaverandering staat niet vast. Ook al zal de wereld nooit meer hetzelfde zijn: de zichtbare herkenbaarheid van de verandering zal na verloop van tijd wegebben en alleen nog een paar zinnetjes in een geschiedenisboek opleveren, zoals de builenpest, de pokken en de Spaanse griep.
Digitalisering
In de tweede helft van de vorige eeuw werd steeds meer overgeschakeld van analoge technieken als spraak, schrift, telefoon en televisie naar het gebruik van apparaten waarin transistors gebruikt werden die via digitale toestanden – vaak 0 en 5 volt – de informatie van de ene plak naar de andere transporteerden. Met deze techniek konden ook gegevens bewaard en met elkaar vergeleken worden. Door gebruik te maken van de flip-flop techniek en logica kon gerekend worden (door gebruik te maken van het tweetallig talstelsel). Hieruit ontstonden de computers (rekenaars). Via interfaces kon het digitale omgezet worden naar het analoge. Daardoor was het op een beeldscherm te lezen en in konden mensen het resultaat van een bewerking begrijpen. Tot zover ging het nog om een ‘ondersteunende’ technische hulp bij de informatieverwerking. ‘Oude’ manieren-van-met-elkaar-omgaan konden gehandhaafd worden, bedrijfsvoeringen hoefden niet fundamenteel veranderd te worden, in de privé-sfeer was er een speeltje bijgekomen en waren computers een veelbesproken onderwerp op verjaardagsfeestjes.
Disruptie
In 1969 werden in de VS militaire computers in een netwerk met elkaar verbonden zodat ze met elkaar konden communiceren (gegevens uitwisselen). Er was een ‘internet’ gemaakt (het Arpanet). Dat internet bleek via protocollen voor diverse doeleinden gebruikt te kunnen worden. Eén van de diensten was het wereldwijde web (www), dit werd mogelijk nadat door de VS het internet werd opengesteld voor bedrijven en particulieren. Vanaf dat moment (1993) ontstonden disruptieve processen waardoor bestaande manieren van met elkaar omgaan fundamenteel veranderden.
Door technologische innovatie werd de capaciteit en de snelheid van de apparatuur verbeterd. Er ontstonden nieuwe toepassingen zoals de smartphones, apparaten gingen rechtstreeks met elkaar communiceren (Internet of Things, IoT) en algoritmes (vaste opeenvolging van processoropdrachten) werden ontwikkeld die kunstmatig intelligent (AI) waren. Menselijke beslissingen werden en worden, steeds meer, overgelaten aan apparaten. De invloed van de smartphone is disruptief geweest op het microniveau-van-communiceren. Met name op het mesoniveau zijn twee ontwikkelingen disruptief: robotisering en platformisering.
Robotisering
Onder robotisering versta ik het overnemen van taken die eerst door mensen gedaan werden maar nu door machines die aangestuurd worden door informatietechnologie (computers). De opdrachten worden door mensen gegeven en door de machine uitgevoerd. Daaronder versta ik ook allerlei door een computer uitgevoerde administratieve en besluitvormingsprocessen. Een robot is dan niets anders dan een uitgebreide computer. Robotisering is disruptief op het moment dat fundamentele veranderingen in de bedrijfsvoering noodzakelijk zijn. Zo’n fundamentele verandering is bijvoorbeeld het met veel minder mensen, die ook andere vaardigheden behoeven, een product maken. Dit heeft grote maatschappelijke gevolgen naarmate de robotisering zal worden doorgevoerd. Naarmate productie-met-robots goedkoper wordt en het produceren met minder mensen gedaan kan worden, zal het disruptieve duidelijker worden. Dit zal in toenemende mate een maatschappelijk probleem opleveren, met name op het gebied van de inkomensvoorziening.
Platformisering
Een platform is een dienstverlening die met gebruikmaking van robotisering en internetcommunicatie mensen en groeperingen met elkaar in verband brengt rond een specifiek onderwerp of bedoeling. Een vertaalprogramma als Google Translate brengt geen mensen bij elkaar en is daarom geen platform, ook al maakt het gebruik van het internet en vertaald het automatisch. Twitter bijvoorbeeld zie ik wel als een platform omdat hiermee iemand die denkt iets te vertellen te hebben, in contact gebracht wordt met iemand die nieuwsgierig is. De disruptie wordt veroorzaakt doordat analoge nabijheid en/of bekendheid niet nodig zijn (spraak of briefwisseling), waardoor de communicatie anders verloopt en totaal nieuwe mogelijkheden biedt. Een recent voorbeeld van disruptieve platforms zijn de webwinkels. Doordat veel mensen er gebruik van maken heeft dit tot een kaalslag van fysieke winkels geleid.
Vervreemding
Internet, een hogere welvaart, globalisering… Verschijnselen die ertoe bijdragen dat mensen minder plaatsgebonden zijn. Afstanden spelen minder een rol. Persoonlijk contact is gemakkelijker geworden: je kunt elkaar vanuit bijna iedere plek bereiken zonder fysieke nabijheid. Dit is een aanwinst, maar heeft ook een andere kant. De contacten zijn minder persoonlijk. Natuurlijke (intuïtieve) remmen werken minder: sommigen voelen zich minder verantwoordelijk voor wat ze communiceren; nepnieuws kan zich razendsnel verspreiden; een belediging lucht op, de ander kan toch niks terug zeggen, hij of zij kan mij geen klap geven. Doordat je niet eens meer de deur uit hoeft om iets te kopen, gaat het gevoel weg over wat er lokaal gebeurt. Een T-shirt heeft alleen een prijs, je weet niet wie het gemaakt heeft. Een transactie is puur een financiële afhandeling geworden. Bij ver doorgevoerde robotisering wordt een product zelfs niet meer door mensenhanden gemaakt. Door platformisering kun je alles vanuit je stoel regelen zonder contact met anderen.
Is dat erg? Ik weet het niet. Als langzaam het besef doordringt dat wij medeverantwoordelijk zijn voor wat anderen, ver weg, overkomt, dan kan het ook een positieve kant hebben. En, zó ‘natuurlijk’ was onze omgeving toch al niet. Of is een gerobotiseerde en geplatformiseerde omgeving juist wél menselijk en maken we juist daardoor gebruik van onze potenties?
Op krediet kopen
Een voorbeeld van vervreemd gedrag kan het op krediet kopen zijn. Op krediet kopen is tevens een voorbeeld van de manier waarop platforms allerlei economische diensten aan elkaar koppelen. Zo kun je bij Wehkamp (Gratis bezorgen en retour) een lening afsluiten: “Gespreid betalen is een krediet waarbij je 14% rente op jaarbasis betaalt. Voor bestellingen vanaf 21 juli 2020 betaal je 9,9% rente op jaarbasis.” (Het is al september. Welke aanmoediging zit hierachter?) Dit is een voorbeeld waarbij een platform feitelijk als bank speelt en geld schept. Het is ook een voorbeeld waarbij van de mazen van de wet gebruik gemaakt wordt: banken hebben een bankvergunning nodig.
De vervreemding zit hem in het onpersoonlijke: je voelt niet meer ‘aan den lijve’ de verplichting om te betalen die je hebt tegenover een persoon die jou iets verkoopt. De koop is geen ruilactie meer van gelijk oversteken. Het is geworden tot het intypen van een paar letters op een computerscherm, en het wordt nog bij je thuis bezorgd ook. Als je dán echt iets nodig hebt of je wilt iets graag hebben…
Big data
Platformisering bracht een nieuwe mogelijkheid naar voren, die zowel in positieve als in negatieve zin gebruikt kan worden. Je gedrag wordt niet meer fysiek waargenomen, zoals dit gebeurt als je met iemand in gesprek bent. De telefoon haalde het zichtbare weg. Computers haalden ook de rest van jouw fysieke bestaan weg, en soms zelfs je hele identiteit.
Een computer reduceert een persoon tot een set gegevens. Soms kunnen die gegevens door anderen weer herleid worden tot een werkelijk bestaand persoon. Dit kan privacyproblemen met zich meebrengen waarover ik het hier verder niet wil hebben.
Doordat platformisering steunt op computertechnologie, hebben platformen de mogelijkheid om de gegevens te gebruiken die jouw gedrag veroorzaakt. Dat is ook jouw bedoeling, anders zo je geen gebruik maken van het platform. Maar de gegevens kunnen ook gebruikt worden voor zaken die jij niet bedoeld hebt.
Duurzaamheid
Robotisering en platformisering zijn disruptieve processen die grote invloed hebben op het menselijk bestaan. Ontwikkelingen die in de toekomst steeds meer invloed op ons bestaan zullen hebben zijn de klimaatverandering en het opraken van grondstoffen. Beide zullen weer nieuwe technologieën oproepen en disruptieve processen tot gevolg hebben. Ethiek – het onderscheid tussen goed en fout gedrag – zal daarbij een steeds belangrijker rol gaan spelen, uitmondend in nieuwe maatschappijvormen en andere manieren van produceren. Een eerste aanzet is gebeurt onder het label ‘circulaire economie’.