Civis Mundi Digitaal #102
Recentelijk was te lezen dat de Nederlandse economie met ruim 8 procent krimpt als gevolg van de coronacrisis. Een dergelijke krimp is nog niet eerder vertoond. Logisch dat dit cijfer tot grote ongerustheid heeft geleid.
De stand van de economie is nu eenmaal van uitzonderlijk belang. Zonder een goed draaiende economie is er onvoldoende werkgelegenheid, minder export, zijn er minder belastinginkomsten, enzovoorts. Onze maatschappij is rond de economie opgebouwd. We zijn ervan afhankelijk. Nu is tegelijkertijd ook het besef doorgedrongen dat ons economisch systeem mank gaat. Er is sprake van een beperkte waardebasis. Natuur, landschap en milieu hebben geen positieve waarde, maar worden beschouwd als kostenposten die plannen hinderen en verhinderen. Maatregelen ter bescherming kosten geld en beperken de ruimte voor ondernemers. Bovendien veronderstelt ons economisch systeem groei. Een bedrijf dat de omzet niet ziet toenemen kan op kritische vragen rekenen van de bank. Groei is noodzakelijk voor de continuïteit.
Molen
De jachtigheid die dat met zich meebrengt leidt tot toenemende klachten op sociaal terrein. Mensen raken overwerkt of vinden dat ze zijn gereduceerd tot raderen in een molen die alsmaar sneller moet draaien. Tijd is geld. In de landbouw zie je de onmacht van ondernemers die enerzijds moeten groeien en tegelijkertijd met steeds meer beperkingen te maken krijgen. Ons voedselsysteem is geheel uit balans. Mensen raken vervreemd van hun voedsel. In plaats van te klagen over een krimp van 8 procent zouden we ons ook de vraag kunnen stellen of niet de economie het probleem is maar dat we de oorzaak bij onszelf moeten zoeken. Ons wereldbeeld dat economisch is georiënteerd voldoet niet meer. De wereld protesteert tegen de wijze waarop we met de wereld omgaan. We zijn vastgelopen. Maar in plaats van er lering uit te trekken en de signalen op te vangen, blijven we doorlopen op een pad dat eindeloos is.
Steeds meer
Het is een pad van steeds meer, steeds groter, steeds sneller, steeds jachtiger. We verwachten zo tot oplossingen te komen. Bij de volgende bocht komt wellicht het einddoel in zicht. Maar telkens weer blijken er nieuwe bochten te komen. Steeds meer is nu eenmaal nooit genoeg. En dus blijven we elkaar dwingen door te lopen in een richting waarvan we weten dat we onze bestemming niet zullen bereiken. We zijn slim genoeg om telkens nieuwe technologie uit te vinden, maar ook te dom om van richting te veranderen. We wensen niet in de spiegel te kijken, mogelijk omdat we dan worden geconfronteerd met onze eigen domheid. En als we het wel doen schrikken we van onszelf en geven we de spiegel de schuld. Het probleem is dat domheid de neiging heeft zichzelf te herhalen. We zitten op allerlei manieren eraan vast. We willen wellicht anders, maar zijn niet in staat om uit de tredmolen te stappen. De meerderheid wil groei. We willen zelf alsmaar meer inkomen omdat onze consumptiewensen onuitputtelijk zijn. We willen alsmaar sneller, ook al rennen we in de verkeerde richting. We zijn tegen bescherming van ons leefmilieu, omdat regels ons beperken een doel na te streven dat we nooit zullen bereiken.
Krimp
De signalen dat we de oorzaak moeten zoeken bij het beeld dat we ons van de wereld hebben gevormd, zijn ruim en permanent aanwezig. Maar die signalen worden niet opgepakt, ontkend en gemanipuleerd, zodat ze minder belangrijk worden. Wordt het niet tijd dat we de schuld bij onszelf zoeken? En een economisch systeem ontwerpen dat het kwetsbare beschermt in plaats van het onder druk te zetten? En dus geen genoegen nemen met een rapport met daarop een 10 voor vlijt en een 3 voor begrijpend lezen en luisteren. En dus krimp als oplossing van het probleem gaan zien.