De Roemeense revolutie (1989), een doorgestoken kaart

Civis Mundi Digitaal #102

door Jan de Boer

Een paar maanden geleden vroeg ik mijn Roemeense vriendin en oogarts Ramona waarom Roemenië geen enkel museum kent dat gewijd is aan de revolutie die in 1989 een einde maakte aan het communistische bewind van Ceaușescu. Dat in tegenstelling tot alle andere landen die na de val van de Berlijnse Muur hun communistische regeringen verjoegen. Ik vroeg ook waarom ook op scholen in de huidige geschiedenisboeken niet of nauwelijks aandacht wordt besteed aan de Roemeense revolutie. Ik kreeg eigenlijk geen antwoord, maar zij bracht mij in contact met Raluca Grosescu, historica en specialiste postcommunistische justitie aan de universiteit van Boekarest. Zonder haar had ik dit artikel, dat ook enig inzicht geeft in de huidige politieke problemen van Roemenië, nooit kunnen schrijven.

Ik vroeg Raluca Grosescu of er in werkelijkheid wel sprake geweest is van een echte volksopstand die aan het bewind van Ceaușescu een einde heeft gemaakt. Mijn vraag werd des te indringender toen ik begreep dat er in 2019 bij het Instituut van de Revolutie van december 1989 (IRDD), belast met het levend houden van de herinnering aan de val van het communisme, een dossier is afgeleverd met enige duizenden pagina’s beschuldigingen die het tegendeel van de officiële versie van de revolutie aantonen.

Het IRDD is gevestigd in een grote villa in het hart van Boekarest die eigendom van de staat is. Het instituut wordt geleid door de 78-jarige Gelu Voican-Voiculescu, de vroegere vicepremier van de Roemeense overgangsregering na de dood van Ceaușescu in december 1989. In de villa heeft ook de voorzitter van het Instituut, Ion Iliescu, 89 jaar, zijn eigen vertrek. Bij mijn weten komt niemand dit gebouw binnen en dat wordt bevestigd door Raluca Grosescu: « Het is een spookinstituut, dat voor vrijwel alle onderzoekers hermetisch gesloten blijft ».

Dertig jaar na samen het « Front van de nationale redding » te hebben geleid, waken beide mannen over de enige « waarheid »: hun versie van de geschiedenis. Een versie waarin zij de fraaie rol hebben van de redders van het land, van moedige revolutionairen die de sinds 1965 aan de macht zijnde dictator hebben verjaagd. Maar volgens het genoemde dossier met beschuldigingen waren beide mannen helemaal geen helden, maar vroegere « apparatchiks » die in 1989 hun doel, de machtsovername, bereikten na een uitgebreide operatie van afleidingsmanoeuvres en tendentieuze berichtgeving. Deze operatie was bestemd om een algemene psychose te creëren, gemarkeerd door chaotisch geweervuur en « broedermoord », die 862 dodelijke slachtoffers tot gevolg had. Zij hebben deze chaos geschapen om zich te presenteren als de enige personen die het land weer stabiliteit zouden kunnen geven. Vandaar dat ze nu beschuldigd worden van misdaden tegen de menselijkheid.

Alles begon half december 1989, toen de Berlijnse Muur al een paar weken gevallen was. In het vervolg van de Oost-Duitse volksbewegingen en ook van die in Tsjechoslowakije, Hongarije en Polen, werden de eerste Roemeense anticommunistische manifestaties door Ceaușescu, bekend om zijn paranoia, met geweld onderdrukt. Maar op 22 december 1989, na de dag waarop hij bij zijn toespraak met zijn vrouw Elena uitgejouwd werd, moest het echtpaar vluchten, en werd het op 50 km van Boekarest in nog altijd onduidelijke omstandigheden gearresteerd. Drie dagen later werd het echtpaar na een haastig proces doodgeschoten.

In diezelfde tijd verkeerde het land in chaos. Verschillende actievoerende groepen van het leger en de politieke politie (« la Securitate ») schoten op elkaar in de straten van Boekarest. Op dat moment nam het « Front van de nationale redding » rond Ion Iliescu de macht in handen. Net als Iliescu waren veel van zijn leden geen uit de straten afkomstige revolutionairen, maar vroegere kaderleden van het regime die bij Ceaușescu in ongenade waren gevallen. De gewelddadigheden duurden tot eind december, toen het Front erin slaagde zijn macht te vestigen. In mei 1990 liet Iliescu zich als president van Roemenië kiezen, hetgeen in 1992 en 2000 opnieuw gebeurde. Tijdens zijn laatste mandaat in 2004 stichtte hij zijn instituut IRDD.

Gedurende al deze jaren hielden hij en zijn uit de as herrezen communistische partij, nu de Sociaal-Democratische Partij (PSD) genoemd, niet op om justitie af te remmen in haar pogingen licht te scheppen inzake het gebeuren van 1989, alsook inzake een andere donkere periode van de « revolutie » in juni 1990: de onderdrukking van manifestaties van de oppositie, samen met bevriende mijnwerkers die per trein naar de hoofdstad werden gebracht. Er vielen 6 doden.

« Er is sprake van een belangrijke continuïteit van het militaire, politie- en inlichtingensysteem om de mensen die bij de gewelddadigheden betrokken waren te beschermen, » zegt Raluca Grosescu. Het beste voorbeeld is waarschijnlijk het profiel van Dan Voina, de eerste rechter die in 2005 geroepen werd om zich te buigen over de verantwoordelijkheid van Iliescu. Voordat hij dit dossier kreeg was Voina militair officier van justitie onder het communisme, en daarna officier van justitie bij het overhaaste proces tegen het echtpaar Ceaușescu. « Niemand heeft mij gevraagd te vertrekken en dus ben ik in functie gebleven ». Deze 69-jarige gepensioneerde verbergt zijn zeer bijzondere visie op het parket niet. Volgens hem is het een « verpolitiekt instituut ». Voina heeft zijn werk niet afgemaakt. Zijn superieuren waren van oordeel dat hij zijn onderzoek niet serieus verrichtte en hebben hem daarom in 2008 met pensioen gestuurd. Vervolgens is het dossier zoekgeraakt bij militaire en burgerlijke officieren van justitie, voordat het beroep door verenigingen van slachtoffers bij het Europese Hof van de Rechten van de Mens de Roemeense tussen 2010 en 2014 leidde tot verschillende veroordelingen van de staat.

Dertig jaar na de « revolutie » probeert de Roemeense Justitie de verloren tijd in te halen. Op 29 november 2019 is eindelijk formeel het proces tegen het duo Iliescu-Voiculescu geopend, met hoorzittingen van honderden burgerlijke partijen. Geen van beide mannen was aanwezig. In het juridische gevecht dat hem wacht, kan Voiculescu rekenen op de wanorde bij de Roemeense justitie. Het uur van het proces is dan ook nog lang niet aangebroken. De rechters hebben de akte van beschuldiging teruggezonden naar de officieren van justitie voor heronderzoek en niemand weet hoe lang dat gaat duren. Volgens mij lang genoeg om het duo Voiculescu en Iliescu te laten sterven en daarmee uiteindelijk alles in de doofpot te stoppen. Daarom zal Roemenië nooit een publiek museum over de « revolutie » krijgen en zal er in de geschiedenisboeken nauwelijks aandacht aan dit verhaal worden geschonken. Al te vaak allergisch voor feiten prefereert Roemenië deze staatsgreep van getrouwen van Ceaușescu onder het vloerkleed te schuiven, om geen controverses op te rakelen. In de beschutting van hun villa in Boekarest kunnen de gepensioneerden van het « Front van nationale redding » rustig de geschiedenis blijven verdraaien en zich als nationale helden voordoen zonder bang te hoeven zijn dat justitie hen voor hun dood bij hun lurven grijpt.

 

Geschreven op 14 september 2020