Een blik op Azië

Civis Mundi Digitaal #105

door Jan de Boer

Birma: de triomfale electorale zege van de partij van Aung San Suu Kyi
De idool van Erdogan: sultan Abdulhamid 11
Het uitbannen van armoede in China: een prioriteit van Xi Jinping
India: een ecologische zelfmoord
Japan, discriminatie, racisme en Naomi Osaka
Majesteitsschennis in Thailand

Birma: de triomfale electorale zege van de partij van Aung San Suu Kyi

U zult het,ongetwijfeld een goede maand in de media gelezen hebben dat de partij van mevrouw Aung San Suu Kyi de verkiezingen met groot succes heeft gewonnen. Haar door een ieder fel verworpen beleid tegen de mohammedaanse minderheid van de Rohingya heeft haar leiderschap en verzet tegen de militaire Junta waarvoor ze in 1991 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, in de wereld geen goed gedaan. Toch heeft deze verkiezingsuitslag tegen ieders beter weten in mij beslist niet verrast. Daarom kom ik in dit artikeltje nog even op het hoe, wat en waarom van deze verkiezingen terug

Op 8 november was de overwinning van de Nationale Liga voor de Democratie (NLD) overweldigend en groter met de behaalde 82 % van de zetels in de volksvertegenwoordiging dan zij in haar stoutste dromen had durven hopen. De Partij van Eenheid, Solidariteit en Ontwikkeling (USDP), de belangrijkste politieke formatie van de oppositie en gecreëerd door de erfgenamen van het militaire regime werd verpletterd. De USDP sprak van kiezersfraude en eiste tevergeefs nieuwe verkiezingen. Het is overigens goed om te weten dat de Grondwet het leger een kwart van de zetels van het parlement toedeelt

Het succes van de NLD illustreert de bestaande kloof tussen de verbrijzelde reputatie van Aung San Suu Kyi in de meeste Westerse landen en haar verering in haar eigen land. Ondanks haar in stukken gevallen internationaal imago van democratisch icoon door haar passiviteit in de tragedie van de mohammedaanse Rohingya - een statenloze minderheid en slachtoffer van een gewelddadige etnische zuivering door het Birmaanse leger in 2016 en 2017 – blijft zij een zeer geliefd personage in Birma

Waar de zege van de partij van « moeder Suu » - zoals de Birmanen zeggen - in de verschillende regio’s van het land « bamar », verreweg de belangrijkste etnische bevolkingsgroep, geen verrassing was, waren de goede resultaten behaald in verschillende van de zeven Staten van etnische minderheden voor verreweg de meeste westerse analisten wel een grote verrassing. Zij hadden een « electorale breuk » tussen deze Staten en de regio’s « bamar » voorspeld. Maar de NLD won in de deelstaten Kachin, Chin, Kayah (Karen) en Mon bijna alle zetels. De deelstaat Arakan waar de Rohingya’s leven was daarop een uitzondering. De nationalistische formatie Arakan National Party (ANP) verkreeg er goede resultaten bij de boeddhistische meerderheid. De oorlog die er sinds maanden in deze regio woedt tussen het reguliere leger en de strijders voor autonomie van het Arakan Army (AA) – ik wijdde hier in het verleden een artikel aan - verklaart dit relatief slechte resultaat van de Liga.

Zoals ik verwachtte, hebben op nationale schaal heel veel « etnische » kiezers op de NLD gestemd gezien haar reputatie als verzetspartij tegen de militairen ten tijde van de junta. Waar zelfs haar economische balans van vier jaar bewind teleurstellend genoemd mag worden, blijft Aung San Suu Kyi populair bij de bevolking die nog gemarkeerd wordt door de jaren van dictatuur (1962 -2011). Mijn internetcontact David Mathieson schreef in het dagblad van Singapour « The Straits Times »: « Veel mensen die de onvolkomenheden van de NLD als regeringspartij bekritiseren, laten daarbij Aung San Suu Kyi volledig buiten beschouwing: haar imago staat los van de politieke werkelijkheid. En waar concrete economische resultaten uitblijven, zeggen de meeste Birmanen dat er nog een lange weg afgelegd moet worden… »

De politieke balans van de regering van « ASSK » houdt nog minder over. Haar relaties met de militairen blijven uiterst gespannen. Tijdens haar mandaat is de vrijheid van meningsuiting teruggebracht en zijn journalisten die het leger bekritiseerden, in de gevangenis beland. De conflicten in de « etnische » Staten zijn verscherpt en in tegenstelling tot haar beloften in het begin van haar mandaat is Aung San Suu Kyi kennelijk onmachtig het vredesproces te versterken, dat nu in de praktijk op een dood punt is aangeland. De onderdrukking van de mohammedaase Rohingya heeft zeker een tienduizend doden gekost en de vlucht van een 700.000 mohammedanen naar Bangladesh tot gevolg gehad waar de in kampen opeengestapelde vluchtelingen geen enkel perspectief hebben op een terugkeer naar hun verwoeste dorpen. De Verenigde Naties hebben deze tragedie als « genocide » gekwalificeerd en « ASSK » heeft haar land moeten verdedigen voor het Internationale Hof van Justitie: het rechtsorgaan van de Verenigde Naties. De NGO Human Rights Watch heeft de regering van « ASSK » aangeklaagd « die niet de noodzakelijke maatregelen heeft genomen tegenover de systematische vervolging van en het geweld tegen de Rohingya ». De NGO wijst in dit verband op « de algemene straffeloosheid die het leger geniet ». Maar zoals ik in een vorig artikel schreef, hebben deze beschuldigingen geen enkele consequentie voor de Birmaanse kiezers die de Rohingya als de « vijfde colonne » van een Islam beschouwen die door veel Birmanen als agressief en bedreigend voor het land wordt gezien.Gedragen door een golf van nationalisme is premier mevrouw Aung San Suu Kyi door deze internationale kritieken en rechtsgang nog populairder in Birma geworden dan zij al was: mee een reden van de door mij indertijd verwachte daverende verkiezings-overwinning van de NLD.

Voor de goede orde: Birma telt 53 miljoen inwoners waarvan slechts 4% mohammedanen zijn

 

Geschreven op 12 december 2020

 

 

De idool van Erdogan: sultan Abdulhamid 11

Erdogan zal het niet meer lang maken als president van Turkije. De Turkse economie staat op instorten, de inflatie is ongekend, de islam neemt zeker bij de jongeren steeds minder plaats in en in de peilingen voor de presidents- verkiezingen staat hij flink achter bij zijn opposant: de burgemeester van Istanboel

Zijn idool is de laatste echte sultan van het Ottomaanse imperium: Abdulhamid 11 (1876 – 1909) die er net als Erdogan alles aan deed om zijn neergang tegen te gaan en met groot geweld zijn tegenstanders onderdrukte. Hier de geschiedenis van het idool van Erdogan. Men herkent duidelijke paralellen

Voor als u nog eens Istanboel, een stad waar oost en west zich ontmoeten, gaat bezoeken: de sultan bezet een flinke plaats in de collecties van het museum van het vroegere paleis van de Turkse sultans, Topkapi, in Istanboel. Gekleed in een blauw uniform en met een rode fez is het een onecht personage. Een bleek gezicht, een lange gekromde neus, een gesoigneerde baard. Volgens zijn tijdgenoten was hij niet erg groot. De diplomaten die hem ontmoetten, prezen zijn geheugen en zijn zeer levendige intelligentie

De vierendertigste heerser van de dynastie Osman, kwam op een haast toevallige manier aan de macht. In mei 1876 trad zijn oom, de sultan Abdulaziz, af na een opstand van de christelijke boeren in Bosnië-Herzegowina die een politieke crisis veroorzaakte.Murad, de oudste broer van Abdulhamid, werd de nieuwe sultan, maar na een paar maanden werd hij – depressief en alcoholist – op zijn beurt afgezet. Op 1 september 1876 werd Abdulhamid op de troon gehesen. Op 21 september vierde hij zijn vierendertigste verjaardag

De eerste twee jaren van zijn bewind waren afschuwelijk. De kookketel Balkan die altijd op het kookpunt stond en staat, veroorzaakte een verschrikkelijke oorlog: het elfde conflict tussen de tsaar en de sultan. De Ottomaanse troepen werden verpletterd. Het conflict werd beëindigd op het congres van Berlijn in juni 1878. Het congres werd voorgezeten door Bismarck. De « balkanisering », de versnippering, was aan de orde van de dag. Bulgarije werd verdeeld in een van de Turken afhankelijk vorstendom en een autonoom gebied.Bosnië-Herzegowina werd geannexeerd door Oostenrijk-Hiongarije. Roemenië ontsprong de dans. Griekenland kreeg stukken van Thessalië en Epirus. De Ottomaanse joden kregen burgerlijke en religieuze rechten. De Armeniërs hadden nog steeds geen eigen Staat. De Engelsen profiteerden van de Ottomaanse nederlaag en pikten Cyprus in wat de sultan nooit vergat. Het Turkse imperium verloor 200.000 vierkante kilometer en 5 miljoen onderdanen: slaven en christenen. De oorlog had geweldige verliezen tot gevolg. De publieke opinie was bitter en het prestige van de sultan was flink aangestast. Maar toch wist Abdulhamid van geen wijken. Omdat hij mensen wantrouwde en vasthield aan zijn privileges, voerde hij langzaam maar zeker een solide alleenheerschappij in. De vaak liberale hoge functionarissen van het Imperium werden verwijderd, de Grondwet werd afgeschaft en het Parlement opgeheven

Het ontslag van de groot-vizier Midhat Pacha in mei1876 maakte een einde aan de peroide van de « Tanzimat »: de reorganisatie van de sinds 1839 begonnen hervormingen. Zij had duidelijke vooruitgang gebracht. Scholen werden gecreëerd, banken zagen het licht, kranten werden gepubliceerd. De telegraaf werd ingevoerd en spoorlijnen werden aangelegd, De Fez en het Europese kostuum werden geadopteerd door de mannen. De meer westerse wetgeving op burgerlijk, strafrechtelijk en commerciëel gebied verminderde de invloed van de religieuze wet, de « Seriat ». Gedurende deze periode verdween de macht uit het paleis om het verblijf van de groot-vizier en zijn ministers te betrekken. Abdulhamid had duidelijk de bedoeling de modernisering van het land te versnellen

Maar een gebeurtenis leverde hem letterlijk een trauma op. Op 20 mei 1878 probeerden samenzweerders zijn broer Mourad die in zijn verblijf in het paleis van Ciragan bewaakt werd, te bevrijden. Een vuurgevecht was het gevolg en de rebellen werden gevangen genomen of gedood. Maar Abdulhamid had grote angsten doorstaan en die veroorzaakten migraine-aanvallen. Hij kreeg paniekcrises. Hij wilde zoiets nooit meer beleven. De sultan sloot zich dus op in zijn paleis van Yildiz, buiten de stad en ver van de Bosporus, op de groene heuvels van Istanboel. De werken begonnen in1880. Honderden gebouwen werden geconstrueerd in en rondom een park van 5 vierkante kilometer: immense villa’s, ateliers, serres, paardenstallen, volières, een bibliotheek, een theater, een boerderij en zelfs een dierentuin. Een meubelmakerswerkplaats werd gebouwd want de sultan was een uitstekende meubelmaker. De stijl « Art nouveau » was overal herkenbaar. Het domein was omringd door hoge muren en werd beschermd door 15.000 bewakers. En 12.000 functionarissen en beambtes vonden er werk. Daarbij nog niet te vergeten de vrouwen van de harem

Abdulhamid leefde er als een gezeten burger. Hij vervulde zijn religieuze plichten met name wat betreft de gebeden. Zijn enige zonden: tabak, koffie waarvan hij liters dronk, en wat cognac. Hij had zeven echtgenotes, zes « liefjes », dertien dochters (waarvan zes op jonge leeftijd stierven) en acht zonen. Niets bijzonders voor een sultan. Om zich te ontspannen luisterde hij naar Europese muziek en liet hij operettes voor hem opvoeren. Hij hield van Franse romans en politieromans zoals de onderzoeken van Sherlock Holmes

De sultan was commandant en chef van de legers. Hij controleerde alles. In zijn opmerkelijk bij het schrijven van dit artikel door mij gebruikte boek « Abdulhamid 11, le crépuscule de l’empire Ottoman » (CNRS Editions, Biblis, Fayard 2017) rapporteert de schrijver François Georgeon dat op een zekere dag de Britse ambassadeur, Henry Layard, tijdens een audiëntie zag dat de sultan het reglement van de « cafés chantants » van de Istanboelse wijk Pera te bestuderen. Abdulhamid legde hem uit dat hij deze ernstige kwestie aan niemand kon toevertrouwen…

Het hart van de imperiale uitvoerende macht was het secretariaat dat de bevelen van de sultan van de kanselarij naar de ambassadeurs en naar de gouverneurs zond. Dit secretariaat was bemand met jonge competente mannen. Abdulhamid steunde ook op « komisyon » ad hoc zoals die van de militaire inspectie of van de spoorlijn van Hedjah. In al deze instanties waakten zijn « spionnen ». Overal in de bevolking waren overigens informateurs aanwezig die in de « jurnal », de rapporten van de politie, de verdachte personen beschreven. En de pers werd zeer actief gecensureerd

Zuinig wat betreft zichzelf wilde Abdulhamid desalniettemin de noodzakelijke pracht en praal van de baas van een immens imperium handhaven. Voor de meest trouwe ondergeschikten waren er gratificaties ook voor het omkopen van de buitenlandse pers om voor hem goede artikelen te schrijven. Geld moest er ook zijn voor het functioneren van zijn paleis van Yildiz. Behalve aan deze uitgaven door de Staat, had hij ook een sterk groeiend persoonlijk vermogen: grondbezit van 1.250.000 hectare, ondernemingen die boten op de Tigris exploiteerden, oliewinning in Mosoel, mijnen, fabrieken, havens… De sultan vergat niet dat hij ook kalief was, opvolger van de Profeet en verantwoordelijk voor de oumna: de gemeenschap van gelovigen. Hij hield van deze rol. Hij praatte sjeiks, oulema’s en verantwoordelijken van de broederschap naar de mond, maar vergat niet ze te laten bespioneren.. Hij beschermde en onderhield de heilige plaatsen van de islam in Arabië. De trein van Hedjaz vervoerde miljoenen pelgrims naar Mekka. Hij creëerde militaire opleidingen in Damas en Bagdad

Dit «panislamisme » verontrustte Europa. Het Imperium dat zijn provincies op de Balkan verloren had, kreeg een orientaals karakter. Maar het verloor ook zijn Afrikaanse gebieden. Het Arabische nationalisme werd er sterker. Frankrijk profuteerde ervan om in 1881 de hand op Tunesië te leggen. De Engelsen deden hetzelfde in 1882 met Egypte. Geen sprake van dat het Suezkanaal hun ontging. De sultan voelde zich alleen staan en vernederd. Hij zocht een bondgenoot en dat werd het Duitse imperium. Vanaf de beginjaren 1880, werd een militaire missie geleid geleid door baron Colmar von der Goltz opgenomen in het Ottomaanse leger. Zij leidde jonge Turkse officieren op; 426 kanonnen, 60 stuks mortiergeschut en 500.000 Mausergeweren werden bij de Duitse industrie besteld.Vijftien jaar later werd Wilhelm 11 met alle pracht en praal door Abdulhamid ontvangen. De Duitse Keizer bleef een maand, bezocht Jeruzalem en het graf van Saladin in Damas. De sultan deed de Duitsers belangrijke concessies cadeau: electrische verlichting, de constructie van de havenstad Haydarpasa, de spoorlijn van Bagdad na die van Anatolië. De Deutsche Bank stond te goeder faam en naam bekend. De moderniteit veranderde totaal het land. Het absolutisme versterkte zich ook. Abdulhamid kon in oosterse weelde de 25ste verjaardag van zijn bewind vieren

Ondertussen had het Imperium dat zich uitstrekte van Macedonië tot aan het oude Mesopotamië, van de Zwarte Zee tot aan de Rode Zee te maken met veelvuldige troebelen. Zijn 25 miljoen inwoners vormden een mozaïek van nationaliteiten, talen en religies. In 1894 kwamen Armeense gewapende groepen in opstand in de regio Bitlis in Anatolië. De sultan gaf het bevel voor een wrede onderdrukking en weigerde alle Europese bemiddeling. In september 1895 organiseerde de Armeense onafhankelijkheidspartij Hentchack een manifestatie in Istanboel, die onderdrukt werd ten koste van tienduizenden doden. De sultan kondigde een hervormingsplan af voor de zes provincies van het orientaalse Anatolië: gouverneurs bijgestaan door niet-mohammedanen, christelijke politie-agenten, Koerdische volkeren, allen zeer vijandig tegenover de Armeniërs die beter gecontroleerd werden. Al gauw waren er pogroms tegen de Armeniërs. Hoeveel slachtoffers?40.000? Honderdduizenden? De publieke opinie in het westen van Europa was woedend. De « rode Sultan », de « grote slachter » werd beschuldigd van de vreselijkste bloedbaden. In werkelijkheid waren het de lokale mohammedaanse autoriteiten die opriepen tot pogroms. 60.000 Armeniërs emigreerden naar Rusland, 12.000 naar Amerika. Het internationale imago van de sultan was zwaar beschadigd. Maar toch hield hij stand

Het was de binnenlandse oppositie die hem ten val bracht. Die van de « Jonge Turken », een beweging geboren op 14 juli 1889 op de militaire medische school van Istanboel. Geïnspireerd door door de carbonari, bracht deze geheime organisatie veel jonge officieren bijeen. In 1908 stookte haar comité Eendracht en Vooruitgang het vuurtje op in Macedonië. De sultan stuurde er troepen heen die weigerden tegen de rebellen op te treden Abdulhamid haastte zich om de Grondwet in ere te herstellen en verkiezingen uit te schrijven, die gewonnen werden door het comité Eendracht en Vooruitgang. Het was het begin van het einde. Na een lange chaotische periode werd Abdulhamid door de Jonge Turken in 1909 afgezet. Het nieuwe bewind verloor alle eer door nieuwe massamoorden op de Armeniërs in de jaren 1915 en 1916 met rond een miljoen doden. Het overwonnen Turkse imperium werd na de wapenstistand van 30 oktober 1918 ontmanteld op een dusdanige stompzinnige manier waar ook wij in onze tijd de wrange vruchten van plukken. Negen maanden later stierf Abdulhamid. En de Jonge Turken sloegen op de vlucht.Er kwam een nieuwe persoonlijkheid: de generaal Kemal Ataturk, de stichter van het huidige Turkije.

 

 

Het uitbannen van armoede in China: een prioriteit van Xi Jinping

 

De boodschap van Xi Jinping op 6 maart 2020 was heel duidelijk: ondanks het Covid-19 mag « de volledige overwinning van de strijd tegen de armoede », officieel gelanceerd in 2014, geen enkele vertraging oplopen. Volgens officiële cijfers leefden er 98,99 miljoen Chinezen eind 2012 in armoede, eind 2019 waren dat nog 5,5 miljoen Chinezen. Waar in 2021 de Chinese Communistische Partij met pracht en praal haar honderdste verjaardag gaat vieren, is deze strijd tegen armoede een zeer belangrijk doel.

Zelfs nu heel wat bouwwerken nog onafgemaakt zijn, is voor de Chinese regering toch het moment aangebroken om journalisten uit te nodigen om naar de meest afgelegen provincies te komen om er de gerealiseerde vooruitgang te bewonderen. Eén van die journalisten, Frédéric Lemaître, laat ook mij hier zijn ervaringen weten.

Waar op de wegen van het verre Gansu oude mannen nog hun kar met fruit voorttrekken, wordt er toch wat aan de woorden van Xi Jinping getwijfeld, maar de ontelbare hoogwerkers en betontransporten bevestigen de woorden van de Chinese president. China bezuinigt niet op de middelen om deze bergachtige provincie, ingesloten tussen Tibet en Mongolië te ontsluiten en dan in de steden de boeren die tot dan toe op hun onvruchtbare gronden moesten zien te overleven, te herhuisvesten.

De armoede in China wordt bepaald door verscheidene criteria. Het eerste is het inkomen. Een arme in 2020 heeft een jaarlijks inkomen minder dan 4000 yuans (514 euro).Overigens heeft China zich verplicht te zorgen dat de armen zich kunnen voeden en kleden en dat zij « drie garanties » genieten: toegang tot verplicht onderwijs, tot medische basale diensten en tot huisvesting. Volgens Liu Yongfu, directeur van het regeringsbureau voor het terugbrengen van armoede en ontwikkeling, « zijn meer dan 8 miljoen arme mensen deze laatste jaren geherhuisvest » en zijn er nog slechts 150.000 personen die niet over de « drie garanties » beschikken.

De Chinese autoriteiten erkennen dat de armoededrempel van 4000 yuans per jaar bijzonder laag is. Het gemiddelde inkomen in China bedraagt 26.000 yuans: 39.200 in de steden en 14.390 op het platteland. Als zij de definitie van armoede op internationaal niveau (60 % van het gemiddelde inkomen) dan zouden de Chinese leiders de armoede-drempel op het platteland op 8.600 yuans hebben moeten vaststellen. In werkelijkheid bestrijdt Peking niet de armoede, maar slechts de bittere plattelandsarmoede. Een minder ambitieuze taak, maar toch een echt haast bovenmenselijke taak. In de wetenschap dat hun loopbaan daarvan afhangt, staan de verantwoordelijke functionarissen klaar. Op het platteland wordt elke arme familie gevolgd. Soms zijn de functionarissen te ijverig. In de provincie Shandong werden de huizen van de armen al afgebroken terwijl zij zelfs nog geen voorstel voor een andere woning hadden gekregen. « De oudere mensen zijn gevoelsmatig gehecht aan hun grond, maar wij proberen ze te overtuigen. De jongeren zijn een stuk gemotiveerder ook omdat het veel gemakkelijker is om in de stad een partner te vinden » getuigt Zhao Xiang, lid van de équipe van Liu Yongfu.

De herhuisvesting is het meest spectaculaire aspect van het programma, maar niet het meest beslissende aspect. Zao Xiang: « Wij willen de mensen de mogelijkheid bieden om zich op een waardige manier te integreren in de markteconomie. En dat door hun werk en niet door het hun geven van geld ». In de regio’s waar etnische minderheden leven, moet de « waardigheid door werk » zich soms aanpassen aan « Chinese karakteristieken ».

In Shanbei wil de privé-ontwikkelaar om toeristen te trekken voor zijn 4 sterren-hotel vlakbij een « demonstratie -zone » ontwikkelen waar bezoekers worden ontvangen door Tibetanen en twee andere minderheden in Gansu: de Hui en de Qiang, in totaal een zeventig personen in hun mooiste traditionele kleding. Exotische selfies worden gegarandeerd!

De regering wil de werkgelegenheid op het platteland bevorderen. In Gansu bieden coöperaties die olijfolie produceren of traditionele medicijnen verkopen, een aanvullend inkomen van een paar honderd Yuans per maand aan tienduizenden huishoudens. Dank zij de spectaculaire ontwikkeling van de handel via internet, is de distributie van de producten geen probleem meer.

Maar, laat Frédéric Lemaître mij weten, dat is niet voldoende. Om bedrijven aan te trekken dwingt Peking de rijke kuststeden een stedenband aan te gaan met de steden in het achterland en zo aan hun ontwikkeling bij te dragen. Zo heeft de schoenenfabrikant Kailin een filiaal gevestigd in Linxia in het zuiden van Gansu. De manager: « De regering heeft onze komst hierheen gesubsidieerd en de lonen zijn hier de helft van die aan de kust ». Maar omdat deze industriële ontwikkeling niet massief is, bevorderen de autoriteiten ook de migratie van mensen naar de kust of naar de immense autonome regio Xinjiang waar de autoriteiten op de meest schandalige manier de mohammedaanse Oeigoeren proberen te « verchinezen » en ze via deze migratie in een minderheid te veranderen.

De Amerikaanse wetenschapster Gao Qin, specialiste inzake armoede in China: « Je moet vertrouwen in de Chinese regering hebben die de strijd tegen de armoede in het centrum van zijn actie heeft geplaatst. Dat gebeurt nergens anders in de wereld. Men moet nu een programma van sociale verzekeringen ontwikkelen door het geld wat nu gedistribueerd wordt te institutionaliseren. China heeft de middelen om meer te doen met name voor het verkleinen van de kloof tussen steden en het platteland ». De Amerikaanse wetenschapper Matthew Chitwood die twee jaar in een dorp in Yunnan woonde, zegt dat zelfs als de mensen zich nog steeds arm voelen, zij « geld hebben ontvangen van de regering en leningen met een lage rente kunnen krijgen. Zij voelen dat hun leven verbetert. En dat is echt geen propaganda ».

De autoriteiten erkennen dat hun missie niet eindigt op 31 december. Liu Yongfu: « Wij moeten onze inspanningen vervolgen om er zeker van te zijn dat de mensen die uit de armoede gekomen zijn – dat zijn er meer dan 93 miljoen – er niet weer in terugvallen ». In een persconferentie die Frédéric Lemaître bijwoonde, zei hij dat vier punten voor hem essentieel zijn: het voortgaan met de industriële ontwikkeling, de zekerheid dat migranten in de steden werk kunnen krijgen, doorgaan met het hulp bieden aan 15 miljoen personen – waarvan 10 miljoen arm zijn – die van als onherbergzame beoordeelde zones verplaatst zijn naar regio’s met gunstiger omstandigheden en vooral « het bij voorbaat identificeren van personen die het risico lopen weer in armoede terug te vallen ». Om de extreme plattelandsarmoede de bestrijden, heeft China tot nu toe aan urbanisatie prioriteit toegekend. De stedelijke armoede zal logischerwijs in het hart van de strijd van morgen staan.

 

Geschreven op 21 december 2020

 

 

India: een ecologische zelfmoord

Er was een periode waarin de maanden oktober en november een weldaad waren in de Indiase hoofdstad New Delhi. Twee koele maanden na de moesson en voor de komst van de winter. Het klimaat is hier extreem: verzengend in de zomer met in juni gemiddeld 47 graden, ijskoud in december-januari. Er wordt dan gebibberd in de appartementen zonder verwarming in de hoofdstad

Maar die tijd is voorbij. Sinds een tiental jaren is het begin van de winter synoniem met een intense vervuiling en 2020 ontsnapt niet aan deze regel. Sinds eind oktober snakt de Indiase hoofdstad naar adem, in de val van een mist van heel fijne stofdeeltjes en andere vervuilers die tot in de huizen doordringen en hoofd- en keelpijn, hart- en vaatziekten, ademhalingsziekten, kankers, suikerziekte van het type 2, sterfte van vroeggeborenen…… veroorzaken en ook de epidemie van het Covid-19 verergeren. Midden november werd een piek van 1021 microgram fijne stofdeeltjes per kubieke meter lucht bereikt: 40 keer zoveel als de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Deze winterse verslechtering betreft het hele noorden van India oftewel een kwart van de bevolking

De bronnen van de vervuiling zijn bekend: agrarische brandcultuur in de. aangrenzende regio’s, autoverkeer, vuilverbranding, bouwplaatsen, industrie, stof van de woestijn van Rajasthan. De winter, de afwezigheid van wind en kou plakken deze vervuilers aan de grond en verhinderen ze te vervluchtigen. De chef van de regering van Delhi, Arvind Kejriwal, een centrumfiguur, die er trots op gaat een « oorlog » tegen de vervuiling te voeren, wendt homeopatische maatregelen aan, « gadgets » zoals afwisselend circulatie, de bouw van « smogtorens »: een soort gigantische luchtzuiveraars. Zijn laatste vondst: een campagne om automobilisten te bewegen de motor uit te zetten bij een rood stoplicht

Om doeltreffend te kunnen handelen en de werkelijke oorzaken te bestrijden heeft hij de steun van de centrale regering nodig. Maar die sluit zich op in het ontkennen van de problemen. In 2019 tijdens een historische piek van vervuiling prees de minister van volksgezondheid schijnheilig aan vooral wortels te eten, terwijl zijn collega van milieu de raad gaf de dag met muziek te beginnen waarbij hij elk verband tussen vervuiling en gezondheid ontkende. Niet te geloven maar echt waar!

Twee recente studies laten de omvang van het kwaad zien:vrijwel het hele land wordt door de vervuiling getroffen, het platteland, de bergen, de wereldsteden als ook de kleinere steden. Volgens de universiteit van de Staat Colorado en het Indiase Instituut van technologie van Bombay, is 84 % van de Indiase bevolking blootgesteld aan niveaus van vervuiling ver boven de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie en betreft het jaarlijkse aantal voortijdige overlijdens te wijten aan alleen PM2,5 (fijne stofdeeltjes met een doorsnee van minder dan 2,5 duizendste van een millimeter) meer dan 1 miljoen personen. De gemiddelde levensverwachting van de inwoners van het noorden van India is met acht jaar gedaald. India is het meest vervuilde land wat betreft zeer fijne stofdeeltjes en in tegenstelling tot hetgeen de regering verzekert, is er sinds 2010 een voortdurende toename van de concentratie van PM2,5

Hier is sprake van een ecologische zelfmoord en premier Narendra Modi, doof voor alle waarschuwingen van wetenschappers, blinkt uit door zijn niets-doen uit zorg voor het aan alleen economische eisen voorrang verlenen. Dat is wel te begrijpen in dit land met 1,3 miljard inwoners, waarvan de helft doodarm is en voor alles werk vraagt om de familie te voeden. Maar deze politiek van industrialisering en urbanisering zonder grenzen verwoest het land

China dat tot vijf jaar geleden de eerste plaats op het podium van slechte kwaliteit van de lucht bezette, heeft daarentegen onder druk van de publieke opinie van alles gedaan om de luchtvervuiling tegen te gaan. De fabrieken in de omgeving van Peking zijn gesloten, etc. De kwaliteit van de lucht is verbeterd hoewel de chronische vervuiling toch zorgwekkend blijft. In India niets van dat alles. De vervuiling tast niet alleen de lucht aan, zij besmet ook het water en de bodem. De heilige rivier de Ganges of de Yamuna die Agra of Delhi doorsnijdt, zijn weerzinwekkende open riolen waarin zowel industrieën als particulieren hun afval storten. Men heeft er geen enkele notie van gevaar. Wanneer een inwoner van New Delhi niet weet wat hij met zijn vuilnis moet doen, gooit hij het vanaf een brug in de Yamuna. Kinderen gebruiken de riviera ls toilet. De intensieve landbouw, rijst en graan, heeft de bodem duurzaam vervuild met pesticiden en chemische mest

De dagbladen wijden elke dag hele pagina’s aan de vervuiling, maar bij gebrek aan overheidspolitiek op dit gebied en milieu-opvoeding weet de overgrote meerderheid van de bevolking van niets. De openbare ruimte is bezaaid met afval en zwerfvuil. En de milieuorganisaties die voortreffelijk werk doen, zijn de eerste slachtoffers van alle soorten maffia

In de laatste maanden heeft Narendra Modi om de door de lockdown getroffen economie te laten herleven op grote schaal milieumaatregelen verlicht of zelfs afgeschaft, steenkoolmijnen laten privatiseren en verplicht onderzoek inzake de impact van industriële projecten op het milieu teruggebracht of afgeschaft. De gezondheidscrisis dreigt de ecologische crisis nog te verergeren

De enige maatregel die tot dusverre ten gunste van het milieu werd getroffen, was een verbod op vuurwerk in de meest vervuilde steden tijdens het feest van Divali dat op 14 november plaats vond………

 

Geschreven op 16 december 2020

 

 

Japan, discriminatie, racisme en Naomi Osaka

Japan ziet zich als een homogene gemeenschap. Maar die homogeniteit is heel wat minder dan politiek en intellectueel rechts proclameert en ook een flink deel van de Japanners denkt. Een reclame-video van het Amerikaanse merk Nike die raciale discriminatie in de Japanse archipel hekelt en meer dan 20 miljoen keer is bekeken sinds zijn eerste verschijning op 1 december, heeft in de sociale media voor niet alleen enthousiaste maar ook zeer verontwaardigde reacties voor « deze aanval op de waardigheid van Japan » gezorgd

Japan is sinds zijn door een Amerikaanse vloot afgedwongen opening naar het buitenland in het midden van de negentiende eeuw geconfronteerd met het westerse etnocentrisme. Het land is niet onkundig van blessures te wijten aan raciale discriminatie die hetzelf toepaste in de jaren 1930 met de ideologie van de superioriteit van het Japanse « ras » tijdens zijn koloniaal imperialisme

Als vervolg op de moord op George Floyd in mei in de Verenigde Staten waren er wel wat zeer bescheiden betogingen in de grote Japanse steden, maar voor veel Japanners is het racisme een probleem van en in Europa en de Verenigde Staten maar niet van en in Japan. De situatie is niet zo eenvoudig: de discriminatie van al of niet « zichtbare » minderheden als ook het buitensluiten van « bastaard-Japanners » zijn realiteiten die de meerderheid probeert te ontkennen. Surfend op de golf van beroemdheid van de jonge tenniskampioene Naomi Osaka, die de raciale onrechtvaardigheden openlijk aanklaagt, heeft Nike – één van haar sponsors – geprobeerd zich bij de door het merk gedachte verandering bij de jonge Japanners aan te sluiten

« Naomi Oaska, geboren in Japan heeft een Japanse moeder en een Haïtiaanse vader, is het gezicht van een veranderend Japan dat zij oproept het probleem van raciale discriminatie te lijf te gaan », laat Baye McNeil, een in Japan levende Afro-Amerikaanse schrijver mij weten. De discriminaties in Japan hebben volgens Baye McNeil een verschillend karakter. Zij kunnen haast onmerkbaar of openlijk uitgesproken worden zoals hatelijke opmerkingen tegen Koreanen in de sociale media. De videofilm van Nike, getiteld « Ga door met het ondernemen van akties, wees jezelf, de toekomst wacht niet », toont op een wat karikaturale manier meer stiekeme vormen van buitengesloten zijn: een door een voorbijganger aangestaarde jonge vrouw in nationale Koreaanse klederdracht, op school wegens hun afkomst gepeste pubers…… De film met een hele reeks schokkende beelden verliest jammer genoeg haar informatieve en didactische waarde door het overdreven homogeniseren van de Japanse samenleving. Natuurlijk bestaan deze discriminaties maar het verschijnsel is toch wat ingewikkelder van aard

Opgegroeid in de Verenigde Staten wil deze jonge 23 jarige vrouw niet alleen maar een mondiale bekende tenniskampioene zijn. Zij probeert haar beroemdheid te gebruiken voor een politieke boodschap waarvan de impact zonder twijfel veel groter in Japan dan in de Verenigde Staten is waar de mobilisatie inzake racisme en discriminatie een veel breder karakter heeft. Als een bevestiging van haar populariteit in Japan wordt Naomi Osaka de heldin in een verhaal, getiteld « Naomi zonder weerga » dat eind deze maand in het blad voor tieners « Nakayoshi » gepubliceerd wordt. Vastbesloten maar niet agressief probeert Naomi Osaka een debat te openen over dit onderwerp dat in Japan meer een kwestie van onbekendheid dan van xenofobie is. Baye McNeil: « Er is veel onbekendheid over en wantrouwen jegens vreemdelingen in Japan, maar deze worden zelden vertaald in haat en geweld zoals in de Verenigde Staten. Maar er bestaan discriminaties bijvoorbeeld bij het vinden van werk of huisvesting en ook wat lichte vormen van agresssie ». Dat is met name het geval bij Japanners van gemengde afkomst. Japan heeft van alle ontwikkelde landen de minste immigratie, maar het aantal gemengde huwelijken neemt toe. De uit deze verbintenissen geboren kinderen vertegenwoordigen 2 % van het totaal aantal geboorten. Bijgenaamd « hafu » (afkomstig van het Engelse « half ») zijn zij vaak het slachtoffer van discriminatie als één van de ouders gekleurd is. Als de « hafu » een zekere media-bekendheid krijgen, worden ze « meer » Japans…

Eind augustus weigerde Naomi Osaka te spelen in de halve finale van het tennistoernooi in Cincinnati om te protesteren tegen het politiegeweld in de Verenigde Staten, waardoor het einde van de competitie met 24 uur vertraagd werd. Een moedige daad want zij riskeerde daarmee geëlimineerd te worden. « Als zwarte vrouw geloof ik dat er belangrijker zaken zijn dan mij te zien tennissen », verklaarde zij. In september droeg zij bij de opening van de wedstrijden van de «US Open » in New York steeds een masker van een Afro-Amerikaan, slachtoffer van politiegeweld

Haar engagement wordt maar matig door haar Japanse sponsors die zich angstig vastklampen aan het Olympische principe van het scheiden van sport en politiek, geappreciëerd. « Ik heb er een hekel aan als men zegt dat atleten geen politiek moeten bedrijven. Dat is een recht. Wie geeft u het recht om u uit te spreken, als ik dat niet mag? » zei zij in het « Wall Street Journal Magazine » dat in september zijn openingsartikel aan haar wijdde

Om zich te conformeren aan de Japanse wetgeving die geen dubbele nationaliteit toestaat, heeft Naomi Osaka haar Amerikaans burgerschap opgegeven. Haar boodschap heeft daardoor in Japan meer gewicht gekregen, want zij is geen vreemdelinge meer. In ieder geval wettelijk gezien, want zij is en blijft het slachtoffer van racistische aanvallen gezien haar huidskleur en haar « multiculturalisme » door haar afkomst en haar leven in de Verenigde Staten die haar volgens hun die naar de zuiverheid van het Japanse « ras » terug verlangen, van haar geen « authentieke » Japanse maken. In september 2018 noemde het dagblad « Yomiuri » haar « de trots van Japan ». Vandaag de dag geven de grote Japanse media gelukkig haar feitelijke meningen weer

Ik zou willen dat alles sporters waar ook ter wereld - ook als idool van velen – het voorbeeld van Naomi Osaka zouden volgen en waar zij ook maar kunnen, racisme en discriminatie aan de kaak stellen

 

Geschreven op 14 december 2020

 

 

Majesteitsschennis in Thailand

Voor de eerste keer sinds twee jaar wordt het wapen van majesteitschennis in Thailand weer van stal gehaald en ingezet tegen de opstandige jeugd. Dit artikel 112 van het strafrecht waarvan het principe door de aanhangers van de « clan » pro-democratie voortdurend wordt aangevallen, maakt het mogelijk dat iedereen die beschuldigd wordt van het bespotten van de koning, de koningin, de erfprins en de regent veroordeeld wordt tot gevangenissstraffen van drie tot vijftien jaar. Zijne Majesteit zelf - Rama X is zijn dynastieke naam – had indertijd gevraagd aan de eerste minister Prayuth Chan-o-cha, een vroegere generaal en auteur van de staatsgreep van 2014 niet meer een beroep te doen op deze wet inzake majesteitschennis

Deze wet die iedere burger het recht geeft een andere burger te beschuldigen van majesteitschennis werd in een recent verleden bij herhaling gebruikt om de tegenstanders van het militaire regime gevangen te zetten. Dit militaire regime werd bij de algemene verkiezingen in het voorjaar 2019 vervangen door een regeringscoalitie opnieuw geleid door de vroegere generaal Prayuth. Bij een nieuwe manifestatie defileerden duizenden protesterende jongeren op 25 november in een wijk van Bangkok waar de zetel van de Siam Commercial Bank (SCB) gevestigd is, een grote financiële instelling waarvan de koning een belangrijke aandeelhouder is. Een symbolische plek: de rijkste monarch ter wereld van wie het fortuin wordt geschat op 30 tot 60 miljard dollar wordt voortdurend bekritiseerd door de manifestanten. Deze manifestatie liep op het eind uit op incidenten waarbij op de menigte door niet geïdentificeerde aanvallers werd geschoten en gewonden vielen

In 2018 besloot de koning die overigens het grootste deel van het jaar in zijn luxueus verblijf in Duitsland met zijn twintigtal maitresses verblijft, persoonlijk de contrôle over de bezittingen van het Bureau van de Kroon in handen te nemen die tot dan toe door het ministerie van financiën beheerd werden. Het resultaat: de grens tussen het persoonlijke fortuin van de monarch en dat van de Kroon bestond niet langer en dat was een breuk met het bewind van de vader van de aktuele monarch, de vroegere vorst Rama 1X die na een lang bewind van meer dan zeventig jaar in 2016 overleed. Volgens de site « Prachatai », een onafhankelijk informatie-orgaan, bedroeg het door de Staat aan de Kroon toegekende Budget in 2020 rond de 30 miljard baths oftewel 830 miljoen euro: een fors verhoogd bedrag in vergelijking met andere jaren

De manifestanten willen dat de belastingbetalers niet langer opdraaien voor een exorbitant koninklijk budget in vergelijking met het gemiddelde salaris in Thailand. En politiek gezien willen ze dat de koning zich beperkt tot zijn rol van constitutioneel monarch net als de vorsten in de Noord-Europese landen

Ik deel met anderen de analyse dat de eerste jaren van het bewind van Rama X in het teken staan van een groeiend autoritarisme in het kader van het oude verbond tussen het paleis en het leger. De macht van het leger wordt getoond door het aan de macht blijven van de vroegere generaal van de staatsgreep. Mijn goede in Bangkok wonende vriend Michel – oud coördinator drugsbestrijding Zuid-Oost Azië – Frankrijk – is van mening dat koning Rama X streeft naar een zeker absolutisme. Hij wijst daarbij op bepaalde koninklijke besluiten zoals het feit van het onder zijn directe contrôle plaatsen van nieuwe regimenten

In de tijd dat Thailand nog Siam genoemd werd,veranderde in 1932 het land van een absolute monarchie in een constitutionele monarchie tijdens de « revolutie », een door hoge officieren en vooraanstaande politici, voorstanders van een parlementaire democratie, georganiseerde staatsgreep

Tijdens de manifestatie eind november maakte de oude koningsgezinde intellectueel, de 87 jarige Sulak Sivaraska, een specialist inzake de boeddhistische religie die zelf in het verleden van majesteitschennis beschuldigd was, zich publiekelijk kwaad over het weer gebruiken van dit artikel 112: « Premier Prayuth respecteert niet de wens van de koning de wet op majesteitschennis niet meer te gebruiken, hij moet dus aftreden ». Maar met mijn vriend Michel denk ik dat de koning zelf van mening is veranderd en aan de premier heeft gevraagd weer een wet te gebruiken die Zijne Majesteit toestaat om zijn opposanten letterlijk en figuurlijk monddood te maken

 

Geschreven op 20 december 2020