Civis Mundi Digitaal #106
Een duidelijk signaal, maar dat doet de Noorse tegenstanders van oliewinning in het Noordpoolgebied niet zwijgen. Op 22 december 2020 stelde het Noorse Hooggerechtshof de Staat in het gelijk tegen de milieu-organisaties die menen dat nieuwe olieboringen en vervolgens exploitatie in het Noordpoolgebied in strijd zijn met de grondwet en de aangegane verplichtingen in het kader van het klimaatakkoord van Parijs (2015).
Noorwegen heeft steeds meer moeite om haar dubbele taal te verdedigen. Aan de ene kant predikt het land een klimaat-moraal, daarbij zich op de borst slaand over het aantal elektrische auto’s in het land (ik schreef overigens al in een eerder artikel dat elektrische auto’s beslist niet milieuvriendelijk zijn, « groene » elektriciteit bestaat niet), maar aan de andere kant voert het een beleid van oliewinning tot elke prijs. Want een belangrijk deel van de Noorse economie berust op de exploitatie van olie, met name in de Barentszzee, die beschouwd wordt als de nieuwe olie- en gasprovincie van het koninkrijk. « Het Hooggerechtshof heeft gekozen voor loyaliteit aan de Noorse olie in plaats van onze rechten op een betrouwbare toekomst, » laat Therese Hugstmyr Woie, voorzitster van de NGO « De Jonge Vrienden van de Aarde », mij weten. Greenpeace en « Natur og Ungdom » (Natuur en Jongeren) hadden in 2016 een klacht ingediend tegen het ministerie van oliezaken wegens de toekenning van vergunningen voor olie- en gasexploratie in de Barentszzee in het Noordpoolgebied. Deze vergunningen respecteren volgens de klagers niet het door Noorwegen ondertekende klimaatakkoord van Parijs en het recht van de Noren op een gezond en veilig milieu voor de huidige en toekomstige generaties, volgens artikel 112 van de Noorse grondwet. Het was de eerste keer dat een proces gevoerd werd in naam van dit grondwetsartikel. Het Hooggerechtshof stelde echter de afwezigheid van « een voldoende verband tussen de klimaatverandering en het verlies van menselijke levens in Noorwegen » daar tegenover. Rechter Hogetveit Berg verklaarde dat als het Hooggerechtshof zijn oordeel zou vestigen op de gevoelens van de milieu-organisaties, dat dat het begin zou zijn van een progressief einde van Noorse olie-activiteiten. « Dat gaat het kader van dit proces te boven, » was zijn conclusie. Het Hooggerechtshof verklaarde zelfs dat rechtbanken zeer terughoudend zouden moeten zijn om beslissingen te herzien die op basis van grondige politieke processen binnen de regering en het parlement genomen zijn.
Het Hof van beroep had al eerder ten gunste van de Staat geoordeeld, daarbij stellend dat de toestemming voor oliewinning in de Barentszzee tijdens de 23ste cyclus van concessies inzake het verlenen van vergunningen geen schending is van de milieu-artikelen van de grondwet. Maar toch behaalden de NGO’s een overwinning bij de uitspraak van het Hof, dat Noorwegen verantwoordelijk is voor de uitstoot van CO2 van Noors olie- en gasverbruik in het buitenland. De mogelijke consequenties van deze uitspraak moeten we afwachten…
In een onderzoek in 2016 was de organisatie « Oil Change International » tot de conclusie gekomen dat de uitstoot van broeikasgassen door de verbranding van in Noorwegen gewonnen en naar het buitenland uitgevoerd gas en olie tien keer hoger was (meer dan 500 miljoen ton) dan de uitstoot op Noorse bodem. Daarbij werd het ook schijnheilige argument verworpen dat de Noorse productie van olie en gas te verkiezen zou zijn boven die van andere landen, omdat de Noorse productie « minder vervuilend » zou zijn. Op dat punt nam toen het Hooggerechtshof het standpunt over van de rechtbank en gaf het de Noorse regering gelijk die stelde: « Noorwegen is niet verantwoordelijk voor de uitstoot van broeikasgassen van Noorse olie in andere landen ». Je kunt deze beslissing ook wat cynisch in een andere context zetten: Cocaïne producerende en exporterende landen kun je niet verantwoordelijk stellen voor de doden en de ellende van de gebruikers ervan in andere landen…
En niets wijst erop dat Noorwegen naar de NGO’s wil luisteren. In tegendeel, eind november 2020 heeft de regering verklaard dat gehoopt wordt binnenkort 136 nieuwe vergunningen voor olie- en gasexploraties in het Noordpoolgebied te verstrekken. Zou het toeval zijn dat op de dag van het oordeel van het Hooggerechtshof de Amerikaanse oliegigant ConocoPhillips de ontdekking aankondigde van een belangrijk olieveld in de Noorse zee tussen de Noordzee en de Barentszzee?
Inderdaad: hypocrisie viert hoogtij. Leve het ook door Noorwegen ondertekende klimaatverdrag van Parijs, goede voornemens moeten vooral goede voornemens blijven, moeten winstgevende projecten niet in de weg staan. Dat geldt overigens ook voor andere landen. Net als Macron: « Make the Planet great again », maar ondertussen wel de grootschalige industriële gaswinning in de Noordpoolgebieden door Total en een Russische partner financieren. Winst is gegarandeerd door de afname van het gas door China. De oude Romeinen wisten het al: « Pecunia non olet », geld stinkt niet! Ach, de daardoor steeds onvermijdelijker klimaatontwikkeling, met alle catastrofale gevolgen van dien, is een zaak van wie na ons komen… Daar hoeven wij niet wakker van te liggen. Toch?
Geschreven op 6 januari 2021