Zijn de Verenigde Staten werkelijk het mondiale symbool van de vrijheid?

Civis Mundi Digitaal #106

door Jan de Boer

Na de invasie van het Capitool door rechts-extremistische en fascistische aanhangers van Donald Trump vraagt de wereld zich stomverbaasd af hoe dit land, dat zich al heel lang als de leider en hoeder van de « vrije » wereld presenteert, zo laag heeft kunnen vallen. Om te begrijpen wat er is gebeurd, moeten we de geschiedenis van de Verenigde Staten induiken, dat in werkelijkheid vanaf het begin van zijn bestaan aanzienlijke perioden van broosheid, geweld en ongelijkheden heeft doorgemaakt. De vlag van de zuidelijken, het embleem van het slavenhoudende Zuiden gedurende de burgeroorlog van 1861-1865, waarmee de oproerlingen dreigend bij de bestorming en het binnendringen van het Capitool zwaaiden, was daar niet bij toeval. Het herinnert ons aan heel erge conflicten in de Verenigde Staten waar we ons goed van bewust moeten zijn. Wanneer we voor het gemak het afslachten van de indianen vergeten, begin ik dit artikel met het feit dat de slavenhouderij een centrale rol in de ontwikkeling van de Verenigde Staten heeft gespeeld, net als overigens in de ontwikkeling van het westerse industriële kapitalisme. Ik heb hiervoor gebruik gemaakt van indringende publicaties over dit onderwerp van de Franse econoom Thomas Piketty.

Van de vijftien presidenten van de Verenigde Staten die elkaar opvolgden tot de verkiezing van Lincoln in 1860 waren er niet minder dan elf slavenhouders, waaronder Washington en Jefferson. Zij waren beiden afkomstig uit Virginia, dat in 1790 750.000 inwoners telde, waarvan 40% slaaf was. Na de opstand in 1791 in Saint Domingue (nu de Dominicaanse Republiek), toen een Franse kolonie met de belangrijkste concentratie van slaven in de Atlantische wereld, werd het Zuiden van de Verenigde Staten het mondiale centrum van de economie van plantages en kende het een versnelde expansie. Het aantal slaven verviervoudigde tussen 1800 en 1860, de productie van katoen verdubbelde en voedde de Europese textielindustrie. Maar het Noord-Oosten en met name de Midwest (waar Lincoln vandaan kwam) ontwikkelde zich nog sneller. Deze twee steunden op een ander economisch model, gebaseerd op de kolonisatie van de gronden in het Westen en op vrije arbeid. Zij wilden de uitbreiding van de slavernij in de nieuwe gebieden tegengaan.

Na zijn overwinning in 1860 wilde de republikein Lincoln met de slavenhouders om de tafel gaan om een vreedzaam en geleidelijk einde aan de slavernij te maken, met een schadeloosstelling voor de eigenaren, zoals dat bij de afschaffing van de slavernij in Engeland en Frankrijk gebeurde in 1833 en 1848. Maar de Zuidelijken prefereerden zich af te scheiden en deden een poging daartoe, zoals een deel van de blanke kolonisten (de Boeren) in Zuid-Afrika en Algerije in de 20e eeuw, die probeerden hun wereld te bewaren. De Noordelijken weigerden hun vertrek en zo begon de zeer bloedige Amerikaanse burgeroorlog in 1861. Vier jaar en 600.000 doden later eindigde het afscheidingsconflict met de overgave van de legers van de Zuidelijken in mei 1865. Maar de Noordelijken waren ervan overtuigd dat de Zwarten niet in staat waren echte burgers, laat staan eigenaren, te worden. Zij lieten de Blanken de controle in het Zuiden hernemen en stelden een strikt systeem van raciale scheiding in, hetgeen hen in staat stelde nog een eeuw lang, tot aan 1965, de macht in handen te houden.

Intussen waren de Verenigde Staten de belangrijkste militaire macht op deze wereld geworden en wisten zij ook ten gunste van hun eigen markt (zoals ook het Marshallplan na de Tweede Wereldoorlog) een einde te maken aan de cyclus van nationalistische en genocide-achtige zelfvernietiging die tussen de Europese koloniale machten tot confrontaties had geleid tussen 1914 en 1945. De democratische partij van de slavenhouders werd die van de « New Deal », de succesvolle politiek van hun president Franklin Delano Roosevelt, ter bestrijding van de Grote Depressie in de jaren 1930: hervorming van de markt, steun voor de minstbedeelden… Oog in oog met de communistische concurrentie en de Afro-Amerikaanse mobilisatie verleenden zij de Zwarten burgerrechten, maar wel zonder schadeloosstelling.

Vanaf 1968 herwon de republikein Nixon de stem van het blanke Zuiden door de sociale maatregelen aan de kaak te stellen die de democraten vanwege politieke klantenbinding aan de Zwarte bevolking hadden toegekend. Dit nieuwe verbond van republikeinen en het blanke Zuiden werd versterkt door Reagan in 1980 en vervolgens door Trump in 2016. Sinds1964 hebben de republikeinen zo bij alle presidentsverkiezingen een ruime meerderheid van de Blanke stemmen gekregen, terwijl de democraten altijd 90% van de Zwarte stemmen en 60 tot 70% van de Latino-stemmen kregen. Ondertussen verminderde het aandeel van de Blanken in de totale bevolking van 89% in 1972 naar 70% in 2016 en 67% in 2020, hetgeen de verharding van de trumpisten in het parlement tot gevolg had en die de Republiek van de Verenigde Staten dreigt onder te laten gaan in een etnisch-raciaal conflict zonder enig uitzicht.

Welke conclusies kunnen we uit dit alles trekken? Volgens pessimistische opvattingen, ondersteund door een flink deel van de meest gediplomeerde groepen die bovendien op de democraten stemmen (hetgeen de republikeinen de mogelijkheid biedt zich nu te presenteren als anti-elites), zouden de republikeinse kiezers van met name het blanke Zuiden « deerniswekkend » (een uitdrukking van Hillary en Bill Clinton) en niet te « herwinnen » zijn. De democratische regeringen zouden er alles aan gedaan hebben om het lot van ook de minst bedeelde blanken te verbeteren, maar het racisme en de haat van de blanke volksklassen verhinderden hun dat te zien. Echt waar?

Het probleem is dat deze visie weinig gelegenheid biedt voor een democratische oplossing. Een meer optimistische en menselijke benadering zou de volgende kunnen zijn. Gedurende enige eeuwen hebben mensen met een verschillende etnisch-raciale afkomst geleefd zonder enig contact met andere groepen dan via militaire en koloniale overheersing. Het feit dat zij sinds kort samenleven binnen dezelfde politieke gemeenschappen is een belangrijke vooruitgang. Maar de heersende vooroordelen en het misbruik kunnen alleen overwonnen worden met meer democratie en gelijkheid. Als de democraten de volksstem van welke origine ook willen heroveren, dan zullen zij nu eindelijk echt heel veel meer moeten doen wat betreft sociale rechtvaardigheid en herverdeling van inkomen. Dit is een heel lange en moeizame weg en dus een reden te meer voor de regering van Joe Biden om nu zonder aarzelen deze democratische weg in te slaan. De tegenstand van de trumpisten en hun fascistische extremistische groepen aanhangers zal groot zijn, en het staat vast dat de directe toekomst vooralsnog verre van rooskleurig is.

Nee, de Verenigde Staten zijn voor mij, in tegenstelling tot hetgeen velen geloven, beslist niet het mondiale symbool van vrijheid, gelijkheid en broeder- c.q. zusterschap!

 

Geschreven op 15 januari 2021