Civis Mundi Digitaal #106
Uit niets blijkt dat de nieuw gekozen president van de Verenigde Staten Iran en Noord-Korea op de lijst van buitenlandse prioriteiten heeft gezet. Ik heb wat dat betreft tot dusverre geen enkele verklaring van Joe Biden gelezen. Toch zullen beide potentieel explosieve dossiers ongetwijfeld direct vanaf januari aan de orde van de dag zijn. De belangrijkste reden is dat de democratische regering door het gedrag van Teheran en Pyongyang in de komende weken en maanden daaraan niet kan ontkomen. Hier mijn analyse.
Wat betreft Iran geven de verscherpte spanningen in de loop van 2000, de moord van generaal Soleimani in januari 2020 en die van generaal Fakhrizadeh in november de realiteit weer van een regime dat onder druk staat van de sinds augustus 2018 hernieuwde Amerikaanse sancties. In het jaar 2020 kromp volgens het Internationale Monetaire Fonds (IMF) de economie met zo’n 6%, en de inflatie was zo’n 26%, na het werkelijk rampzalige jaar 2019. Ondanks het non-respect van Iran sinds mei 2019 voor zijn verplichtingen inzake het kernenergieakkoord van 2015 is er ook vandaag de dag nog sprake van een politieke dialoog. De recente Iraanse plannen om in Natanz, het centrum van de uraniumverrijking, hele series geavanceerde centrifuges te installeren, in het akkoord van 2015 verboden, geven aan dat Teheran haast heeft om weer met de Verenigde Staten te onderhandelen. Ter herinnering: de onderhandelingen met de andere partijen van het akkoord van 2015 zijn nooit afgebroken. Wat betreft de ballistiek is de versnelling van het programma sinds 2018 indrukwekkend: ook raketten met een theoretische draagwijdte tot 4000 km (de in ontwikkeling zijnde raket Sejil-3), propergols (raketmotorbrandstoffen) en geleidingssystemen zijn onderwerp van gesprek.
Wat betreft Noord-Korea bood de militaire parade op 10 oktober 2020 ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van de stichting van de Arbeiderspartij van Korea de gelegenheid om de grootste en nieuwste wapensystemen ooit in de geschiedenis van Noord-Korea gepresenteerd, ten toon te stellen. In het bijzonder was er een als « monster » aangeduide nieuwe intercontinentale raket (ICBM) op een lanceertractor op elf wielen te zien. Deze nieuwe ICBM is zeker bestemd voor een grotere kernlading dan de eerder getoonde raketten, Hwasong-14 en Hwasong-15. De volgende logische etappe van het Noord-Koreaanse programma op dit gebied is naar mijn idee zonder twijfel de beheersing van de technologie van meerkoppige raketten tegen strategische defensieve systemen. Hoe dan ook, de nieuwe Noord-Koreaanse raketten moeten getest worden, hetgeen zonder twijfel binnenkort een einde maakt aan het moratorium op testen van langeafstandsraketten dat Kim Jong-un in juni 2018 met Donald Trump overeenkwam op hun topconferentie in Singapore.
Over welke opties beschikt de nieuwe Amerikaanse president? In theorie over alle opties, maar in de praktijk over niet meer dan een paar. Als vice-president was Joe Biden een van de opstellers van de politiek van « strategisch geduld », die de regering Obama toepaste op Noord-Korea en later, aangepast, op Iran. De totale ommekeer in de buitenlandse politiek door de regering Trump maakt het moeilijk om de waarde van de benadering van de democratische regering correct te beoordelen. Maar de sindsdien gerealiseerde vorderingen op het gebied van de nucleaire programma’s van zowel Iran als Noord-Korea doen mij veronderstellen dat een hernieuwing van de politiek van « strategisch geduld » vandaag de dag niet meer van toepassing zal zijn.
De regering Biden zal eind januari 2021 direct weer een beschaafde en ordelijke diplomatie invoeren. Een dergelijke formele verandering zal niet eenvoudig zijn, maar wel bijdragen aan het kalmeren van de bilaterale en regionale spanningen. Toch denk ik dat dit niet voldoende is. Na het échec van de hachelijke en grillige politiek van Donald Trump inzake Iran en Noord-Korea zullen de Verenigde Staten geconfronteerd worden met een afwachtende houding van zowel hun bondgenoten als hun vijanden. De fundamentele kwestie waarop de nieuwe Amerikaanse president in de eerste maanden van zijn mandaat een antwoord moet geven, is wat zijn strategisch doel is: het denucleariseren van Noord-Korea? Een einde aan uraniumverrijking door Iran? Beperking van raketprogramma’s voor middellange afstand van beide landen? Strijd tegen de proliferatie-neigingen van beide landen? Een precieze indicatie van de Amerikaanse ambitie kan de middelen aangeven die in het eerste jaar van de nieuwe regering ingezet zullen worden.
Maar laten we ons niet vergissen: het specifieke karakter van de Iraanse en Noord-Koreaanse geschillen blijft de kleiner wordende marges van de Amerikaanse speelruimte in beide gevallen tekenen. Wat betreft Iran zal de te verwachten vermindering van de economische druk niet voldoende zijn voor een einde aan het nucleaire programma en het opschorten van zijn raketprogramma. De dubbelslachtigheid ten opzichte van het nucleaire programma en de vastberadenheid wat betreft de raketontwikkeling tonen een door de Iraanse macht sinds ten minste 20 jaar gekoesterd strategisch eigenbelang, onafhankelijk van politieke wisselingen in Teheran. Wat betreft Noord-Korea zijn de Verenigde Staten er niet in geslaagd het regime te verhinderen een kernmogendheid te worden. Er blijft voor Amerika nauwelijks een andere mogelijkheid over om zich aan deze realiteit aan te passen in de hoop het offensieve risico van deze kernmacht te beperken: controle van een verdere afschrikking, een mogelijk akkoord over de beperking van offensieve raketsystemen, van gebruik en onderhoud van strategische defensieve systemen…
Het veiligheidsrisico verbonden aan de toename van de strategische macht van Iran alsook van Noord-Korea is deels gerelateerd aan de historische verhouding die de huidige regimes onderhouden met de Verenigde Staten. Een vermindering van dat risico is niet uitgesloten en zeker wenselijk. In afwachting van een duidelijke formulering van de nieuwe strategie in Washington moet men beseffen dat het niet de Amerikaanse regering is – hoe Joe Biden ook – die daartoe alleen de sleutel heeft.
Geschreven op 11 januari 2021