Noord-Korea en de ‘vergissingen’ van Kim Jong-un

Civis Mundi Digitaal #106

door Jan de Boer

Op 6 januari jongstleden begon het achtste Congres van de Noord-Koreaanse Arbeiderspartij in Pyongyang. De Democratische Volksrepubliek Korea (DPRK) wordt geconfronteerd met een veelzijdige crisis (gezondheid, economie, diplomatie) die met haar auto-isolement wegens de Covid-19 pandemie alleen maar versterkt wordt. Het is jammer dat in verreweg de meeste westerse kranten eigenlijk alleen maar aandacht wordt geschonken aan de nucleaire bewapening en dreiging van Noord-Korea in het kader van dit Congres met uitspraken van Kim Jong-un. Er is meer aan de hand, en ik wil proberen in dit artikel het een en ander in een breder kader te zetten.

De crisis in Noord-Korea is mede te wijten « aan de vergissingen op bijna alle terreinen van de ontwikkelingsstrategie van het land », verklaarde Kim Jong-un tijdens zijn openingsspeech voor het congres met 7000 gedelegeerden en deelnemers. Een zeldzame bekentenis voor een regime als dat van Noord-Korea, die zeer onthullend is voor de ernst van de situatie. Kim Jong-un: « De DPRK wordt geconfronteerd met een serie nog nooit gekende crises ».

Waar het zevende Congres in 2016 gewijd was aan de vier jaar eerder aan de macht gekomen Kim Jong-un, die werd geacht het symbool van een nieuwe start van het land te zijn, is het achtste Congres een test van de capaciteiten van de leider om het hoofd te kunnen bieden aan een alarmerende economische situatie die herinneringen oproept aan de hongersnood in de jaren 1990.

De Congressen, die de aan de top genomen beslissingen op militair, economisch en diplomatiek gebied goedkeuren, zijn ook de gelegenheid om verandering van personen in de leidinggevende instanties aan te kondigen. De aanwezigheid van zijn zuster Kim Jo-yong aan de zijde van de leider bevestigt haar rol in de leidersgroep, al heeft zij geen zitting meer in het machtige Politbureau. De stichter van het regime, Kim Il-sung en zijn opvolger en zoon Kim Jong-il hadden gedurende 36 jaar geen Congressen meer georganiseerd. Kim Jong-un daarentegen is bezig aan zijn tweede congres in vijf jaar tijd. Oog in oog met een op zijn minst sombere toekomst probeert hij volgens het orgaan van de partij « Rodong Sinmun » de « geest van eenheid » tegenover de tegenspoed te versterken.

Uit vrees voor de verbreiding van Covid-19, wat een dramatisch effect zou hebben gezien de uiterst beroerde staat van het volksgezondheidssysteem, was de DPRK het eerste land dat zich in januari 2020 volledig voor China afsloot. Een jaar later verklaarde het geen enkele door besmetting met het coronavirus zieke persoon te hebben, hetgeen bij buitenlandse experts de nodige scepsis opwekte. Zij zijn terecht van oordeel dat de besmetting alledaags was geworden. Dit ondanks het feit dat de aanwezige gedelegeerden op het congres ostentatief geen mondkapje droegen. Ook Kim Jong-un niet, die een zwart kostuum droeg met een badge met de afbeeldingen van zijn vader en grootvader.

Maar het auto-isolement, bovenop de internationale sancties om de DPRK te dwingen af te zien van zijn nucleaire bewapening, heeft de fragiele economische opleving van de laatste jaren verstikt. Binnen een jaar viel volgens de Vereniging voor internationale handel in Seoel de handel met China met 80% terug. Talrijke ambassades en vertegenwoordigingen van de Verenigde Naties en NGO’s zijn gesloten of hebben hun bezetting teruggebracht.

Met de nederlaag van Donald Trump bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen verliest Kim Jong-un een onderhandelaar met wie hij hoopte een compromis te vinden inzake het nucleaire dossier, en dat is een nieuwe tegenslag voor het regime. Het Congres van de partij, twee maanden voor de infunctietreding van Joe Biden, die minder dan zijn voorganger geneigd is tot het doen van concessies, brengt het regime ertoe eerder zijn defensiepositie te versterken dan te reageren op toekomstige initiatieven van de nieuwe regering in Washington. Op 10 oktober vorig jaar, op de verjaardag van de stichting van de partij, heeft Pyongyang een gigantische intercontinentale raket gepresenteerd als bevestiging van de vooruitgang van zijn militair arsenaal. De mededeling van Kim Jong-un dat het land ook over een met nucleaire bewapening uitgeruste onderzeeboot beschikt, past ook in dit kader.

De verslechtering van de economische situatie is de absolute prioriteit van het regime. In de loop van de laatste maanden heeft Kim Jong-un forse kritiek geleverd op afwijkingen betreffende de realisering van het op het zevende Congres vastgestelde vijfjarenplan. De meeste grote projecten van het regime liepen forse vertragingen op, zoals het toeristisch complex van Wonsan-Kalma en het nieuwe centrale ziekenhuiscomplex in Pyongyang.

Te midden van de op het achtste Congres aangekondigde nieuwe oriëntaties is de grote onbekende het wel of niet handhaven van de hervormingspolitiek die meer vrijheid gaf aan de krachten van de markt. Sinds het aan de macht komen van Kim Jong-un ontwikkelde zich een hybride economie die staatsactiviteiten verbond met de ondernemingszin van particulieren. Een ontwikkeling die tijdens het bewind van zijn vader ingezet werd. Een spel van autonoom beheerde onderaanbestedingen en filialen heeft in werkelijkheid geleid tot een privatisering van bepaalde sectoren, zoals de detailhandel en het transport, waarbij uiteraard formeel de socialistische ideologie gehandhaafd bleef. Deze versoepeling van het systeem heeft de levensvoorwaarden van veel mensen verbeterd, hoewel volgens de Verenigde Naties nog steeds 40% van de bevolking op de rand van bittere armoede leeft. Maar om te functioneren is dit hybride systeem afhankelijk van uitwisselingen met China en in marginale zin met Rusland, die het auto-isolement van het land doorbreken. Het regime schijnt nu de controle over de economie weer te willen hernemen. Sinds oktober vorig jaar heeft het de omloop van dollars op de binnenlandse markt teruggebracht om de lokale munt, de « won », in ere te herstellen. De executie van speculanten in deviezen is een duidelijke waarschuwing. Peter Ward, mijn internetcontact die voor de website NK News de Noord-Koreaanse economie volgt, laat mij weten dat « een verdere liberalisatie van de markt niet te verwachten valt ». In tegendeel, er zijn nieuwe voorschriften naar de provinciale besturen gezonden om het toezicht op economische activiteiten en het dagelijks leven van de bevolking te versterken. Het mag duidelijk zijn dat de despoot Kim Jong-un met harde hand het land regeert.

Geconfronteerd met een economische situatie die steeds erger wordt, rekent het regime steeds meer op China, dat gegeven de spanning met de Verenigde Staten geen enkel belang heeft bij een destabilisatie van haar buurman. Dat veronderstelt ook een groeiende afhankelijkheid van Peking. En dat heeft het regime altijd geprobeerd te vermijden.

 

Geschreven op 11 januari 2021