Het sombere lot van de insecten

Civis Mundi Digitaal #107

door Jan de Boer

Een karakteristiek van Frankrijk is het conservatisme van haar academies en hun terughoudendheid om zich uit te spreken over alles wat de economische en sociale orde in de war zou kunnen brengen. Het op 26 januari uitgebrachte advies van de Franse Academie van Wetenschappen over de dringende noodzaak om actie te ondernemen tegen de neergang van insecten is dan ook meer dan opmerkelijk. Allereerst, omdat het niet eenvoudig is om het voor deze beestjes op te nemen, met het risico dat niemand zich ervoor interesseert of het zelfs belachelijk maakt. Voor velen die zich inspannen voor de bescherming van de grote Aziatische roofdieren of de Afrikaanse fauna lijkt de strijd voor de redding van de hommel of de mestkever toch wat vreemd…

Om hun eigen gedachten hieromtrent te vormen hebben de academici zich gebaseerd op een samenvattend artikel, gepubliceerd in de « Comptes rendu de l’Académie des sciences », van specialisten die niet noodzakelijkerwijs leden van de Franse Academie van Wetenschappen zijn. Op deze basis is opgeroepen om de onderzoeken op dit gebied te vervolgen. Dat heeft bijvoorbeeld geleid tot een publicatie in februari 2019 door de grootste wetenschappelijke organisatie gewijd aan de entomologie, de insectenkunde, « l’Entomological Society op America » (ESA). « Vergetend » te vermelden dat hun belangrijkste privé-partners de agrochemische reuzen Bayer, BASF, Syngenta en Corteva zijn, publiceerde ESA een nota, waarvan de titel duidelijk de teneur weergeeft: « Wat betreft het lot van insecten, is het meest problematische alles wat wij nog niet weten ». Het meest urgente is, zeggen deze wetenschappers, voort te gaan met onderzoek, daarmee de belangen van de agrochemische reuzen beschermend.

De Academie van Wetenschappen heeft zich daarentegen niet verscholen achter hetgeen wij nog niet weten, maar treedt naar buiten met hetgeen wij nu al wel weten. Zij beveelt dringend een serie maatregelen aan: « vermindering van het gebruik van pesticiden, om op termijn deze integraal te vervangen door andere bestrijdingsmethodes, beperking van veranderingen in de omgeving niet alleen door het beschermen en herstellen van de complexiteit van natuurlijke omgevingen, maar ook door beperking van nieuwe veehouderijen of van nieuwe culturen die bijdragen aan omzetting van gronden, strijd tegen de klimaatontregeling en tegen binnendringende exotische soorten… ».

Het is daarbij goed om te weten dat ook onze voedselvoorziening in hoge mate mede afhankelijk is van al of niet bestuivende insecten.

De twee studies die het meest geciteerd worden, geven tenminste in onze klimaatzone duidelijk de urgentie voor daadwerkelijke aanpak aan. De eerste studie in 63 beschermde zones in Duitsland toont een neergang van 75% van de biomassa van vliegende insecten tussen 1989 en 2016. De tweede studie in met name 150 Duitse weilandzones laat een neergang van 78% van de overvloed van geleedpotigen zien (het aantal gevangen individuen) en een daling van 67% van hun biomassa tussen 2007 en 2018.

Dit soort cijfers is op zich al schrikwekkend, maar de situatie is nog ernstiger door haar epistemologische (kennistheoretische) bijzonderheid. Sinds het midden van de twintigste eeuw zag men in het algemeen de grote milieugevaren aankomen: klimaatverandering, zure regens, aantasting van de ozonlaag… werden ontdekt en geanalyseerd door wetenschappers, voordat er een goed en toegankelijk beeld van alles een ieder was.

De snelle neergang van insecten maakt een spectaculaire inbreuk op deze regel. Iedere automobilist van 40 jaar en ouder zal hebben opgemerkt dat steeds minder insecten te pletter sloegen op zijn voorruit en zijn radiatorgrille, voordat de wetenschappelijke gemeenschap – entomologen, biologen, agronomen, etc. – zich bewust werden van deze realiteit, van de omvang en de belangrijkste oorzaken van dit verschijnsel. Zoals biologen zeggen: de huidige situatie was voor ons dertig jaar geleden ondenkbaar. In de jaren 2000 nam het wetenschappelijke establishment op het hoogste niveau de onderzoekingen van de bijenhouders niet serieus. Maar vandaag de dag ziet iedereen het belang van hun waarschuwingen in. In haar advies geeft de Academie aan dat « de toename en het niet doelgerichte gebruik van zeer giftige pesticiden (met name neonicotinoïden) », waartegen de bijenhouderij tevergeefs sinds het einde van de jaren 1990 heeft gestreden, een van de belangrijkste oorzaken is van de ineenstorting van de insectenwereld.

De huidige situatie is dus niet alleen het resultaat van een failliet van methoden van onderzoek en expertise inzake het milieu, maar ook van blindheid van politiek verantwoordelijken. Zij is ook de vrucht van een bijna algemeen « media-failliet ». In een op 12 januari gepubliceerd onderzoek hebben wetenschappers onder leiding van Scott Althaus (Universiteit van Illinois, Verenigde Staten) ongeveer 10 miljoen nieuwsartikelen tussen 2007 en 2019 geanalyseerd: 0,02% van deze artikelen brengen bestuivende insecten ter sprake en slechts 0,007% snijdt hun neergang aan…

Het advies van de Academie van Wetenschappen is zo meer dan waardevol! De vraag is nu of de politiek verantwoordelijken daar ook daadwerkelijk gehoor aan gaan geven in de trant van het Feyenoord supporterslied: geen woorden maar daden! En daar ben ik helaas niet zeker van.

 

Geschreven op 9 februari 2020