Het virus van de ongelijkheid

Civis Mundi Digitaal #108

door Jan de Boer

In 2020 hadden 60 miljardairs samen de helft van alle rijkdommen van onze planeet in bezit. In dat jaar zagen ook de huishoudens met « hoge inkomens » hun kapitaal fors toenemen. Tezelfdertijd liet de coronacrisis de meest kwetsbare mensen duurzaam in de armoede vallen, en als straks de steunmaatregelen beëindigd worden, neemt de armoede nog veel verder toe. De in de jaren 1970 begonnen vlucht van ongelijkheden bereikt ongekende hoogten en dat lijkt ons een schandelijke zaak: moet niet iedere beschaving streven naar sociale vooruitgang?

Het is evenwel de tegenovergestelde hypothese die Walter Scheidel, professor aan de Stanford Universiteit, onderzoekt in zijn « Une histoire des inégalités. De l’âge de pierre au XX1-e siècle » (Editions Actes Sud, France). Alle beschavingen zagen onvermijdelijk hun sociale hiërarchieën en dus ongelijkheden in de loop der tijden toenemen.

In de lijn van Jared Diamond en Yuval Noah Harari houdt Walter Scheidel zich bezig met het helder krijgen van de universele mechanismen in de geschiedenis van de menselijke samenlevingen. Hij is een specialist van de antieke beschavingen in Europa en heeft bekendheid gekregen door de toepassing van hedendaagse middelen van economische en sociale wetenschappen in de oudste perioden van de mensheid, net zoals bepaalde artsen, lijkschouwers, hun moderne technieken gebruiken om prehistorische skeletten te onderzoeken. De socioloog Louis Chauvel schreef in zijn voorwoord in het boek van Walter Scheidel: « Bij gebrek aan geschriften en opinie-onderzoeken reconstrueerde Scheidel met sporadische vestigingen, stukken keramiek, kadaster, de oppervlakte van behuizingen, leeftijd van overlijdens… de ongelijkheden van vroegere tijden ». Het boek biedt een uitgebreid, bijna encyclopedisch verhaal vanaf het begin van de mensheid, zelfs als men verrast is dat geen enkele zin gewijd is aan de eerste van alle ongelijkheden, die volgens de bekende antropologe en feministe Françoise Héritier vrouwen treft en aan alle andere ongelijkheden ten grondslag ligt. Zelfs vandaag de dag bezitten zij slechts één klein procent van de mondiale rijkdommen.

Walter Scheidel laat weten dat in de dierenwereld de meest sociale soorten leven in groepen van de twee geslachten, groepen die ook het meest hiërarchisch zijn. De bezette rang bepaalt de toegang tot voedsel en het reproductieve proces. Bij de « Sapiens » zou de evolutie deze sterke biologische ongelijkheden, waarvan de sterkste en meest agressieve individuen profiteerden, getemperd hebben door het verminderde dimorfisme tussen mannen en vrouwen. Daarna zou de verschijning van werpwapens de voorrang gegeven hebben aan handigheid boven kracht, waardoor de mensheid gedurende enige tienduizenden jaren een relatieve gelijkheid van mannen en vrouwen gekend moet hebben. Onze voorouders vormden in die tijd kleine nomadische groepen met een levensstijl die weinig mogelijkheden bood voor het opeenstapelen van goederen. Zij verwierpen alle vormen van overheersing, staken de draak met autoritaire gedragingen en organiseerden feesten om het teveel aan goederen te delen. Walter Scheidel: « Deze wereld is volledig verdwenen, al zijn er nog een paar overlevenden, een paar zeldzame gemeenschappen van jagers-verzamelaars die ons een idee van deze verloren wereld kunnen geven ».

Waar als hoge uitzondering in deze tijd een paar rijke families konden ontstaan, getuige meer dan 30.000 jaar oude graven in Rusland, de nieuwe steentijd rond 10.000 jaar voor onze jaartelling veranderde dat. Nieuwe vormen van overheersing, gecreëerd door persoonlijk bezit, zagen het licht naarmate vaste woonplaatsen en landbouw toenamen. Daarna ontstonden de eerste beschavingen en daarmee ook de eerste elites. In het Romeinse imperium passeerde zo het erfgoed van de rijkste families 1,5 miljoen keer het gemiddelde jaarlijkse inkomen. Alleen zeer ingrijpende veranderingen – ten dele communistische revoluties, maar zeker wereldoorlogen, pandemieën en instortingen van samenlevingen – nivelleerden min of meer duurzaam deze enorme ongelijkheden. De Franse Revolutie slaagde daar niet in: de adel verloor slechts 10% van haar bezittingen, niet meer dan in andere grote oproeren zoals de opstand van de rebellen in Taiping tegen het imperium van de Qing in China in het midden van de 19e eeuw. Wat betreft de democratieën heeft geen enkele democratie deze ongelijkheden wezenlijk bestreden, verzekert Walter Scheidel ons. Dat in een werkelijke democratie het democratisch gehalte mede gemeten wordt door in de mate waarin de formele democratie door een materiële democratie gedekt wordt, blijft helaas een hersenschim. Wat cynisch gezegd: in een democratie met een liberale vrijemarkteconomie zijn de armen arm voor hun eigen bestwil.

Natuurlijk, de geschiedenis schrijft de toekomst niet, maar herhaalt zich wel, veelal in andere vormen. De ongelijkheden zullen naar mijn overtuiging in de toekomst alleen maar toenemen, hetgeen de Covid-19 pandemie en de daarmee samenhangende economische en sociale crises in de komende jaren onvermijdelijk zullen aantonen. En daarmee zal de sociale woede ook toenemen, met alle gevolgen van dien.

 

Geschreven op 1 maart 2021