Civis Mundi Digitaal #108
In het spoor van het Covid-19 en de economische crisis dreigen de ongelijkheden gevaarlijke vormen aan te nemen. Ongelijkheden tussen de door coronamaatregelen tot stilstand gekomen sectoren, zoals het toerisme, en sectoren die ondanks alles blijven doordraaien. Ongelijkheden ook tussen kwetsbare en door een vaste baan beschermde personen, tussen arme en rijke huishoudens, tussen vrouwen en mannen, tussen landen waar volop gevaccineerd wordt en landen die aan hun lot worden overgelaten.
Optimisten willen ons doen geloven dat als het virus eenmaal onder controle is, de economische groei zal helpen de toegenomen ongelijkheden te laten verdwijnen. De lessen uit het verleden manen echter tot voorzichtigheid met dit soort uitspraken. « Van de Justiniaanse pest (zesde eeuw) via de zwarte pest (veertiende eeuw) tot de Spaanse griep in 1918: de geschiedenis loopt over van voorbeelden van pandemieën die heel lange sociale repercussies hadden, » laten Philip Barrett, Sophia Chen en Nan Li, drie economen van het Internationale Monetaire Fonds (IMF) in een recente studie over dit onderwerp weten. « Een epidemie kan bestaande breuken in de maatschappij onthullen of verergeren, zoals ontoereikende sociale zekerheidsvangnetten, een gebrek aan vertrouwen in de instituties of de gewaarwording van een incompetente of corrupte regering. »
Epidemieën zijn versnellers van politieke en sociale crises. De drie economen wijzen zo ook naar de cholera-epidemie die in 1832 bijna 20.000 van de 650.00 inwoners van Parijs doodde, met name in de arme wijken. Rijken en armen beschuldigden elkaar wederzijds ervan verantwoordelijk te zijn voor deze plaag. De volkswoede keerde zich al snel tegen koning Louis-Philippe. Natuurlijk, het verleden bepaalt niet altijd de toekomst, maar de auteurs steunen op een uitgebreid kwantitatief onderzoek dat een maandelijks register van sociale troebelen in 130 landen sinds 1985 mogelijk maakte. Dat register bevestigt dat landen getroffen door ernstige en veelvuldige epidemieën veel vaker dan gemiddeld perioden van sociale woede en manifestaties kennen. Deze verschijnen niet gedurende of direct na een pandemie, met name niet in landen waar de veroorzaakte humanitaire crisis de mogelijkheden tot protesten beperkt en in landen waar « de heersende regimes van de pandemie hebben geprofiteerd door hun macht te versterken en opstanden te onderdrukken ». Sociale oproeren komen wat later, als de woede overal is doorgedrongen. De meest gewelddadige oproeren laten regeringen vallen. De Europese democratieën kunnen dus hun borst natmaken, als de omvang van de sociale crisis na het beëindigen van de coronamaatregelen eenmaal zichtbaar wordt.
Welke lessen kunnen we hieruit trekken voor Covid-19? De Europese Raad voor Internationale Betrekkingen, een Europees onderzoekscentrum, biedt een paar overdenkingssporen. « De Europese Unie heeft als antwoord op de crisis een gezamenlijk herstelplan dat de meest getroffen landen steunt, » schrijven zij. « Maar de noordelijke landen van de Europese Unie zouden gefrustreerd kunnen worden door het steunen van de anderen, terwijl de zuidelijke landen lijden door economische stagnatie en de rechtsstaat in centraal Europa nog altijd fragiel is ». De Europese leiders moeten wat betreft deze drie punten de komende maanden erg waakzaam zijn. Met het nemen van gerichte maatregelen ten gunste van jongeren, vrouwen en zelfstandigen die in het bijzonder door de crisis getroffen zijn en voor de (overigens niet af te dwingen) « vergroening » van de maatschappij. Men moet oppassen niet met het vingertje te wijzen naar Brussel of andere landen als gemakkelijke zondebokken tijdens nationale verkiezingen, om geen steriele en mogelijk destructieve gevoelens op te wekken. Maar ook door andere financiële steunmogelijkheden te zoeken en te vinden. Want het Europese plan van 750 miljard euro, opgesteld tijdens de eerste golf van de pandemie, zal zeker niet voor de tweede helft van 2021 gerealiseerd worden, en dat is wel heel erg laat. En naar mijn vaste overtuiging zal het ook niet voldoende zijn.
Ik citeer hier graag de in Frankrijk zeer bekende en geëngageerde geneticus Axel Khan: « De notie van « de wereld daarna » heb ik altijd als intellectuele huichelarij gezien. De wereld daarna zal ongetwijfeld verschillen van « de wereld daarvoor », maar er is hoe dan ook geen enkele kans dat hij beter zal zijn. Laten we proberen ervoor te zorgen dat « de wereld daarna » niet nog erger zal zijn. »
Geschreven op 8 maart 2021