Civis Mundi Digitaal #108
De Chinese geneeskunde kent een lange traditie. Al voor het begin van onze jaartelling is er een rijke verzameling teksten die met name over preventieve gezondheid gaan. Hoe de mens gezond te houden is de uitdaging waar de Chinese arts in die tijd ook al voor stond. In die zin is de klassieke Chinese geneeskunde als de leefstijlgeneeskunde bij uitstek te beschouwen.
Er werd naar de hele mens gekeken in relatie tot zijn omgeving; de arts werd ook geacht adviezen te geven op mentaal en emotioneel gebied. Tegenwoordig zouden we dat coaching noemen. Er was sprake van ‘personalized medicine’: een medisch advies dat op dat moment in die situatie geschikt was voor die ene mens.
Kortom: de integrale geneeskunde heeft al lang geleden zijn intrede gedaan!
In het vervolg van het artikel zal ik uitgebreid ingaan op de geschiedenis en filosofie van de acupunctuur en de Chinese geneeskunde. Een aantal oude geschriften heeft de Chinese geneeskunde sterk beïnvloed. Het bekendste boek is de Huang Di Nei Jing van ruim 2000 jaar geleden. Het boek bestaat uit dialogen tussen Huang Di (de gele keizer) en zijn lijfarts over oorzaken van ziekten. Tegenwoordig zouden we het een boek over interne geneeskunde noemen. Erin worden leefstijladviezen vermeld, zoals voedingsvoorschriften bij bepaalde aandoeningen, het belang van beweging om de energie te laten stromen en dat te veel nadenken en piekeren het lichaam kan uitputten.
Ik wil in het vervolg van dit artikel duidelijk maken waarom het concept van acupunctuur en Chinese geneeskunde nog steeds aanspreekt en niets aan actualiteit heeft ingeboet.
De uitdaging is om de adviezen van de klassieke Chinese geneeskunde te vertalen naar onze moderne leefstijl. De oude keizer mag in een nieuw jasje en er is geenszins sprake van een illusie bij de nieuwe kleren van de keizer.
Geschiedenis
Het oude China was nog niet één grote staat zoals we die nu kennen. Pas in het begin van de Han Dynastie (206 voor Chr. -220 na Chr.) werd er vrede gesloten tussen de verschillende vorstendommen. Het resultaat was dat er kennis van vele stromingen op zowel filosofisch als wetenschappelijk gebied bij elkaar kwam en elkaar weer kon beïnvloeden. Aanhangers van Confucius, Taoïsten en Boeddhisten konden vreedzaam naast elkaar leven. Geschriften van oude meesters zoals Zhuangzi werden veelvuldig gekopieerd.
Zo dateert vermoedelijk ook het bekende medische werk over de interne geneeskunde – de Huang Di Nei Jing - uit de Han Periode. In tegenstelling tot wat lang gedacht werd, bestaat de Huang Di Nei Jing uit een compilatie van geschriften van verschillende auteurs uit verschillende tijden (1). Het bestaat uit twee delen: de Su Wen en de Ling Shu.
Het zijn de standaardwerken voor de geïnteresseerde acupuncturist. Ze bestaan hoofdzakelijk uit een vraag- en antwoordgesprek tussen Huang Di (de gele keizer) en Qi Bo (zijn lijfarts). Over het bestaan van Huang Di gaan verschillende verhalen rond.
Als we naar de vertaling kijken staat Di voor monarch aangesteld door de goden; Huang betekent geel en er wordt ook specifiek China mee bedoeld. Zo zijn er mythische verhalen van een keizerlijke godheid rond 5000 jaar voor Chr. die het oude China bestuurde, vergelijkbaar met de farao’s uit het oude Egypte. Ook zou er werkelijk een keizer met die naam hebben bestaan rond 2500 voor Chr. in één van de vele koninkrijken in het oude China. (1)(2)
Het boek Huang Di Nei Jing Su Wen behelst allerlei onderwerpen uit de interne geneeskunde: anatomie, fysiologie, pathologie, diagnostiek en behandeling; het wordt alleen nog niet met die namen genoemd. Diverse ziektepatronen komen aan de orde, oorzaken van ziekten en hoe deze te onderkennen. De Huang Di Nei Jing Ling Shu gaat specifieker over acupunctuur: polsdiagnostiek en naaldtechnieken.
Huang Di – de Gele Keizer (Wikipidia)
Op de Huang Di Nei Jing verschenen weer commentaren en aanvullingen zoals de Nan Jing, Shang Han Lun en Wen Bing. Het belangrijkste van al deze klassieke boeken is dat de mens centraal staat en onderhevig is aan invloeden van buiten af, klimaat, voeding, emoties, en hoe dan te handelen om de mens in goede conditie te houden. Deels was dit natuurlijk de verantwoordelijkheid van de mens zelf, maar de arts werd geacht goede adviezen te geven.
In de eeuwen er na zijn er nog vele boeken verschenen en acupunctuurscholen opgedoken. Vaak kwamen deze voort uit familietradities met specifieke acupunctuurstijlen. Acupunctuur, kruiden, bewegingsstijlen als Tai Chi en Qi Gong kenden allemaal hun eigen bron van herkomst. Er was nog geen sprake van dat het allemaal tot het arsenaal van de arts of behandelaar behoorde. Iedere dokter uit een specifieke familietraditie had zijn eigen stijl. Ik zou graag willen zeggen zijn of haar eigen stijl, maar dat er ook sprake zou zijn van vrouwelijke dokters in het oude China ben ik in de literatuur niet tegengekomen.
Pas in de recente geschiedenis en wel onder Mao is er sprake van de Traditional Chinese Medicine (TCM). Mao wilde van China een moderne maatschappij maken en veel van de oude geschriften moesten vernietigd worden. De TCM werd gemoderniseerd in die zin dat de Chinese behandelmethoden gelijkwaardig aan de westerse geneeskunde moesten zijn. De Chinese patiënt kon kiezen of hij zich door een westers opgeleid arts wilde laten behandelen of door een arts uit een TCM-kliniek. TCM verviel tot de gestandaardiseerde acupunctuur- of kruidenformules bij specifieke syndromen, een soort recept-geneeskunde.
Daarnaast werden ook voedingsadviezen, Qi Gong en massage (Tuina) aangeboden.
Gelukkig zijn in de tijd na Mao de oude geschriften weer tevoorschijn gekomen en is er opnieuw een ruime belangstelling voor de klassieke manier van behandelen, dat wil zeggen dat de mens weer gezien wordt in relatie tot zijn omgeving.
In de laatste eeuw is er een schat aan kennis van de oude klassieken naar het Westen gekomen. Pioniers trokken om verschillende redenen naar China: handelaren, sinologen, nieuwsgierige artsen. Klinieken in China openden hun deuren voor studenten uit het Westen, zoals de kliniek van Dr. Wang Ju-Yi (3). De laatste decennia zijn er steeds meer Chinese behandelaren hier in het Westen praktijk gaan houden of hebben zelfs een opleidingsinstituut geopend.
Basisprincipes uit de Chinese Geneeskunde
Het leven is dat wat continu verandert en transformeert. Dat waar het leven uit voortkomt en waar het weer naar terugkeert is het onveranderlijke principe.
De Dao ofwel De Weg waarop de dingen hun beloop nemen wordt wel de kosmische Orde van het Leven genoemd: datgene wat we kunnen observeren en volgen, maar wat uiteindelijk een mysterie zal blijven. (4)
Een weg kan de weg zijn
Niet de eeuwige Weg
Een naam kan de naam zijn
Niet de eeuwige Naam. (5)
met andere woorden, als je het probeert te benoemen, dan is dat het niet….
Qi, hetgeen we meestal vertalen met Energie, wordt ook wel de ‘kosmische ademhaling’ genoemd: het invouwen en uitdijen van de kosmos. Het is de kracht achter de transformatie en kan niet los gezien worden van de oorsprong van het leven (Dao). Maar het kan ook niet apart gezien worden in datgene waar het zich in manifesteert.
In het Chinese karakter voor Qi betekent het bovenste deel “opstijgende stoom” en het onderste deel “graan”. De stoom die omhoog kringelt uit een pan kokende rijst is een symbool voor gedistilleerde essentie en Qi kan zodoende vertaald worden als “damp van de fijnste materie”.
De twee oerkrachten waar de Qi zich in manifesteert zijn Yin en Yang. Yin en Yang als polariteiten: de in- en uitademing van de kosmos. Qi kan zich manifesteren in een samentrekkende Yinne kracht die vorm geeft, of als een expansieve Yange kracht die vluchtig van karakter is.
Alle ‘gebeurtenissen’ zijn een gevolg van de wisselwerking tussen de twee polariteiten. Alle ‘zichtbare dingen’ zijn gebeurtenissen. Zij zijn slechts uitdrukking van de krachten (Qi = energie) die ze gevormd hebben. Alles is voortdurend in verandering. De constante factor achter de fenomenen is Qi, dat wat onveranderlijk is en zich in vele vormen kan manifesteren. Niets blijft hetzelfde. Uiteindelijk gaan manifestaties over in het tegenovergestelde, enantiodroma. Iets wat op zijn top is, slaat om in zijn tegendeel. De dag (meer Yang) gaat over in de nacht (meer Yin), na regen (yin-water) komt zonneschijn (yang-vuur). Het begrip enantiodroma komt weliswaar in de geschriften van de Griekse denker Heraclites voor, maar het is Carl Gustav Jung die het begrip ook in de psychologie heeft geïntroduceerd. In de psyche van de mens wisselen ook licht en donker zich af. Het ene moment voel je je licht en blij en het andere moment weer somberder. Overdag zijn we ons in het algemeen bewust van onze gedachten en ’s nachts komt in onze droomwereld het onbewuste tot leven.
Voorbeelden van polariteiten van de oerkrachten Yang en Yin:
Yang Yin
Zon Maan
Hemel Aarde
Dag Nacht
Hitte Koude
Vuur Water
Mannelijk Vrouwelijk
Bewust Onbewust
Rugzijde Buikzijde
Een voorbeeld van een enantiodroma is het Tai Chi symbool: iets gaat altijd over in het tegenovergestelde en iets is nooit volledig Yang of Yin.
De invloed van de Yang en de Yin op de mens kunnen we ook in de Hemel-Mens-Aarde indeling zien. Dit worden ook wel de drie schatten genoemd – San Bao: Shen, Qi en Jing. Ze worden zo genoemd omdat het waardevolle attributen van het leven zijn en als zodanig beschermd dienen te worden.
Hemel - Shen
Mens - Qi
Aarde - Jing.
Shen is het hemelse principe en volgt de ordening van de hemel. Het staat onder andere voor bewustzijn, geest. Jing is het aardse principe en staat voor levenskracht, vitaliteit. Het is een hele fijne essentie, die de bouwstenen van het leven bevat, het DNA. Het staat dus ook voor vruchtbaarheid en sexualiteit. Zoals besproken is Qi datgene dat beweegt en transformeert.
Door bewust (Shen) om te gaan met onze vitaliteit (Jing) kan energie (Qi) vrijelijk stromen en zorg dragen voor de transformatieprocessen in het lichaam. Een gezonde geest in een gezond lichaam zien we bijvoorbeeld aan een goede uitstraling in de ogen (Shen) en een glans van haren en nagels (Jing).
De oude geschriften
In de tijd van de oude geschriften (6) leefde de mens volgens de Dao: de weg van het leven. In het eerste hoofdstuk van de Huang Di Nei Jing Su Wen vraagt de Huang Di (de gele keizer) aan Qi Bo (zijn lijfarts):
“Ik heb gehoord dat in de oudheid mensen makkelijk 100 jaar en ouder werden en geen spoor van ouderdom of tekenen van verval vertoonden. Bij de huidige mens zie je al vanaf hun vijftigste jaar degeneratieve verschijnselen ontstaan. Komt dat omdat de tijden veranderen of weet men de juiste manier van leven niet meer?”
Qi Bo antwoordt dan: “De mensen in de oudheid kenden de Weg van het leven. Ze modelleerden hun leven naar de yinne en yange krachten en leefden volgens de wetten van de Dao. Ze matigden in eten en drinken, stonden op tijd op en gingen op tijd naar bed, en putten zich niet uit in teveel werk of nadenken. Op die manier hielden ze hun lichaam en geest fris. Zo konden ze makkelijk 100 jaar of ouder worden. De huidige mens echter leeft er maar op los. Ze drinken wijn als water, kunnen normaal gedrag niet meer van absurd gedrag onderscheiden en verliezen zo hun kostbare lichaamssappen …” (7)
Zo gaat Qi Bo nog een tijdje door met het opsommen van de kwalijke eigenschappen en leefstijlen van de toenmalige mens, die misschien niet eens zo veel afwijken van hoe we hier nu in het westen leven. Vervolgens bespreken Huang Di en Qi Bo in het vervolg van de Su Wen de invloeden waaraan de mens bloot staat: seizoensinvloeden, schadelijke energieën, mentale en emotionele veranderingen; kortom de oorzaken van ziekten en gezondheid en hoe gezondheid met een gezonde leefstijl te behouden.
Huang Di Nei Jing Su Wen; vertaling P. Unschuld 2011
In Su Wen hoofdstuk 5 gaat het over de vier seizoenen en vijf bewegingen van de natuur en de invloed daarvan op de mens. Huang Di: “Als ziekteverwekkende Wind als een storm aankomt, veroorzaakt zij beven. Als Vuur al te hevig brandt, treden roodheid en zwelling op. Bij Droogte kwijnt men weg. Buitensporige Koude resulteert in zwelling. Extreem Vocht leidt tot nier- en blaasproblemen en diarree. In de natuur hebben we vier seizoenen en vijf energetische omvormingen: Hout, Vuur, Aarde, Metaal en Water. Bewegingen brengen koude, zomerhitte, vocht, droogte en wind voort. Op hun beurt zijn de weersgesteldheden van invloed op elk levend schepsel in de natuurlijke wereld: zij vormen de grondslag voor geboorte, groei, rijping en dood.
Het menselijk lichaam kent de Zang-organen: lever, hart, milt, longen en nieren. Zij zijn de zetels van de vijf shen en de vijf emoties: vreugde, boosheid, onrust (door piekeren), verdriet en angst.
Het shen van het hart is bekend als shen, dat mentale en creatieve functies regelt. Het shen van de lever is hun, het regelt het onwillekeurig zenuwstelsel. Het shen van de milt, yi, regelt het logisch en rationeel denken. Het shen van de longen, po, regelt onze dierlijke instincten.
Het shen van de nieren, zhi, regelt wilskracht en overlevingsinstinct” (8).
De shen van de organen waar in het laatste gedeelte over wordt gesproken zijn onderdeel van Shen, de hemelse kracht als bewustzijn. Net zoals Qi zich kan vormen al naar gelang datgene waar het zich in manifesteert, kan ook de Shen zich in afzonderlijke krachten manifesteren in de diverse organen.
Zang en Fu
Binnen de Chinese geneeskunde worden de organen verdeeld in Zang en Fu. Zang-organen hebben een yinne functie van opslag, bijvoorbeeld de lever: opslag van bloed.
Fu-organen hebben meer een yange functie zoals transport, bijvoorbeeld de maag: transport van voedsel. Daarnaast is het wel belangrijk om op te merken dat de westerse fysiologie van een orgaan anders is dan de fysiologie van de Zang Fu. In de westerse geneeskunde kijkt men naar de anatomie en de werking van het orgaan, terwijl in de Chinese geneeskunde met name de relaties die het orgaan heeft met bijv. de zintuigen, emoties en met specifieke weefsels belangrijk zijn. Zo heeft de lever een verbinding met de ogen, met de emotie boosheid, met verkrampte spieren.
5 elementen Hout Vuur Aarde Metaal Water
Zang orgaan lever hart milt longen nieren
Fu orgaan galblaas dunne darm maag dikke darm blaas
Zintuig ogen tong lippen neus oren
Smaak zuur bitter zoet pikant zout
Weefsel spierpees bloedvaten vertering huid botten
Emotie boosheid vrolijkheid piekeren verdriet angst
Seizoen voorjaar zomer nazomer herfst winter
Klimaat wind hitte vochtig droog koude
De relatie die de organen met de seizoenen hebben uit zich in hun werking.
De lever is gerelateerd aan de lente en hoort bij het element hout. De lente heeft een yange energie: een tijd waarin de natuur weer tot leven komt. Een tijd van expansie en opwaartse energie. Dus is ook de leverenergie krachtig en heeft een sterke bewegelijkheid: de zgn. free flow. Wanneer de leverenergie geblokkeerd raakt door bv. woede of frustratie (stress) kan dat zich uiten in vastzittende spieren in nek en schouders (opwaartse energie) en onder meer in hoofdpijn of wazig zien. Bij vrouwen zie je het vaak in de vorm van menstruatiestoornissen (de lever als orgaan van bloed).
Het hart als vuurorgaan is verbonden met de zomer. De zomer heeft de meest yange energie: een maximum aan zonlicht, groei en bloei in de natuur. Het hart controleert de bloedcirculatie, maar is ook de zetel van de ziel Shen: het persoonlijk bewustzijn. Te heftige emoties kunnen het hart verstoren en zorgen voor psychiatrische ziektebeelden als manieën en psychosen. Circulatiestoornissen als CVA ontstaan bv. door stress.
De milt heeft een relatie met het najaar en behoort bij het element aarde. Het najaar kenmerkt zich door een vochtige periode. Het is de tijd dat er geoogst wordt. Het is de middelste van de seizoenen en staat voor balans en neutraliteit. Het aarde-element wordt vaak in het centrum van de overige elementen geplaatst; net zoals de maag en de milt te midden van de organen liggen. Samen met de maag is de milt verantwoordelijk voor transformatieprocessen. Een goede spijsvertering zorgt weer voor energie voor de andere organen. Teveel zoet (suiker) kan de miltfunctie uitputten. Te veel vocht (damp) kan diarree geven. In de Chinese geneeskunde wordt zuivel als damp voedsel gezien. Een zwakke miltfunctie kan piekeren (mentaal niet goed kunnen verteren) veroorzaken, maar andersom kan te veel piekeren ook de spijsvertering verzwakken.
Elementen en bijbehorende organen (9)
De longen horen bij de herfst en het metaal element. Er is een yinne beweging in de natuur, die zich klaar maakt voor de winter. Dat wat nodig is wordt opgeslagen voor een nieuwe cyclus in het voorjaar (noten, zaden). De bladeren vallen van de bomen (neerwaartse energie). De plantensappen trekken zich terug in de aarde. De longen zijn de meesters van Qi en zorgen voor het ritme van de ademhaling. Een goede (neerwaartse) inademing verbindt zich met de nieren. Astma en dysfunctioneel ademen zijn verstoringen waarbij de ademhalingsenergie te hoog blijft. Verdriet en depressie als emotie kunnen het verergeren. Wanneer de longen de afvalstoffen niet op een juiste manier kunnen kwijtraken, kan zich dat ophopen in de huid, zoals bv. bij eczeem. De huid wordt wel gezien als de derde long: de longen regelen het openen en sluiten van de poriën in de huid. Via de poriën worden ook afvalstoffen uitgescheiden. Als dit onvoldoende gebeurt, kan dit huidklachten geven als jeuk, eczeem. En ook kunnen via de poriën in de huid bij een zwakke longenergie gemakkelijk verkeerde energieën het lichaam binnenkomen, zoals bv. teveel koude, wat weer kan leiden tot verkoudheden. In feite zijn de longen dus ook goede temperatuurregelaars.
De nieren zijn gerelateerd aan de winter en aan het element water. In de winter is de Qi-beweging naar beneden en naar binnen gericht. Het conserveren van de zaden, het kiemen in de aarde is nodig voor de overleving van de soort. Het is een periode van weinig beweging en stilte. Ook de nierenergie kent een dalende beweging (nieren-blaas-plassen).
De nierenergie draagt ook zorg voor de opslag van Jing, de meest essentiële energie: de eicellen en zaadcellen. De nieren en dus ook de vruchtbaarheid zijn gevoelig voor te veel koude. Voor vooral vrouwen is het daarom belangrijk om de onderbuik en onderrug warm te houden. Frequente miskramen kunnen een oorzaak hebben in een ‘koude’ uterus.
Van koude moet je vaker plassen en ook is hier het spreekwoord ‘van angst in je broek plassen’ van toepassing.
We zien dus dat je de orgaanenergieën niet los kan zien van de omgevingsinvloeden waar ze gevoelig voor zijn. Zo kennen we in de huidige tijd ook nog steeds seizoensgebonden aandoeningen:
- de pollenallergie in het voorjaar (wind-lever-jeuk)
- zomerhitte (overactieve circulatie die hitte niet meer kwijtraakt)
- diarree in het najaar (vocht-vertering-milt)
- verkoudheden in het najaar (longen-huid-weerstandsenergie)
- blaasontstekingen in de winter (koude-blaas-nieren)
Diagnostiek
Hoe konden de artsen in de Chinese oudheid nu bepalen of hun patiënt in harmonie was met de kosmos of uit balans en dus gevoelig voor ziekten?
In de oude geschriften worden een aantal diagnostische ‘tools’ genoemd. Allereerst is er natuurlijk de aandacht voor het uiterlijk van degene die zorg vraagt. Komt degene sterk over (veel Qi) of zwak (weinig Qi). Hoe is de kleur van het gelaat: rood kan veel vuur (circulatie-hart) betekenen; een gelige gelaatskleur kan op een zwakke spijsvertering duiden (milt). Is er een luide stem, dan is de longenergie voldoende aanwezig en bij zwakte te weinig: is er misschien sprake van verdriet? De ervaren Chinese arts heeft vaak aan een blik op zijn patiënt al genoeg om een en ander te kunnen duiden. Vervolgens vindt het lichamelijk onderzoek plaats, wat in de oude geschriften voornamelijk bestaat uit
- polsdiagnostiek
- palpatie (betasten) van de energiebanen op mogelijke obstructies.
Polsdiagnostiek
In de Huang Di Nei Jing Ling Shu hoofdstuk 4 vraagt Huang Di: Hoe bepaal je de aandoening na het vaststellen van gelaatskleur en pols?” Qi Bo antwoordt: “Onderzoek of de stroom van het bloed in de vaten (in de slagader) rustig aanvoelt of juist gespannen. Of er weinig of veel bewegingen zijn. Voelt het ruw aan of juist glad? Na dit onderzoek kan je het ziektebeeld vaststellen.” (10)
In de Chinese geneeskunde wordt de energie- en bloedcirculatie vaak vergeleken met de stroming van kleinere en grotere rivieren. Vandaar dat vaak kwalificaties als een wilde of ruwe stroom of als een zacht kabbelend beekje benoemd worden.
Huang Di Nei Jing Ling Shu, P. Unschuld, 2016
De pols is te voelen op de slagader van de pols precies op de plek waar ook de westers opgeleide arts de pols voelt. De Chinese arts voelt met drie vingers de pols van zijn patiënt, zowel oppervlakkig als op een diep niveau. Behalve de kracht van het hart dat het bloed via de circulatie voortstuwt is ook de kracht (Qi) van de overige organen te voelen. Oppervlakkig de energie van de yange organen en wat dieper de energie van de yinne organen. Er zijn diverse polskwaliteiten: een lege pols, of een volle pols; een duwende pols of een glijdende pols. De diverse kwaliteiten van de pols geven informatie over de aard van de ziekte.
Palpatie van de energiebanen
Qi Bo: “Wanneer er een ziekte is van één van de vijf organen is dat te vergelijken met dat men gestoken is door een insect en de angel niet verwijderd is. Of dat vuil zich ophoopt in het lichaam of dat energie niet kan stromen door een knoop of afsluiting in het systeem. De angel mag er al lang inzitten, maar kan eruit gehaald worden. Vuil hoe hardnekkig ook, kan verwijderd worden. Een knoop die erg vastzit, kan losgemaakt worden. Iets wat al lang dicht is, kan opengemaakt worden. Als iemand zegt dat een ziekte die al langer bestaat niet te genezen is, dan heeft diegene ongelijk.” (11)
Voor de duidelijkheid is het belangrijk om te weten dat volgens de Chinese visie een Zang orgaan niet letterlijk het orgaan is, maar alle relaties die er bij horen en dus ook de energiebanen. De nier heeft een nier-energiebaan en het hart een hart-energiebaan.
Ik spreek liever van energiebanen dan meridianen. Meridianen als term is bedacht door Soulié de Morant, een Franse diplomaat in China. Hij vergeleek de energiebanen met de meridianen op de wereldkaart die die van de noord- naar de zuidpool lopen, zoals ook de energiebanen zich in de lengterichting bevinden. We hebben net gezien dat de klassieken de energiebanen vergeleken met een rivierenstelsel en dat dus de banen zich dieper in het lichaam moeten bevinden. De energiebanen bevinden zich in het bindweefsel onder de huid, tussen de spieren en organen.
De energiebanen zijn afgeleid van het Chinese jing luò mài.
Mai 脉 wordt in het algemeen vertaald als bloedvat.
In de Huang Di Nei Jing wordt wanneer het over de grotere vaten gaat altijd gesproken over ‘mai’ en dus over bloedvaten. In de Huang Di Nei Jing Su Wen hoofdstuk 17 wordt er gesproken over de “mai: als paleis van bloed”. Nu is het onmogelijk om bloed en Qi van elkaar te scheiden, dus het is ook wel logisch om de grote energiebanen bloedvaten te noemen. In het moderne TCM wordt jing luo ook wel vertaald met ‘channel’ of kanaal, vaargeul of collateralen. (12).
Jing 經 Luo 絡
Beiden hebben als linker deel het radicaal si staan. Si is als een fijne (zijden) draad door een weefsel getrokken. Het rechterdeel van het karakter Jing betekent ondergronds rivieren stelsel. Het rechterdeel van het karakter Luò betekent netwerk weefsel.
We kunnen dus naar de jing luò mai kijken als (bloed)vaten met fijne uitlopers, vergelijkbaar met een rivierdelta, in de fijne weefselstructuren, die bloed en energie vervoeren. Dan Keown ziet in zijn boek The Uncharted Body deze energiebanen als ruimten tussen de fasciebladen van spieren en organen. (13)
Een voorstelling van deze jing luò mai is dan dat net als water, rivieren altijd het diepste punt opzoeken en zo ook de energiebanen zich in de holtes of geulen van het weefsel bevinden, tussen de fascies (bindweefsel) van spieren en organen.
Net zoals rivieren in het verloop van hun stroming allerlei stenen en andere obstakels mee kunnen nemen, zo kunnen ook de jing luò mài ofwel de channels ‘vervuild’ raken. Door het palperen van de 12 jing luò mai op de extremiteiten van het lichaam: 6 op de arm (3 yin en 3 yang) en 6 op het been (3 yin en 3 yang) zijn deze obstructies waar te nemen. Het verloop van de banen is te voelen als ‘geulen’ tussen de verschillende spiergroepen. Men palpeert de energiebanen van de verschillende orgaan energieën. Worden er blokkades gevonden dan zegt dat iets over de conditie van de desbetreffende orgaanenergie.
Behandeling
Als er een juiste diagnose is gesteld, is het tijd voor de behandeling. De Chinese geneeskunde kent diverse behandelmethoden: acupunctuur, Chinese kruiden, moxatherapie, cupping, massage technieken, voedingsadviezen. In een volgend artikel over acupunctuur zal aandacht besteed worden aan diverse stijlen van acupunctuur die tegenwoordig veel toegepast worden.
In de Huang Di Nei Jing Ling Shu staan behandelingen voor een groot aantal aandoeningen beschreven. Er wordt o.a. veel aandacht besteed aan naaldtechnieken: hoe diep men de naald moet steken, wat voor naald: dikker of dunner, bij welke aandoening of type mens. Er zijn verschillende naaldtechnieken voor dikke en dunne mensen, ouderen en jongeren.
Ook is er aandacht voor de manier van behandelen.
Huang Di vraagt bijv. in hoofdstuk 29 van de Ling Shu naar een geneeskunde die mensen die ziek zijn gezond maakt, maar die ook een visie heeft op hoe mensen, zowel arm als rijk, in harmonie naast elkaar kunnen leven, zodat al het goede dat hen toekomt, ook hun nageslacht zal bereiken. Qi Bo’s antwoord komt er vervolgens op neer dat men niet tegen de stroom in moet gaan. Een goede geneesheer kent behalve zijn eigen gedrag en behoeftes, ook het gedrag en behoeftes van zijn patiënten en hun families en zelfs die van het land. Een behandeling die tegen de wens van de patiënt in gaat, heeft weinig zin.
“Als je een land binnenkomt, vraag je eerst naar de gewoonten in dat land. Als je bij een familie thuiskomt, vraag je eerst naar de gewoonten binnen de familie. Als je een ontvangsthal binnenkomt, vraag je of bepaalde gebruiken in acht moeten worden genomen. Als je bij een zieke komt, onderzoek je wat zijn toestand zal doen verbeteren.” (14)
Als Huang Di vervolgens vraagt hoe die toestand dan zal verbeteren, volgt er een referaat van Qi Bo over het advies van juist koude of warme voeding en dranken bij bepaalde aandoeningen. Wanneer er kou is in de maag dan zullen warme voeding en dranken de toestand verbeteren. Net als voeding is de juiste kleding van belang: “ wanneer het koud is, zorg dan dat je niet bevriest en wanneer het te warm is, zorg dan dat je niet overmatig transpireert.”
Tenslotte: “Wat de hoofdzaken van de naaldbehandeling betreft, is het gemakkelijker daarover te vertellen dan om zich de juiste techniek ervan eigen te maken. Een middelmatige genezer richt zich botweg alleen op het lichaam om vervolgens het punt aan te prikken. Maar een bekwaam genezer kijkt naar de zieke zelf en naar diens geest.” (15)
Epiloog
In het voorafgaande is gepoogd om een idee te geven van hoe men aankeek tegen ziekte en gezondheid in het oude China. Ik hoop dat zo naar voren komt wat een enorme schat aan kennis en ervaring in de oude geschriften beschreven wordt. Men beschrijft de anatomie, de werking van de organen en de bloedsomloop en hoe bij verstoringen er op verschillende manieren behandeld kan worden. Maar bovenal komt er steeds naar voren hoe de mens in die tijd centraal staat. Hoe deze beïnvloedbaar is door ziekteoorzaken van buitenaf, zoals seizoensinvloeden, weergesteldheden, verkeerde voeding, en hoe deze oorzaken een weerslag kunnen hebben op emoties of de werking van een orgaan.
Er gaat het verhaal dat in het oude China de dokter betaald kreeg als hij degene die hun hulp in riep gezond hield. Werd diegene toch ziek dan had de dokter zijn werk niet goed gedaan. Hij had de conditie van die mens niet goed beoordeeld en niet goed ingeschat voor welke conditie deze bevattelijk was. Dus ontving de dokter geen loon.
Het zou in de huidige tijd een uitdaging zijn als artsen alleen betaald zouden worden als ze hun patiënten gezond zouden houden! Als zowel de artsen als de zorgverzekeraars de aandacht voor de leefstijl van de patiënt tot prioriteit in de spreekkamer zouden maken met als resultaat zorg en beloning op maat tot tevredenheid van de dokter en de patiënt: passende voeding, aandacht voor beweging en het psychosociaal welbevinden.
Kortom: de keizer in een nieuw jasje of de dokter in een keizerlijk gewaad?
Elsa Wierda is arts voor integrale geneeskunde, gespecialiseerd in acupunctuur/ TCM en heeft een praktijk in Alkmaar (www.elsawierda.nl)
Zij is coördinator van de vakgroep acupunctuur van de Artsen Vereniging voor Integrale Geneeskunde (AVIG) en coördinator van de opleiding acupunctuur van de Stichting Integrative Acupuncture (www.integrative-acupuncture.nl).
Noten