Civis Mundi Digitaal #109
Bespreking van Ramsey Nasr, De fundamenten, De Bezige Bij, 2021
In een persoonlijk getint dagboek beschrijft Ramsey Nasr zijn ervaringen en overwegingen tijdens de Coronacrisis. Het boek bevat twee korte artikelen eerder gepubliceerd in de NRC en een derde, langer, essay geschreven in februari 2021. Het eerste artikel uit april 2020 herneemt de eerdere kritiek op de behandeling van de kunsten met name tijdens de bezuinigingen van Halbe Zijlstra ten tijde van het eerste kabinet Rutte. De kunsten zouden zich maatschappelijk en economisch relevant moeten tonen door zich van hun eigen inkomsten te verzekeren. Ramsey hield toen al een pleidooi voor de ‘nutteloze’ zin van kunst. In april 2020 stond de zorg op instorten en werd duidelijk dat cultuur, zorg en onderwijs in feite de ‘fundamenten’ zijn van onze samenleving en dat we onszelf geen dienst bewijzen door daar op te bezuinigen.
Het tweede artikel uit september 2020 geeft de verwondering weer over de waanzin van ‘viruswaarheid’ en over de mensen die het “helemaal gehad hebben” met de lockdown, en over de populistische partijen die het ene moment voor zeer zware maatregelen zijn, en een paar weken later al pleiten om alles weer open te gooien, want het virus is maar een griepje. Dat krijgt eind januari 2021 nog een vervolg met de avondklokrellen.
Het derde artikel is een meer diepgaande reflectie op de houding van de mens met de natuur. Als de economische en culturele tredmolen even tot stilstand is gekomen reflecteert Ramsey op zijn eigen ervaringen tijdens eerdere tochten in de laatste stukjes wildernis ver weg van de luxe cocon van onze beschaving. Hij citeert ook schrijvers en kunstenaars die zich onttrokken aan het dagelijks lawaai van de samenleving om naar een levenshouding te zoeken meer in harmonie met de natuur. Die reflectie gaat over in het besef dat we onze aarde met onze materialistische levenshouding aan het vernietigen zijn, en dat we dat ook heel goed weten maar dat we er geen consequenties aan verbinden. We leven door met en ondanks die onrust, want de klimaatcrisis is in tegenstelling tot de Coronacrisis niet iets acuuts, dat zich in het hier en nu afspeelt, maar het strekt zich uit over een periode van decennia en de vernietiging gaat met kleine stapjes. We zijn als kikkers in de pan water die steeds heter wordt.
Eerst gaat hij in op de grote moeite die het kost om oude gewoontes en wereldbeelden opzij te zetten zoals Zwarte Piet, vlees eten, en het zich omringen met luxeproducten. Vervolgens ergert hij zich aan de gratuite houding van de overheid met reclamecampagnes als ‘Een beter milieu begint bij jezelf’ met allemaal dooddoeners, zoals ‘De verwarming vandaag een tandje lager, de lichten vaker uit. Want we weten waar we morgen met onze energie willen zijn. Zuinig, groen, duurzaam. Samen bewegen we vooruit.’ Terwijl de echte CO2 uitstoot door de grote bedrijven, de tuinbouw en de veeteelt gewoon doorgaat en nog een aantal jaren gedoogd wordt. De bekende convenanten die even een paar jaar de kou uit de lucht halen en dan na een aantal verloren jaren niets blijken te hebben geleverd (want het waren maar streefdoelen).
Om Ramsey te citeren: ‘In oktober (2020) werd door het ministerie van [Economische Zaken en] Klimaat een heuse klimaatdag georganiseerd, met als doel ons land te inspireren voor de energietransitie. Wie nodigde minister Wiebes uit om de dag te openen? De fossiele reuzen Shell en BP. ‘Beide multinationals streven naar klimaatneutraliteit, beide zijn ook heel actief in Nederland’, aldus de uitnodiging. Het laatste deel van de zin rekenen we goed.’
De houding van Rutte om ‘iedereen in zijn eigen verantwoordelijkheid te laten’ is volkomen hypocriet, want de burger en de bedrijven kunnen die verantwoordelijkheid helemaal niet aan. Het gaat om de toekomst, niet om het hier en nu. Als de overheid geen beleid en grenzen stelt dan dendert de economie gewoon door, dan staan we weer te trappelen om goedkope vluchten te nemen richting Curaçao. Nota bene aangeboden door de luchtvaartmaatschappijen die met miljarden steun in leven worden gehouden. Minister van Infrastructuur van Nieuwenhuizen ‘sprong uit haar vel’ toen ze hoorde hoe druk het half december 2020 op Schiphol geworden was: ‘hadden die mensen geen verantwoordelijkheidsgevoel?’
Nu de overheid haar verantwoordelijkheid niet neemt, put Ramsey hoop uit de juridische procedures. Zeker in een tijd van algemene verlamming helpt het opleggen van gerechtelijk sancties, zoals rond de Urgenda-zaak, de stikstofaffaire en de zaak van de Nigeriaanse boeren tegen Shell. Het woord is aan de politiek. We staan op een keerpunt. ‘We moeten handelen, in het volle besef dat elk keerpunt zowel een moment is als een plek: een goed moment om stil te staan, een rampzalige plek om (langer) af te wachten.’
Hier eindigt het essay. De verkiezingen van maart 2021 hebben geleerd dat er inmiddels niets is veranderd. Nog steeds negeert een grote meerderheid van de kiezers de urgentie. Een verantwoordelijke overheid moet over haar eigen schaduw en eigen kiezers heenstappen en luisteren naar de wetenschap en de adviesraden van de regering. Die representeren de mening van de elite waar het volk zich zo aan ergert. Dat is de voedingsbodem voor de populistische partijen. Hopelijk maakt Ramsey wat los, juist ook door niet alleen de dagelijkse politiek aan te snijden, maar ook door onze persoonlijke levenshouding ‘im Frage’ te stellen.