Civis Mundi Digitaal #112
Commentaar op Jaap Seidell en Jutka Halberstadt, Andere kost: Een pleidooi voor een gezonder en duurzamer voedselsysteem. Atlas/Contact, 2021.
https://www.ralphmoorman.nl/obesitas-epidemie: vier oorzaken, over individuele discipline, de levensmiddelenindustrie, het aanbod van de supermarkt en gebrek aan effectieve regelgeving
Waarom wordt er wel ingegrepen bij Covid en niet bij obsitas?
Obesitas wordt een epidemie genoemd, waar 2 miljard tot 2200 miljoen mensen mee te kampen hebben. Beide cijfers worden genoemd. Het heeft dus epidemische vormen aangenomen. Zoals de overheid ingrijpende maatregelen tegen Covid heeft genomen, zijn ook doeltreffende maatregelen tegen obesitas en andere ziekten nodig die epidemische vormen aannemen. Het is de taak van de overheid de bevolking ertegen te beschermen en dit niet alleen over te laten aan de mensen zelf onder het mom van de individuele vrijheid, waarvan de voedingsindustrie gebruikt maakt om hun ongezonde producten aan de man en de vrouw te brengen. Er lijden veel meer mensen aan obesitas en andere kwalen dan aan Covid. Waarom kunnen en moeten bij Covid wel ingrijpende vrijheidsbeperekende maatregelen genomen worden en bij meer wijdverspreide ziekten niet? Wordt hier met twee maten gemeten? Omdat Covid besmettelijk is? Dat zou ook gelden voor obesitas, zij het op een andere manier, meer sluipend. Welke industriële belangen spelen hierbij een rol, met name van de farmaceutische en voedselindustrie?
Bij het afdwingen van de Covid-maatregelen was een belangrijk argument dat de Intensive Care het niet meer aan zou kunnen en de medische zorg overbelast zou raken, terwijl de IC’s voor een groot deel werden gevuld met mensen met obesitas en/of andere bijkomende kwalen, die lang niet de aandacht kregen die Covid kreeg. Alles werd op het conto van de levensbedreigende effecten van Covid geschoven, terwijl verreweg de meeste gezonde mensen milde klachten bleken te hebben of het nauwelijk merkten, zoals veel jongeren. De werkelijk levensbedreigende ziekten werden veronachtzaamd, operaties werden uitgesteld enz. Alles moest wijken voor Covid. Ook hier werd aan preventie door gezondheidsbevordering nauwelijks aandacht besteed, wel aan afstand houden, mondkapjes, handen wassen e.d.
Waarom geldt het belang van de volksgezondheid selectief en bij Covid meer dan bij obsitas en andere. ziekten? Als Covid effectief kan worden aangepakt, kan dat in principe ook bij bijv. obesitas met als argument de bedreiging van de volksgezondheid. De overheid heeft de taak te zorgen voor een veilige (voedsel)omgeving en veilig voedsel. Ongezond en onveilig voedsel kan en mag worden geweerd, zoals drugs en onveilige verkeerssituaties worden geweerd, op grond van het schadeprincipe van Mill. Er zou reeds voldoende wetgeving zijn om dit te ondersteunen (Zie boekbespreking). Gezondheids- en overlijdensrisico’s lijken bij obesitas groter dan bij Covid en het niet gebruiken van de autogordel, dat relatief zwaar beboet kan worden. De maatschappelijke kosten van ongezonde voeding en de belasting daarvan voor de gezondheidszorg maken overheidsingrijpen met prijsmaatregelen en wettelijke restricties meer gewenst en noodzakelijk.
De voedseltransitie https://infobron.nl/10-oorzaken-van-overgewicht
De status quo en terug naar normaal
Maatregelen lijken gericht op het zoveel mogelijk handhaven van de status quo: terug naar normaal of het nieuwe normaal dat daar veel op lijkt. Terwijl een transformatie nodig lijkt van onze leefwijze en onze cultuur en samenleving, die desastreus bezig is met de vernietiging van onze aarde, daarbij geleid door de industrie, die winst wil maken ten koste van alles. Industrie en kapitaalbezitters, de ‘bovenbazen’, zien geen direct belang in transformatie, wel in de status quo, die miljardenwinsten oplevert en kapitaal- en machtsconcentratie bevordert.
Veel wetenschappers zijn geheel of gedeeltelijk in dienst van de industrie, waardoor wetenschap zijn onafhanklijkheid verliest en een verlengstuk of markelingbedrijf wordt van de industrie. De medische wetenschap, die eenzijdig neerkomt op farmaceutische geneeskunde en eigenlijk maar een paradigma kent, loopt voorop als medicijnpromotor en distributeur. De voedingswetenschap lijkt op grond van het eerder besproken boek meer onafhankelijk. De voedingsindustrie krijgt in het boek grondige kritiek, zoals de farma-industrie grondige kritiek kreeg van sommige medici, zoals Götzsche (zie CM 35).
Bij de Covid-epidemie wordt vaccinatie gepresenteerd als oplossing, waardoor de status quo gehandhaafd kan blijven en we terug kunnen naar normaal, daarbij vergetend dat dit eigenlijk een abnormale situatie betreft: een disharmonische levenswijze, die desastreus is voor onze leefomgeving. Wat betreft risico-groeperingen is er tegen vaccinatie geen overtuigend bezwaar. Dat ligt anders bij groeperingen die vrijwel geen risico lopen, zoals kinderen en jongeren. Daar dienen onbekende effecten op termijn zwaarder te worden meegewogen. Vaccinatie te beschouwen als dé oplossing voor Covid en de oorzaken daarvan en als middel om onze destructieve, ‘normale’ levenswijze en eetpatroon te kunnen continueren, roept wel bezwaren op, omdat het een abnormale, ongezonde status quo in stand houdt.
Er zijn grondige oplossingen nodig, geen lapmiddelen om de haperende neoliberale economie op te lappen, die miljardenwinsten en de schrijnende ongelijkheid intact houden. De agrochemische en de voedingsindustrie hebben belang bij de industriële landbouw en voedselvoorziening en zijn primair gericht op winst, niet op gezondheid. Winst is een centrale waarde geworden in onze economie en samenleving, die de gezondheid verdringt. Het is hoog tijd dat wij ons gaan gedragen naar andere waarden, een destructrieve leefwijze laten varen en dat we gezondheid en eerbied voor het leven weer prioriteit gaan geven om op termijn te kunnen overleven.
https://www.gemeente.nu/ruimte-milieu/duurzaamheid/gemeenten-volop-transitie-naar-circulaire-economie/
Een greep uit recente krantenartikelen over de noodzakelijk geachte transitie
Deze greep blijft beperkt tot artikelen die verschenen bij het schrijven van dit artikel. Ze vormen een steekproef om enkele punten uit het boek Andere kost mee te toetsen en te illustreren.
‘Vergroening in EU van landbouw faalt’(NRC 22 juni): “De veehouderij is verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de landbouwemissies, maar het landbouwbeleid beoogt niet de veesector te begrenzen... Bovendien stimuleert de EU nog steeds de verkoop van dierlijke producten, onder meer met het subsidiëren van reclame campagnes... De veestapel moet worden verkleind. Onderzoekers benadrukken dat dit samen moet gaan met een afname van consumptie van dierlijke producten, om het probleem niet naar buiten de Europese grenzen te verplaatsen.”
Dit artikel illustreert het falende overheidsbeleid. Op nationaal niveau is het niet veel anders. De nodige voedseltransitie richting plantaardige voeding wordt benadrukt, maar er wordt weinig aan gedaan.
‘Veel twijfels over het EU-landbouwplan’ (NRC 29 juni): “Financiële prikkels voor natuur- en klimaatvriendelijke landbouw moeten boeren verleiden te gaan vergroenen.” Het gaat over “ecoregelingen”. Financiële prikkels en prijsbeleid zijn niet alleen een belangrijk instrument bij de consument (zie boven), maar ook bij de producent. EU-commissaris Frans Timmermans noemt het een ‘game-changer’. Nederlandse boeren staan bekend als innovatief, waardoor ecoregelingen gunstig voor hen kunnen uitpakken. Wat onder die ecoregelingen valt is niet altijd even duidelijk. “Boeren zijn voor hun inkomen sterk afhankelijk van landbouwsubsidies.” Subsidies zijn een instrument tot verandering, maar dit mag niet ten koste gaan van de inkomenszekerheid van de boeren, die vaak onder druk staan van strengere eisen. “Voor een radicale hervorming zou ook een omslag in consumentengedrag nodig zijn... De vleesconsumptie zou bijv. veel lager moeten.” Uit dit artikel volgt het samengaan van productie en consumptie conform de systemische benadering in het besproken boek, waarbij verschillende sectoren samenhangen en samen dienen te veranderen.
‘Met leugens en bedrog ging Landbouw over de grenzen’ (NRC commentaar 2 juli): “Al decennialang wordt er geklaagd over de te nauwe banden van het departement met de agrarische sector... De wereld staat voor enorme uitdagingen op het gebied van klimaat en biodiversiteit. De Nederlandse overheid heeft daarin een belangrijke rol te spelen. In dat krachtenveld past geen ministerie dat liegt en bedriegt om slechts de economische belangen van een evident vervuilende sector te verdedigen.” Behalve korte termijn belangen van agrariërs dient de overheid vooral de consument en de volksgezondheid te dienen door zorg te dragen voor een gezond voedselaanbod en het weren van ongezond voedsel.
‘Falend toezicht op chemiebedrijven’ (NRC 1 juli): “Ontbreken van een centrale registratie en lage boetes maken dat bedrijven veelvuldig en met gecalculeerd risico milieuregels overtreden”. De winst is groter dan de mogelijke boete. Genoemd worden Shell en Tata Steel, maar er zijn meer bedrijven die milieuregels overtreden. Het geldt ook voor agrarische bedrijven, bijv. wat betreft mest(fraude) en gebruik van landbouwgif als ‘gewasbeschemermende middelen’, zoals dat eufemistisch heet. “Openbaarmaking kan helpen... bij een beter geïnformeerd debat over de industrie.”
‘Berichten uit het slachthuis’ (NRC 4 juli, Column Tommy Wieringa): Een medewerker van Varkens in Nood maakte geheime beelden bij een slachthuis. “Panische dieren die met een scherpe peddel worden geslagen, geschopt, aan een oor worden meegetrokken en gedurig met stroomprikkers worden bewerkt – alles regel, geen uitzondering... Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer eist sluiting van het slachthuis. Zou je consequent zijn, dan konden ze allemaal dicht.”
Wieringa verwijst ook naar het boek Uitgebeend van Marcel van Silfhout, waaruit blijkt dat de bevoegdheden van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit NVWA en de voorloper Keuringsdienst van Waren, om iets aan wantoestanden te doen werden uitgebeend en uitgeknepen door de politiek.
“Economisch belang gaat steevast boven voedselveiligheid en dierenwelzijn.” Het toezicht stelt weinig meer voor. “NVWA medewerkers worden geïntimideerd, bedreigd, mishandeld; ze ontvangen kogelbrieven... Grijp maar eens in bij mannen die met elektrische zaag een karkas vierendelen... Ook tijdens de coronacrisis waren slachthuizen verantwoordelijk voor de grootse misstanden... met menselijke dieren. Arbeidsmigranten werden in volgeladen busjes van en naar de slachterij gereden en werkten dicht opeen, de sector was een superspreader.” Wie wil het vlees van mishandelde dieren nog eten?
‘Wat zoemt daar in de supermarkt?’ (NRC 19 juni): Een verslag van “boodschappen doen met Eva van den Broek en Tim den Heijer,” auteurs van Het bromvliegeffect... genoemd naar de beroemde nepvlieg in de wc-pot, die mensen (mannen) goed in de pot laat plassen.” Het betreft “fenomenen die ons stieken beïnvloeden”. De supermarkt zit er vol mee. Groenten en fruit liggen vooraan. Als je begint met iets gezonds “voelt het daarna alsof je gelegitimeerd chips en koek kunt pakken... Warm licht bij de bananen, blauw licht bij de vis, het lijkt alsof er ijs onder ligt. De geur bij het brood, die soms zelfs uit Smellitzers, geurmachines, komt. Je wordt hier op zoveel manieren gestuurd.” Er worden een paar manieren toegelicht. Bijv. de aanmoediging om te pinnen, dat geeft minder ‘betaalpijn’. Deze website https://www.ralphmoorman.nl/obesitas-epidemie:
noemt ook een aantal ‘verborgen verleiders’:
“Voordeelverpakkingen zorgen ook voor overeten. Commercials van de levensmiddelenconcerns sturen ons psychologisch veel meer naar de gepatenteerde bewerkte producten waar we moeilijk maat mee kunnen houden. In de supermarkt is een compleet psychologisch plan uitgewerkt om aankopen door de consument te sturen. Dit plan leidt ons niet naar de pure en onbewerkte voeding maar naar de gepatenteerde a-merken. Ook worden consumenten vrijwel niet gestimuleerd zelf weer te gaan koken... Vlak voor de kassa wordt de consument verleid tot een impulsaankoop en dit zijn meestal repen of snoepjes... Ook de prijs van de bewerkte voeding is vaak lager dan de verse onbewerkte voeding.”
‘Eten is de sleutel naar Utopia’, interview met Carolyn Steel, auteur van Wat gaan we eten? Sitopia: hoe goed eten de wereld kan redden. (Volkskrant 3 juli). “Bij een TEDGlobal-conferentie te Edinburgh werd gezocht naar oplossingen voor grote wereldproblemen... ‘Laten we voordat we aan oplossingen denken, eerst eens vaststellen wat we eigenlijk willen bewerkstelligen. Voor mij is dat een goed leven voor iedereen... een wereld waarin je je thuisvoelt... Dat zijn we kwijt. De vraag is: hoe vinden we dat terug?...Eten is de sleutel naar Utopia.’...Om te eten moeten we een sociaal contract afsluiten met de natuur... De manier waarop wij het hebben georganiseerd draait om macht en beheersing.” Niet om wederkerigheid.
“De vraag die je moet stellen is: wat maakt mensen gelukkig... Een welvarende maatschappij waar een gevoel van eerlijkheid heerst. Waar we liefdevolle relaties hebben, zinvol werk, goed eten, een fijn huis en natuur om ons heen. Geluk is niet op de bank liggen en met je telefoon een afhaalmaaltijd bestellen die wordt gebracht door een Uber-slaaf.” Ons wordt wijsgemaakt dat je allerlei dingen moet kopen om gelukkig te kunnen zijn. “We leven in een vals verhaal dat ons wordt opgedrongen door mensen die ervan profiteren. Van politici tot directeuren: zij hebben er allemaal baat bij dat het systeem blijft bestaan.”
“Het goede leven ligt net achter de horizon.” Er wordt gesuggereerd dat het te koop is, als je genoeg geld hebt. “Het is overduidelijk dat we met zijn allen minder moeten consumeren en minder weggooien.” Ze ziet weinig heil in kapitalisme en communisme, dat staatseigendom voor privé-eigendom in de plaats stelt. “De wereld is van iedereen. Dus wat we zoeken, is een manier om... met anderen te delen via gemeenschappelijk eigendom.” Aan de hand van het werk van Capra is hierop uitvoerig ingegaan in CM 110.
“De snelste manier om iets te veranderen, is voedsel weer zijn echte prijs geven. Dan wordt industrieel voedsel onbetaalbaar, wat het in feite ook is als je alle maatschappelijke en ecologische kosten meerekent. En lokaal voedsel wordt veel goedkoper... Wij zijn slachtoffers van een systeem waarin de controle zoek is. Ons 20ste eeuwse idee van een goed leven houdt ons gevangen. Voedsel is een machtig middel om dingen te veranderen, omdat we alemaal zeggenschap hebben over wat we eten... Dat kan leiden tot nieuwe netwerken, nieuwe economieën. Je zet dingen in gang. Zie het als een ‘delicious revolution’.”
Een en ander bevestigt wat in het boek Andere kost staat, wat betreft de invloed van de voedingsindustrie, en het voedselsysteem, de prijsbepaling die ecologische kosten niet meerekent, de gedogende rol van de overheid, de verleidingen voor de consument en de keuze die we hebben om de voorkeur te geven aan ecologisch verantwoord goed voedsel.
‘Deze boeren willen wél verandering’(Volkskrant 7 juli). Boeren die op het Malieveld demonstreren tegen milieumaatregelen krijgen veel aandacht. Er zijn ook boeren zijn die het anders willen. Een groep noemt zich ‘Caring Farmers’. Ze willen duurzame landbouw en een daadkrachtige overheid “die met een plan komt dat boeren echt helpt bij het omschakelen”. “Als je zo ontevreden bent over de huidige situatie, waarom stap je dan op de trekker om verandering tegen te houden?... Protesterenden willen niet inzien dat het syteem waarin ze nu werken onhoudbaar is. En dat ze de noodzakelijke omslag met hun acties alleen maar vertragen.” De spanning die boeren voelen rond de grote aanstaande veranderingen vinden zij begrijpelijk. “Alle boeren moeten erop kunnen vertouwen dat de politiek hen niet in de kou laat staan.”
‘Boerenprotesten: Weer trekken de boeren vandaag naar het Malieveld’ (NRC 7 juli). In dit artikel een boer die wel gaat protesteren en een boer die niet gelooft “in actievoeren zonder concreet plan” en meent dat veranderingen in de landbouw en veeteelt noodzakelijk zijn om de milieubelasting te verminderen. Een protesterende collega “erkent dat er in sommige gebieden de komende jaren veranderingen nodig zijn om aan milieuregels te voldoen”. Hij wil niet dat regels van bovenaf worden opgelegd en “boeren straks onder dwang het bedrijf moeten verkopen”. Hun hele hebben en houden staat op het spel. Maar er zijn ook boeren die er wel in slagen de transitie naar duurzame landbouw te maken. Er is veel onduidelijkheid en onzekerheid. Protesten lijken niet te leiden tot meer duidelijkheid.
‘Landbouw moet deels plaatsmaken voor wonen in leven in drukbezet Nederland’ (NRC Commentaar 10 juli). Ook het CDA sluit krimp van de veestapel niet meer uit, maar alleen door vrijwillige bedrijfsbeëindiging of omschakeling (Volkskrant en NRC 7 juli). “Een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving [PBL] toonde aan dat vrijwillige opkoopregelingen om boeren te laten stoppen, zich niet verhouden tot de klimaatdoelen.” De vraag is hoeveel minder landbouw en vooral minder veeteelt nodig is om die doelen te halen. Het beleid wordt halfslachtig genoemd. Doelen zijn niet duidelijk en concreet, hoewel ingrijpen onvermijdelijk wordt genoemd, ook door het CDA. “Want dat er moet worden ingegrepen is evident. Al decennialang wordt er gepleit voor voor het verkleinen van de veestapel. Die is met 100 miljoen kippen, 12 miljoen varkens, 4 miljoen koeien en ook nog enkele honderdduizenden schapen en geiten enorm te noemen. Het grootste deel van de agrarische productie gaat naar het buitenland, Nederland is de tweede landbouwexporteur ter wereld... Eind jaren negentig waren dierziektes als de vogelgriep en de varkenspest aanleiding om de veesector aan te pakken.” Later kwamen daar Q-koorts, dierenwelzijn, klimaat en milieu bij. Genoeg redenen om de veestapel te verkleinen. “Maar niet zonder oog te houden op de inidividuele boeren... Het is hen niet te verwijten dat zij hun bedrijf zijn blijven voeren... Wie daar alsnog een streep onder wil zetten, zal dat met menselijkheid en een reële compensatie voor geleden verlies moeten doen... Onder druk van terechte milieudoelen... moet de afweging gemaakt worden tussen woningbouw, infrastructuur, groene ruimte en landbouw.”
‘Concreet is het beleid voor de circulaire economie niet’ (NRC 14 juli). Dit bericht bevestigt het beleid dat hierboven ‘halfslachtig’ werd genoemd. Overgaan van dierlijk naar plantaardig voedsel vermindert milieubelasting en vervuiling, evenals hergebruik van grondstoffen en minder afval produceren.
‘Circulaire economie heeft duw nodig’ (Volkskrant 14 juli). Ook hier wordt gemis aan heldere doelen bij de overheid genoemd. “men roept iets stoers, maar treft geen maatregelen om het te halen.” Genoemd worden de milieuimpact van de vleesproductie of die van autobrandstoffen, die in 2030 gehalveerd moeten zijn als concreet doel dat het PBL noemt als voorbeelden van heldere concrete doelen. Verder plastic vervangen voor recyclebaar bioplastic. Bij productgroepen met de grootste milieudruk valt de grootste winst te halen, waaronder de landbouw en fossiele brandstoffen., “veel thema’s liggen in het spanningsveld tussen overheid en markt. ‘De markt heeft de laatste decennia juist veel vrijheden gekregen. Die moeten nu weer worden ingeperkt. Dat kost veel moeite en wordt tegengewerkt,’ aldus oud kamerlid en econoom Ad Lansink, deskundige inzake circulaire economie. Ook als er weinig vrijheden zijn en veel regels, zoals in de landbouw, worden verdere beperkingen tegengewerkt.
‘PBL: vooral burgers betalen voor energietransitie’ (NRC 12 juli). Het compenseren van milieuschade door landbouw en industrie is verre van toereikend. “Tegelijk is de belasting... voor particulieren aan de hoge kant,” aldus het PlanBureau voor de Leefomgeving, dat hogere beprijzing van vervuilend gedrag bepleit.
‘Dierenwelzijn: Aldi loopt vooruit op Duitse vleestaks’ (NRC 4juli)
“De markt lijkt hiet slagvaardiger dan de overheid... De meeste klanten vinden het een goede zaak dat Aldi zich heeft voorgenomne het allergoedkoopste vlees straks in de ban te doen en het leven van consumptiedieren wat te verbeteren.” Bovendien zegt een klant last van haar maag te krijgen van afgeprijsd vlees. De prijs van het vlees hangt o.m. samen met de mate van dierenwelzijn. Andere supermarkten volgen het voorbeeld. Wat meespeelt is dat jonge mensen minder vlees eten. Supermarkten spelen in op trends en komen tegemoet aan huidige en toekomstige klanten.
Ook milieuorganisaties richten zich op bedrijven. “De politiek werkt te langzaam. Daarom richten wij onze pijlen op de markt.” Een vleesverwerkend bedrijf wil meewerken. “’Maar volgens het bedrijf is de politiek aan zet: ‘De veehouders zijn bereid te veranderen – maar de politiek beent dat tempo niet bij’... Er is nog een lange weg te gaan.” Er is meer samenwerking nodig en meer regie van de overheid, zoals ook in het eerder besproken boek Andere kost naar voren kwam.
‘Vleestaks het effectiefst als opbrengst naar duurzame boeren gaat’ (Volkskrant 20 juli). Dat “vleesconsumptie beperken, dierenwelzijn bevorderen, het inkomen van de boer verbeteren en bijdragen aan verduurzaming van de sector.” Beprijzingsmechanismen kunnen volgens landbouwminister Schouten de sleutel zijn tot duurzaamheid. Er wordt nog nader onderzocht hoe.
‘Zomaar streep zetten door soja is te simpel’ (Volkskrant 20 juli). “De Nederlandse veevoerbranch steunt de internationale druk [...op] bescherming van het oerwoud.” Dit moet nl. wijken voor soja. “Na China is Nederland de grootste importeur van Braziliaanse soja... ‘Als Nederlandse supers zeggen: we willen alleen nog vlees, eieren en melk in onze schappen van dieren die geen Braziliaanse soja hebben gegeten, dan kan dit... Die markteisen werken keihard door in de gehele keten... Als leveranciers van veevoer hebben wij daaraan te voldoen.” Een bezwaar is dat ook ‘ontbossingsvrije’ sojaboeren worden getroffen en andere landen dan Nederland de soja kopen waarvoor bossen worden gekapt. Dit is op te lossen door soja te certificeren, net als bijv. niet genetisch gemodificeerde gewassen voor melkvee. Supermarkten luisteren naar de consument. In dit artikel komt de verbinding tussen de keten van systemen naar voren. Een risico is dat de ene schakel wacht tot een andere het voortouw neemt. Hier neemt de veevoerbranche stelling, die samenhangt met de supermarktketens. Het milieubewustzijn groeit ook daar.
‘Zet vaart achter wetgeving in EU en Nederland tegen schade en onrecht in productieketens’ (Volkskrant-Commentaar 16 juli). “Sojaboycot toont de noodzaak van ‘ketenwetgeving’ die rechtenschendingen uit handelsketens weert. Ook Nederlandse supermarktketens hebben zich achter een potetiële boycot van onder meer soja uit Brazilië geschaard... Na de retailers zijn ook de overslagbedrijven en transporteurs... aan de beurt om verantwoordelijkheid te nemen voor hun rol in de razendsnelle ontbossing van de Amazone... Dat bedrijven zich eensgezind tot een regering richten om misstanden tegen te gaan, is een grote stap voorwaarts... De rechten van de inheemse bevolking in Brazilië worden op grote schaal geschonden door de commerciële houtkap en landbouw. Het bewustzijn dat bedrijven en consumenten medeverantwoordelijk zijn voor de misstanden in verre buitenlanden groeit... Wereldwijd liggen steeds meer bedrijven onder vuur die zich ter plaatse schuldig maken aan ontbossing, landroof en uitbuiting. De opzienbarende rechtszaken die Shell dit jaar verloor... maken duidelijk dat multinationals hun verantwoordelijkheid... niet langer kunnen ontlopen. En dit is precies wat de nieuwe ‘ketenwetgeving’ beoogt... Deze... verplicht bedrijven om mensenrechtenschendingen en milieuschade te voorkomen door de hele productie- of aanvoerketen... Eindelijk kan een vuist worden gemaakt tegen wanpresterende bedrijven en de landen die deze misstanden faciliteren.” Zou dergelijke wetgeving ook toepasbaar kunnen zijn tegen bedrijven die ongezond voedsel produceren en verspreiden, dat ziekten faciliteert?
‘Lila Khan, hoofd anti-kartel organisatie’ (Volkskrant 12 juli). Het betreft de Federal Trade Commission (FTC) in de VS, die de stijdt aanbindt met kartelvorming bij multinationals, met name van Techbedrijven. Maar ook bij voedingsbedrijven is er kartelvorming. “Het valt haar op dat de schappen van haar supermarkt vol liggen met wel veertig verschillenden snoepsoorten, maar dat deze afkomstig zijn van slechts twee of drie fabrikanten. “Als we een gezondere en diversere martkt willen, mieten we beginnen met het nieuw leven inblazen van onze antitrustwetten’, schrijft ze in Time Magazine.”Dit is een van de manieren om wetgeving te mobiliseren. Het boek Andere kost noemt een aantal wetten om gezonde voeding te bevorderen. Capra en Mattei pleiten in hun boek Ecologie en wet, besproken in CM 110, ook voor een juridische aanpak. Daaraan valt nog een en ander te verbeteren, want:
‘Rechtssysteem schrikt pleger milieudelict onvoldoende af’ (NRC 8 juli). Rechtszaken laten lang op zich wachten. Straffen zijn te laag, terwijl deze “doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend” moeten zijn, zoals in de Nederlandse wet is vastgelegd. De winsten zijn veel hoger dan de boetes. Daardoor blijven milieudelicten lucratief. ook inspectie schiet tekort, zie eerder artikel (NRC 1 juli). Intrekken van vergunningen kan een effectievere straf zijn dan boetes. Ook politici en bestuurders schieten tekort en zien veel; door de vingers. Het is niet wezenlijk anders dan bij voedselbeleid.
‘Niks is meer hetzelfde: Interview Donald Pols (Milieudefensie) en Roger Cox (advocaat) (NRC 10 juli). Over hun rechtszaak tegen Shell (zie Capra deel 3 in CM 110). ”Na het Shell vonnis kan... geen enkel groot bedrijf zijn verantwoordelijkheid nog ontlopen... De Hoge Raad heeft in de vergelijkbare zaak van... Urgneda tegen de staat... vastgesteld dat bij het veroorzaken van klimaatschade ook mensenrechten in het geding zijn, zoals het recht op leven... Wat kun je je dan nog permitteren als je een hele grote speler bent die bijdraagt aan dit mondiale destructieve systeem?... Moeten we accepteren... dat die bedrijven de wereld naar de knoppen helpen?... Wij vertegenwoordigen een publiek belang,... het voortbestaan van de wereld.” Ook een deel van Shells eigen mensen, jonge ingenieurs, aandeelhouders, grote institutionele beleggers, accountants, banken willen verandering. Wachten we te lang “dan ruïneren ons financiële systeem, ons economsiche systeem en ons ecologische systeem. Dat zeggen ook de centrale banken.” Ondertussen is het afwachten of Shell in hoger beroep gaat en veranderingen uitstelt.
‘Milieuvernietiging: Kan het recht de natuur redden van de mens?’ (NRC 14 juli). Het gaat over de rechten van Moeder Natuur, die bijv. al zijn opgenomen in de grondwet van Ecuador. Dergelijke rechten hangen samen met mensenrechten. Bescherming van de natuur hangt samen met de bescherming van menselijk leven, dat van de natuur afhankelijk is. Al jaren wordt gepoogd ecocide, langdurige en wijdverspreide beschadiging van de natuur, als ernstig misdrijf toe te voegen aan het statuut van Rome, dat de basis is voor het Strafhof in Den Haag, naast genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden en internationale agressie.
‘Ecocidewet moet ons gedrag wijzigen’ (NRC 14 juli). Het gaat niet alleen om het bestraffen van slechteriken... een ecocidewet moet vooral zorgen dat bedrijven en landen anders gaan werken, dat ze hun gedrag veranderen. Wetgeving en sanctionering kan ook leiden tot gedragsverandering in de gewenste richting.
‘Hoe armer de wijk, hoe meer fastfood’ (NRC 19 juli). Interview met Famke Molenberg, onderzoeker gezond gedrag, 25 juni gepromoveerd op omgevingsinterventies om de vollksgezondheid te verbeteren. “Hoe kun je de omgeving zo inrichten dat die uitnodigt tot gezond gedrag, hoe stimuleer je bewegen en gezonder eten?... De verschillen tussen buurten zijn op alle fronten groot... [het] kan zo acht jaar extra levensverwachting opleveren. Het verschil in gezonde levensjaren kan wel tot vijftien jaar oplopen. In de ene buurt heeft één op de tien bewoners obesitas, in een buurt met veel armoede... misschien wel één op de vier. Je kunt zeggen dat komt door het gedrag van individuen... Maar zo simpel is het niet. Marketing is niet voor niets zo succesvol... Mensen zijn enorm gevoelig voor aanbiedingen. Je moet moeite doen om iets níet te kiezen... Het gedrag van mensen hangt samen met hun omgeving. Hoe leefbaar is hun buurt... Dat de stad overspoeld wordt door donutwinkels en hamburgerketens ziet iedereen... Het aantal groentezaken daalde met bijna 40 procent... In wijken met een lager sociaaleconomische status groeit fastfood sneller... Tegen de snackinvasie staat de stad machteloos.” Zijn er dan geen wettelijke restricties en regelingen te mobiliseren vanuit het schadeprincipe van J S Mill, die in het boek Andere kost wordt genoemd, of iets dat vergelijkbaar is met genoemde ‘ketenwetgeving’?
‘Hoe raak ik mijn bierbuik kwijt’ (Volkskrant 20 juli). “’Er lijkt een positieve samenhang tussen bierinname van ten minste een halve liter per dag en abdominale obesitas’, concluderen de onderzoekers... ‘Alcohol is op allerlei manieren een verborgen dikmaker’.... Een buikje is niet bepaald gezond. Het vet wordt opgeslagen... tussen de organen.” Het helpt dus om bier en andere alcoholische en suikerhoudende dranken te laten staan
Conclusie
Volgens het eerder besproken boek, zijn de landbouw en vooral de veeteelt een wezenlijk onderdeel van een omvattender problematisch complex van systemen. Het zou niet fair zijn vooral de boeren daarvan de dupe te laten zijn, nadat de schatkist mede werd gevuld door massale export van landbouwproducten. Het moet boeren mede door de overheid, landbouworganisaties en andere ‘stakeholders’ mogelijk gemaakt worden op meer duurzame wijze landbouw te bedrijven, zonder daar bij in te schieten. Boeren behoren tot de belangrijkste partners bij de noodzakelijke veranderingen.
Naast de landbouw dienen ook andere terreinen mee te veranderen: de overheid dient met een sturende rol het voortouw te nemen, de gezondheidszorg kan meer aandacht aan gezonde voeding en een gezond milieu besteden, de voedingsindustrie en de consument kunnen ongezond voedsel vermijden en meer gezond voedsel produceren en consumeren, waarbij gezondheidszorg- en overheidsinstellingen meer doortastend als supervisor kunnen fungeren.
Toekomstig beleid 2021 07 09 Na lezen van Jaap Seidell en Jutka Halberstadt, Andere kost:
Een pleidooi voor een gezonder en duurzamer voedselsysteem
Komt er de komende tijd
wat meer eenstemmmigheid
over de te voeren politiek
over wat wel en wat niet?
Groeibehoeften geven hinder
Dat kan best een beetje minder
Wordt substantiële duurzaamheid
nu de toets van het beleid?
Wordt de groei wat meer bescheiden?
Het milieu mag er niet onder leiden
Gaat het gaat bij een integraal beleid
meer om kwaliteit de laatste tijd?
De vergroening van de industrie
verbiedt vervuilende emissie
Wordt de komende tijd iedere fabriek
toegerust met schone techniek?
Kringlooplandbouw met milieubeheer
worden niet meer zo vervuilend meer
De hoeveelheid vee wordt ingeperkt
Daar wordt naarstig aan gewerkt
Zullen er dan minder veebedrijven
in den lande werkzaam blijven?
Komt het de veeteelt tot een uittocht
waarbij menig boer wordt uitgekocht?
Voor men minder vlees gaat eten
moet men meer van voeding weten
Als men meer met dieren is begaan
zal men dan het vlees meer laten staan?
Teveel vet en zoet is ongezond
Geeft een dikke buik en kont
Teveel vet en koolhydraten
kunnen mensen beter laten
Komt er eindelijk een andere tijd
na een hevige belangenstrijd
waarin menselijke waarden
sterker gelden hier op aarde?
Zal een hoger collectief bewustzijn
dan meer richtinggevend zijn?
Komt doorinnerlijke integrale groei
de beschaving meer tot bloei?
Inhoudsloos massaal vermaak
heeft alleen een tijdelijke taak
om de mensen af te leiden
die nu lege levens leiden
Zullen mensen zich gaan wijden
aan vermindering van lijden
wanneer menselijk waarden
sterker gelden hier op aarde?
De mensheid heeft genoeg geleden
Men wil geen geweld maar vrede