Europa

Civis Mundi Digitaal #113

door Jan de Boer

Macron tegenover de ’straat’: een uiterst gevaarlijke strategie
De manifestaties tegen de vaccinatie-pas en antisemitische slogans in Frankrijk
Frankrijk, Polynesië en atoomproeven

 

Macron tegenover de ‘straat’: een uiterst gevaarlijke strategie

 

Tegen Emmanuel Macron en zijn gezondheidspolitiek wordt op straat fors geprotesteerd. Hoewel het « Conseil constitutionnel », dat over de grondwet waakt en met name over de daarin gewaarborgde individuele vrijheidsrechten, zich in grote lijnen met de gezondheidspas akkoord heeft verklaard (de collectieve gezondheidsveiligheid prevaleert boven de individuele vrijheid), manifesteren de « anti-vacs » en de « anti- pass » in steeds grotere getale in de straten van met name de grote steden: een ongekende prestatie in de zomer!

Iedere macht heeft zijn manifestanten, maar zij die sinds het begin van het vijfjarige mandaat van Macron op alle zaterdag defileren zijn volkomen nieuw: het zijn de « gilets jaunes » of de « anti-pass », of zij die tegen de hervorming van het pensioenstelsel zijn. Macron is niet de eerste impopulaire president, maar wellicht voor de eerste keer wordt deze impopulariteit niet alleen in de peilingen verwoord, maar ook herhaaldelijk op straat uitgedrukt. Sinds 2017 verkeert het land in feite in een permanente spanning.

Voor heel veel onderzoekers oogst de president op straat voor een belangrijk deel hetgeen hij zelf gezaaid heeft. Direct na zijn verkiezing heeft hij zich een Napoleon Bonaparte-statuur aangemeten met, in tegenstelling tot wat hij beloofd had in zijn verkiezingscampagne, het cultiveren van de verticaliteit in de praktijk van de machtsuitoefening en in zijn houding tot de Fransen. Als Jupiter heeft hij een zwakke regering zonder politiek gewicht benoemd – dus geen enkele concurrentie voor hem – en ook de intermediaire organisaties als de vakbonden zijn buiten werking gesteld. Zo heeft hij zijn eigen eenzaamheid en een oog-in-oog situatie met het volk gecreëerd, met het risico dat het volk zich tegen hem keert.

Het is een houding die hem deels dient. Jerôme Sainte-Marie (PollingVox) laat mij weten dat « oog in oog met de straat de President zich als een vis in het water voelt en dat hij er een praktisch belang bij heeft deze confrontatie in scène te zetten. De weerstand die hij ondervindt, is het bewijs dat hij Frankrijk hervormt en handelt. Voor iemand die niet beschikt over symbolische bronnen van rechts of links en die voortdurend steun moet zoeken, zijn sociale bewegingen het ideale middel. Het biedt hem ook de mogelijkheid zich voor te doen als de man van de redelijkheid en de vooruitgang tegenover de door hem als conservatieve of duistere geschetste krachten ». Op zijn terugvlucht uit Polynesië, begin augustus, haalde hij bijvoorbeeld fors uit tegen de « antivacs »: hij beschuldigde hen ervan gewelddadig te zijn, « alles door elkaar te halen » en daardoor de democratie in gevaar brengen.

Maar zo’n optreden is niet zonder gevaar. Door de fantasie van de klassenstrijd weer aan te wakkeren neemt Macron het risico zijn tegenstanders te radicaliseren en ook een deel van de Fransen op de korrel te nemen die deze uit het lood geslagen houding terecht als paternalistisch of misprijzend beleven. De president ziet zichzelf zo blootgesteld aan woede en rancune, en zelfs geweld. De « anti-pass » manifestaties munten uit door uitermate gewelddadige slogans. De presidentiële opschepperij (« laat ze mij maar opzoeken » zei Macron destijds tijdens de Benalla-affaire), alsook een ultra-verpersoonlijkte communicatie met plechtige steunverklaringen of in de sociale media (als oppermedicijnman beantwoordt hij sinds enige tijd direct vragen van Fransen over het vaccin), maken hem tot het voor alles tot in detail verantwoordelijke staatshoofd.

Het is des meer een gevaarlijke confrontatie, omdat de in de manifestaties uitgedrukte woede niet meer kan uitmonden in een uiteengeslagen politiek- of vakbondslandschap. Macron heeft zich ontplooid als Jupiter als gevolg van de mede door hem veroorzaakte implosie van representatieve instituties die hij niet heeft kunnen of willen herstellen, en hij verzwakt en radicaliseert daardoor het land. Zelfs binnen zijn partij (beter gezegd zijn supportersclub) gaan overigens tevergeefs stemmen op dat Macron er beter aan doet de gespannen stemming in het land te kalmeren. Zij laten terecht weten dat men wel weet hoe het met opgewonden menigten begint, maar nooit hoe dat eindigt. Anders gezegd: spelen met « de straat » is spelen met vuur.

Ik voorspel dan ook grote beroering en onlusten in de nabije toekomst, zeker als Macron bij de presidentsverkiezingen, bevoordeeld door het niet representatieve verkiezingssysteem, zich wederom in een confrontatie met Marine le Pen met een duidelijke minderheid van de stemmen van een tweede mandaat verzekert. Je mag voor Frankrijk hopen dat dat niet gebeurt, en dat zich in ieder geval een presidentskandidaat presenteert die duidelijk een consensuspolitiek nastreeft, die respect heeft voor democratische processen en die het in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen tegen deze Jupiter opneemt: de centrum-rechtse burgemeester en epidemioloog professor Philippe Juvin? Van links valt door de gebruikelijke onenigheid en egotripperij niets te verwachten.

 

Geschreven in augustus 2021

 

 

De manifestaties tegen de vaccinatie-pas en antisemitische slogans in Frankrijk

 

Direct bij de inwerkingtreding van de vaccinatiepas door de Franse regering droegen opposanten tijdens hun manifestaties borden met leuzen geïnspireerd op wat in ons collectieve geheugen gegrift staat als het ergste in de geschiedenis: het lot van de joden in de Tweede Wereldoorlog. De manifestanten hebben zo met een verwijzing naar de Shoah slogans gebruikt als « volgende fase, een razzia op niet-gevaccineerden » of « nee tegen de pas nazi-taire ». Zij hebben ook deze pas vergeleken met uitsluitingsmaatregelen tegen de joden en de « QR-code sanitaire » met de nummers die in Auschwitz op de armen van gevangenen werden getatoeëerd. Ik zou helaas nog veel meer voorbeelden kunnen geven. Natuurlijk zijn er heel wat stemmen opgegaan die deze slogans veroordelen en deze woorden als schandalig en misplaatst aan de kaak stellen.

Maar als men dit soort vergelijkingen durft te gebruiken, is het omdat ze – hoe gek het ook moge klinken – als legitiem beschouwd worden. Daarom heeft de veroordeling van dit misbruik van de herinnering aan de Shoah heel weinig of geen zin, en kan het zelfs contraproductief zijn, door mensen het gevoel te geven dat er met twee maten gemeten wordt, ten guste van de joden. Deze veroordeling moet dus gepaard gaan met een pedagogische uitleg dat niets toestaat de gezondheidspolitiek van de regering te vergelijken met het lot van de joden gedurende de Tweede Wereldoorlog. Zo moet ook uitgelegd worden waarom de gele ster op de borst stuitend is. Deze werd in Frankrijk op 29 mei 1942 verplicht gesteld via een Duits decreet in het kader van een genocideproces van de nazi’s, dat voorafgegaan werd door grote razzia’s in de zomer van 1942. Het einddoel van deze politiek: systematische moord. Vandaag de dag denkt niemand aan moord op miljoenen mensen die niet gevaccineerd zijn of die geen vaccinatiepas hebben, en het einddoel van deze pas is de bescherming van de bevolking. Een grotere tegenstelling is niet denkbaar.

De discriminatoire uitsluiting van de joden berustte op het antisemitische idee dat de joden een gevaar voor de maatschappij waren en dat op subjectieve en ideologische gronden. Vandaag de dag bedoelt de regeringsmaatregel op basis van objectieve en wetenschappelijk gronden de hele bevolking te beschermen tegen de dreiging van het virus. Weigeren om gevaccineerd te worden of een vaccinatiepas te gebruiken is een individuele keuze. De joden hebben nooit een keuze gehad, en dat verschil is fundamenteel. Maar afgezien van deze verwarring moet dit gebruik van de Shoah ons het een en ander doen afvragen. Als de onwetendheid over het nazisme en de holocaust zo immens is en leidt tot dit soort volkomen misplaatste vergelijkingen, kunnen wij niets anders constateren dan dat de Shoah in ons collectief geheugen is verankerd als de standaardwaarde van verschrikking en lijden, en dat het vandaag kennelijk nodig is om zich voor te doen als slachtoffer van een soortgelijke politiek als die de joden ondergingen om strijd en weerstand te legitimeren. Elke maatregel die de individuele vrijheid beperkt zou zo noodzakelijkerwijs een stap richting het ergste zijn.

Deze kennelijke onmogelijkheid om over de aan iedere gebeurtenis ten grondslag liggende eigen context na te denken, is naar mijn overtuiging het gebrek aan kennis van de geschiedenis, dat het onderwijs ons moet helpen te corrigeren. Wij hebben gedacht dat de « plicht tot herinnering » voldoende zou zijn, maar dat heeft heel anders uitgepakt: wij hebben zo meegewerkt aan de totstandkoming van het idee dat je een aan de joden gelijkwaardig slachtoffer moet zijn om te kunnen bestaan. Het is de moraliserende benadering van de genocide van de joden die mede gezorgd heeft voor wat we nu zien gebeuren. Voor het smartelijke lijden onder het nazisme en zijn misdaden hebben wij een gereserveerde plaats toebedeeld. En dat terwijl er geen hiërarchie inzake lijden bestaat in de geschiedenis, want misdaden hebben niet dezelfde achtergrond, en zijn niet van dezelfde orde, net zoals de leidende politieke stromingen niet dezelfde manier van redeneren hebben. Onze samenleving heeft van de Shoah een standaard van het lijden gemaakt, zonder mensen zichtbaar in staat te stellen de logica van de nazi-politiek en het proces dat naar de genocide van de joden leidde te laten begrijpen.

De grote vooruitgang in de laatste jaren – althans in Frankrijk, en ik hoop ook in Nederland – inzake het onderwijs van de geschiedenis van het nazisme en de Shoah geeft mij hoop op een beter begrip van deze gebeurtenissen door de komende generaties. De geschiedenisleraren, zo heb ik gemerkt, vermijden nu gelukkig steeds vaker de emotionele en morele visie, om de voorkeur te geven aan een politieke en historische benadering van de gebeurtenissen. Het is – zeg ik als heel vroegere geschiedenisleraar – inderdaad nodig om geschiedenis te maken en tijdens de lessen de tijd te nemen voor de ingewikkeldheid van historische processen. Dat helpt leerlingen na te denken, erover te schrijven en te praten. Dat is de absolute voorwaarde om het alledaags maken van de Shoah te vermijden, wat een werkelijk gevaar vertegenwoordigt voor onze democratische maatschappij, want als alles vandaag de dag zomaar even gelijkgesteld wordt met Auschwitz, is het uiteindelijke resultaat dat Auschwitz geacht wordt niet zo ernstig te zijn geweest…

 

Geschreven in augustus 2021

 

 

Frankrijk, Polynesië en atoomproeven

 

De president van de Franse monarchale Republiek, Macron, keerde op 28 juli terug van een officieel vierdaags bezoek aan Polynesië. De Polynesiërs verwachtten hem om over de nucleaire kwestie te spreken, maar hij kwam daarentegen met zijn strategie inzake de Indische en Stille Oceaan. Tussen 1966 en 1996 werden er in Frans Polynesië 193 atoomproeven gedaan, waarvan zelfs Macron overigens pas op de laatste dag van zijn verblijf zei dat men niet kan zeggen dat deze proeven « schoon » waren. En hij vervolgde met: « Ik denk dat het waar is dat men dezelfde nucleaire proeven niet gedaan zou hebben in de Creuse of in Bretagne. Men heeft ze hier gedaan, omdat het ver van Frankrijk was en deze eilanden verloren lagen in het midden van de Stille Oceaan ». Lange tijd zijn de consequenties van deze atoomproeven genegeerd. Maar de publicatie in 2020 van het boek « Toxique. Enquête sur les essais nucléaires françaises en Polynésie » van de wetenschapper Sébastien Philippe en de journalist Tomas Statius, waarin aangetoond wordt dat alleen al met de atoomproef Centaure in 1974 maar liefst 100.000 Polynesiërs getroffen werden door radioactieve neerslag, heeft de woede bij de Polynesiërs weer doen oplaaien. Vijf jaar na de erkenning door de toenmalige president François Hollande van de « impact op het milieu en de gezondheid » van dertig jaar atoomproeven is er in feite weinig gebeurd. Macron heeft toegezegd de behandeling van dossiers voor schadeloosstelling van personen die aantoonbaar ziek zijn geworden door radioactieve neerslag te verbeteren, maar hij heeft geweigerd namens de Staat officieel zijn excuses voor deze atoomproeven aan te bieden. Daarover is veel verontwaardiging bij de bevolking. Op soortgelijke wijze was de Franse Staat zijn handen in onschuld van het decennialange gebruik van de (in Europa verboden) zeer giftige insecticide Chloordecon door blanke plantagehouders in de Franse Antillen, waardoor op sommige eilanden 80% van de gekleurde bevolking voor het leven besmet, vergiftigd is geraakt en de grond voor honderden jaren. Enige tijd geleden schreef ik daarover een artikeltje.

De historicus en mijn informant Jean-Marc Regnault zegt dat de verzoenende woorden van Macron net als zijn steun voor de kandidatuur van de eilandengroep van de Marquises voor werelderfgoedlijst van Unesco hetzelfde doel dienen: zijn strategie inzake de Indische en de Stille Oceaan. « Frankrijk meent dat zij een zeer belangrijke rol moet spelen in de strijd tegen China in beide oceanen. Deze rol is mogelijk dankzij de eilanden die zij controleert. En deze vinden bescherming bij een grote natie met speciale aandacht voor hun specifieke problemen: Frankrijk, dus in zekere zin een win-win strategie ».

President Macron waarschuwde de collectiviteiten die de Republiek zouden kunnen verlaten, zoals Nieuw-Caledonië, dat zich op 12 december 2021 voor de derde keer in een nu beslissend referendum uit moet spreken of zij voor of tegen onafhankelijkheid is. « In de komende tijd zal er onheil zijn voor de kleintjes, onheil voor de geïsoleerden, onheil voor hen die de invloed, de strooptochten van hegemonische machten ondergaan, die hun vis, hun technologieën, hun economische bronnen zoeken, » waarschuwde de president tijdens zijn bezoek aan Polynesië, met een directe lijn naar China. Hij herinnerde eraan dat Frankrijk met zijn marine haar economische zone in Polynesië beschermt.

Emmanuel Macron heeft de Polynesiërs ook op het hart gedrukt « projecten » te wantrouwen zoals het enorme watercultuurproject (vis, schelpdieren…) van een Chinese investeerder op de atol Hao in de Tuamoto-eilandengroep. Een aankondiging die de vroegere Polynesische president, Gaston Flosse « teleurstelde »: « Als hij zegt dat hij geen watercultuurproject op Hao wil, zeg ik dat dat onze zaak is en niet die van hem. De Chinezen hebben in Frankrijk het vliegveld van Toulouse, kastelen en wijngaarden gekocht. Zij mogen in Frankrijk investeren en hier niet? ». Een Polynesiër: « China heeft meer geld dan Frankrijk om hier te investeren en zij heeft hier geen atoomproeven gedaan. Als de Chinezen mij hier een baan geven, ga ik graag voor hen werken ».

President Macron weet dat de Polynesiërs niet direct een absoluut vertrouwen uit zijn woorden zullen putten en erkende op de allerlaatste dag van zijn verblijf: « Ik kan u niet vragen mij uw vertrouwen te geven, nadat men u gedurende zo lange tijd heeft voorgelogen ». De toekomst zal uitwijzen hoe de verhouding tussen Frankrijk en haar overzeese gebiedsdelen in de Stille Oceaan zich zullen gaan ontwikkelen. Vast staat dat naar mijn mening dat de Polynesiërs geen bevoogding van de Franse staat meer dulden.

 

Geschreven in augustus 2021