Bezoek aan de grote bazaar Nietzsche

Civis Mundi Digitaal #114

door Jan de Boer

Onder de naam van Nietzsche (1844-1900) vind je alles. En ook het tegengestelde van alles. Dat maakt deze ongrijpbare filosoof meer dan ieder andere filosoof fascinerend, onuitstaanbaar, hemeltergend, enthousiasmerend al naar gelang de omstandigheden, de lezers, de contexten. Sinds meer dan een eeuw wordt hij steeds weer opnieuw uitgevonden, gereconstrueerd, onder de loep genomen, geannoteerd. Verafgood en verafschuwd, beroemd en verguisd. En honderd keer veranderd voor redenen die niet de zijne waren. In deze immense bazaar van vurige lofredes en aanklachten ontmoeten we fikse hoeveelheden Nietzsche op maat uitgesneden: reactionair of revolutionair, anti-bourgeois of pro-kapitalist, moralist of immoralist, antimodern of hypermodern… Nietzsche heeft mij altijd gefascineerd, en tijdens mijn « uitval » als gevolg van lichamelijke reacties op de Pfizer-vaccinatie gedurende bijna drie maanden kreeg ik de tijd om een uitermate interessant boek over Nietzsche, zijn volgelingen en tegenstanders te lezen. Hier mijn indruk.

Pierre-André Taguieff onderzoekt dit rijke pakhuis als historicus van ideeën, als ijverig lezer van het werk van Nietzsche, even hartstochtelijk als verbouwereerd, met altijd de wens helder van geest te blijven. Zijn boek « Les Nietzschéens et leurs ennemis.Pour, avec et contre Nietzsche » (494 pagina’s, éditions Cerf) is niet alleen een perfect overzicht van politieke of ideologische interpretaties van de persoon Nietzsche. Het is ook een overdenking op onderdelen inzake de interne cohesie en de veelvuldige tegenstrijdigheden van de « filosoof met de hamer », zijn dubbelzinnigheden, zijn veeleisende bijzonderheid.

De grote bazaar van « nietzschieëns » en « anti-nietzschieëns » is in alle richtingen verkend, van Paul Valéry tot Peter Sloterdijk, van Thomas Mann tot Albert Camus, van Stefan Zweig tot Michel Foucault, van Gorki tot Althusser… en nog heel veel anderen. Voor mij ligt de originaliteit van deze rondreis in het feit dat vrijwel alle soorten lezingen aangesneden worden, van de oude bolsjewieken tot aan het oude nieuw-rechts, van de Italiaanse fascisten tot aan de geitenwollensokkendragers van de jaren 1968 door dichters, romanschrijvers, theoretici en politici. Ik heb ervan genoten!

Voor wie geïnteresseerd is in de imago’s van Nietzsche, hun diversiteit en hun tegenstellingen, is dit boek van Pierre-André Taguieff een gigantische en ongekende bron van informatie, een absolute « must ». Je realiseert je de omvang ervan als je weet dat alleen al de index van geciteerde namen tien pagina’s telt en dat de bibliografie met meer dan duizend titels bijna honderd pagina’s in beslag neemt. De hoofdlijn in de bespiegeling van de schrijver is voor alles het laten zien dat « nietzschéen » een paradoxale benaming vormt. Als eenmaal de gedienstige ophemelaars, die het proza van Nietzsche na-apen zonder het werkelijk te begrijpen, verwijderd zijn, net als de geharnaste beschimpers die naar gewoonte een gekunstelde illusie de grond in boren, blijft er weinig anders over dan te spreken van volgelingen en tegenstanders.

Als er volgens Pierre-André Taguieff uiteindelijk geen « vrai nietzschéen » is, omdat er geen « vrai Nietzsche » bestaat, hoe dan de plaats die dit vreemde genie inneemt te omschrijven? Als filosoof zonder een werkelijk systeem, als denker zonder een aanwijsbaar politiek kamp, verpersoonlijkt hij voor alles de strijd van de filosofie met haarzelf. Het werk van Nietzsche is een voortdurende uitdaging om na te denken en roept iedereen op om zich te voorzien van een « vrije geest ». « Nietzsche begrijpen is geen acceptatie van zijn denken, maar eerder om over je zelf na te denken », zei de Duits-Zwitserse psychiater en filosoof Karl Jaspers in 1950 heel duidelijk. En dat is naar mijn overtuiging ook heel wat essentiëler dan Nietzsche te bewonderen of te verafschuwen. Maar natuurlijk ook heel wat moeilijker en eindeloos lang… levenslang…

 

Geschreven in september 2021