Civis Mundi Digitaal #117
In dit deel aandacht voor twee werkelijke gebeurde epidemieën uit de twintigste eeuw die in een verhaal zijn vervat na twee totaal verschillende dystopische vertellingen, waar een epidemie een grote of kleinere rol speelde in Deel 1 in Deel 2 in CM 115[1] en 116[2] Ook hier twee zeer uiteenlopende beschrijvingen afkomstig uit verschillende culturen. De eerste wederom Russisch, de tweede Duits. Beide romans zijn tot nu toe niet in Nederlandse vertaling verschenen[3].
Allereerst komt een pestepidemie in Rusland aan bod, veroorzaakt door een experiment in het laboratorium en vervolgens een lokaal beperkte pokkenuitbraak in Duitsland.
In Deel 1 zagen we al dat er het een en ander aan bellettristische literatuur is over epidemieën. Het dystopische karakter van die romans en verhalen is in de werkelijkheid van toen beleefd. Hoe dat in de moderne tijd geweest is, kunnen we opmaken uit de hieronder te bespreken boeken.
De pestepidemie in het Moskou van 1939
De Russische schrijfster Ljudmila Ulitzkaja[4] (1943) heeft een lange carrière achter de rug. Opgegroeid in Moskou studeerde ze biologie met als hoofdrichting genetica. Ze was ook in haar vakgebied werkzaam. Zoals zo velen in het Rusland van toen werd ze door de universiteit waar ze werkte ontslagen, daar ze niet systeem-conforme en niet politiek-correcte literatuur kopieerde en verspreidde. Ze ging als zelfstandige schrijfster van korte verhalen en romans verder. Hierbij bleef ze zich verzetten tegen het regime. Zij is veelvuldig met prijzen geëerd, vooral in het Westen. Geen van haar werken is in het Nederlands vertaald.
Filmdraaiboek
Чума (De pest),of Eine Seuche in der Stadt, Just the plague, Ce n’ état que la peste[5], zoals de roman in verschillende vertalingen heet, beschrijft het begin van een epidemie in 1939. Geschreven in 1978 is het oorspronkelijk bedoeld geweest als filmscript en proefstuk om toegelaten te worden tot een cursus scriptschrijven. De auteur van filmscripts die de cursus leidde wees haar af. Vervolgens verdween het geschrift in een la om er pas weer uit te komen tijdens de coronacrisis. Toen werd het uiteindelijk uitgegeven en verscheen het in 2020. Het bijzondere is dat het om een pestepidemie gaat, die zich manifesteert doordat in een geheim laboratorium in Saratov aan de Wolga, het Instituut voor pestonderzoek, waar gevorst wordt met de pestbacil, een klein ongelukje gebeurt. Hierdoor raakt de hoofdonderzoeker en arts Rudolf Iwanowitsch Mayer zonder dat hij het weet geïnfecteerd. De onderzoeker wordt in zijn werk gestoord door hogere instanties in het staatsbestel die eisen dat hij binnen een vastgestelde termijn resultaten van zijn onderzoek laat zien. Een voorbeeld van planeconomie. Als hij meldt nog lang geen definitieve resultaten te hebben wordt hij gesommeerd zijn voorlopige resultaten te komen presenteren in Moskou voor het College van het Volkscommissariaat voor Volksgezondheid. Of hij nu wel of niets te melden heeft, er worden resultaten verwacht en wel nu.
De overdrachtsketen
Ulitzkaja introduceert alle mogelijke typen mensen in hun verwevenheid met elkaar, waardoor de urenlange reis van Mayer naar Moskou, per trein, die tot allerlei ontmoetingen leidt een hele rij besmettingsmogelijkheden oplevert. De onderzoeker treft ook in Moskou diverse mensen alvorens voor het College te staan in het gebouw van het Presidium van de Medische Academie, waar hij de eerste resultaten van zijn onderzoek kan laten zien. Niet verbazingwekkend ontstaat op deze wijze een hele rij besmettingen en besmette personen, evenals mogelijk besmette personen.
Als Rudolf Iwanowitsch Mayer ziek wordt en in een plaatselijk ziekenhuis wordt opgenomen, gaat dit korte tijd door. Totdat de onderzoekend arts, Alexander Matwejewitsch Sorin tot de conclusie komt en dat nog redelijk snel, dat de patiënt longenpest heeft en verder geïsoleerd verpleegd moet worden. Hij start de isolatie, waarbij hij zichzelf en een enkele ander mee insluit. Zodoende wordt de spoedeisende-hulp-afdeling tot isolatie-afdeling ‘bevordert’, hoewel hij beseft dat betrokkenen eigenlijk overgeplaatst zouden moeten worden naar het infectieziekenhuis, dat gespecialiseerd is in infectieziekten en voldoende isolatiemogelijkheden kent.
Zoals dat hoort informeert hij ook de belangrijkste arts van het ziekenhuis, Lew Alexandrowitsch Sikorski. Hij adviseert hem dat het nu noodzakelijk is om de Volkscommissaris van Volksgezondheid te waarschuwen. Hij doet dit, door schade en schande wijs geworden, door in het gesprek aan te geven: “Ik vrees, het Volkscommissariaat voor Volksgezondheid kan dit niet aan. Een andere instantie … Dank u wel.” De naam van de andere instantie kan hij niet zeggen, hij laat dat over aan zijn meerdere.
Sikorski besluit inderdaad, dat dit hem en het Volkscommissariaat boven het hoofd groeit. Desondanks belt hij met Volkscommissaris Jakow Stepanowitsch: “Ik acht het wenselijk onmiddellijk contact te zoeken met de veiligheidsorganen. Wie anders dan zij zijn, in uw ogen, in staat alle mogelijk besmette personen op te sporen?” Er is inderdaad maar één instantie in Moskou die werkelijk snel en afdoende kan handelen en het opsporen en isoleren ter hand te nemen, de NKGB, de Russische geheime dienst. En zo raken publieke gezondheidszorg en de geheime dienst in deze pestepidemie verweven. Overigens met groot succes, zij het dat en passant mensen totaal verdwijnen. De pestepidemie wordt in de kiem gesmoord, maar ten koste van veel leed en enkele sterfgevallen.
Filmscenes
In de huidige uitgave is het concept van een filmscript nog duidelijk herkenbaar. Het draaiboek bestaat uit talloze korte stukjes, die scenes beschrijven en soms wat langere sequenties. De dialogen zijn puntig en kort. De rode draad is door dit alles minder duidelijk te vatten, want beschreven en niet in zichtbare beelden vervat. De boodschap is wel helder. Mensen verstenen van angst bij een klop op de deur, zeker in de avonduren. Het is de politieke pest die hen angstig maakt.
De bevolking wordt geheel onkundig gehouden van de ziekte die rondwaart. Ze merkt alleen dat er meer dan anders zwarte auto’s rondrijden en bij huizen stoppen. Ze zijn voor iedereen duidelijk herkenbaar als behorend bij de geheime dienst.. Daarop stappen volledig in zwarte isolatiekleding onherkenbare personen uit, die op deuren kloppen en mensen wegvoeren. Hiermee wordt de angst bevestigd en de politieke pest breidt zich verder uit. Dat het er in de meeste gevallen alleen maar om gaat mensen mee te nemen die in quarantaine moeten gaan, is en blijft onduidelijk. Voor het meevoeren wordt geen argument gegeven. Slechts daar waar de ziekte optreedt, wordt voor mensen inzichtelijk dat er meer aan de hand is.
Fraai is de scene waarin een arts uit quarantaine naar huis terugkeert en zijn vrouw tegen hem zegt: “Ik dacht dat je niet meer terug zou komen. Wat was er aan de hand?” “Het was de pest. Slechts de pest”, is zijn antwoord. En zij: “Alleen maar de pest?” Het geeft aan dat de politieke pest als een erger kwaad gezien werd dan de werkelijke pest. De wrede en overal opduikende macht van de staat betekent meer dan een toch niet vrolijk te noemen ziekte.
De noodzaak en de uitvoering van maatregelen zijn in het boek duidelijk beschreven. Het bijzondere is dat de uitvoering van ‘track en trace’ primair geen opgave is voor de publieke gezondheidszorg, maar aan de geheime dienst wordt toevertrouwd. Dat past volledig bij een staat waarin bewaking van de inwoners en het volledig op de hoogte zijn van hun doen en laten tot norm verheven is. De geheime dienst is het orgaan dat het best geëquipeerd is om de taken uit te voeren. Later speelt de publieke gezondheidszorg weer een rol, maar pas nadat de geheime dienst het opsporen van besmette personen en contacten heeft afgerond.
Het nawoord uit 2020
Het verhaal is gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen. De schrijfster sprak met mensen die erbij betrokken waren. In de situatie waarin mensen doodsangsten uitstonden ten gevolge van de activiteiten van de geheime dienst, dreigde er in 1939 ook een pestepidemie ten gevolge van een ongelukje in een laboratorium, geeft Ulitzkaja aan in haar nawoord. Dat de geheime dienst ook ingezet kon worden voor humanitaire doeleinden was ongehoord en onbegrepen. Zoals zij zegt, “dat is het subtiele aan deze situatie: de pest ten tijde van de politieke ‘pest’”.
Het leidde er ook toe dat het filmmanuscript in 1978 geweigerd werd door de docerende filmscriptauteur, omdat hij op geen enkele wijze iets positiefs wilde zeggen over de geheime dienst van Rusland. Voor alle duidelijkheid, de gehele affaire van de beginnende pestepidemie werd indertijd volledig geheimgehouden en is altijd ontkend door de autoriteiten. Een truckje dat vaker voorkomt, niet pertinent alleen in autoritaire staten, laat de schrijfster in haar nawoord zien. “De mate waarin angst beleefd wordt, hangt samen met de civilisatiegraad en de juistheid van overheidsbeslissingen.” Pogingen tot geheimhouding, maar bij meer openbaarheid, pogingen om het risico als gering te kenschetsen, zijn funest voor hoe er door de bevolking gereageerd wordt op en omgegaan met epidemieën.
Slot
Ulitzkaja gebruikt het nawoord om ons nog wat mee te geven in de huidige pandemie. Interessant is dat zij, als voormalige biologe, erop wijst dat de pandemie overwonnen zal worden, ook omdat het een wetmatigheid is dat virussen in de loop der tijd vrijwel altijd afzwakken en de ziekte dus minder gevaarlijk wordt. Een ander niet onbelangrijk thema dat ze aansnijdt, is dat de pandemie ertoe zou moeten leiden, dat we anders gaan denken over de samenleving. Hier moet meer samengewerkt worden en minder in nationale belangen gedacht. “… Haat en wreedheid hebben we te veel in de wereld, solidariteit en medeleven te weinig.” Of het lukt daar verandering in aan te brengen? “Maar dat hangt van ons af.” Haar laatste zin.
Variola in het Duitse Monschau
De tweede roman verhaalt van een pokkenuitbraak. In 1962 geraakt een kleine Duitse regio in de ban van een uitbraak van een allang verdwenen ziekte, zoals men dacht[6]. Recent, 2021, verscheen hierover de roman Monschau[7]. Het is van geheel andere orde, alleen al door zijn uitgebreidheid, het bevat meer dan driemaal zoveel bladzijden als het boek van Ulitzkaja. Toch gaat het hier naast andere boeiende verhaallijnen, waaronder een liefdesgeschiedenis, in essentie ook om de beschrijving van een kleine uitbraak, een kleine epidemie van pokken in het Duitsland van 1962 en wel om precies te zijn in het gebied van Monschau, een stadje in de Eiffel. Het is de kern van de roman, waarom een veelheid van andere elementen een rol speelt. Het zou trouwens niet de laatste pokkenuitbraak in Duitsland zijn. In 1970 was er nog kortstondig een zeer kleine uitbraak met 20 gevallen. Een enkel geval dook nog op in 1972. De Duitse auteur Steffen Kopetzky (1971) is veel gelouterd[8] en heeft vele werken op zijn naam. Er zijn tot nu toe geen boeken van hem in het Nederlands vertaald.
Verhaallijnen
Er zijn diverse hoofdrolspelers in de roman. De eerste is professor Günter Stüttgen, hoogleraar dermatologie, die door de overheid naar Monschau gestuurd wordt om de epidemie te bestrijden. Hier hebben we te maken met een historische figuur. De hoogleraar vervulde in werkelijkheid in de Tweede Wereldoorlog in de regio waar nu de pokkenuitbraak plaats heeft zijn militaire dienstplicht als kapitein-arts, onderscheiden met het ‘Eiserne Kreuz’.
Op grond van zijn eigen overtuiging als arts en de Conventie van Geneve is hij indertijd met de Amerikanen tijdens het Ardennenoffensief in november 1944, bij de “Allerseelenschlacht”, de slag om Schmidt, enkele malen een wapenstilstand overeengekomen, met rugdekking van zijn veldkommandant. Zo kon hij gewonde Amerikaanse en Duitse soldaten bijstaan, soms gezamenlijk met Amerikaanse hospitaalsoldaten. Zo voorkwam hij meer gewonden en sterfgevallen. Honderden soldaten van beide zijden werden gered. In een wat latere fase gaf hij een veldlazaret over aan de Amerikanen. Deze actie bracht hem, overigens bij afwezigheid, voor een militair veldtribunaal dat hem schuldig oordeelde aan landverraad, degradeerde, uit de ‘Wehrmacht’ verwijderde en hem ter dood veroordeelde. Dit vonnis is nooit uitgevoerd.
De tweede hoofdrolspeler is de jonge Griekse arts Nikos Spyridakis. In de werkelijkheid van 1962 heette hij Constantin Orfanos. Deze is naar Duitsland gekomen om zich te specialiseren, maar weet nog niet wat hij zal kiezen. Een van de mogelijkheden is de dermatologie, de andere is onderzoeker, waarbij hij heftig geïnteresseerd is in de nieuwe techniek van electronenmicroscopie. Hij wordt in het verhaal als het ware meegesleurd door de hoogleraar dermatologie, als deze hoort van een mogelijk geval van pokken in een klein provinciestadje. Los van alles is dit een aandoening die zich nadrukkelijk ook op het terrein van de dermatologie beweegt. Professor Stüttgen is gevraagd de leiding op zich te nemen vanwege zijn diepgaande kennis van pokken. Hij was langere tijd in India om deze aandoening te bestuderen, de behandeling te leren kennen en alle noodzakelijke maatregelen uit te voeren. De beide hoofdrolspelers zijn in werkelijkheid hun leven lang bevriend gebleven.
De derde hoofdrolspeler is een jonge vrouw, Vera Rither, uit het stadje Monschau. Zij heeft in haar jeugd poliomyelitis gehad en ondervindt nog steeds beperkingen door restverschijnselen. Zij is de enige erfgename van een groot bedrijf, Rither Werke, dat zo ongeveer iedereen in de stad aan werk helpt. Haar ouders zijn al enige tijd geleden gestorven. Na haar eindexamen heeft ze besloten een studie in Parijs te gaan doen. Je ziet de liefdesgeschiedenis zich nu al aankondigen.
De vierde hoofdrolspeler is Richard Seuss, directeur van de Rither Werke. De roman speelt zich af in 1962 en daarmee in een tijd waarin nog steeds de oorlogstrauma’s in Duitsland bij velen een rol spelen. Niet verbazingwekkend vlecht de auteur nogal wat van deze historie in het verhaal in. Diverse personen in het verhaal hebben een Nazi-oorlogsverleden dat hen nog parten speelt. Dit geldt nadrukkelijk voor de directeur van de fabriek en de hoogleraar, zij het dat zij tegengestelde naturen zijn en in de Tweede Wereldoorlog ook zo handelden.
De directeur maakte gebruik van zijn status en zijn connecties om de fabriek, noodzakelijk voor de oorlog, te kunnen blijven besturen en daarbij een meer dan schuin oog te houden op de mogelijke ontwikkelingen na de oorlog. Niet verwonderlijk beschikt hij nog steeds over oude contacten, die hem informatie leveren en uiteindelijk ook zijn vlucht mogelijk maken. Dit laatste omdat duidelijk wordt dat hij altijd meer aan zichzelf gedacht heeft dan aan de firma. Daarnaast zijn er nog meerdere minder belangrijke personen die een oorlogsverleden met zich meedragen. Kortom, een complexe kluwen, die niet geheel ontward wordt in de roman.
Voorbereiding
De auteur heeft grondig onderzoek gedaan naar de historische en lokale gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog, maar ook daarna. Het jaar 1962 was zwanger van gebeurtenissen op de hele wereld. Alles komt kort langs, de aanslagen in Parijs en verder in Frankrijk door de OAS, de ‘Organisation Armeé Secrète’, het optreden van John Kennedy in zijn begintijd als president van de Verenigde staten, de race om de verovering van de ruimte, de grote overstroming in Hamburg, Adenauers optreden en nog meer. Ook de pokkenuitbraak heeft in werkelijkheid plaatsgevonden en is historisch verantwoord, zij het nu grotendeels vergeten.
De hoogleraar heeft inderdaad zoals boven beschreven geleefd. Zijn geschiedenis in het boek klopt. Bijzonder is dat professor Günter Stüttgen een van twee door de Amerikanen na de Tweede Wereldoorlog onderscheiden Duitse militairen is vanwege zijn optreden in de ‘Slag van Hürtgenwald’. In het Amerikaanse leger staat deze gebeurtenis bekend als het ‘Wonder van Hürtgenwald’. In 1996 werd hij hiervoor in Harrisburg in Pennsylvania geëerd. Kopetzky schreef eerder de roman Propaganda[9] waarin Stüttgen al een rol speelt. In beide romans wordt hij met zijn werkelijke naam en carrière tot 1962 beschreven.
Monschau en omgeving zijn eveneens goed in kaart gebracht. Ook de fabriek van de Rither Werke uit de roman bestaat nog steeds aldaar en heet in werkelijkheid Otto-Junker GmbH. Het vervaardigt hoogwaardige staalproducten en industrie- en smeltovens, indertijd vooral de laatste categorie. Ook in de werkelijkheid heeft het ontstaan en het beloop van de pokkenuitbraak zich grotendeels zo afgespeeld als in de roman voorgesteld. De uitbraak is klein gebleven is, uiteindelijk stierf één patiënt, werden 4 mensen ernstig en 33 mensen matig ziek en 700 mensen moesten langere tijd in quarantaine. Vijfduizend mensen werden gevaccineerd. Toch werd Monschau indertijd door de WHO officieel als besmet gebied aangemerkt. Zelfs de grens tussen België en dit deel van Duitsland was slechts te passeren door mensen met een vaccinatiebewijs.
De auteur heeft zich goed verdiept in de pokken als ziekte. Hij beschrijft uitvoerig hoe deze ziekte zich verspreidt, ook hoe het ziektebeloop is en hoe indertijd op een uitbraak gereageerd werd. Hij heeft niets aan het toeval overgelaten. Kortom, hij beschrijft de wereld van 1962, hetgeen tevens verklaart dat in het boek vrijwel iedereen er op los paft, de ene sigaret na de andere. Maar, zoals een auteur betaamt, komen in zijn roman ook personen en gebeurtenissen voor die aan zijn fantasie ontsproten zijn.
Foto: Pocken im Landkreis Monschau aus Archiv Aachener Zeitungsverlag Urheber
Variola-uitbraak
Hoewel de pokkenuitbraak zich door de gehele roman afspeelt, dan weer op de voorgrond, dan weer op de achtergrond, is een belangrijk deel gewijd aan de diverse spelers op het toneel. De voorgeschiedenis van de Griekse arts Nikos komt ruim aan bod; die van Vera, zijn tegenspeelster, wat minder. Aan de fabrieksdirecteur Seuss wordt ook de nodige aandacht besteed. De voorgeschiedenis van de dermatoloog komt ondanks zijn belangrijke rol nauwelijks aan de orde. Hier speelt mogelijkerwijs mee dat in Kopetzky’s eerdere boek Propaganda hier al meer over geschreven is, maar wellicht ook dat professor Stüttgen zelf in werkelijkheid ook niet over deze periode in zijn leven sprak, hetgeen in de roman nog eens wordt aangegeven. Al met al is het een boeiende, vlot geschreven roman, die tot verder lezen aanzet, en blijft fascineren.
De uitbraak zelf loopt enerzijds langs de bekende medische lijnen en anderzijds zien we de dramatis personae zich gedragen zoals velen nu ook tijdens de corona-uitbraak.
Professor Stüttgen beleert Nikos, zijn assistent, al in het begin: “De eerste dagen zijn in de omgang met een epidemie de belangrijkste. De beslissende.” Het ferme optreden van de hoogleraar in het normaal zo slaperige stadje, dat ver wil blijven van al het grootsteedse gedoe en de grote politiek en niet zat te wachten op de afgedwongen inzet van een in hun ogen buitenstaander, leidt tot bekende beelden.
Maar eerst, wat is er aan de hand? Pokken is in 1962 nog steeds een ziekte die in vele delen van de wereld voorkomt en vooral verspreid wordt via druppels en aerosolen. In Europa is ze vrijwel uitgeroeid, ook doordat zo goed als iedereen gevaccineerd is. In de roman is een werknemer van de fabriek uitgezonden geweest naar India, alwaar pokken nog endemisch zijn op dat moment. De werknemer is weliswaar gevaccineerd, maar dat garandeert niet dat men niet besmet kan raken en besmettingen van anderen niet meer via hem mogelijk zijn. En ook hier zit een ongeluk in een klein hoekje. De firma heeft, omdat er vaker medewerkers naar landen uitgezonden worden waar besmettelijke ziekten endemisch zijn, een protocol hoe te handelen.
In dit geval houdt dit in dat betrokkene onderzocht wordt in het Tropeninstituut in Hamburg en zijn bloed getest wordt in het Tropeninstituut in München. De terugkomst van de medewerker was rond Kerstmis en men besloot van het protocol af te wijken, hij was immers gevaccineerd, zodat Kerst met het gezin gevierd kon worden. Ook de deelname aan de bedrijfskerstviering werd hierdoor mogelijk. De koorts, de pijn in zijn ledematen en dan de huidaandoening die de man vervolgens ontwikkelde, werden niet juist gediagnosticeerd. Zijn vaccinatiestatus maakte dat pokken uitgesloten was, werd gedacht. Zijn huisarts besloot tot de diagnose waterpokken. Nadien werd alsnog het officiële bedrijfsprotocol gevolgd. Helaas, ook in Hamburg werd de diagnose gemist en besloot men ook tot waterpokken. De bloeduitslagen uit München werden nog verwacht. De man genas zonder veel problemen en was weer volop aan het werk.
Aanvankelijk werden ook de optredende huidverschijnselen bij zijn dochter door de huisarts als waterpokken geduid tot na verloop van enige tijd duidelijk werd dat hier geen sprake van kon zijn. Hij kwam uiteindelijk tot de diagnose pokken, maar intussen was zij al in contact geweest met vele andere mensen. Nu pas worden ook de officiële instanties gewaarschuwd. Zijn dochter wordt na heel wat gedoe in het kleine ziekenhuis van Monschau opgenomen. Vanuit het ministerie wordt tot de komst van de hoogleraar dermatologie besloten omdat deze eerder ervaring met de ziekte heeft opgedaan. Dit alles heeft velerlei gevolgen.
wackerberg.de
Maatregelen
Het zal niemand verbazen dat de door Stüttgen voorgestelde maatregelen niet in goede aarde vallen. Ja, bij andere medisch geschoolden wel, maar de lokale autoriteiten en de fabrieksdirecteur zijn verbijsterd. De school wordt gesloten, het ziekenhuis moet volledig in quarantaine-toestand. Daar het ondoenlijk is te achterhalen met wie de eerst getroffen man allemaal in contact geweest is de laatste paar weken, zit er niets anders op dan de nieuwe gevallen te monitoren en direct actie te ondernemen. Dit betekent (huiselijke) quarantaine of ziekenhuisopname.
Natuurlijk wordt tevens een vaccinatieprogramma opgestart. Het gaat nog verder, alle festiviteiten moeten worden afgelast, zoals het naderende carnaval. De reactie, niet onverwacht: “Dat gaat toch niet.” En dan: “er zijn toch grenzen wat we de mensen aan kunnen doen.” Geen nieuwe geluiden met de coronacrisis in het achterhoofd. Maar ook in de roman wordt hieromtrent duidelijke taal gebezigd. Alles is noodzakelijk omdat aldus Stüttgen “wij nu nog een kans hebben aan deze nachtmerrie een einde te maken. Maar daartoe is juist nu aan het begin absolute nauwkeurigheid vereist. Analyse. En vastberadenheid om de conclusies ervan uit te voeren. Is dat voor iedereen duidelijk?” Aldus geschiedt.
Het gevolg is gemor onder de bevolking naar mate er meer huishoudens in quarantaine zijn, naarmate steeds duidelijker wordt dat het carnaval echt niet doorgaat. Ook fabrieksdirecteur Seuss blijft mopperen, zeker als blijkt dat de maatregelen steeds meer medewerkers betreffen en daarmee het productieproces in gevaar brengt. En vertraging in een afgesproken grote levering betekent dat een boetebeding in werking zal treden. Er staan dus grote belangen op het spel, ook voor hem persoonlijk. Bij Seuss speelt dan ook nog mee dat Vera, de erfgename van de fabriek, hem duidelijk maakt dat zij af zal zien van haar erfenis en de fabriek onder wil brengen in een stichting, gelieerd aan de Universiteit Aken. Hiermee komt zijn positie wederom in het geding.
En intussen breidt de epidemie zich op kleine schaal gestaag uit. Het is een race tegen de klok om iedereen gevaccineerd te hebben. We zien ook dat men in de loop van de tijd de maatregelen losser gaat opvolgen. De mensen hebben er genoeg van. Veel jongeren trekken voor de carnavalsviering naar plaatsen die niet tot ‘rampgebied’ verklaard zijn; er is geen verbod op reizen. De gevolgen laten zich zien. Een ook in de huidige tijd bekend fenomeen.
Langzaam zien we ook dat de verhouding tussen Vera en Nikos verandert. Ze zijn meer samen en praten over de toestand en hoe verder onder het genot van het luisteren naar jazz, bij voorkeur Miles Davis. Nikos legt haar geduldig uit hoe het zit met het beloop van pokken. Vera: “...Nikos, het is toch zo dat hele dorpen in quarantaine zijn gegaan, honderden schoolkinderen en Rither-medewerkers zijn naar huis gestuurd. Duizenden mensen werden al gevaccineerd. En nog steeds is het einde niet in zicht, integendeel, de maatregelen zijn weer verscherpt.” En dan komt zij met: “De epidemie staat nu op het punt onbeheersbaar te worden?” Nikos: “Maar neen, neen. Je zit er ver naast. … We passen op! We zullen het … regelen.” Een dergelijk optimisme hebben we meer gehoord in de afgelopen periode.
Aan andere verhaallijnen besteed ik hier geen aandacht, zoals de ontluikende liefde tussen Vera en Nikos en hoe dat verder gaat, de goede afloop na verwarring en hindernissen, maar ook de vlucht van Seuss via het oude nazinetwerk – er zijn in de bedrijfsvoering van de fabriek wel enkele lijken te vinden-.
Slot
Uiteindelijk blijft mede door al de genomen maatregelen de uitbraak beperkt. Stüttgen is de regisseur van alles, maar daarmee ook de Kop van Jut. Een collega uit Düsseldorf laat zich ook een en ander ontvallen, waarbij Stüttgen zich realiseert dat: “een arts geen wredere critici te vrezen heeft dan andere artsen.”
Maar dit niet alleen. Kopetzky: “Hij (Stüttgen) herinnert beambten aan wetten, zorgt bij politici voor de nodige angst, doordat hij schrikbeelden over wat er kan gebeuren, tevoorschijn tovert. Hij prijst het medische personeel en betuigt steun aan de artsen in de dorpjes.” Iedereen ziet hem bij voortduring tijdens de epidemie en daarmee wordt hij het boegbeeld van de epidemie, maar dan in negatieve zin. Hij ervoer dat als bitter, daar hij het beste met hen voor had. “De mensen zagen alleen maar: als Stüttgen komt, zijn de pokken er ook. De belangrijkste strijder tegen variola werd als haar boodschapper gezien.” Uiteindelijk is het na enige tijd: eind goed, al goed. De korte dystopische periode gaat voorbij. Het stadje verzinkt weer in de lethargie van vroeger en de spannende tijd raakt in vergetelheid.
Het is een goed en vlot leesbare roman met vele herkenningspunten. Zoals een Duitse recensent[10] schrijft:” Een epidemie, aarzelende politici, angstige vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, die de waarschuwingen van de wetenschappers niet horen willen. Duitsland in het jaar, neen, niet 2020, maar 1962.” En toch hielp de coronacrisis de auteur bij het schrijven van de roman, hoewel de versnelde maar tijdige publicatie afbreuk heeft gedaan aan het beter uitwerken van enkele verhaallijnen, die nu enigszins abrupt ten einde komen.
Terugblik
De twee romans verhalen van een epidemie die werkelijkheid geweest is, waarbij in het geschrift van Ulitzkaja sprake is van een dubbele dystopie. Zoals ze zelf aangeeft, beschrijft ze een pestepidemie ten tijde van wat de ‘politieke pest’ genoemd kan worden. De eerste is slechts tijdelijk, de tweede leek ook voorbij te gaan, maar de werkelijkheid is taaier en laat nu in Rusland opnieuw een variant hiervan zien. Dystopische kenmerken zijn volop terug te vinden.
Het boek van Kopetzky toont een kortdurende dystopie, die relatief kort na de Tweede Wereldoorlog speelt, ook al een werkelijke dystopie. Hierdoor komen er nog vele herinneringen hieraan voor in de roman, niet alleen door personen met een oorlogsverleden. De roman beschrijft goed hoe een dystopische periode tijdens een virusuitbraak er uitziet.
Tussen beide boeken bestaan er enige verschillen. In Monschau is volstrekt duidelijk hoe het virus in Duitsland belandde. Een route die we ook nu iedere keer zien bij besmettingen. Reizigers brengen ongemerkt het virus mee. In het Russische boek komt onomstotelijk naar voren dat de pestbacil, een bacterie, uit een laboratorium komt. Dit is in de huidige pandemie niet waarschijnlijk, maar ondanks enig onderzoek nog niet geheel uitgesloten. De verdere verspreiding van de besmetting met de pestbacil in Rusland verloopt eveneens via een reis.
Een ander verschil is dat in Rusland geen enkele ruchtbaarheid wordt gegeven aan het feit dat er een pestuitbraak is. De bevolking wordt onkundig gehouden. De angst die er toch al is, wordt hierdoor versterkt, daar de bevolking wel merkt dat er iets speelt. In Duitsland werd indertijd wel gecommuniceerd, maar ook daar bleek de transparantie maar beperkt.
Beide boeken hebben gemeen dat ze laten zien dat diverse kenmerken die bij een dystopie horen, ook in deze twee romans voorkomen. Ze laten ons tevens zien, dat het er nu niet heel anders aan toegaat.
In beide boeken is duidelijk dat snel en kordaat ingrijpen noodzakelijk is, waarbij ‘track and trace’, het opsporen en volgen van mogelijk besmette personen de epidemie moet indammen. Het is ook in coronatijd de voorkeursmethode, voor zover haalbaar. We hebben gezien dat deze manier van werken in de huidige tijd zeer snel vastloopt. In Ulitzkaya’s boek komt een ‘betere’ aanpak naar voren. De Russische veiligheidsdienst is het best toegerust om aldaar contacten te volgen en op te sporen en doet dat dan ook.
Je zou denken dat dit heel specifiek iets is van totalitaire regimes, maar in Israël heeft de Shin Bet, de binnenlandse veiligheidsdienst al in het begin van de coronapandemie de opdracht gekregen heeft via de gegevens van mobiele telefoons ‘track en trace’ van geïnfecteerden uit te voeren. Formeel worden de verzamelde gegevens aan de publieke gezondheidsdiensten doorgegeven, opdat die kunnen optreden. In sommige andere landen in de wereld is deze gang van zaken wellicht ook aan de orde, maar niet openlijk bekend. Zover ging het in Monschau niet. Ook bij ons lijkt deze manier nu geen rol te spelen.
In beide boeken wordt de vrijheid ingeperkt. In de een meer dan in de ander. Tot zover niets nieuws. Angst is steeds een dominant thema, dat ook in onze huidige situatie naar voren komt. In Ulitzkaya’s boek speelt dit heftig doordat er al een dystopie bestond, waarin angst een grote rol speelde. Een dubbele dystopie dus. Het heeft nadrukkelijk met de politieke situatie in het Rusland van toen van doen. Of het nu veel anders is aldaar is de vraag.
In Monschau komen diverse kenmerken van een dystopie tot uiting, maar ook is helder dat er einde is aan de situatie, waarin de gezondheidszorg, gesanctioneerd door de staat, er de dienst uitmaakt in de samenleving. Wel blijft steeds onduidelijk wanneer dit einde bereikt zal zijn.
In alle vier tot nu toe in deel 2 en 3 besproken romans speelt angst een rol. Enerzijds angst voor de ziekte, de besmetting, maar ook angst voor de maatregelen en angst voor de autoriteiten. Angst die irrationeel gedrag bevordert en zelf weer tot een pandemie wordt. Het gevolg chaotische taferelen in verschillende mate van ernst. Staatscontrole in verschillende mate van heftigheid is overal aanwezig. Vrijheden zijn of worden ingeperkt.Een ander fenomeen is dat in het begin ontkend wordt dat er iets aan de hand is. De situatie wordt gebagatelliseerd, de ernst niet onderkend. Maatregelen worden halfslachtig of aarzelend genomen. De overheid loopt voortdurend achter de feiten aan. Zodra er dan (stevige) maatregelen worden genomen, ontstaat er weerstand in de samenleving. Weerstand die op verschillende manieren naar buiten komt, openlijk, maar ook tamelijk bedekt. Het klinkt bijna alsof deze boeken de huidige pandemie beschrijven, waarin we niets anders hebben gezien. Het nawoord van Ulitzkaja speelt hier nadrukkelijk op in.
Vervolg
In de volgende delen van deze serie komen romans aan de orde waarin epidemieën geen rol spelen. Hierin gaat het veel meer om samenlevingen die in hun geheel of gedeeltelijk aan vele criteria voldoen om een dystopie genoemd te worden. Ook hierbij de nodige verschillen in benadering van de stof.
Noten
[1] Rutgers M.J: Een dystopische wereld: van bedenksel tot de werkelijkheid van nu? Deel 1. Utopie en dystopie. Civis Mundi 115, 2021
[2] Rutgers M.J: Een dystopische wereld: van bedenksel tot de werkelijkheid van nu? Deel 2. Een oud en een jong verhaal met een epidemie. Civis Mundi 116, 2021
[3] Voor de citaten in het Nederlands is door de schrijver dezes bij het eerste boek gebruik gemaakt van de Duitse vertaling, bij het tweede van het origineel.
[4] Zie https://www.elkost.com/authors/ulitskaya, https://en.wikipedia.org/wiki/Lyudmila_Ulitskaya en https://de.wikipedia.org/wiki/Ljudmila_Jewgenjewna_Ulizkaja
[5] Ulitzkaja L: Чума. Ast, Moskou, 2020 (Eine Seuche in der Stadt, vertaald uit het Russisch door Ganna-Maria Braungardt. Hanser, München, 2021) (Just the Plague. Vertaald door Polly Gannon. Granta, London, 2021) (Ce n’ état que la peste. Vertaald door Sophie Benech. Gallimard, Paris, 2021)
[6] https://www.staedteregion-aachen.de/de/navigation/staedteregion/geschichte/landkreis-monschau/1945-1971/ereignisse/1962-pocken-im-landkreis-monschau/
[7] Kopetzky S: Monschau. Rowohlt, Berlijn, 2021
[8] Zie www.steffenkopetzky.de/ en verder https://de.wikipedia.org/wiki/Steffen_Kopetzky
[9] Kopetzky S: Propaganda, Rowohlt Verlag, Berlijn, 2019
[10] Schröder Chr: Virales Chaos. www.zeit.de/kultur/literatur/2021-04/monschau-steffen-kopetzkys-roman-rezension