Angst en onzekerheid

Civis Mundi Digitaal #118

door Mathieu Wagemans

Bespreking van: Rudi Laermans, Gedeelde angsten, Kleine sociologie van de maatschappelijke onzekerheid, Boom, Amsterdam, 2021.

 

Het is een boek waarin het begrip angst en de werking ervan vanuit ene breed perspectief wordt belicht en verdiept. Voortdurend wordt geswitcht tussen individu en collectief, tussen theorie en praktijk en ook tussen inhoudelijk onderbouwde angst en angst voor veronderstelde gebeurtenissen, die zich uiteindelijk niet voordoen. Terechte en onterechte angst dus. Angst is enerzijds een “navigatiemechanisme” dat nodig is om je staande te houden en je te bewegen door de complexe werkelijkheid en kan anderzijds verlammend werken zonder dat daar overtuigende redenen voor zijn.   

Coronapandemie

Het boek is actueel vanwege tal van verwijzingen naar de coronapandemie. Dat maakt het boek zowel leesbaar als relevant. Die relevantie betreft in het bijzonder de vraag hoe processen van collectieve angstopwekking verlopen. Welke krachten zijn erop van invloed? Laermans benadrukt het verlangen deel uit te maken van een groep met als tegenpool de verlatingsangst. Een groep geeft zekerheid en neemt de noodzaak weg je telkens weer te moeten verantwoorden. Daar staat tegenover dat je de ruimte voor individualiteit moet inleveren. Het collectieve vraagt zijn prijs. Je hebt te denken en je te gedragen conform de in een groep geldende kaders en structuren.

Die dynamiek is ook herkenbaar binnen onze werkomgeving. Je wil voldoen aan opgelegde doelen omdat dit waardering oplevert. Je wil niet verzaken, althans dat beeld vestigen. Met faalangst als tegenpool. Het werpt een fraai licht op de relatie tussen angst en verlangen. Angst omdat men vreest het verlangen niet te kunnen stillen. Verwezen wordt naar het neoliberale gedachtegoed. De marktwerking nodigt uit en dwingt niet zelden om je te presenteren als succesvol. Bij aanbestedingen is belangrijk hoe een bedrijf zich presenteert als positief en betrouwbaar. Het beeld is bepalend voor de vraag of je een opdracht krijgt. Met daaraan gekoppeld de angst telkens achter het net te vissen. Het neoliberalisme kent alleen de hemel als limiet, zo stelt Laermans. Het kan en moet altijd beter. Met het risico van een burn-out wanneer je jezelf verliest in de jacht op het onmogelijke.   

Angstlust

Tegelijkertijd met de angst te verzaken kan er sprake zijn van angstlust. De behoefte om de angst op te zoeken. Risico nemen bijvoorbeeld als bron van verlangen. Gokken in de hoop te winnen. Risicovol investeren in de hoop een grote slag te slaan. Met als contramal de angst te verliezen, omdat je teveel op het spel zette.  

Dat werpt ook een ander licht op het totalitaire. Het coronabeleid roept de nodige kritiek op, omdat dit zou worden aangegrepen door overheden om beleid totalitaire trekken te geven. Maar de keerzijde is, dat er vanuit burgers tegelijkertijd een verlangen kan zijn tot alles omvattende en krachtig werkende maatregelen. Het virus vraagt hard en eenduidig optreden. Anders gezegd, er komen twee krachtenvelden same, die elkaar onderling versterken. Het pleit voor een tweezijdige analyse.     

De sturingspotentie van angst

Als je dat krachtenspel doorziet, lijkt dat een belangrijk beleidsinstrument om collectieve betekenisgeving te beïnvloeden.  Angsten en onzekerheid hebben immers een werking. Ze kunnen worden opgevat als belangrijke instrumenten, wanneer een overheid veranderingen wil doorvoeren. Of steun wil vinden voor voorgenomen maatregelen. De angst bijvoorbeeld dat een land wordt binnengevallen door vreemde mogendheden. Dan zijn beschermings- en verdedigingsmaatregelen nodig, die als vanzelfsprekend op brede steun kunnen rekenen. Waarbij het voor burgers doorgaans lastig is te doorgronden of geschetste risico’s reëel zijn of bewust geënsceneerd. Angst laat zich gemakkelijk manipuleren en wanneer die zich eenmaal van mensen meester heeft gemaakt, kan die niet zomaar worden gedetecteerd als onterecht.     

Vergelijk het ontstaan van complottheorieën. Onzekerheid vormt een vruchtbare voedingsbodem voor dergelijke benaderingen. Complottheorieën bieden verklaringen voor wat lastig verklaarbaar is. Ze bieden helderheid en zekerheid die het gebrek aan inzicht wegneemt. De behoefte aan overzicht en ordening wordt dan gemakkelijk belangrijker dan het waarheidsgehalte van de theorie. Liever een gebrekkig inzicht dan gebrek aan inzicht. Dat geldt zowel individueel als op collectief niveau. Iedere ordening wordt omarmd omdat die de chaos wegneemt. Althans, dat is het mechanisme dat zijn werk doet en zichzelf niet bekommert om het realiteitsgehalte ervan.  

Om daar inzicht in en grip op te krijgen stuit je op het verschil en de spanning tussen subjectieve beleving en objectiverende beschouwingen. Met als risico dat je door objectivering niet kunt doordringen tot de essentie van het angstbegrip. Dan rationaliseer je wat irrationeel is.

Controleangst

Controleangst zou je kunnen opvatten als de vrees dat je de toekomst niet in de hand hebt en dat je kunt worden overvallen door het onverwachte. Maar het boek graaft dieper. De werkelijkheid wordt opgevat als “een onvoorstelbaar, voortdurend veranderend geheel van mogelijkheden”. De wereld als “de eenheid van verschil tussen actualiteit en potentialiteit”. Je leeft in een werkelijkheid die het vermogen heeft je voortdurend te confronteren met nieuwe situaties, met het onvoorspelbare en het onvoorstelbare. Dat onvoorspelbare en onvoorstelbare kan ook worden opgevat als een bron van ongekende mogelijkheden. De potentialiteit dus van de werkelijkheid. Het onverwachte kan betekenis worden gegeven worden als kans in plaats van enkel als risico.

Contingentiedempers     

Het boek bevat een aardige historische schets van hoe met het perspectief van potentialiteit is omgegaan. Hoe religie bijvoorbeeld de onbepaaldheid wegneemt en alles in een context van voorbestemdheid plaatst. Dat werkt inperkend met betrekking tot de vrijheid om met een steeds veranderende werkelijkheid om te gaan. Onbepaaldheid wordt dan naar buiten gedrongen. Iets gebeurt omdat het moest gebeuren. De verklaring, zo zou je kunnen stellen, ligt al te wachten op wat er nog moet gebeuren.

In gelijke zin wordt het vooruitgangsgeloof van de Verlichting opgevoerd als demper van contingentie. Vooruitgang is vanzelfsprekend. Belemmeringen zijn hooguit tijdelijke hindernissen, die zeker uit de weg kunnen en zullen worden geruimd.  Door doelrationeel handelen drukken we in wezen uit, dat we de toekomst naar onze hand kunnen zetten. De toekomst heeft geen onbepaaldheid meer, omdat het slechts een kwestie van tijd is, voordat we die kunnen kennen en beheersen.

Vrijheidsangst

Uitgebreid komt op individueel niveau de “vrijheidsangst” aan bod. Enerzijds biedt individualisering vrijwel onbeperkte mogelijkheden voor zelfrealisatie, maar die keuzevrijheid kan ook worden opgevat als een opgave alsmaar keuzes te maken. De verleiding is groot, verwijzend naar socioloog Karl Mannheim, om je dan te laten leiden door traditionele patronen. Men gaat dan de vrijheid uit de weg omdat die als lastig wordt ervaren. De mogelijkheid om te kiezen wordt dan ervaren als een moeten dat je kan overmeesteren.

Zeer kritisch toont Laermans zich ten aanzien van beroepen binnen wat hij de culturele economie noemt. Denk aan journalisten kunstenaars en architecten. Wat men presenteert als zelfverwerkelijking is vaak niet meer dan de productie  van “betekenis dragende koopwaar”.  Je zou het symboliek zonder inhoud kunnen noemen, “springerig modieus”.

Ontangsten

Het boek sluit af met een pleidooi voor “ontangsten”. Het leven ervaren als de mogelijkheid tot constructie. De ruimte benutten om de werkelijkheid een persoonlijk gekleurde betekenis te geven in plaats van die keuzes te vermijden door te leven binnen traditionele kaders. Leven zien als een kans in plaats van als een risico. Niet vluchten in zekerheid.

Het boek is een uitnodiging de eigen patronen te onderzoeken, die je in jezelf hebt opgebouwd. Dat vraagt een kritische houding ten opzichte van wat je in een postmoderne samenleving allemaal krijgt aangereikt aan instrumenten om gelukkig en succesvol te worden. Een uitnodiging je eigen positie te kiezen, jezelf te worden, zoals de Franse theoloog en filosoof Marcel Legaut ooit schreef in zijn boek Devenir Soi.