Civis Mundi Digitaal #119
Aristoteles over vriendschap
Jan Chris Jansen
VRIENDSCHAP
Vriendschap is een vorm van optimaal funktioneren
Of gaat hiermee gepaard. Bovendien
Is zij zeer noodzakelijk voor het leven, want niemand
Zou ervoor kiezen om zonder vrienden
Te leven, ook al is hij in het bezit van al het andere goed.
Wat voor nut heeft welstand, als er geen
Gelegenheid is voor weldoen? Vrienden kunnen jonge
Mensen helpen door hen voor vergissingen
Te behoeden. Evenzo kunnen zij oudere mensen helpen
Door het te verzorgen en te ondersteunen.
Ook helpen vrienden elkaar in de bloei van hun leven
Bij het realiseren van moreel juist handelen.
*/*
Aristoteles Ethica Nicomachea boek VIII. 1
BIJKOMSTIGE VRIENDSCHAP
De mensen bij wie vriendschap gebaseerd is op het nuttige,
Hebben hun vrienden lief met als motief:
Wat voor henzelf goed is. Zij bij wie vriendschap op genot
Is gebaseerd, hebben hun vrienden lief
Met als motief: wat voor henzelf aangenaam is. Zulke
Vriendschappen zijn dus bijkomstig.
Men wordt niet bemind om de persoon die hij is, maar in
Zoverre men nuttig of aangenaam is.
Zulke vriendschappen worden dan ook snel verbroken als
De vrienden niet gelijk blijven aan wie
Ze waren. Want als zij niet langer nuttig of aangenaam voor
Elkaar zijn, verdwijnt de liefde die zij
Voor elkaar voelen. Als het motief waarop de vriendschap
Is gebaseerd weggevallen is, wordt ook
De vriendschap ontbonden, want hierom werd zij gesloten.
*/*
Aristoteles Ethica Nicomachea boek VIII. 2
VOLMAAKTE VRIENDSCHAP
De volmaakte vorm van vriendschap bestaat tussen mensen
Die goed zijn en elkaars gelijken in deugd.
Want zij wensen elkaar in zoverre zij goed zijn op gelijke wijze
Het goede toe, en zij zijn goed in zichzelf.
Mensen die hun vrienden het goede toewensen om hun vrienden
Zelf, zijn vrienden in de volle zin van het
Woord. Want het is hun eigen natuur die maakt dat zij zo zijn
En zij zijn dat niet bijkomstig. De vriend-
Schap tussen deze mensen houdt dus aan zolang zij goed zijn,
En deugd is iets bestendigs. Elk van beiden
Is dus zowel goed zonder meer, als ook goed voor zijn vriend.
*/*
Aristoteles Ethica Nicomachea boek VIII. 3
BESTENDIGE VRIENDSCHAP
Het ligt in de rede dat zulke vriendschap bestendig is.
Want hierin komen alle eigenschappen
Samen die vrienden moeten hebben. Elke vriendschap
Heeft een goed of genot als motief. En
Aan elke vriendschap ligt een zekere gelijkheid tussen
De vrienden ten grondslag. Maar deze
Vriendschap heeft alle genoemde eigenschappen dankzij
De aard van de vriendschap zelf. Want
Bij deze vriendschap zijn de vrienden ook in de andere
Opzichten aan elkaar gelijk. En wat
Zonder meer goed is, is ook zonder meer aangenaam.
*/*
Aristoteles Ethica Nicomachea boek VIII. 7
ZELDZAME VRIENDSCHAP
Het is te verwachten dat dergelijke vriendschappen
Zeldzaam zijn. Want zulke mensen
Tref je maar weinig aan. Bovendien vereist zo’n
Vriendschap ook vertrouwelijkheid
En tijd. Want zij kunnen elkaar niet eerder als vriend
Accepteren dan dat zij elkaar hebben
Laten zien dat zij werkelijk de vriendschap waard
Zijn en dit van elkaar weten. De wens
Om vrienden te zijn komt snel. De vriendschap niet.
*/*
Aristoteles Ethica Nicomachea boek VIII. 3
VRIENDSCHAP TUSSEN JONGE MENSEN
Vriendschap tussen jonge mensen geldt als de vriendschap
Die genot als motief heeft. Want zij laten
Zich in hun leven door emoties leiden en zijn vooral uit op
Wat voor henzelf aangenaam is en op wat
Direct voor handen is. Met de jaren verandert ook hun smaak.
Daarom sluiten zij hun vriendschappen en
Verbreken ze snel. Want de vriendschap verandert tegelijk
Met wat zij aangenaam vinden en ook zulk
Genot verandert snel. Jonge mensen zijn ook geneigd tot
Erotiek, want zij gaat met emoties gepaard
En heeft meestal genot als motief. Daarom worden jonge
Mensen snel verliefd en houdt het ook snel
Weer op, dit alles vaak op een en dezelfde dag. Liefst willen
Zij de hele dag met hun geliefde samen zijn
En zo hun leven samen doorbrengen. Want op die manier
Verkrijgen zij wat de vriendschap hen biedt.
*/*
Aristoteles Ethica Nicomachea boek VIII. 5