Civis Mundi Digitaal #120
Veel Afrikaanse landen hebben tijdens de algemene vergadering van de Verenigde Naties geweigerd zich uit te spreken tegen de Russische invasie in Oekraïne, om zo te laten weten dat deze oorlog niet hun oorlog is. Het continent voelt echter al wel de effecten daarvan via verhoogde prijzen van voedsel en energie. En dit kan niet op een slechter moment komen, want twee jaren pandemie hebben de huishoudens en de overheidsbudgetten als het ware uitgewrongen.
De belangrijkste zorg betreft de voedselveiligheid van het continent. Rusland en Oekraïne zijn de belangrijkste leveranciers van graan en de vrees voor tekorten heeft de prijzen vanaf het begin van de oorlog omhoog doen vliegen. Noord-Afrika is hieraan in het bijzonder blootgesteld, doordat het volledig afhankelijk is van import. In Egypte met zijn 102 miljoen inwoners is brood bijvoorbeeld een essentieel onderdeel van de voeding; het land importeert meer dan de helft van haar graan en van deze aankopen komt ongeveer 80% uit beide oorlogvoerende landen. De Egyptische regering heeft daarom tijdelijk de export van graan, meel en linzen verboden en overweegt brood nog meer te subsidiëren dan nu al het geval is (2,5 miljard euro per jaar). In andere Noord-Afrikaanse landen is de situatie niet beter. Zo heeft Tunesië, dat brood ook subsidieert, weinig of geen handelingsvrijheid, omdat het een duizelingwekkende staatsschuld heeft. Het beroerde daarbij is dat de landen van de Magreb geconfronteerd worden met grote droogte die hun eigen oogsten sterk beperkt.
Ook de rest van het continent, dat één derde van haar geconsumeerde graan importeert, wordt niet gespaard. Sébastien Abis, wetenschapper aan het « Institut de relations internationales et stratégiques » (IRIS) en directeur van de in de mondiale landbouwvraagstukken gespecialiseerde denktank « Demeter », stelt dat « in totaal 27 landen in de wereld voor meer dan 50% afhankelijk zijn van Rusland en Oekraïne voor hun behoefte aan graan; 15 van deze landen zijn Afrikaanse landen ». De oververhitting van de voedselprijzen begon overigens al voordat de oorlog in Oekraïne uitbrak. De oorzaken zijn veelvoudig, van de koersverhoging van de olie die het vrachtverkeer duurder maakt tot transportproblemen door de coronacrisis. En vergeet ook niet de verstoorde klimatologische omstandigheden, zoals in West-Afrika en de Hoorn van Afrika, met alle consequenties van dien voor de oogsten. Eind 2021 waren de voedselprijzen daardoor al met 17% (Nigeria) tot zelfs 42% (Ethiopië) gestegen.
Graan is niet het enige product waarvan de prijs omhoog vliegt door de oorlog in Oekraïne. Mais en suiker volgen dezelfde koers. Ook de prijs van zonnebloemolie, waarvan Oekraïne de belangrijkste exporteur is, is omhoog gevlogen, en in het kielzog daarvan ook de vervangingsproducten, zoals palmolie. Hetzelfde geldt voor kunstmest, dat in Afrika gebruikt wordt bij rijst-en maisculturen, omdat Moskou dreigt de export ervan op te schorten.
Afrikanen moeten nu al twee derde van hun inkomsten besteden aan voedsel. Op 13 maart waarschuwde de algemeen directeur van het IMF, Kristalina Georgieva, dat « de oorlog in Oekraïne hongersnood in Afrika betekent ». Volgens het mondiale voedselprogramma van de Verenigde Naties zal de helft van de Soedanese bevolking (44 miljoen mensen) dit jaar honger lijden en de situatie in de Sahellanden is niet minder alarmerend, terwijl daar al een ernstige voedselcrisis is.
Misschien kunnen sommige landen profijt trekken uit de oorlog in Oekraïne. Waar Europa zoekt naar mogelijkheden om zijn gasbevoorrading te verbreden, kijkt Algerije hoe zij met haar gasbronnen het Russische aanbod kan aanvullen. Landen met grote gasvoorraden als Mozambique, Tanzania en Senegal hopen nieuwe investeringen te kunnen aantrekken. Maar voordat winst gemaakt kan worden, gaat er met deze ontwikkelingen nog veel tijd verloren. En tussentijds zien de landen geen oplossingen om hun ingezetenen te hulp te schieten. Veel Afrikaanse Staten zitten al tot over hun oren in de schuld.
In 2007-2008 ontketende de stijging van voedselprijzen gewelddadige hongersnoodoproeren in de wereld, met name in Afrika. Nu verschijnen er manifestaties tegen het dure leven in de Magreb en met name in Marokko. Andere regio’s in Afrika hebben in het afgelopen jaar al pieken van instabiliteit gekend, zoals de onrust in Senegal in maart 2021 en een golf van plunderingen in Zuid-Afrika in juli 2021. Bijna overal heeft de coronacrisis de huishoudens verarmd en de sociale verbanden verzwakt. Sébastien Abis: « Als bij de veelvoud van problemen ook nog eens honger komt, zullen de gewelddadige protesten overal toenemen ». Afrika gaat erg moeilijke en gevaarlijke tijden tegemoet.
Geschreven in maart 2022