Wat beweegt Poetin?

Civis Mundi Digitaal #120

door Jan de Boer

De door Poetin begonnen invasie in Oekraïne hoort thuis in de lange geschiedenis van een wereldrijk dat binnen een eeuw twee keer ineenstortte en zich weer oprichtte. Voor Poetin, net als daarvoor voor de Sovjetleiders en de Tsaren, komt het belangrijkste gevaar uit het Westen. Zijn visie inzake de grenzen van Rusland zal met de tijd ongetwijfeld geëvolueerd zijn, maar wat zeker niet veranderd is, is in zijn visie betreffende de noodzaak van een dikke grens: een zo breed mogelijke bufferzone om zich tegen westerse invloeden te beschermen. Als officier van de KGB in het voormalige Oost-Duitsland werd Vladimir Poetin opgeleid voor het liefhebben en dienen van het Sovjet-Imperium, dat zich tot 1989 uitstrekte van Minsk tot Vladivostok en van Arctica tot de Zwarte Zee, met daarbij een groot aantal vazalstaten. Poetin vereenzelvigt zich met het lot van deze grote macht, hij ervaart het territoriaal uiteenvallen van de Sovjet-Unie als een schande en de publieke vernedering van Jeltsin door Clinton vult hem met schaamte en woede. Vanaf het moment dat hij president werd – 31 december 1999 – nam hij de houding van een hereniger van Russische gebieden, Russisch sprekenden en orthodoxe gelovigen aan. Hij ontwikkelde in een artikel zijn conceptie van de geschiedenis, met als motor die van de natie « Groot-Rusland » met daarom heen cirkelend natuurlijk de Wit-Russen (Biélorussen) en Oekraïners, die hij « Kleine Russen » noemde.

De geest van herovering en de historische argumentatie wat betreft de wieg van de natie brengen twee dictators dicht bij elkaar. Poetin voegt met terugwerkende kracht de « Rus van Kiev » (9e tot 13e eeuw) bij de Russische Staat. De Servische dictator Milosevic wilde Kosovo, en bracht daarbij de geheiligde slag in 1389 in herinnering. Deze operaties stelden de dictators in staat de soevereiniteit van de buurlanden te ontkennen. Maar in tegenstelling tot het Servische nationalisme heeft het Russische nationalisme geen etnisch karakter en is het eigenlijk nooit uit zijn imperiale setting geraakt. Dat maakt overigens het in kaart brengen van de grenzen van de Russische natie er niet eenvoudiger op. Het Russische imperium omvat veel nationaliteiten en religies. In het begin van de twintigste eeuw waren er meer mohammedanen in het Russische imperium dan in het Ottomaanse imperium. De acculturatie deed het aantal Russisch sprekenden toenemen bij de niet-Russische volkeren, echter zonder een Russische etniciteit te creëren. Poetin ziet zich zo op Euraziatische schaal als woordvoerder van Russisch sprekende samenlevingen. Het is een meer dan fervent nationalisme dat dat van Oekraïners minacht.

De Russische Federatie kan zich nog een « imperium » noemen door zijn vele nationaliteiten en autocratisch systeem. Dat imperiale DNA bepaalt hoe dan ook het Russische lot. In de Europese geschiedenis is het een uniek geval. Het imperium stortte in honderd jaar twee keer ineen. Het beleefde zijn territoriale hoogtepunten in 1914 en 1945, en in beide gevallen zette het zijn tanden in Europa. In 1914 omvatte het het koninkrijk Polen en het hertogdom Finland. Het imperium viel tijdens de bolsjewistische revolutie van 1917 in stukken uiteen en werd in 1991 een stuk kleiner. In beide gevallen nam het afstand van Europa en kreeg het een meer Euraziatische dimensie. De oorlog van Poetin in Oekraïne en zijn aanklacht tegen de uitbreiding van de NAVO veroorzaken angst voor een herovering door Moskou van vroegere Europese delen van het imperium, met name de Baltische staten. Er is nu, dertig jaar later, sprake van een soort wraak, want Poetin heeft het einde van de Sovjet-Unie als een vernedering ervaren. Het betreft overigens geen restauratie van de Sovjet-Unie, want Poetin houdt niet van de manier waarop de Sovjet-Unie door Lenin werd ontwikkeld.

De Russische leiders, van de tsaren tot Poetin, hebben een obsessie voor grenzen en willen deze steeds verder terugdringen uit angst voor direct contact met wie zij als hun tegenstanders zien. De nachtmerrie van de Sovjet-militairen en veiligheidstroepen tussen de twee oorlogen was de nabijheid van vijandige staten: Finland, de Baltische staten en Polen, die beschouwd werden als een « cordon sanitaire » tegen communistische besmetting. Dankzij het Duits-Russische Pact en later na de overwinning op Nazi-Duitsland werden deze tussen 1917 en 1921 verloren gegane Europese excentrisch gelegen gebieden deels weer ingenomen: de Baltische staten, Bessarabië (het huidige Moldavië)… Aan Finland werd de oorlog verklaard om de op 30 kilometer afstand van Leningrad (het huidige Sint Petersburg) liggende grens te verplaatsen. Daarbij komen nog de annexaties van oriëntaals Galicië (voor 1914 behorend bij Oostenrijk-Hongarije en tussen beide wereldoorlogen bij Polen), van Bucovina in Roemenië en vervolgens in 1945 Transcarpatië dat afgenomen werd van Tsjechoslowakije. Wat Poetin Stalin verwijt, is deze gebieden niet ingelijfd te hebben bij Rusland maar toegewezen te hebben aan Oekraïne. De gordel van satellietstaten breidde zich vervolgens uit over heel Centraal-Europa in het kader van de zo geheten volksdemocratieën.

Van 1945 tot 1989 beschermde Moskou zich zo achter drie grenzen. De eerste was die van 1921, die « het vaderland van de proletariërs » omgaf na de enorme sociale, politieke en ideologische verandering na de periode van de revolutie en daarna van het grote stalinistische keerpunt. De tweede was tot aan 1991 de internationale grens van de Sovet-Unie. Zij bakende de nieuwe geannexeerde gebieden van 1939-1945 af die nooit volledig een gevoel van veiligheid gaven wegens nationalistische verzet, met name in het westen van Oekraïne. En meer naar het westen verdeelde de derde grens Europa: het zogeheten « ijzeren gordijn ». Daarachter lagen de door de communisten beheerste landen met samenlevingen die in meerderheid vijandig stonden tegenover het communisme. Met andere woorden, de dunne grens die vandaag de dag Rusland van de Europese Unie en de NAVO scheidt, doet het Kremlin huiveren.

Gorbatsjov had dat voorzien en was met Bush sr. overeengekomen dat daarom de vroegere vazalstaten in Centraal-Europa een neutrale status zouden krijgen, maar daarvan is in de praktijk niets terecht gekomen. Integendeel, na de ineenstorting van het Sovjet-imperium werden deze vroegere vazalstaten, ook door en door corrupte schijndemocratieën als Roemenië en Bulgarije, lid van de Europese Unie en onder de sterke invloed van de Verenigde Staten ook van de NAVO (die zowel een defensief als offensief karakter heeft en zelfs probeerde Kazachstan te verleiden). Zo werden ze een bolwerk tegen Rusland. Een overwinning op de vijand, hier de ineenstorting van het Sovjet-imperium, is nog geen garantie voor vrede in de toekomst: men kan een oorlog winnen en de vrede verliezen als men de (vroegere) vijand vernedert. Denk in dit verband ook aan het Duitsland opgelegde uitermate vernederende vredesverdrag van Versailles (de Eerste Wereldoorlog) dat Hitler mede aan de macht hielp. Wanneer de overeenkomst tussen Gorbatsjov en Bush sr. een eerste stap op weg naar een verdere toekomst zou zijn geweest en Rusland verder bij de ontwikkeling van Europa was betrokken, wat toen zeker mogelijk was (zelfs in de eerste jaren van het presidentschap van Poetin), zou de (wereld)geschiedenis er wellicht totaal anders hebben uitgezien.

Sinds het midden van de negentiende eeuw tot aan de Euromaidan van 2014 in Oekraïne karakteriseerden vrijheid en protestbewegingen de afgelegen westerse delen van het imperium. De Polen kwamen in 1830 en 1863 tegen Sint-Petersburg in opstand. In de westerse provincies streden de tsaren tegen de Poolse en Katholieke invloed. De onderdrukking van de Oekraïense cultuur en taal die floreerden in buurland Oostenrijk en in Lviv, dat in die tijd Lemberg genoemd werd, kwam voort uit de vaste wil om de Oekraïners af te snijden van deze als rampzalig geoordeelde Poolse invloed. Rijker, moderner en revolutionairder dan het hart van het imperium joegen deze regio’s het Kremlin angst aan. In de periode tussen de beide wereldoorlogen verontrustte ook de invloed van het kapitalisme. Toen de Oekraïense boeren in opstand kwamen tegen de collectivisering van grond, zag Stalin daarin de hand van de contrarevolutie, van Polen en van het Oekraïense nationalisme. Hij sloot de grens en strafte Oekraïners met een hongersnood die 4 miljoen doden tot gevolg had. Bij de hele westerse grens isoleerden verboden zones het land van buitenlandse invloeden. Tijdens de opstanden in de volksdemocratieën in 1956, 1986 en 1980, en daarna tijdens de Perestrojka, waren de Baltische staten, het westen van Oekraïne, Moldavië, Georgië en Armenië het meest ontvankelijk voor de strijd voor vrijheid van meningsuiting en tegen de voogdij van Moskou.

De « grote patriottistische oorlog » is het geheugensokkel dat Russen, Wit-Russen en een groot deel van Oekraïners delen. De retoriek van Poetin probeerde de bevrijding van Oekraïne van de nazi’s in 1944 gelijk te stellen aan zijn invasie in 2022. Hij hoopte zo dat de Russisch sprekende Oekraïners in het oosten van het land zich aan zijn kant zouden scharen en zich los zouden maken van de Oekraïense regering van Zelensky, die verondersteld werd sympathiek tegenover de ideeën van Hitler te staan. Maar dit samenraapsel heeft niet gefunctioneerd, omdat het Oekraïense nationalisme veranderd is. Waar Stepan Bandera, de chef van de Organisatie van Oekraïense nationalisten, in 1941 droomde van het bevrijden van Oekraïne van communisten, Russen, Polen en joden, speelt dit integrale nationalisme niet of nauwelijks meer een rol. Het Oekraïense nationalisme heeft een andere vorm aangenomen tijdens de onafhankelijkheid en karakteriseert zich allereerst door de verwerping van het Russische of Sovjet-juk, waarvan de « holodomor », de grote hongersnood van 1933, de hoeksteen is. Maar het is ook een keuze van de samenleving sinds de revolutie van 2014, ongeacht of men Russisch of Oekraïens spreekt of tweetalig is.

 

Toen hij zijn offensief lanceerde, moet Poetin – geïsoleerd en los van de werkelijkheid – gedacht hebben dat het mogelijk zou zijn de regering van Kiev snel omver te werpen en deze te vervangen door een collaborerende pro-Russische regering, zoals de Sovjets hadden gedaan in Boedapest (1956), in Praag (1968) en in Afghanistan (1979). Het idee was Oekraïne weer stevig aan Rusland te koppelen, zodat zij geen wapenopslagplaats meer kon zijn – een « platsdarm » in het Russisch – voor het Westen. Met de annexatie van de Krim en nu de vorming van twee pro-Russische republieken, Donetsk en Lugansk, staat de Oekraïense soevereiniteit sinds 2014 onder zware Russische druk. De annexatie van Oost- en Zuid-Oekraïne is misschien een optie, een terugkeer naar een verdeling van Oekraïne tussen Kiev en Lviv. Maar ik denk dat men in ieder geval geen of niet te veel waarde moet hechten aan geopolitieke overduidelijkheden. Ja, de Donbass is een industriële regio; ja, de annexatie van de Krim geeft macht over de rest van de kust; ja, Oekraïne is een grote graanschuur. Maar Rusland heeft voldoende hulpbronnen om zichzelf een oorlog te besparen die iedere dag kapitalen kost. Bij de vroegere politieke sovjet-agent Poetin tellen echter het « Russische idee » en de obsessie inzake de neergang van Rusland veel zwaarder, evenals de politieke cultuur van de belegerde vesting en het anti-westerse denken. En inmiddels, oog in oog met de heldenmoed van de Oekraïense tegenstand, is er nu de woede van de autocraat die de verkeerde weg is ingeslagen. Met een angstaanjagende vastberadenheid worden nu Oekraïners die hij als verraders beschouwt gestraft en hun steden en dorpen platgebombardeerd, ongeacht het aantal doden dat daarbij valt. Dat is wat hij ook in Tsjetsjenië en in Aleppo in Syrië heeft gedaan: puur terrorisme! Om zijn positie nu ook in Rusland zelf te handhaven, heeft hij zich ook binnenlands ontpopt als een nietsontziende dictator en geboren leugenaar.

Je mag terecht groot respect hebben voor Zelensky, hoe hij communiceert, de eenheid van Oekraïners versterkt en de vrijheid verdedigt, maar hij is in dit land, waar heel veel corruptie is (Europa zou wel wat meer controle mogen uitoefenen over de Europese miljarden die Oekraïne krijgt), geen heilige, want ook zijn naam is opgedoken in de zogeheten Pandora Papers (2021). Het Oekraïense journalistieke onderzoeksbureau Slidstvo Info verwijt hem dat hij zich met zijn directe omgeving zich schuldig heeft gemaakt aan geheime en illegale commerciële activiteiten. Hij zou hebben deelgenomen aan de koop van « drie appartementen in het centrum van de Britse hoofdstad (…) voor de som van ongeveer 7,5 miljoen dollar » via offshore maatschappijen van Kvartal 95: een wijdvertakt netwerk van in het buitenland ondergebrachte ondernemingen om duistere zaken te verbergen.

Het Westen levert wapens aan het Oekraïense verzet, maar durft uit angst voor nucleaire consequenties van Russische zijde geen no-fly zone boven Oekraïne in te stellen, want dat maakt het Westen/de NAVO tot erkende en te bestrijden vijanden. Maar wat te doen als Poetin verder gaat met het veranderen van Oekraïne in één grote onleefbare ruïne en daarbij mogelijkerwijs, om verder verzet te breken, gebruik gaat maken van één of meer tactische kernbommen of chemische oorlogsvoering?

 

Tot slot nog een paar opmerkingen.

Het Westen, en met name Europa, heeft de afgelopen jaren wat betreft Rusland weinig geleerd. Zo is de Russische invasie in Georgië, met alle gevolgen van dien, ons volledig voorbijgegaan en heeft Europa zich in meer of mindere mate afhankelijk gemaakt van Russische energie. Het Rusland van Poetin moeten we overigens niet verwarren met het Russische volk dat wij, als Poetin eens van het toneel verdwenen is, voor zover en zoveel mogelijk weer bij de ontwikkeling van Europa moeten betrekken, ook om Rusland uit de armen van Xi Jinping te halen.

Wat nu van het grootste belang is, is een verdere integratie van Europa, met onder meer een meer efficiënte beslissingsstructuur, een sterke gemeenschappelijke defensie en een gemeenschappelijke buitenlandpolitiek. Ik reken daarbij minder op de Verenigde Staten, die zich – zeker als de Republikeinen weer aan de macht komen – van de wederzijdse verplichtingen binnen de NAVO-landen (waarschijnlijk) niets zullen aantrekken en zich mogelijkerwijs zelfs uit de NAVO terugtrekken. Ik wijs erop dat het terugtrekken al begonnen is tijdens Obama, die wat betreft de terreur in Syrië zei: inzet van Assad en bondgenoten (ook Rusland) bij chemische oorlogsvoering is voor mij de rode lijn. Welnu, in Syrië werd chemische oorlogsvoering toegepast en Obama deed of zijn neus bloedde. Bovendien zijn de Amerikaanse belangen beslist niet identiek aan die van Europa, en dat wordt vaak vergeten.

De Verenigde Staten hebben naar mijn mening op korte termijn wellicht ook geen haast om vrede in Oekraïne te bewerkstelligen, want zeker in vergelijking met Europa blijft het gespaard van de ergste gevolgen van deze oorlog. Er wordt nu volop verdiend aan wapenverkoop en aan het verkopen van leisteenbrandstof aan Europa voor vier tot vijf keer de prijs van fossiele brandstof uit Rusland.

Het Rusland van Poetin is nu terecht onze grote vijand, maar dat moet ons niet blind maken voor de Verenigde Staten met hun atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, hun platbombarderen met een rijkelijk gebruik van napalm (= chemische oorlogsvoering) van Vietnam, de onder drogredenen en volkomen in strijd met de Verenigde Naties gevoerde oorlog tegen Irak, die rond de 500.000 dodelijke slachtoffers heeft gekost, de bombardementen op Belgrado, etc. met steun van zekere NAVO-bondgenoten…

Mijn conclusie: al onze inspanningen moeten gericht zijn/worden op een sterk en onafhankelijk Europa op alle terreinen, desnoods in twee fasen met een voorhoede.

 

Geschreven in maart 2022