Civis Mundi Digitaal #121
Oekraïne: aanvullende opmerkingen
Deel 1 Inleiding: Oekraïne als complex geheel in relatie met Rusland
Hans Kuijper
Er gaat tegenwoordig geen dag voorbij of wij worden getrakteerd op beelden van de tragedie in Oekraïne als gevolg van de Russische inval in het land. Wat mij opvalt is dat de van hogerhand gesanctioneerde beeldvorming en berichtgeving hieromtrent weinig genuanceerd zijn: de goede mensen bevinden zich uiteraard aan deze en de slechte mensen aan de andere kant van de scheidslijn. Corruptie, machtsmisbruik en manipulatie van de media hebben alleen in Rusland plaats. Het zij mij derhalve vergund enkele opmerkingen te maken.
Noot van de redactie
In dit artikel worden de oorlog en de achtergronden daarvan van diverse kanten op een soms tegendraadse wijze bekeken, die ingaat tegen gevestigde meerderheidsmeningen.
Het artikel is wegens de lengte door de redactie in vier delen opgesplitst.
Deel 1 gaat over Oekraïne als complex land in relatie met Rusland.
Deel 2 over geopolitieke visies en modellen met hun manco’s. De oorlog en de relatie tussen Oekraïne, Rusland en het Westen dient in geopolitiek verband te worden gezien.
Deel 3 gaat over vrijheid en democratie, individualisme en populisme, verschijnselen die veel te maken hebben met de Oekraïense kwestie.
Deel 4 gaat over zelfbeschikking en staatsvorming, de zaak waar het om draait bij de Oekraïne. Diverse staatsvormen passeren de revue om tenslotte terug te komen op de Oekraïense kwestie, die ingewikkelder is dan de media vaak doen voorkomen.
Oekraïne is een complex en dynamisch systeem.
1) Land
In de eerste plaats is Oekraïne een relatief uitgestrekt geologisch en, geografisch gediversifieerd, nauwkeurig begrensd en militair verdedigd land, met bergen, (zij)rivieren, hoog- en laagvlakten, moerassen, een flora, een fauna, en een klimaat. Het grenst aan Rusland, Wit-Rusland, Polen, Slowakije, Hongarije, Roemenië en Moldavië. Verder in het zuiden aan de Zwarte Zee en in het zuidoosten aan de Zee van Azov.[i]
Bij de invasie van Oekraïne maakte het Russische militaire opperbevel een kapitale blunder door geen rekening te houden met de verraderlijke, uitgestrekte Pripjatmoerassen in het zuiden van Wit-Rusland en het noordwesten van Oekraïne tot in de buurt van Kievn diein het voorjaar ontdooien. Hierdoor liepen de Russische tanks vast in de modder, raakte de bemanning gefrustreerd[ii] en werden hun voertuigen lame ducks voor anti-tanks wapens van Oekraïense soldaten. Als het ware door een Hollandse waterlinie werd Kiev (voorlopig?) gered.
2) Bevolking
In de tweede plaats heeft Oekraïne een bevolking, met een door geboorte, sterfte en migratie veranderende demografische structuur. De leden van deze bevolking zijn individuen, d.w.z. zij hebben niet alleen een lichaam, dat uit verschillende subsystemen bestaat, waarvan de structuur, organisatie en fysiologische functies kunnen worden gemeten,[iii] maar ook een geest, die ondefinieerbaar en dus onpeilbaar is. Hoewel de geest (mind) niet zonder lichaam (matter) kan functioneren, is hij hiertoe niet herleidbaar.[iv] Inwoners van Oekraïne zijn dus met elkaar verbonden en geen los van elkaar staande individuen. Behalve enkelwezen is ieder mens een gemeenschapswezen. Daarom zal een derde dimensie moeten worden toegevoegd om Oekraïne te zien als een systeem, dat holistisch moet worden benaderd om aan alle samenstellende onderdelen recht te doen.
3) Organisatie
Zoals de inwoners van elk land, treden ook die van Oekraïne op verschillende wijzen met elkaar in verbinding. We kunnen spreken van het taalkundige, letterkundige, sociale, educatieve, psychologische, economische, financiële, religieuze, politieke, juridische respectievelijk politionele systeem van het land.
Wie “systeem” zegt bedoelt ordening, organisatie of samenstelling. Het gaat steeds om verschillende dingen die zijn geordend of georganiseerd tot een geheel. Deze ordening, die onmiskenbaar een eigen identiteit heeft, kan natuurlijk of kunstmatig zijn. Een organisme is een natuurlijke ordening, een vliegtuig is een kunstmatige ordening en een bedrijf of een land is een combinatie van natuurlijke en kunstmatige ordeningen, een mengeling van twee soorten ordening.
De genoemde systemen, die in velerlei subsystemen kunnen worden onderverdeeld, vormen de elementen van een supersysteem dat uit natuurlijke en culturele onderdelen bestaat. De Oekraïense cultuur of beschaving draagt een eigen signatuur en kan worden omschreven als de afspiegeling of uitdrukking van de in wezen onbegrijpelijke Oekraïense geest.
Oekraïners zijn de jure misschien wel, maar de facto zeker niet aan elkaar gelijk. Ook in hun land heerst hiërarchie; er zijn bazen en knechten, bovengeschikten en ondergeschikten, leiders en volgers. Dit biedt geenszins garantie voor evenwicht en harmonie. Integendeel, de kans op onenigheid of ongeregeldheden is er groot. Ook in Oekraïne is het geen pais en vree. Er leven mensen die elkaar bewust negeren en met de nek aankijken. Mede door roddel en achterklap wordt er oorlog gezaaid, waaraan – jong of oud – zowel mannen als vrouwen schuldig zijn.
Ook Oekraïne is doortrokken van allerlei spanningen, die soms tot uitbarsting komen. Staats-, bestuurs-, strafrecht en burgerlijk/civiel recht, die min of meer uitgekristalliseerd en al dan niet gecodificeerd zij, dienen om de orde in het land te handhaven of te herstellen. De genoemde rechtsgebieden grenzen aan of overlappen het politieke, politionele, economische, financiële, sociale, educatieve, psychologische, religieuze, taalkundige of literaire domein — terreinen die onderwerp van min of meer uitgebreide, in het binnen- of buitenland verrichte studies zijn.
Het kan niet voldoende worden benadrukt dat de inwoners van een land (dus ook die van Oekraïne) niet rechtlijnig maar nonlineair met elkaar zijn verbonden, zodat het land niet alleen – zoals een horloge – ingewikkeld is, maar ook – zoals een organisme – complex. Elke poging om de inzichten van de statistische mechanica[v] op een maatschappij toe te passen is hierdoor tot mislukken gedoemd, omdat in zo’n gemeenschap de geest van verschillende mensen een belangrijke, misschien zelfs de doorslaggevende rol speelt. Om enkele voorbeelden te noemen: Viktor Joesjtsjenko, Viktor Janoekovytsj, Petro Porosjenko of Volodymyr Zelensky maken meer uit dan men oppervlakkig zou denken.
Mensen zijn geen robots.[vi] Een robot is door mensen in elkaar gezet en moet in werking worden gesteld. De mens, daarentegen, is een twee-eenheid, een combinatie van matter en mind. De mens heeft een karakter, een robot niet. Een mens is niet op het elektriciteitsnet aangesloten of hij loopt niet op batterijen, een robot wel.
Aangezien land, bevolking en organisatie van de bevolking elkaar wederzijds beïnvloeden, hebben wij met een soort driehoek te maken. De lengte van de zijden van deze driehoek varieert per land. Zo valt over de geografiche situatie van bv. Amerika meer te vertellen dan over die van een land in de Sahara. Er ontbreekt echter nog een vierde dimensie: de tijd, de geschiedenis.
4) Geschiedenis
Oekraïne is geen statische of stilstaande eenheid. Het land heeft een lange, soms roerige geschiedenis, waardoor land, bevolking en haar organisatie een dynamiek vertonen. De driehoek wordt zo een veelvlak met vier vlakken in de vorm van een driehoek. Gaat het om bv. China, dan zal de oppervlakte van het vierde vlak goter zijn dan die van een land in Europa (wellicht met uitzondering van Griekenland). Een regelmatig viervlak (d.w.z. een viervlak bestaande uit gelijkzijdige driehoeken) staat model voor de beschrijving van elk land, ongeacht zijn grootte of ligging. Een tetraëder, waarvan de zijden om mnemotechnische redenen blauw, geel, rood of groen gekleurd zijn, zou dus kunnen dienen om de complexiteit en dynamiek van een land in vier clusters van onderwerpen uit te leggen.[vii]
Geschiedenis van Oekraïne
Volgens de oudste geschiedschrijving zou in Novgorod en wijde omstreken een Vikinghoofdman met de naam Rurik hebben geheerst. Deze stond aan de wieg van het Kievse rijk, voorloper van het huidige Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland. In 822 maakte zijn zoon Oleg het strategisch gelegen Kiev tot zijn hoofdstad. Deze Oleg wordt beschouwd als de stichter van Rus, ook wel Kievse Rus genoemd.[viii] In 988 omarmde de grootvorst van Kiev en heerser van het Kievse rijk, Vladimir de Heilige (956-1015), het christelijke geloof en vestigde dit als staatsgodsdienst “na het jodendom en de islam bestudeerd en verworpen te hebben”.[ix]
Dit christelijke geloof zou na het Grote Schisma van 1054 (waarover onder theologen en historici veel te doen is geweest) bekend worden als de Oosters-Orthodoxe Kerk, een stroming binnen het christendom die zichzelf beschouwt als directe voortzetting van de “ene, heilige, katholieke en apostolische” kerk. De Griekse aanduiding “orthodox” betekent letterlijk ”rechtgelovig” of “het ware geloof behoudend”.
In de 11de en 12de eeuw bereikte het Kievse rijk zijn hoogtepunt. Het was één van de belangrijkste beschavingsgebieden in de toenmalige wereld, met een rijke literatuur en prachtige architectuur. Met de dood van grootvorst Vladimir II (1053-1125) raakte het Kievse rijk echter in verval, mede als gevolg van de verzwakking van Byzantium, dat met lede ogen moest aanzien hoe zijn handel t.g.v. de eerste kruistochten overging in handen van de Venetianen, waardoor voor de handel tussen oost en west de omweg via Kiev en Novgorod (letterlijk: nieuwe stad) niet meer nodig was.
Opkomst van Moskou
Het verval van Kiev deed vele mensen besluiten om weg te trekken. Sommigen van hen trokken naar het gebied tussen de bovenloop van de Wolga en haar zijrivier, de Oka, zeg maar het gebied rond Moskou. Deze streek, die buiten het gezichtsveld van de grootvorst van Kiev lag (“achter de grote wouden”, zoals men toen zei), kon zich betrekkelijk ongestoord ontwikkelen, waardoor Moskou in de volgende eeuwen de hoofdrol van Kiev overnam en het gebied in en rond Moskou de bakermat van het toekomstige Russische rijk werd. Na de val van Constantinopel, in 1453, zou de stad Moskou uitgroeien tot het “Derde Rome” (na Rome zelf en Constantinopel).[x]
Duivelspact?
In dit verband dient te worden opgemerkt dat de ongelovige Vladimir (wereldveroveraar) Poetin een verbond sloot met de patriarch van de Oosters-Orthodoxe Kerk, waardoor de Russische inval in Oekraïne ook een religieuze dimensie heeft gekregen. Poetin zou gemakkelijk opdracht hebben kunnen geven de druk bezochte Vladimirkathedraal in het centrum van Kiev met raketten te bestoken. Hij heeft dit echter – betekenisvol! – niet gedaan, wat doet denken aan het vermeende duivelspact tussen Hitler en paus Pius XII.
Het kan natuurlijk niet de bedoeling zijn in deze brief de ganse geschiedenis van Oekraïne en Rusland te beschrijven. Deze is op het Internet te vinden, waar ook naar de omvangrijke literatuur wordt verwezen.[xi] Duidelijk is in ieder geval wel, dat de geschiedenis van Rusland en die van OekraÏne op vele manieren nauw met elkaar zijn verweven.
Vervlochten systemen
Beide landen zijn complexe, dynamische systemen van geologische, geografische, demografische, politieke, juridische, politionele, economische, financiële, taalkundige, literaire, sociale, educatieve, psychologische, religieuze en artistieke subsystemen. Deze staan als constituerende onderdelen niet alleen voortdurend in relatie tot elkaar maar ook tot hun geheel, gelijk de organen, die alle tezamen het functioneren van het lichaam bepalen. Net als bv. de zintuigen, zijn economische systemen ongelooflijk complex van aard.
Wereldsysteem
De continu evoluerende Rusland-Oekraïne nexus is bovendien ingebed in een hypercomplex wereldsysteem, waarvan de koers, voor zover ik weet, niemand bekend is.[xii] Het is al moeilijk genoeg om wetenschappelijk thuis te zijn in één land (een samengesteld, complex en dynamisch systeem per excellence), laat staan in meer dan één land.
Hoe zou één geleerde, die alle relevante disciplines beheerst, een steekhoudend oordeel over slechts een van beide landen kunnen vellen? Hoe zou – om een sprekend gezegde uit Iran te gebruiken – een enkele mier het patroon van het gehele tapijt kunnen zien? In mijn onlangs bij Springer verschenen boek, Comprehending the Complexity of Countries: The Way Ahead, treft de lezer een antwoord aan op deze hoogst actuele vraag (https://link.springer.com/book/10.1007/978-981-16-4709-3). Intussen verdringen de Rusland- en Oekraïne-deskundigen zich voor de microfoon of camera, ieder met een eigen mening, maar geen van hen met een wetenschappelijk gefundeerde visie.
Deel 2 Geopolitieke visies en modellen met hun manco’s
Met twee maten meten
Op 22 oktober 1962 trad de Cubacrisis in volle openbaarheid toen president John F. Kennedy een felle rede hield, waarin hij de ontmanteling eiste van alle Sovjet-raketbases op Cuba en een blokkade aankondigde op alle militaire goederen naar het eiland. De Amerikaanse blokkade besloeg een gebied van ongeveer 80 kilometer op internationale wateren, waarmee een boog rond Cuba werd gevormd. De staat van paraatheid van het Amerikaanse leger werd verhoogd tot het hooste niveau, waardoor een onmiddellijk militair ingrijpen mogelijk werd.
Twee dagen later werd de blokkade van kracht. De wereld hield zijn adem in, vooral toen duidelijk werd dat Sovjetschepen met kernkoppen aan boord de quarantainezone al dicht waren genaderd. Achter de schermen had druk overleg plaats. Op 27 oktober kwam het, zoals tientallen jaren later duidelijk werd, bijna tot een kernoorlog. De volgende dag bleek een keerpunt in de crisis, toen Radio-Moskou bekendmaakte dat de Sovjet-Unie gevolg zou geven aan de verlangens van de Verenigde Staten. President Kennedy had geëist dat de Sovjet-Unie niet in de Amerikaanse invloedssfeer zou treden, en Nikita Chroesjtsjov, die – met de Amerikaanse atoombommen op Japan in gedachten – begreep dat met een dreiging uit Washington niet viel te spotten, haalde gelukkig ogenschijnlijk bakzeil. Pas later werd bekend dat de VS atoomwapens uit Turkije terugtrok als toegezegde tegenprestatie.
De rollen zijn nu omgekeerd. Met de inzet van geavanceerde atoomwapens dreigend, eist Vladimir Poetin dat de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (lees: de Verenigde Staten) niet in de Rusische invloedssfeer treedt. Amerika gaat echter sluipenderwijs door met het verschuiven van NAVO’s oostgrens in oostelijke richting, met als voorwendsel dat elk volk recht heeft op zelfbeschikking (zie onder). Zweden en Finland staan op het punt tot het NAVO-bondgenootschap toe te treden, tot verdere irritatie van Rusland. Het Amerikaanse Congres is overtuigd van de superioriteit van de democratie (zie onder) en kan of wil niet inzien dat er een toenemend aantal publicaties bestaat waarin op deze regeringsvorm ernstige kritiek wordt geleverd.
Eindeloos debat
Na de Koude Oorlog (de periode van gewapende vrede tussen de communistische en de kapitalistische wereld in de tweede helft van de 20ste eeuw)[xiii] presenteerden verschillende Amerikaanse politicologen scenario’s met betrekking tot de geopolitieke onwikkelingen in de wereld.
• Samuel Huntington (1927-2008), hoogleraar aan de Harvard University, verwierf brede bekendheid door een artikel in het gezaghebbende tijdschrift Foreign Affairs (72:3 [1939], blz.22-49) onder de titel "The Clash of Civilizations?” Wat toen nog een vraag was zou hij later met stelligheid beweren in zijn boek The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order (Simon & Schuster, 1996). Het boek, dat volgens Huntington de drijfveren van de internationale politiek analyseert, werd een wereldwijde best-seller. In de woorden van Zbigniew Brzeziński, die het voorwoord op een nieuwe uitgave schreef: “The book has earned a place on the shelf of only about a dozen or so truly enduring works that provide the quintessential insights necessary for a broad understanding of world affairs in our time”.
Huntington, bij wie Fareed Zakaria (bekend om zijn wekelijkse talkshow op CNN) afstudeerde, legt uit dat botsingen tussen verschillende civilisaties de grootste bedreiging van een wereldvrede vormen en waarom internationale orde de beste garantie tegen oorlog is. De aanvallen in Amerika op 9/11 en de oorlogen in Irak en Afghanistan zouden dit hebben aangetoond.
Ideologische verschillen tussen landen zouden plaats hebben gemaakt voor verschillen tussen civilisaties. In The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order wordt uitgelegd hoe de bevolkingsexplosie in islamitische landen en de economische groei in Oost-Azië de wereldpolitiek hebben veranderd. Deze ontwikkelingen betekenen een uitdaging van de overheersing door het Westen en verscherpen de conflicten tussen civilisaties. Huntington zegt wat er moet veranderen in de strategie van het Westen om haar unieke cultuur te bewaren en benadrukt de noodzaak van “co-existence in a multipolar and multicivilizational world”.
Wat Huntington echter onderschatte was het blijven bestaan van ideologische verschillen tussen landen. Rusland en China verschillen niet alleen qua civilisatie maar ook ideologisch van Amerika. Verder komt op termijn de werkelijke dreiging niet uit het Midden -, maar uit het Verre Oosten (beter gezegd en in Amerikaans perspectief: uit het verre Westen).
Bovendien, bij “wereldorde” kan beter worden gedacht aan een verenigde in plaats van een verdeelde wereld. De noodzaak benadrukken van “co-existence in a multipolar and multicivilizational world” impliceert het genoegen nemen met of aanvaarden van een verdeelde in plaats van een verenigde wereld. Het betekent de acceptatie van een wereld verdeeld in machtsblokken, en allerminst “the Remaking of World Order”.
“Remaking”, alsof de mens ooit in staat is geweest op wereldschaal orde te scheppen! Huntington lijkt te hebben geaarzeld tussen twee opties: “the remaking of the world order” en “the making of world order”. De keuze van de titel van zijn boek schept dan ook verwarring. Voor een vergelijking tussen de visie van Huntington en Bernard Lewis (1916-2018), ga naar https://doi.org/10.7312/qure12666-004.
Strijdende Staten
In dit verband, had een an analyse van bv. de Chinese “periode van de stijdende staten” (zhànguó Shídài) leerzaam kunnen zijn. In de Dàxué, een van de boeken die door de Song-neoconfucianisten werden geselecteerd omdat zij de kwintessens van de confucianistische canon bevatten, staan de behartigenswaardige woorden:
”De ouden, die de staat wilden ordenen, brachten eerst in hun families orde op zaken. Hiertoe cultiveerden zij eerst hun eigen persoon. Hiertoe weer trachtten zij eerst in hun hart zuiver en oprecht te zijn. Van de Zoon des Hemels tot de massa der bevolking, iedereen moet ervan doordrongen zijn dat zuiverheid en oprechtheid van het hart de gronslag vormen waarop alle staatszaken berusten. Wanneer de wortel wordt verwaarloosd, kan men niet verwachten dat het goed gaat met wat eruit voortkomt.”
Dat Poetin niet zuiver en oprecht is, wil ik graag geloven, maar hoe zit het met de zuiverheid en oprechtheid van het hart van die andere regeringsleiders en hun slippendragers? Ik herhaal het nog maar eens: “politics” betekent ”poly tricks”. Politici zijn per definitie niet te vertrouwen. Kiezers die dit wel doen, zullen bedrogen uitkomen en op de blaren moeten zitten. Net als in de handel, van ruilen komt huilen.
Valkuil
Orde in de wereld of “vrede op aarde” betekent per definitie onverdeeldheid, geen botsingen tussen beschavingen. Huntington heeft het begrip civilisatie onvoldoende analyseerd en nooit uitgelegd waarom de Amerikaanse/Westerse civilisatie uniek en superieur is. “Civilisatie” verwijst naar iets anders dan “beschaving”. Dit niet in te zien is een typisch Amerikaanse eigenschap. In de valkuil de twee begrippen als onderling inwisselbaar te beschouwen was overigens Joseph Needham, befaamd om zijn publicatie van Science and Civilisation in China (CUP, 1954 e.v.), reeds gevallen. Derk Bodde, hoogleraar aan de universiteit van Pennsylvania, heeft hem hierover tevergeefs op de vingers getikt.
• Francis Fukuyama (1952), student van Huntington, is vooral bekend geworden om zijn boek The End of History and the last Man (Free Press, 1992). Hierin verdedigt hij de stelling dat het einde van de geschiedenis was bereikt en de liberale democratie had gewonnen. We zijn, om zo te zeggen, ideologisch uitgepraat. De motor achter de geschiedenis van de mensheid is volgens Fukuyama niet cultureel verschil, maar voortgang van het moderniseringsproces, waarvan de liberale democratie en de markteconomie uitdrukking zijn.
Niet alleen onder geleerden is een storm van protest tegen het boek gerezen. In State-Building: Governance and World Order in the 21st Century (Cornell University Press, 2004) en The Origins Of Political Order: From Prehuman Times To The French Revolution (Farrar, Straus en Giroux, 2012) benadrukte Fukuyama nogmaals dat de liberale, constitutionele of representatieve democratie de best denkbare regeringsvorm is.
Ontwikkelingen na de publicatie van The End of History and the last Man hebben echter aangetoond dat de liberale democratie en de vrije markt steeds meer onder vuur zijn komen te liggen en dat de ideologische discussie allerminst teneinde is. Hoewel het falen van centraal geleide economieën aanzienlijk en onmiskenbaar is, mogen de gebreken van een vrije ruilverkeersmaatschappij niet worden gebagatelliseerd. Immers, hoe zou de wereld eruitzien, wanneer geen belasting werd geheven, geen noodzakelijke openbare voorzieningen werden getroffen en van overheidswege geen paal en perk werd gesteld aan het liegen en bedriegen van ondernemers, die enkel uit zijn op winstmaximalisatie of vergroting van hun marktaandeel en uw persoonlijk welbevinden geen mallemoer kan schelen![xiv] Bovendien is modernisering een uiterst complex verschijnsel, waarover het laatste woord nog moet worden gezegd.[xv]
• John Mearsheimer (1947) behoort onder Amerikaanse politicologen die gespecialiseerd zijn internationale betrekkingen tot de “realistische school”. Deze richting pretendeert in een traditie te staan die teruggaat tot Thucydides (460 - 400 v.Chr.), Niccolò Machiavelli (1469-1527) en Thomas Hobbes (1588-1679). Moderne realisten kunnen in vier generaties worden ingedeeld:
a) de realisten in het interbellum en tijdens de Tweede Wereldoorlog (o.a. Reinhold Niebuhr en Edward Carr),
b) de realisten na de Tweede Wereldoorlog en in het begin van de Koude-Oorlog periode (o.a. Hans Morgenthau, George Kennan en Raymond Aron),
c) de realisten in de tijd van de détente (o.a. Kenneth Waltz, Stephan Krasner en Rober Gilpin) en
d) de realisten na de Koude Oorlog, o.a. Steven Walt, Randall Schweller, Charles Glaser en bovenal John Mearsheimer. Het boek van laatstgenoemde, The tragedy of Great Power Politics (W. W. Norton & Company, 2014), bracht grote opschudding teweeg. Robert Kaplan, zelf een autoriteit op gebied van de international berekkingen en geopolitiek, noemde het werk in The Atlantic, een Amerikaans literair-cultureel tijdschrift, "a signal triumph".[xvi]
Mearsheimer biedt een beeld van de internationale situatie vanuit structureel realistische (neorealistische) optiek. Hiermee baseert hij zich op de nieuwste inzichten van de natuurwetenschappers, die structureel realisme beschouwen als de best verdedigbare vorm van wetenschappelijk realisme, dat een reactie is op het logisch positivisme.[xvii] In tegenstelling tot Hans Morgenthau, stelt Mearsheimer dat de structuur van het internationale systeem wel moet leiden tot conflicten, die in een oorlog worden uitgevochten. Morele overwegingen of het karakter van een leider spelen daarbij geen rol.
Anders dan Kenneth Waltz, stelt Mearsheimer verder dat landen zoveel mogelijk macht proberen te veroveren. Alles draait om macht en niet om het handhaven van machtsevenwicht; vandaar dat Mearsheimer de “moderne Machiavelli” wordt genoemd.
“Macht” is echter een wezenlijk betwist begrip. Het brengt eindeloze discussies met zich mee over het juiste gebruik en de juiste interpretatie ervan en het wordt door Mearsheimer niet duidelijk omschreven. Het is evenmin duidelijk wat hij precies onder “international system” verstaat.
Wereldmodellen
Er zijn verschillende methoden bedacht om het internationale systeem of mondiale ontwikkelingen in kaart te brengen. Deze modellen worden met een acroniem aangeduid. Kortheidhalve noem ik er zeven:
• FUGI (Future of Global Interdependence)
Dit model werd in Japan ontworpen en gebouwd in reactie op WORLD2 en WORLD3, modellen die als onbevredigend werden beschouwd. WORLD2, het eerste “doomsday” computermodel, was gebaseerd op de systeemdynamica van Jay Forrester (1918-2016). De rapporten van de roemruchte, in 1968 opgerichte Club of Rome, waarvan niemand minder dan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix erelid is, gaan nog steeds uit van de destijds revolutionaire ideeèn van Forrester.[xviii] Tijdens een symposium dat door de IIASA (International Institute for Applied Systems Analysis) werd georganiseerd, verscheen in 1977 het eerste gedocumenteerde verslag van FUGI.
• GLOBUS (Generating Long-term Options by Using Simulation)
Het ontwerpen van dit model begon in 1979 en is uniek, omdat het politieke processen probeert te simuleren. Het werk eraan liep vertraging op omdat de nodige software ontbrak. In 1983 werd de bouw van het model hervat, maar drie jaar later verschoof de nadruk naar het analysren van scenario’s, dus naar studie van wat zou kunnen gebeuren. GLOBUS werd ontworpen en gebouwd onder leiding van Karl Deutsch (1912-1992), een Tsjechische systeemwetenschapper van het eerste uur, en Stuart Bremer, auteur van Simulated Worlds: A Computer Model of National Decision-Making (Princeton University Press, 2016). Het project werd in juni 1988 officieel beëindigd.
• SARUM(Systems Analysis Research Unit Model)
Dit model heeft veel invloed gehad doordat een aantal modelbouwers hiermee is begonnen. Hoewel het primair een economisch model is, kan het ook worden gebruikt om milieuproblemen in kaart te brengen. Onder leiding van Peter Roberts kreeg het model grote bekendheid.
• SIM/GDP (System of Integrated Models/Global Development Processes)
Dit zeer gedetailleerde model is ontworpen door de Academie van Wetenschappen van de Soviet-Unie en werd gebruikt door de Staatsplanningscommissie (GOSPLAN), die verantwoordelijk was voor het opstellen van de vijfjarenplannen. Op basis van de implementatie van deze plannen is in de loop der jaren een aantal verfijningen van het model aangebracht. Afgezien van enkele verspreide artikelen in het Engels, ontbreken een integrale vertaling van en toelichting op het model
• WIM (Word Integrated Model)
Dit is het oudste, geïntegreerde en nog in gebruik zijnde model. Er werd, met steun van de Volkswagen Stiftung, in 1972 aan begonnen. De Servisch-Amerikaans wiskundige, computerwetenschapper en systeemtheoreticus Mihajlo Mesarovic, hoogleraar aan de Case Western Reserve University, in Cleveland (Ohio), en Eduard Pestel, van de Technische Universiteit in Hannover, waren de initiatiefnemers. In 1974 werd het model met enige fanfare in Wahington D. C. Onthuld. Twee jaar later publiceerden Mesarovic en Pestel het boek Mankind at the turning Point dat de discussie over het lot van de mensheid sterk heeft gestimuleerd.
• WIOM (Word Input-Output Model)
Hieraan werd, onder leiding van de naar het Westen uitgeweken Russische economist Wassily Leontief (1906-1999), die was verbonden aan de Brandeis Universiteit, in Massachusetts, begonnen in een poging de wereld te zien als een enorme input-output matrix. In 1973 ontving Leontief hiervoor de Nobelprijs voor Economie. Zijn project werd ondersteund door de Verenigde Naties, die zochten naar een methode om de economische ontwikkeling van de Derde Wereld op gang te brengen. Deze hoop kreeg gestalte in een boek dat in 1999 verscheen onder de titel The Future of the Global Economy: Towards a Long Boom?
Input-outputanalyse is een rekenmethode om lineair veronderstelde verbanden tussen o.m. productie, werkgelegenheid, invoer, energieverbruik en milieuverontreiniging te beschrijven. In de input-output analyse worden lineaire verbanden tussen productie en intermediair verbruik verondersteld. Professor Jan Tinbergen (1903-1994), oorspronkelijk een natuurkundige en met de Noor Ragnar Frisch (1895-1973) grondlegger van de econometrie (de wetenschap van het economisch modelleren, waarbij een beroep wordt gedaan op technieken uit de wiskunde en de statistiek), was een groot bewonderaar van Leontief.
• IAM (Integrated Assessment Model)
Dit model wordt gebruikt door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), de onder de Verenigde Naties vallende organisatie die verantwoordelijk is voor het beoordelen van klimaatverandering gerelateerde wetenschappelijke vorderingen (https://www.ipcc.ch). IPCC tracht, ten behoeve van beleidsmakers, verbanden te leggen tussen de maatschappij en economie enerzijds en de bio- en atmosfeer anderzijds. Doel is kwantificering en integratie van economische, infrastructurele, agrarische, financiële, sociale, psychologische, educatieve, medische, technologische, politieke en juridische processen, met het oog op veranderingen van het klimaat. De methode van het IPCC is interdisciplinaire en internationale samenwerking. Deze werkwijze komt dicht in de buurt van de methode die ik in mijn boek bepleit. De belangrijkste verschillen zijn:
1) het IPCC is uitsluitend op wijzigingen in het klimaat gericht en
2) Het IPCC let hierbij vooral op klimaatveranderingen op wereldschaal.
Het IPCC doet geen voorspellingen maar schetst enkel scenario’s.
Gebreken
Ofschoon al deze modellen[xix] terecht uitgaan van het bestaan van een wereldsysteemen van de vaak veronachtzaamde interdependentie van de constituerende delen ervan, gaan zij mank aan drie euvels:
a) Er wordt onvoldoende rekening gehouden met nationale/lokale omstandigheden. Wat zich op wereldschaal afspeelt is alleen maar de context waarbinnen of de achtergrond waartegen nationale of zelfs plaatselijke ontwikkelingen kunnen worden begrepen. Het nationale of lokale is immers niets anders dan de concrete situatie van de meer abstracte global state of affairs.
b) De verbanden tussen verschijselen zijn doorgaans niet-lineair, waardoor het buitengewoon moeilijk zo niet onmogelijk wordt voorspellingen te doen en hierop gebaseerde maatregelen te nemen. Het IPCC lijkt zich hiervan bewust te zijn, hoewel waarschijnlijkheden vaak als zekerheden worden gepresenteerd.
c) Er wordt onvoldoende rekening gehouden met het feit dat mensen onberekenbare wezens zijn. De modellen zijn overwegend natuurkundig van karakter en gericht op de buitenwereld , maar de mens heeft – neem ik aan – een geest , d.w.z. een innerlijk, dat wezenlijk onpeilbaar is en niet kan worden gemeten en hierdoor niet kan worden be-grepen of gecomputeriseerd.
Modelbouwers lijken te geloven dat de mens (een twee-eenheid van lichaam en geest) tot een computer is te herleiden. Het kan niet genoeg worden benadrukt dat civilisatie (ontwikkeling op het gebied van wetenschap en techniek) niet hetzelfde is als beschaving of cultuur (manifestatie van de menselijke geest).
Hoewel wetenschappelijke kennis een van de vele manifestaties van de menselijke geest is, is meten nog geen weten en berekenen nog geen beseffen. We zijn in staat om de baan van een hemellichaam nauwkeurig te bepalen en vervolgens een ruimtevaartuig te lanceren en op Mars te laten landen om daar metingen te verrichten , maar de menselijke geest, die in staat is om een dergelijke prestatie te leveren, is (en blijft vermoedelijk) een mysterie. Zelfs een grassprietje kunnen techneuten niet maken. Ik heb nog geen robot gezien die een traan kan laten, verliefd kan worden of een kus kan geven. Een ontmoeting met een robot lijkt mij onmogelijk.
Kortom, wetenschappers komen er achter en dat de wereld een hypercomplex (dus meer dan buitengewoon ingewikkeld), dynamisch (dus niet-lineair veranderend) systeem van systemen is dat
a) uit verschillende, met elkaar verbonden lagen bestaat en
b) zowel de world outside als de world inside impliceert.[xx] Ook Oekraïners en Russen zijn mensen, die “both a part of nature and apart from it” zijn.
Deel 3 Kritische noties bij vrijheid en democratie, individualisme en populisme
Vrijheid
Wie kent niet het vrijheidsbeeld in de haven van New York! Het staat symbool voor de kernwaarde van de Verenigde Staten. In het Amerikaanse Congress (Senaat en Huis van Afgevaardigden) verschillen republikeinen en democraten op vele punten van elkaar, maar over één ding zijn beide partijen het grondig eens: vrijheid dient te allen tijde te worden verdedigd. Talloos zijn de soldaten die voor de vrijheid hebben gestreden of zijn gesneuveld. Nog talrijker zijn degenen die het liberalisme in woord en geschrift verdedigen.
Het liberalisme is een politiek-maatschappelijke stroming, die (a) in de Verlichting (18e eeuw) is ontstaan, (b) waarin vrijheid van het individu centraal staat en (c) waartegen de Romantiek zich in Europa verzette. Er is ontzettend veel over vrijheid en liberalisme geschreven.[xxi] Opvallend is dat liberalisten geen duidelijke en eensluidende definitie van vrijheid geven, waardoor verwarring ontstaat.
Onenigheid
Er heerst grote onenigheid over de vraag wat vrijheid precies is en hoe deze zich verhoudt tot wet, rechtvaardigheid en gelijkheid. Zijn mensen vrij wanneer zij zich aan wetten of regels dienen te houden? Is vrijheid hetzelfde als doen en laten wat men wil (of in staat zijn om iets [niet] te doen), of gebiedt de rechtvaardigheid zich te onthouden van anderen leed berokkenen of schade toebrengen?[xxii] Kan er vrijheid (liberté) zonder gelijkheid (égalité) of broederschap (fraternité) bestaan?
Vrijheid en individualisme
De vrijheid van het individu heeft veel te maken met individualisme, een opvatting volgens welke de mens naar het evenbeeld van God is geschapen en de rechten van het individu boven het belang van de gemeenschap worden geplaatst.[xxiii] De kern van het individualisme is dat enkel individuen rechten hebben. Individualisme is dus tegengesteld aan collectivisme. Alleen al het woord collectivisme zal menig politieke denker in Amerika op stang jagen. Het komt niet bij zo iemand op om zich te verdiepen in de betekenis en historische achtergrond van het woord collectivisme.
In het Westen slaat de ideologische weegschaal door naar Amerika. Zo is de VVD (de volkspartij voor vrijheid en democratie) de grootste politieke partij in Nederland. Lid zijn van de VVD brengt echter verplichtingen met zich mee en deze laten zich moeilijk verenigen met het begrip vrijheid. Met deze inherente contradictie wordt een VVDer liever niet geconfronteeerd.
Bij individualisme staat het recht op zelfbeschikking (zie onder) centraal. Elk individu, zo wordt in het Westen vaak gezegd, heeft het recht om zijn leven zelf in te vullen zoals hij dat wenst, zonder dat anderen zich met hem bemoeien en hem zeggen of zelfs opdringen hoe hij zijn leven zou moeten inrichten.
Wie echter vindt dat ieder mens tweeërlei is (niet alleen een enkelwezen maar ook een gemeenschapswezen), zal die mening bestrijden en betogen, dat individualisme/liberalisme snel tot vereenzaming en wederzijdse onverschilligheid leidt (“ieder voor zich en God voor ons allen”). Hij zal benadukken dat ook dat de gemeenschap haar eigen en te respecteren karakter heeft. De gemeenschap is volgens socialisten meer dan de simpele optelsom of aggregatie van individuen. De enkeling, vinden zij, is onlosmakelijk verbonden met zijn/haar “Umwelt” en “Mitwelt”. Niemand is of leeft op een eiland.
Niemand kan serieus volhouden dat hij in hart en nieren een liberaal is. Zonder ouders wordt niemand geboren. Ademhalen is alleen mogelijk wanneer de natuurlijke omgeving daartoe geschikt is.[xxiv] Baby´s worden door ouders, dus door andere mensen, gewiegd en geknuffeld; een kind groeit op omdat anderen zich er mee “bemoeien”. Wanneer zoon of dochter in het huwelijk treedt, laat de partner iemand anders toe tot zijn/haar pivéleven, d.w.z. de partner staat toe dat een ander zich om zijn/haar doen en laten bekommert en er invloed op uitoefent (als een van de huwelijkspartners dit niet doet, gaat het huwelijk onherroepelijk op de klippen). Wanneer een liberaal op vakantie gaat, dan is hij afhankelijk van faciliteiten die door anderen zijn gecreëerd of worden geboden. Kiest hij voor een gepaalde luchtvaartmaatschappij, dan zal hij de regels op het gebied van de burgerluchtvaart in acht dienen te nemen en zich in bv. de cabine van het vliegtuig moeten gedragen. Wanneer hij ernstig ziek wordt, levert hij zich over aan een dokter/chirurg en verplegend personeel. Wie in bepaalde landen links rijdt wanneer rechts rijden verplicht is, loopt de kans te worden bekeurd, daar hij zijn eigen leven en dat van andere weggebruikers in gevaar brengt. Wanneer hij oud en hulpbehoevend wordt, staan anderen klaar om de ingebeelde liberaal werk uit handen te nemen en het leven draaglijk(er) te maken; en wanneer hij is overleden, zullen anderen hem begraven of cremeren.
Wie denkt alles alleen af te kunnen, nooit hulp van anderen nodig te hebben en onder alle omstandigheden zijn eigen zin te kunnen doen of te moeten doordrijven, heeft het mis. Iemand die consequent liberaal wil zijn is in feite een aso; zo iemand beseft niet dat een mens niet meer enkel zichzelf is, wanneer hij/zij wezenlijk en volkomen zichzelf is. “No man is an island entire of itself; every man is a piece of the continent, a part of the main”, dichtte John Donne (1572-1631).
Misvatting
Een wijdverspreide misvatting is, dat een individu zelf het best kan beslissen wat goed voor hem/haar is. Wie enigszins vertrouwd is met het opvoeden van jonge kinderen, zal hierom lachen, want hoe kan een kind zelf beslissen wat goed voor hem is? Wat het kind bijvoorbeeld moet eten, hoe laat het naar bed moet, welke kleren het draagt en wanneer en voor hoelang het naar school moet. ”Bitter in de mond maakt het hart gezond”, zo luidt een bekend gezegde. Volgens dokters blijken dit allerminst loze woorden.
Wat moet er van kinderen terechtkomen, wanneer hun niets in de weg wordt gelegd en zij in alles hun zin krijgen? Opvoeding druist in tegen de grondbeginselen van het liberalisme. De beslissing zou, volgens liberalen, aan volwassenen zijn voorbehouden, maar hoeveel mensen zijn werkelijk geestelijk volwassen? Wat is volwassenheid eigenlijk en wanneer wordt deze bereikt? Ik ken grote mensen die zich als zeurende en drammende kinderen gedragen, zowel in als buiten het parlementsgebouw. “Sunt pueri pueri, pueri puerilia tractant” (kinderen zijn kinderen en kinderen doen nu eenmaal kinderlijke dingen).
Confucius over de gemeenschap
Confucius (551-479 v.Chr.) was de eerste die inzag dat een gemeenschap (community) niet de optelsom van individuen is. Moderne systeemwetenschappers en organisatiedeskundigen beamen dit volmondig. Een gemeenschap is een ordening of organisatie van verschillende individuen, een geheel bestaande uit constituerende delen, die zonder die gemeenschap niet kunnen functioneren.
Amerikanen die zweren bij de rechten van het individu verwaarlozen het belang van de gemeenschap en zijn dus kortzichtig. Socialisten moeten in hun ogen worden bestreden.
Socialisten, daarentegen verwaarlozen het belang van een individu en zouden iets van de liberalen kunnen leren. Een geheel zonder delen is geen geheel en een deel is altijd een deel van een geheel. In plaats van ten strijde te trekken en er onmiddelijk op los te slaan, zouden liberalen en socialisten elkaar de hand moeten (en ook kunnen) reiken, want overwinnen aan de ene kant betekent verliezen (en wrok) aan de andere kant. Wie werkelijk vrede wil, debatteert niet en probeert niet gelijk te krijgen. Hij treedt in een dialoog en houdt met beide partijen rekening, en dus ook met de zwakkere. Dit brengt mij op de theorie en de parktijk van de democratie.
Democratie
Er zijn talloze boeken en tijdschriftartikelen geschreven over de rechtstreekse dan wel representatieve democratie. Het laatste mij bekende belangrijke boek is het monumentale werk van Jeffrey Alexander, The Civil Sphere (OUP, 2006). De “civil society” is volgens hem geen bestaande realiteit en al helemaal niet een realiteit die hoe dan ook moet worden verdedigd. De “civil society” is volgens Alexander een project, dat inspireert tot en hoop geeft op een democratisch leven.[xxv]
Niemand kan mij precies voorrekenen hoe groot de kans van slagen is wanneer ik zou stemmen voor een fundamentele verandering in het regeringsbeleid, aangenomen dat het mogelijk is om een dergelijk stem uit te brengen. Volgens mij is deze kans vergelijkbaar met de kans dat ik de jackpot win in de Staatsloterij. Aangezien de misleidende reclame voor dit soort loterijen nooit vertelt hoe groot mijn kans op een geldprijs is (dus niet: of ik zo’n prijs win) wanneer ik een lot koop, neem ik nooit deel aan een loterij. De lezer zal dus ook begrijpen waarom ik niet stem; ik wens niet het slachtoffer te worden van wat ik beschouw als pure volksverlakkerij.
Vele denkers hebben in de loop der eeuwen kritische kanttekeningen geplaatst bij de democratisch vorm van regeren, hetgeen niet wil zeggen dat zij allen voorstanders zijn van autocratie of dictatuur, waarin één persoon het voor het zeggen heeft.
Gezag
In The Nature and Limits of Authority (Unversity Press of Kansas, 1986) legt Richard De George haarfijn uit dat gezag (autoriteit) in elke maatschappij een rol speelt: ouderlijk, feodaal, politiek, wettig, moreel, charismatisch, persoonlijlk, natuurlijk, formeel, epistemisch, operatief, beroepsmatig, religieus of militair gezag. Gezag is moeilijk te rijmen met gelijkheid. Gezagsverhoudingen in welke vorm dan ook moeten Hegel voor ogen hebben gestaan toen hij in het vierde hoofdstuk van Phenomenologie des Geistes over de relatie tussen Herrschaft en Knechtschaft schreef. Problemen ontstaan wanneer gezag wordt misbruikt en macht een rol gaat spelen. Legitiem gezag wordt enerzijds begrensd door anarchie (wetteloosheid) en anderzijds door autoritarisme (misbruik van gezag).[xxvi]
Fopspeen
Naar mijn gechargeerde en tegendraadse mening is democratie slechts een ‘fopspeen’ in handen van een stel geprivilegieerde, doorgaans rijke mensen (the high and the mighty)[xxvii] die er hoe dan ook op uit zijn hun bevoorrechte positie te behouden. Ik ken niemand die ooit openlijk heeft gezegd: “Ik ben omhoog gevallen. Ik ben totaal ongeschik voor de functie die ik bekleed. Mij komt deze bevoorrechte positie niet toe”. Hoge functionarissen hebben vaak een enorm ego en voelen zich gauw gekwetst. Vaak geldt hoe hoger op de ladder, des te groter het ego. Hoge heren schermen zich af en zijn voor gewone mensen vaak onbereikbaar. Voor het plebs is de patriciër niet echt toegankelijk. “Democratie”? — ik geloof er niet in.
Volgens Pierre-Joseph Proudhon (1809-1865) is democratie “la tyrannie la plus exécrable de toutes, car elle a pour base le nombre" (de meest afschuwelijke tyrannie, want zij is op het aantal gebaseerd). Hij had gelijk. Stemmen worden niet gewogen maar geteld. De stem van de eerste de beste pummel of van iemand met een verstandelijke beperking telt evenzeer als de stem van degene die kritisch heeft leren denken en zijn verstand gebruikt. De massa is een blind veelkoppig monster, altijd bereid om de algemeen heersende mening uit te kramen, doch nimmer in staat om een beginsel te verdedigen of zichzelf te regeren.[xxviii] De menigte gedraagt zich vaak als een kudde schapen, die door een afgerichte hond nu eens de ene kant dan weer de andere kant wordt opgedreven.
Na zijn bezoek aan Amerika kwam Alexis de Tocqueville (1805-1859), een tijdgenoot van Proudhon, in een gruchtmakende en nog steeds actuele studie, De la démocratie en Amérique (1835, 1840), tot eenzelfde soort conclusie.
Democratie is volgens Anatole France (1844-1924) “l’incompétence et l’incohehérence" (de onbevoegdheid en het gebrek aan samenhang). In mei 1922, werd het gehele oeuvre van France, die een jaar eerder de Nobelprijs voor Literatuur had gekregen, op de Index Librorum Prohibitorum (verboden-boeken index) geplaatst. Rooms-katholieke excuses voor deze schanddaad zijn er nooit gekomen, maar de paus mag wel dogma’s blijven verkondigen waarvoor geen enkel bewijs is te vinden.
Poetin en Hitler
Ik bestrijd geenszins dat Poetin bezig is tot het niveau van een Hitler af te dalen (of – gelet op zijn achteruitgaande fysieke en geestelijke gesteldheid – af te glijden). Wat ik alleen probeer te doen is tegen de stroom op te zwemmen, tegen de algemeen heersende mening van de niet-kritische goegemeente in te gaan en te vragen om historisch begrip voor (niet: rechtvaardiging van) de verschrikkelijke daden die Poetin in Oekraïene laat plegen. Wie mij dit recht wil ontzeggen, is zelf geen democraat.
De velen (en hierom gaat het toch in een democratie) kunnen de velen niet regeren. Ze kunnen niet zonder een leider, die zich altijd manifesteert) en de velen regeert (er is altijd wel iemand die “hup” zegt, wanneer een zwaar voowerp moet worden opgetild. Sociaal psychologen laten dit zo duidelijk zien dat haast van een natuurwet kan woden gesproken.
Volgens de Romeinse geschiedschrijver Tacitus (56-120) heeft het publiek geen beginsel of gefundeerd oordeel. Geef het brood en spelen (“panem et circenses”) en het stemvee is tevreden, vond hij. Wie niet goed weet wat met “spelen” wordt bedoeld, raad ik aan eens naar de Europacup voor landskampioenen te gaan, een concert van André Rieux bij te wonen of een avondje naar de televisie te kijken, waar allerlei stupide spelletjes worden gespeeld. Let vooral op het hysterische publiek!
Gevraagd naar zijn keuze tussen een tiran en democratie, zou Voltaire (1694-1778), een van de wegbereiders van de Franse Revolutie en advocaat van de vrijheid van meningsuiting, hebben geantwoord: “Il vaut mieux être mangé par un lion que par mille rats” (men kan beter door een leeuw dan door duizend ratten worden opgegeten).
Populisme
Democratie mag niet worden verward met populisme. “Democratie” betekent letterlijk “macht van het volk” of “volksheerschappij”. Het woord stamt van de Griekse combinatie δῆμος (volk) en κρατειν (heersen). Het Latijnse woord voor δῆμος is “populus” en republiekeinen verdedigen de “zaak/zaken van het volk/publiek” (res publica).
Democratie, een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening, staat tegenover autocratie, een regeringsvorm waarbij ongelimiteerde macht wordt uitgeoefend door één persoon. Een keizer of monarch bijvoorbeeld, kan zijn macht ontlenen aan het erven van deze titel, maar deze wordt pas autocraat, in plaats van vorst, genoemd, wanneer zijn macht groter is dan die waarop hij historisch of wettelijk gezien recht zou hebben. Dictaturen, waarin één leider (en zijn familie) het voor het zeggen heeft, worden vaak als autocratieën aangeduid, zij het dat “dictatuur” een iets zwaardere term is.
De aristocratie of oligarchie lijkt enigszins op een autocratie, maar in die regeringsvormen wordt de macht door meerderen, zij het door een gering aantal mensen uitgeoefend. De term aristocratie wordt ook gebruikt ter aanduiding van personen die de macht hebben of het gezag uitoefenen. Men spreekt dan van adel of regenten. Het woord adel lijkt veel op “edel”, maar iemand van adel (door erfenis) behoeft nog niet edel (van karakter) te zijn. Integendeel, lieden van adelijke afkomst (in rang oplopend van jonkheer, ridder, baron, burggraaf, graaf, markies en hertog naar prins) hebben in de loop van de geschiedenis hun persoonlijke belangen hardnekkig verdedigd, hun gezag in talloze omstandigheden misbruikt en vaak lekker de beest uitgehangen.[xxix]
Nogmaals Confucius
Het is de unieke en onsterfelijke verdienste van Confucius (551-479 v.Chr.) geweest de oorspronkelijk adelijke aanduiding “edelman” (junzi) een morele lading te geven: de betekenis van “junzi” werd hiermee “edele man” (let op spatie). Wij zien dit terug in de dubbele betekenis van “heer”. Lang niet alle “weledelzeergeleerde” of “weledelgestrenge heren” (hoogwaardigheidbekleders) zijn ook heren, die zich waardig gedragen en waard zijn een toga of tabbaard te dragen.
Populisme versus democratie
In de meeste autocratieën is er sprake van systematische onderdrukking van andersdenkenden. Een dergelijke dictatuur wordt meestal geassocieerd met misstanden, zoals zelfverrijking door de dictator. Omdat er geen enkele controle op de dictator bestaat, is de mogelijkheid van machtsmisbruik aanwezig.
In democratieën ligt de macht, althans in theorie, bij de gekozen volksvertegenwoordiging. Het is echter zeer de vraag of/in hoeverre er werkelijk sprake is van vertegenwoordiging van het volk. In de praktijk komt het bovendien voor dat democratische instellingen niet onafhankelijk zijn of in macht worden overschaduwd door niet-gekozen instellingen. Daar komt bij dat ministeries vaak over meer expertise beschikken dan een parlement. Er bestaan derhalve overgangsvormen van daadwerkelijke democratie tot absolute dictatuur. In sommige gevallen kan een dictator op democratische wijze aan de macht gekomen zijn. Eenmaal aan de macht bv. schakelde Adolf Hitler de democratische instituties geleidelijk aan uit.
Populisme versus multiculturalisme
Er is een belangrijk verschil tussen democratie en populisme. De centrale tegenstelling in het populisme is die tussen het volk en de elite, een bovenklasse die is geboren en opgegroeid in een sfeer van bestuurlijke, maatschappelijke of culturele verdiensten (oud geld).[xxx] De populist kiest de kant van het volk. Onder “volk” verstaan populisten in de eerste plaats het eigen volk, waarbij aan andere volken en hun culturen slechts een tweederangs status wordt toegekend.
Populisten zijn dan ook uitgesproken en verklaard tegenstanders van multiculturalisme, het standpunt volgens welke er gelijkwaardigheid bestaat van verschillende culturele, etnische of godsdienstige gemeenschappen binnen een land.[xxxi] Populisten krijgen in dit verband al gauw het odium van racisme opgedrukt. Typisch populistisch taalgebruik in Nederland is bijvoorbeeld: "de hardwerkende Nederlander", "het eigen volk", "Henk en Ingrid", "nepkabinet", "nepparlement", "tsunami van asielzoekers”, "asielprofiteurs", "islamisering" en “graaiers”.
Pim Fortuyn was een onvervalste populist, die veel volgelingen had. Zijn aanhangers en die van Geert Wilders, Thierry Baudet en Marine Le Pen zijn, evenals de sympathisanten van Vlaams Belang en de horden meelopers van Donald Trump populisten, die niet verder kijken dan hun neus lang is. Kortzichtige mensen dus die de belangen van het eigen volk voorop stellen en zich verheven voelen boven andere volken. Ook mensen met een ondoordachte ideologie, want hoe verhouden Hollanders, Vlamingen, Fransen en Amerikanen zich ten opzichte van elkaar? Wie is superieur aan wie en waarom? En waarom zou het verdeelde (!) Westen superieur zijn aan het Oosten? Net als links- en rechtsliberalen of links-en rechtssocialisten, zijn er ook links- en rechtspopulisten.[xxxii]
De democratie faalt, wanneer geen of onvoldoende rekening wordt gehouden met de minderheid van een bevolking.
Alexis de Tocqueville, de theoretische en visionaire grondlegger van het moderne liberalisme, heeft hierop al in de 19e eeuw gewezen. Het populisme schiet tekort, omdat niet of onvoldoende met de belangen van groepen met een andere cultuur (vreemdelingen) binnen de grenzen van een land rekening wordt gehouden. Populisten moeten een afdoende verklaring geven waarom hun cultuur superieur aan elke andere zou zijn. Of/in hoeverre in Oekraïne van falende democratie of van populisme/racisme sprake is zou nader moeten worden onderzocht.
Populisme versus nationalisme
Populisme mag niet worden verward met nationalisme.[xxxiii] In theorie kan er sprake zijn van nationalisme zonder populisme, en populisme (roepen om het belang van eigen volk) is per definitie niet hetzelfde als het nationale belang benadrukken. In de praktijk echter neigen populisten ertoe te geloven in blind patriottisme (vaderlandsliefde) — de eigen natie doet niets verkeerds en is superieur aan alle andere naties. Door het eigen gelijk te benadrukken en niet open te staan voor andere gedachten of culturen, vraagt men a.h.w. om oorlog. Populisme is in wezen fanatiek en krijgszuchtig.
Deel 4 Zelfbeschikking, staatsvormen en de Oekraïense kwestie
In een klemmend betoog, getiteld “Why is Ukraine the West’s Fault?, legt John Mearsheimer (zie boven) uit, waarom de Russische inval in Oekraïne door het Westen is uitgelokt en waarom Poetin wel degelijk een punt heeft.[xxxiv] Het gebruikelijke argument hiertegen is, dat de keuze van de Oekraïense bevolking voor zelfbeschikking dient te worden gerespecteerd.
Vastgesteld moet worden dat het zelfbeschikkingsrecht een dubbelzinnig en dus onduidelijk beginsel is, afgezien van de niet onbelangrijke feiten dat
a) een deel van de “Oekraïense bevolking” met de Russen sympathiseert (separatisten) en, in een goed werkende democratie, ook met hun belangen rekening dient te worden gehouden,[xxxv] en
b) met die argumentatie de door Poetin zo gevreesde niet aflatende Westerse Drang nach Osten impliciet word erkend.
Zelfbeschikkingsrecht noemt men het recht van elke natie of deel van een natie over haar eigen lot te beschikken, een eigen staat te vormen of zich bij een bepaalde staat al dan niet aan te sluiten. In actieve zin betekent “zelfbeschikkingsrecht” het recht van secessie, d.w.z. het recht om zich van een staat af te scheiden en vervolgens al dan niet bij een andere staat of groep van staten aansluiting te zoeken. Zelfbeschikkingsrecht in passieve zin houdt in de noodzaak om voor gebiedsoverdracht eerst toestemming van de geregeerden te verkrijgen.
Immanuel Kant
Zelfbeschikking wortelt in de idee van vrijheid (zie boven). Volgens Immanuel Kant (1724-1804) is de mens vrij en tot moreel handelen in staat, wanneer hem geen externe beperkingen worden opgelegd. Fichte (1762-1814) paste dit idee toe op een gemeenschap. Tijdens de Franse Revolutie en onder Napoleon III werd een aantal theorieën met betrekking tot het zelfbeschikkingsrecht gehuldigd, maar deze werden pas na het optreden van president Wilson gestimuleerd. Op grond van zijn beroemde “14 punten”, bedoeld als blauwdruk voor het vredesverdrag van Versailles (officiële ondertekening op 28 juni 1919), werden staten opgebroken en gebiedsdelen bij andere staten ingedeeld. Borders (natuurlijke grenzen) werden frontiers (niet-natuurlijke grenzen).
Chinese frustratie
De Chinese frustratie als gevolg van dit vredesgedrag explodeerde in 1919 tijdens de “4 Mei-beweging”, waarbij het van oorspong Europees-Russische communisme onder brede lagen van de Chinese bevolking ingang vond.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het zelfbeschikkingsrecht gebruikt als gangmaker van het dekolonisatieproces.[xxxvi] De stoot hiertoe was door Lenin (1870-1924) in zijn boek Imperialisme: het hoogste stadium van kapitalisme (1916) gegeven.
Met deze kennis in huis zou men zich kunnen afvragen hoe het in de jaren ’50 tot een breuk tussen de Volksrepubliek China en de Soviet-Unie kon komen en waarom Vladimir Poetin en Xi Jinping tegenwoordig dikke maatjes zijn geworden .
Onduidelijkheid
Het is opvallend dat het volkenrecht geen precieze regels bevat over de vraag wie het zelfbeschikkingsrecht kan uitoefenen en op welke wijze dit zou moeten gebeuren. Deze vaagheid maakt het beginsel bijzonder geschikt om er politieke oogmerken mee te verdedigen. Oekraïne is het jongste voorbeeld.
De zelfbeschikkingsdoctrine neemt aan dat een individu of een groep individuen (land) in staat is om in vrijheid te leven. Deze leer adresseert echter niet de bronnen van innerlijke dwang. Het zelf, dat vaak in twijfel verkeert (“Zwei Seelen wohnen, ach, in meiner Brust”), maar het recht tot zelfbeschikking uitoefent, blijft zelfs geheel buiten beeld. Voor zover valt op te maken uit hun geschriften, waren Wilson noch Lenin zich hiervan bewust. Beiden erkenden het recht tot zelfbeschikking op ethnisch-linguïstische grondslag, doch deinsden als president van Amerika respectievelijk leider van de Sovjet-Unie terug om het beginsel consequent door te voeren. Deze ambiguïteit heeft het streven naar zelfbeschikking van meet af aan parten gespeeld.[xxxvii]
De centrale regering in (rooms-katholiek) Spanje zingt mee in het koor tegen de Russische inval in Oekraïne, maar weigert de Cataloniërs het recht tot zelfbeschikking. Boris Johnson, de journalist met bewust ongekamd haar die het tot premier van het Verenigd Koninkrijk heeft weten te schoppen, heeft de mond vol over het zelfbeschikkingsrecht van de Oekraïners en is bereid om hun hiertoe steeds zwaardere wapens te verschaffen (met de boodschap: zoek het verder zelf maar uit), maar weigert de Ieren en de Schotten over hun eigen lot te laten beschikken. Hoe hypocriet wil de lezer het hebben?
Van unitaire naar autonome staat
Misschien wordt het bovenstaande duidelijk, wanneer naar de reeks lopende van eenheidsstaat naar onafhankelijke, zelfstandige of autonome staat wordt gekeken. “Staat” is het centrale begrip in de geschiedenis van de politieke filosofie (zie noot xxxiii). Wat een staat precies is, wanneer/waar hij is ontstaan, hoe hij is of zou moeten worden georganiseerd en hoe hij functioneert of zou moeten functioneren zijn onderwerpen waarover vele discussies mogelijk zijn. Een staat, zou men kunnen zeggen, is een vorm van associatie tusssen mensen die in een aantal opzichten verschilt van andere sociale groeperingen. Zij beoogt orde en veiligheid door middel van het maken, uitvaardigen en afdwingen van wetten die gelden voor het grondgebied waar zij het hoogste gezag (soevereiniteit) uitoefent. Over soevereiniteit zijn bibliotheken volgeschreven.
Een eenheidsstaat, unitaire staat of keizerrijk is een staat waarin alleen de centrale overheid de politieke macht uitoefent. Deze machtsuitoefening kan op verschillende manieren en in verschillende maten worden gedelegeerd. Er is dan sprake van decentralisatie. De lagere organen blijven echter te allen tijde verantwoording schuldig aan, en zijn dus ondergeschikt tegenover de centrale regering. Frankrijk en Italië zijn voorbeelden van respectievelijk een gecentraliseerde en een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Het eerste geldt ook voor de de Volksrepubliek China; het laatste ook voor Nederland. De Habsburgse monarchie of het Habsburgse rijk was een typisch voorbeeld van een eenheidsstaat.
Een federatie, daarentegen, is een tweeheidsstaat. De federale regering en de regionale regeringen hebben zich beide gecommitteerd aan een gecodificeerde grondwet die geen ondergeschiktheid van de een tegenover de ander erkent of toestaat en niet eenzijdig kan worden gewijzigd. Het gezag is m.a.w. verspreid over onafhankelijke doch interacterende centra. Rivaliteit èn samenwerking kenmerken de relaties tussen federale en regionale regering. Een federatie is een convenant, een overeenkomst die op basis van wederzijds vertrouwen tot stand is gekomen en in stand wordt gehouden.
Een confederatie of statenbond, is een alliantie/liga tussen onafhankelijke landen die overeenkomen bepaalde zaken gemeenschappelijk te regelen. Zij blijkt in de praktijk fragiel en weinig effectief te zijn. In een confederatie heeft elke partner een eigen grondwet en het recht om de gekwalificeerde unie te verlaten. De Europese Unie, zo hoopvol met de presentatie van het Schuman Plan op 9
mei 1950 begonnen, is het voorbeeld van een confederatie op weg naar een federatie. Niemand weet hoe lang dit nog zal duren. De discussie tussen Euro-nationalisten en Euro-federalisten gaat onverminderd door en over de oorzaken en gevolgen van de Brexit is men nog lang niet
uitgepraat. Zwitserland, Duitsland en de Verenigde Staten zijn landen die een confederale fase in hun geschiedenis hebben. Een federatie, daarentegen, is een bondsstaat. Voor een federatie is vereist dat de federale regering een besluit kan nemen ten aanzien van ten minste één taak, dus zonder hierover eerst te moeten overleggen met een of meer dan een regionale regering. Als zij daartoe niet in staat is, dan is de organisatie hooguit een confederatie.
Een onafhankelijke staat is betrekkelijk autonoom en zelfstandig, want zij onderhoudt allerlei en aan elkaar gerelateerde betrekkingen met het buitenland. Absolute autonomie van een land is net zo ondenkbaar als volledige vrijheid van een individu.[xxxviii]
Annexatie
Annexatie of inlijving (de incorporatie van een gebied in het territorium van een ander land) is het omgekeerde van zelfbeschikking. Het woord heeft een nare bijklank omdat het wordt gebruikt voor de vijandelijke overname door een grotere of machtigere staat van een (deel van een) buurstaat. Annexatie kan echter ook een logisch gevolg zijn van wederzijds gemaakte afspraken, zoals bij de aansluiting van een gemeente bij een grotere gemeente. Het hoeft dus geen negatief mechanisme te zijn. Toch zien de inwoners van de opgeheven gemeente dit vaak als bedreiging.
De Krim
De Krim is door Rusland in 2014 geannexeerd. Het schiereiland vormde al in de klassieke oudheid een betwist gebied. Vanaf de 15e eeuw was het Kanaat van de Krim de facto een vazalstaat van het Ottomaanse Rijk, een machtige speler op het Europese toneel, mede doordat vanuit de Krim plundertochten tot aan Moskou werden georganiseerd. In de 18e eeuw werd de Krim door Rusland ingelijfd, maar als gevolg van de afloop van de Krimoorlog (1853-1856), tussen Rusland en Turkije, waarbij Oostenrijk, Frankrijk en Engeland een bedenkelijke rol speelden, moest Rusland zich neerleggen bij demilitarisering van de Zwarte Zee en verzwakking van zijn internationale positie.[xxxix]
President Joe Biden spreekt nu openlijk over “regime change” In Moskou, d.w.z. over gedwongen en gewelddadige vervanging van de centrale regering van Rusland. Hoewel zo’n vervanging het gevolg van een binnenlandse opstand kan zijn, mag het niemand verbazen dat Biden’s uitspraak in Moskou wordt opgevat als het zoveelste bewijs dat Washington kwade bedoelingen heeft, waartegen de Russen zich teweer moeten stellen. “Zie je wel”, zullen Poetin en zijn trawanten ongetwijfeld den volke kond doen en benadrukken, “Amerika beweert vrede te willen, maar stevent doelbewust af op annexatie van Moedertje Rusland”.
Een geschiedenis die zich herhaalt
Ik kan mij voorstellen dat de Indianen, die zich goed herinnerend hoe de blanke man hen met grof geweld van hun heilige jachtgebieden beroofde, nu zeggen: "L’histoire se répète". Met de Bijbel in de ene en revolver of geweer in de andere hand is de blanke man echter hardleers. Hij volhardt in het najagen van illusies. Napoleon trachtte het Russische leger te verslaan, maar faalde deerlijk ten koste van honderdduizenden soldaten die naamloos omkwamen. Volgens Westerse geschiedenisboekjes kwam dit door de bittere winterkou, maar dit lijkt mij niet de ware oorzaak.[xl] Hoewel Hitler itler het treurige lot van de megalomane Napoleon[xli] en zijn “Grande Armée” bekend moet zijn geweest, probeerde der Führer het nog eens, maar Stalingrad (niet: Normandië) was zijn ondergang.[xlii]
Talloze mensen in Aziatische, Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse landen hebben schoon genoeg van het opdringerige, decadente en zelfgenoegzame Westen, dat doordendert zonder te luisteren naar de tegenstander en acht te slaan op wat op de muur staat geschreven: məne’ məne’ təqel ûfarsîn.
Dringend verzoek
Zou men mij verwijten enkel een rookgordijn te willen opwerpen, alleen op te roepen tot historische bezinning of geen oog te hebben voor het onbeschrijfelijke leed dat vele Oekraïners door Poetin wordt aangedaan, dan verzoek ik de lezer zich te realiseren dat ook ik diep geraakt ben door de afgrijselijke beelden die op de televisie worden getoond (maar vervolgens wel plaats maken voor een aflevering van “Heel Holland Bakt”, “Boer zoekt Vrouw”, ”Temptation Island” of “Flikken Maastricht”, voor reclame van de Vriendenloterij of voor een spannende RTL film “voor mannen”). De recente onwikkelingen en mogelijke gevolgen van een oorlog mogen echter niet worden verward met de diepere oorzaak en historische achtergrond ervan, zoals Westerse media voortduren lijken te doen.[xliii]
Een vermoeden
Ik heb een donkerbruin vermoeden dat de Oekraïners indertijd, bij het opgeven van hun kernwapenarsenaal, door de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk een kunstje is geflikt en dat oud secretaris-generaal van de NAVO, Jaap de Hoop Scheffer, donders goed wist dat Oekraïne werd gepiepeld, maar – zoals stiekem was afgesproken – de regering in Kiev dat niet vertelde: het land zou “in de toekomst” (sic) tot de NAVO worden toegelaten.
Nu Poetin de 9M30 Boerevestnik heeft onthuld (een nucleair-aangedreven kruisvluchtwapen dat een kernwapen kan transporteren en heel lang in de lucht kan blijven, waardoor het overal ter wereld zou kunnen toeslaan en daarbij luchtverdedigingssystemen zou kunnen ontwijken), is het Westen beducht om de arme Oekraïners te hulp te schieten door het instellen van een no-fly zone en de Russen eens flink een lesje te leren, met als voorwendsel (smoes) een rechtstreekse confrontatie met Rusland te willen vermijden.
Poetin wordt in alle toonaarden gedemoniseerd, maar de Europese Unie, die zich als toonbeeld van beschaving en goede intenties beschouwt, kan zijn olie en gas goed gebruiken. Auto’s, de heilige koeien onzer beschaving, kunnen nu eenmaal niet zonder brandstof en in de Amsterdamse zuidas gaat de handel met Rusland gewoon door. Verontwaardiging en verbolgenheid over de Russische inval in Oekraïne mogen niets kosten. “Pecunia non olet” (geld stinkt niet).
Diepere oorzaak, verleden, heden en toekomst
De wijze waarop wij het verleden zien, duiden of interpreteren maakt in hoge mate uit hoe wij waarvan het verloop door elke gebeurtenis of handeling mede wordt bepaald,[xliv] maakt in hoge mate uit hoe wij het heden begrijpen en de onkenbare toekomst tegemoet treden, dus hoe wij zullen handelen. Een volk dat aan geheugenverlies lijdt is ziek.
Nu wij in een “leescrisis” verkeren,[xlv] zal het niet eenvoudig zijn de diepere oorzaak van de oorlog in Oekraïne te achterhalen. Wie moeten en mogen wij op zijn/haar woord geloven? [xlvi]. Of moeten wij te raden gaan bij het legertje Nederlandse geleerden die zich“Oost-Europa expert” of “Rusland deskundige” noemen, Rob de Wijk,[xlvii] Hubert Smeets[xlviii] of Jaap de Hoop Scheffer ?
Of moeten wij Beatrice de Graaf (CU) geloven, de hoogleraar geschiedenis van de internationale betrekkingen in Utrecht die op de televisie “terrorisme deskundige”wordt genoemd? Of moet ons oordeel afhangen van de boude uitspraken van de Belgische hoogleraar Jonathan Holslag, die wordt aangekondigd– al naar gelang de actualiteit – als China -, Rusland – of Oost-Europa deskundige?
Of moeten wij bouwen op Pieter Waterdrinker, die ons vertelt hoe in Rusland de vork werkelijk aan de steel zit? Of ons verlaten op Derk Sauer?
Ons oor te luisteren leggen bij Michel Krielaars, de NRC Handelsblad journalist een boekje Oorlog met Rusland heeft gepubliceerd? Of moeten wij afgaan op de woorden van Arnon Grunberg ? Of zijn wij aangewezen op de wekelijkse “diepte-interviews” die Pieter Jan Hagens, Twan Huys of Maaike Schoon afneemt in het televisieprogramma Buitenhof, met als absoluut hoogtepunt de uitzending van 13 maart jongstleden? O Sancta simplicitas! Ik weet het werkelijk niet en ik zal ook niet doen alsof ik het weet.
De les van Laozi
Elk gespoken of geschreven woord is, zo leerde Laozi, een verwijzing naar iets of iemand en dus een beperking, want het woord dat verwijst laat oneindig veel andere dingen of personen onvermeld, zoals ook deze woorden. De keuze is dus altijd subjectief en hierdoor problematisch. Bovendien, het spreken of schrijven over muziek zal nimmer het luisteren naar muziek kunnen vervangen. Het spreken of schrijven over oorlog zal nooit het meemaken van een oorlog kunnen vervangen.
Historisch besef
Als historische kennis wordt verkregen door gebruik te maken van evidentie in het heden, op basis waarvan conclusies worden getrokken omtrent het verleden, dan rijst een groot aantal razend moeilijke problemen met betrekking tot (a) de werkelijkheid van het verleden, (b) kennis of mening en (c) uitleg (explanation) of begrip (understanding).[xlix]
Vladimir Poetin is momenteel bezig in Oekraïne op grote schaal dood en verderf te zaaien. Dit mag – ik herhaal en benadruk het – nooit worden vergeten en hem nimmer worden vergeven. Maar historisch besef en realistische geschiedschrijving ”sine ira et studio” (zonder toorn of ijver) zijn voor een echte democratie onontbeerlijk. Het is diep te betreuren dat onze kinderen thuis, op school of aan de universiteit dat besef niet wordt bijgebracht en dat zij worden blootgesteld aan selective verontwaardiging, verdraaiing van feiten en schaamteloze geschiedvervalsing.
Alzheimer
Een volk zonder geheugen is als iemand met de ziekte van Alzheimer. Zonder geheugen kan men geen lessen trekken uit het verleden. Zonder geheugen kan men geen plannen maken voor de toekomt, want hiervoor heb je denkbeelden nodig, die men niet kan hebben zonder terug te grijpen op het verleden, zonder historische aanknopingspunten. Hoe zou het streven naar Europese integratie kunnnen worden begrepen zonder zich te herinneren hoe en waarom de vijandschap tussen Duitsland en Frankrijk is ontstaan? Een boom die groeit heeft vele verborgen wortels. Zonder besef van de redenen waarom Europese landen onderling oorlogen hebben gevoerd wordt Europese samenwerking slechts een centenkwestie, waaraan de rekenmeesters in Brussel hun handen vol hebben.
Goede en slechte mensen
In The Coddling of the American Mind: How Good Intentions and Bad Ideas Are Setting Up a Generation for Failure (het vertroetelen van de Ameikaanse geest: hoe goede bedoelingen en slechte ideeën een generatie verpesten,Penguin, 2018, besproken in dit nummer), schrijven jurist Greg Lukianoff en sociaal-psycholoog Jonathan Haidt vele problemen op Amerikaanse universiteitscampussen toe aan o.m. het idee dat het leven een strijd is tussen goede en slechte mensen. De auteurs, die dit in strijd achten met zowel het inzicht van de moderne psychologie als de oude wijsheid in vele culturen, zijn van mening dat links en rechts gevangen zitten in “a game of mutual provocation and reciprocal outrage".[l]
Haidt, die een uitgave van John Stuart Mill’s essay On Liberty verzorgde, is thans bezig met het schrijven van een boek onder de voorlopige titel Life after Babel: Adapting to a world we can no longer share. Hierin beschrijft hij hoe mensen elkaar niet meer begrijpen en niet meer in dezelfde werkelijkheid leven, met als gevolg dat wij in grote culturele verwarring verkeren.[li]
Wij vernemen dagelijks over de verschrikkigen die in Oekraïne plaatshebben, maar kunnen er – nu de technische mogelijkheden om het publiek (aan beide zijden!) voor te liegen onbeperkt lijken – niet geheel zeker van zijn aan welke kant van de scheidslijn zich de goede en de slechte mensen bevinden. „Denn die einen sind im Dunkeln. Und die anderen sind im Licht. Und man siehet die im Lichte, Die im Dunkeln sieht man nicht.“ (Bertolt Brecht, Die Dreigroschenoper, 1968).
24 april 2022
[i] https://www.geografie.nl/artikel/ontstaan-van-de-oekraïense-grenzen en zie Martin Gilbert, Russian History Atlas (Weidenfeld & Nicolson, 1972, blz. 11- 14..
[ii] Iedere psychiater kan uitleggen hoe gruwelijke misdaden kunnen ontstaan uit frustratie.
[iii] Anatomen en fysiologen onderscheiden de volgende subsystemen van het uit cellen opgebouwde menselijk lichaam: het spier en skelet-, hart en vaat-, en zenuwstelsel, het ademhalings-, digestieve -, urinaire -, reproductieve -, endocriene -, integumentaire - en immuunsysteem. Al deze stelsels en systemen houden met elkaar verband en streven naar behoud van de homeostase, het proces waarbij organismen hun inwendig milieu in evenwicht houden, ondanks veranderingen in de omgeving waarin het organisme zich bevindt. Zie Lauralee Sherwood, Human Physiology: From Cells to system (Brooks/Cole, 2015) en Frank Netter, Atlas of Human Anatomy (Elsevier, 2018).
[iv] Deze uitspraak is niet onomstreden. Ga naar https://iep.utm.edu/theomind, http://consc.net/guide en https://philpapers.org/browse/philosophy-of-mind.
[v] De netwerkwetenschap, die thans een hoge vlucht neemt, stoelt op de statistische mechanica.
[vi] In een materialistisch ingesteld land als Amerika is men geneigd om mind te reduceren tot matter. Zie noot iv.
[vii] Regelmatige veelvlakken worden ook wel platonische lichamen genoemd, omdat ze voor het eerst door Plato (427 – 347 v.Chr.) werden beschreven. Het viervlak behoort met het regelmatige zesvlak (kubus), het regelmatige achtvlak, het regelmatige twaalfvlak en het regelmatige twintigvlak tot de vijf Platonische lichamen. Plato bracht de regelmatige veelvlakken in verband met de kosmische bouwstenen van de wereld. Voor meer informatie, ga naar https://plato.stanford.edu (zoek naar “Plato’s Timaeus”) en http://www.platonicsolids.info.
[viii] Zie Dimitri Obolensky, The Byzantine Commonwealth: Eastern Europe, 500- 1453 (Praeger, 1971), Simon Franklin en Jonathon Shepard, The Emergence of Rus, 750-1200 (Addison Wesley, 1996), Anne Reid, Borderland: A Journey Through the History of Ukraine (Basic Books, 2015), Anne Applebaum, Red famine: Stalins war on Ukraine (Doubleday, 2017), Taras Kuzio, Putin’s War Against Ukraine (CreateSpace, 2017), Paul D’Anieri, Ukraine and Russia: From Civilized Divorce to Uncivil War (CUP, 2019), Lawrence Freedman, Ukraine and the Art of Strategy (OUP, 2019), Serhy Yekalchyk, Ukraine: What Everyone Needs to Know (OUP, 2020) en Serhii Plokhy, The Gates of Europe: A History of Ukraine (Basic Books, 2021).
[ix] Richard Taruskin, On Russian Music (University of California Press, 2009, blz. 156).
[x] Zie Alar Laats, “The Concept of the Third Rome and its Political Implications” (online).
[xi] Voor de geschiedenis van Rusland, zie de driedelige Cambridge History of Russia (CUP. 2006). Wie zich snel wil oriënteren, zij verwezen naar Gilbert, o.c. De Engelse, Amerikaanse, Duitse, Franse en Russische literatuur over de Russische Revolutie en de Soviet-Unie is zeer omvangrijk en niet eensluidend. Het speciale, aan de huidige internationale betrekkingen van Rusland gewijde nummer van Journal of Global Initiatives (12:1, 2017) is onontbeertlijk. Ga ook naar de website van History of European Ideas en vul in: Ukraine. Zie noot viii.
[xii] Zie Journal of World-Systems Research (1995 e.v.) en Journal of World-Historical Information (2013 e.v.).
[xiii] Historici zijn het niet eens over het eerste en laatste jaar van deze periode, maar over het algemeen worden de jaren 1947 (afkondiging van de Truman-doctrine) en 1991 (ontbinding van de Sovjet-Unie) genoemd).
[xiv] Zie Jan Tinbergen, The Theory of the Optimum Regime (North-Holland, 1959), Theo van de Klundert, Capitalism and Democracy: A Fragile Alliance (Edward Elgar, 2013), ), William Samuelson en Stephen Marks, Managerial Economics (Wiley, 2014) en Joris Luyendijk, Dit kan niet waar zijn (Atlas, 2015). Voor een alternatieve economie, zie o.a. Steve Keen, Debunking Economics (Zed, 2011). Ga ook naar https://www.hetecon.net en http://www.paecon.net.
[xv] Zie David Bedford, “God, Nature and the End of History”, History of European Ideas, 19:1 (1994), blz. 371-376, Barry Cooper, “The End of History: déjà-vu all over again”, ibidem, blz. 377-383, Wolfgang Fuchs, “Does a good market make a good European?”, ibidem, blz. 384-389 en Stefan Jordan, “Francis Fukuyama und das ‘Ende der Geschichte’“. Zeithistorische Forschungen, 6 (2009), blz. 159–163. Ga ook naar https://aeon.co/essays/was-francis-fukuyama-the-first-man-to-see-trump-coming.
[xvi] De gegeven lijst van modern realisten in incompleet en zou de indruk kunnen wekken dat het om vier homogene subcategoriën gaat. Mearsheimer, Glaser en Schweller bijvoorbeeld vertegenwoordigen een offensieve, defensieve respectievelijk neoclassieke vorm van realisme. Zie Niklas Schörnig, “Neorealismus”, in Siegfried Schieder en Manuela Spindler (red.), Theorien der Internationalen Beziehungen (Opladen, 2003, blz. 61-88), Carlo Masala, “Neorealismus und Internationale Politik im 21. Jahrhundert”, Zeitschrift für Politikwissenschaft, 16:1 (2006), blz. 87–111, Christian Reus-Smit en Duncan Snidal (red.), The Oxford Handbook of International Relations (OUP, 2010, blz. 131-149) en de online syllabus van Aamir Mahar, International Relations (2022, deel I, blz. 40-43). Ga ook naar https://plato.stanford.edu/entries/realism-intl-relations en https://philpapers.org (vul in: political realism). Ik wijs er op dat in de subdiscipline internationale betrekkingen (onderdeel van de zeer uitgebreide politieke wetenschap), behalve een realistische school, ook een marxistische, institutionele, neoliberale, Engelse, constructieve, kritische, postmoderne, en feministische richting bestaat, elk met een omvangrijke literatuur. Zie Oliver Daddow, International Relations Theory (Sage, 2017), Eric Shiraev en Vladislav Zubok, International Relations (OUP, 2019) en Jeffry Frieden e.a., World Politics: Interests, Interactions, Institutions (W.W. Norton, 2021).
[xvii] https://plato.stanford.edu/entries/structural-realism.
[xviii] https://www.clubofrome.org en https://donellameadows.org.
[xix] Ik laat hier de modellen die het World Economic Forum (o.l.v. Klaus Schwab) gebruikt buiten beschouwing.
[xx] Zie Geoffrey West, Scale: The Universal Laws of Life, Growth, and Death in Organisms, Cities, and Companies (Penguin. 2018) en het boek van mijn hand waarnaar ik eerder heb verwezen.
[xxi] Door bv. Thomas Hobbes, John Locke, Montesquieu, David Hume, Rousseau, Adam Smith, Thomas Paine, Thomas Jefferson, Jeremy Bentham, Hegel. David Ricardo, James Mill, Friedrich Schelling, François Guizot, Alexis de Tocqueville, John Stuart Mill, David Thoreau, Walt Whitman, Herbert Spencer, Benedetto Croce, Ludwig von Mises, Keynes, Ortega y Gasset, Harold Laski, Friedrich Hayek, Karl Popper, Ayn Rand, Raymond Aron, Isaiah Berlin, Milton Friedman. John Rawls. Murray Rothbard, Vargas Llosa en Robert Nozick
[xxi] Zie ook https://plato.stanford.edu/entries/liberalism, https://www.wikiberal.org/wiki/Accueil, https://oll.libertyfund.org en https://philpapers.org/s/liberalism. Lees David Johnston, The Idea of a Liberal Theory: A Critique and Reconstruction (Princeton University Press, 1994), Hans Kuijper, “Bolkestein redeneert als utopist”, NRC Handelsblad, 26 april 1997, blz. 6, Alan Ryan, The Making of Modern Liberalism (PUP, 2012) en Edmund Fawcett, Liberalism: The life of an Idea (PUP, 2018).
[xxii] Het hoofdwerk van Plato (427-347 v.Chr.)gaat niet over vrijheid maar over rechtvaardigheid.
[xxiii] Zie allevering 4 in de serie “Uren met Chinese denkers”, noot xiv (Civis Mundi # 102).
[xxiv] Over de wisselwerking tussen mens en natuur kunnen geografen veel vertellen. Zie Georges Benko en Ulf Strohmayer (red.), Geography, History and Social Sciences (Kluwer, 1995) en Ian Simmons, Changing the Face of the Earth: Culture, Environment, History (Blackwell, 1996). Voor ecologen is dit een bekend onderwerp. Ga naar https://plato.stanford.edu/entries/ecology, https://www.omicsonline.org/about.php en https://www.ipcc.ch. Zie ook Simon Levin, The Princeton Guide to Ecology (Princeton University Press, 2009), Timothy Allen en Thomas Hoekstra, Toward a Unified Ecology (Columbia University Press, 2015), Mark Denny, Ecological Mechanics: Principles of Life’s Physical Interactions (PUP, 2015) en Trends in Ecology & Evolution (1986 e.v.).
[xxv] Zijn boek wordt kritisch besproken door o.a. Peter Kivisto en Giuseppe Sciortino in Solidarity, Justice, and Incorporation (OUP, 2015). Alexander’s antwoord hierop is te vinden in Jeffrey Alexander en Carlo Tognato (red.), The Civil Sphere in Latin America (CUP, 2019) en Jeffrey Alexander, David Palmer, Sunwoong Park en Agnes Shuk-mei Ku (red.), The Civil Sphere in East Asia (CUP, 2019).
Over democratie is geschreven door o.m. Plato, Aristotle, Montesquieu, Jean-Jacques Rousseau, Alexis de Tocqueville, Friedrich Nietzsche, Robert Michels, Henry Adams, Henry Mencken, Robert Dahl, Joseph Schumpeter, Hélène Landemore, Michael Mann, Roger Scruton, Steven Levitsky, Corey Bretschneider, David Estlund, Frank Ankersmit, Jean-Marie Guéhenno, Claude Lefort, Thomas Christiano, Pierre Rosanvallon, Jacques Rancière, Frédéric Worms, Nancy MacLean, Daniel Bell, Arend Lijphart, Hans-Hermann Hoppe, Yascha Mounk.
[xxvi] https://plato.stanford.edu/entries/authority, https://plato.stanford.edu/entries/anarchism, https://plato.stanford.edu/entries/legal-obligation en https://plato.stanford.edu/entries/democracy.
[xxvii] Volgens Mencius (372-289 v.Chr.) is een rechtvaardig mens niet rijk. Aristoteles (384-322 v.Chr.), Thomas van Aquino (1225-1274) en Karl Marx (1818-1883) waren van mening dat zakendoen in wezen immoreel is; Immanuel Kant (1724-1804) en John Stuart Mill (1806-1873) waren het hiermee niet eens. De literatuur over Business Ethics is omvangrijk.
[xxviii] Elias Canetti, Masse und Macht (1960). Het Chinese genie Wang Bi (226-249!) was hem meer dan 17 eeuwen voor; zie Marie-Ina Bergeron, Wang Pi: Philosophe du non-avoir (Ricci Institute, 1986, blz. 56).
[xxix] Voor de adel, zie Norbert Elias, Über den Prozess der Ziviliation (1939), id., Die höfische Gesellschaft: Untersuchungen zur Soziologie des Königtums und der höfischen Aristokratie (1969) en Michael Sayer, Nobles and Nobilities of Europe (Bloomsbury, 2019). Lijsten van monarchieën, Europese soevereine huizen en voormalige vorstenhuizen zijn op het Internet te vinden. Het belang van de betrekkingen tussen de vergoddelijkte vorst(in) en personen met een adelijke titel, wegbereiders, adviseurs, vertrouwelingen en “goede vrienden en bekenden” alsmede de betekenis van het politieke en maatschappelijke netwek van koningen of koninginnen mogen niet worden onderschat. De vorst(in) acht zich verheven boven het volk, maaar maakt er handig van gebruik. Kruipers en pluimstrijkers genoeg; de media effenen het pad.
[xxx] De klassieke werken over dit onderwerp zijn die van Vilfredo Pareto, Gaetano Mosca en Robert Michels. Teruggrijpend op de Griekse geschiedschrijver Polybios (203 v. Chr. - 120 v.Chr.), beweerden zij dat het regeren van een kleine elite over de rest van de maatschapppij onvermijdelijk is. Elmer Schattschneider, Wright Mills, Floyd Hunter, William Domhoff, James Burnham, Robert Putnam, Thomas Dye, George Gonzalez, Ralf Dahrendorf, Benjamin Page, Thomas Ferguson en Martin Gilens waren/zijn enkelen van hun navolgers. In Nederland is “de tweehonderd van Mertens” een begrip geworden; het geldt nog steeds. De kleding van televisiepresentator en voormalig hoofdredacteur van het maandblad Quote, Jort Kelder (de man met die eeuwige, van de legendarische talkshowhost Larry King afgekeken bretels) doet elitair aan.
[xxxi] De literatuur over multiculturalisme is haast onafzienbaar. Zie https://iep.utm.edu/multicul en https://plato.stanford.edu/entries/multiculturalism. Publicist Paul Scheffer verdedigde in NRC Handelsblad van 29 Januari 2000 de stelling dat de integratie van gastarbeiders in de jaren ’60 en ’70 en overige inwoners met een migratieachtergrond in de jaren ’90 is mislukt. Het artikel wordt in het publieke deba in Nederland vaak geciteerd. In de jaren na 2000 (in- en uitvoering van de herziene vreemdelingenwet) was Rita Verdonk als Minister voor Vreemdelingenzaken zowel gehaat als geliefd. Op 17 Oktober 2007 werd door haar, met een buiging naar de populisten, de politieke partij Trots op Nederland opgericht.
[xxxii] Zie Margaret Canovan, Populism (Junction. 1981), Anton Zijderveld, Populisme als Politiek Drijfzand (Cossee, 2009), Jan-Werner Müller, Wat is Populisme? (Nieuw Amsterdam. 2017), Daniel Stockemer, Populism Around the World: A Comparative Perspective (Springer, 2018), Duncan McDonnell en Annika Werner, International Populism: The Radical Right in the European (OUP, 2020) en Prasanta Chakravarty (red.), Populism and Its Limits (Bloomsbury, 2020).
[xxxiii] Zie Alexander d’Entrèves, The Notion of the State (OUP, 1967), Shmuel Eisenstadt en Stein Rokkan, Building States and Nations (Sage, 1974), Charles Tilly (red.), The Formation of National States in Western Europe (PUP, 1975), Gianfranco Poggi, The Development of the Modern State (Stanford U.P., 1978), Theda Skocpol, States and Social Revolutions: A Comparative Analysis of France, Russia, and China (CUP, 1979), Ernest Gellner, Nations and Nationalism (Blackwell, 1983), Andrew Vincent, Theories of the State (Wiley-Blackwell, 1991), Elie Kedourie, Nationalism (Wiley, 1993), Craig Calhoun, Nations Matter (Routledge, 2007) en Anthony Smith, Nationalism: Theory, Ideology, History (Polity, 2010). François Châtelet, Olivier Duhamel en Évelyne Pisier (red.), Dictionnaire des œuvres politiques (PUF, 2001) is een goudmijn aan informatie over de staatsidee. Géraldine Muhlmann e.a., Histoire des idées politiques (PUF, 2012), Philippe Nemo, Histoire des idées politiques aux Temps modernes et contemporains (PUF, 2013) en Jean Touchard, Histoire des idées politiques: Du XVIIIe siècle à nos jours (PUF, 2014) zijn nuttige aanvullingen.
[xxxiv] Zie ook https://www.mearsheimer.com en lees zijn opzienbarende boek, The Great Delusion: Liberal Dreams and International Realities (Yale University Press, 2018). Mearsheimer voelt zich, naar eigen zeggen, in de Volksrepubliek China intellectueel meer thuis dan in de Verenigde Staten. Hij en zijn geestverwanten worden door Matthew Specter in diens boek The Atlantic Realists (Stanford University Press, 2022) weersproken, maar het debat duurt onverminderd voort. Zie noot xvi.
[xxxv] Zie Oleh Ivanov, “Social Background of the Military Conflict in Ukraine: Regional cleavages and geopolitical orientations”, Social, Health, and Communication Studies Journal, 2:1 (2015), blz. 52-73) en Andrew Bowen,(2017). "Coercive Diplomacy and the Donbas: Explaining Russian Strategy in Eastern Ukraine". Journal of Strategic Studies, 42:3 (2017), blz. 312–343.
[xxxvi] De literatuur over dit proces is overweldigend. Ik raad de lezer aan hieromtrent het Internet te exploreren.
[xxxvii] Zie Harold Johnson, Self-Determination within the Community of Nations (Sijthoff, 1967), Lee Buchheit, Secession: The Legitimacy of Self-Determination (Yale University Press, 1978), Dov Ronen, The Quest for Self-Determination (Yale U.P., 1979), Hurst Hannum, Autonomy, Sovereignty, and Self-Determination: The Accommodation of Conflicting Rights (University of Pennsylvania Press, 1996), Antonio Cassese, Self-Determination of Peoples: A Legal Reappraisal (CUP, 1998), Wolfgang Danspeckgruber (red.), The Self-Determination of Peoples (Lynne Rienner, 2001), Erez Manela, The Wilsonian Moment: Self-Determination and the International Origins of Anticolonial Nationalism (OUP, 2009), Kristina Roepstorff, The Politics of Self-Determination Beyond the Decolonisation Process (Routledge, 2013) en Fernando Tesón (red.), The Theory of Self-Determination (CUP, 2017). Zie ook noot xxxiii.
[xxxviii] Zie de online nieuwsbrief Eén Wereld van de Wereld Federalisten Beweging Nederland (43: 2, 2018, blz.22-25).
[xxxix] Zie Andrew Rath, The Crimean War in Imperial Context (Palgrave Macmillan, 2015) en Orlando Figes, Crimea: the last crusade (Penguin. 2016). Ga naar http://cwrs.russianwar.co.uk.
[xl] Zie Leo Tolstoj´s grote roman Oorlog en Vrede (1869) en Willem Oosterbeek, Naar Moskou! Naar Moskou! (Athenaeum, 1962).
[xli] Nog steeds geen kwaad woord over de praalzieke man wiens stoffelijke resten worden bewaard in de marmeren sarcofaag in de Dôme des Invalides, in hartje Parijs. Religies vereren hun relikwieën. In Frankrijk zijn Kerk en Staat niet gescheiden, hoewel daar sinds 1905 de “séparation des Églises et de l’État” geldt en deze regeling in 1958 in de grondwet is verankerd. In Nederland is de scheiding tussen Kerk en Staat (nog) niet per wet geregeld. Politieke partijen op Christelijke grondslag worden in ons staatsbestel derhalve serieus genomen.
[xlii] Zie Alexander Werth, Russia at War, 1941-1945 (Barrie & Rockliff, 1964), Antony Beevor, Stalingrad (Viking, 1998) en Jonathan Dimbleby, Barbarossa: How Hitler Lost the War (Viking, 2021).
[xliii] Het verbaast mij overigens hoeveel verslaggevers en fotografen momenteel in Oekaïne werkzaam zijn. Wie zijn hun opdrachtgevers en welke persoonlijke of politieke agenda hebben zij? Ik vermoed dat sommige fotografen stilletjes hopen winnaar van de World Press Photo te worden. In plaats van de helpende hand te bieden waar men handen tekort komt om het bloeden te stelpen of het lijden te verlichten, blijven zij vakkundig op afstand, op zoek naar de mogelijkheid om een sensationele foto te maken. Geënsceneerd of niet, het doet er niet toe. Wat zij in feite nastreven is eeuwige roem voor het schieten van een deerniswekkend plaatje — zogenaamd “om de mensheid in te lichten”. Kaaimannen, nee lijkenpikkers, dat zijn het!
[xliv] Gebeurtenissen mogen niet worden vereenzelvigd met handelingen. Donald Davidson (1917-2003) heeft hierop in zijn boek Essays on Actions and Events (OUP, 2001) gewezen.
[xlv] Zie Ruud Hisgen en Adriaan van der Weel, De lezende mens: de betekenis van het boek voor ons bestaan (Atlas Contact, 2022).
[xlvi] Bijv. Winston Churchill, George Marshall, James Byrnes, Franklin Roosevelt, Clement Attlee, Harry Truman, Carew Hunt, Hans Kohn, Edward Carr, Herbert Feis, Clarence Manning, Volodymyr Kubijovyč, Alexander Werth, Charles Bohlen, George Kennan, Peter Scheibert, Robert Conquest, Aleksandr Solzjenitsyn, Robert Tucker, Anton Antonov-Ovsejenko, Karel van het Reve, Jan Bezemer, Adam Ulam, Richard Pipes, Henry Kissinger, Volodymyr Kosyk, Roj Medvedev, Leszek Kołakowski, Zbigniew Brzezinski, Dmitri Volkogonov, Vladimir Pozner, Martin Gilbert, Vojtech Mastny, Stephen Cohen, Max Hastings, Antony Beevor, Martin van Creveld, Robert Service, Wilfried Loth, Andrew Wilson, Heidi Tagliavini, Orlando Figes, Anne Applebaum, Ivan Katchanovski, Nicolas Lewkowicz, Kristina Minkova, of Eglė Rindzevičiūtė?
[xlvi-b] Voor de slepende controverse tussen slavofielen en hun tegenstrevers, de zapadniki (westerlingen), zie Andrzej Walicki en Hilda Andrews-Rusiecka, The Slavophile Controversy (University of Notre Dame Press, 1989), Susanna Rabow-Edling, Slavophile Thought and the Politics of Cultural Nationalism (SUNY, 2007) en Laura Engelstein, Slavophile Empire: Imperial Russia’s Illiberal Path (Princeton University Press, 2009).
[xlvii] Zie https://hcss.nl/experts.
[xlviii] Zie https://raamoprusland.nl/auteurs. De serieuze lezer zal, behalve het googelen van “Russisch-Ukrainischen Krieg”, ook de website van de belangrijkste tijdschriften op het gebied van de international relaties bezoeken en onder “Ukraine” zoeken. Een lange lijst van dergelijke tijdschriften is op het Internet te vinden.
[xlix] Zie Jack Meiland, Scepticism and Historical Knowledge (Random House, 1965), Michael Stanford, The Nature of Historical Knowledge (Blackwell, 1986), Louis Mink, Historical Understanding (Cornell University Press, 1987) en Zachary Schrag, The Princeton Guide to Historical Research (Princeton University Press, 2021). Bezoek ook de websites https://iep.utm.edu/history en https://plato.stanford.edu/entries/history.
[l] Het boek wordt door Moira Weigel besproken in The Guardian van 20 september, 2018.
[li] Zie ook George Steiner, After Babel: Aspects of Language and Translation (OUP, 1975).